Gemeenteblad van Land van Cuijk
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Land van Cuijk | Gemeenteblad 2025, 425736 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Land van Cuijk | Gemeenteblad 2025, 425736 | beleidsregel |
Nota groenstroken Land van Cuijk 2025
In januari 2022 zijn de gemeente Boxmeer, Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert en Sint Anthonis samen gegaan naar één gemeente: Land van Cuijk. Vijf verschillende gemeenten met ieder eigen beleid op het gebied van grondbeleid, kostenverhaal, pacht en de uitgifte van groenstroken. Herindeling van de gemeenten vraagt om harmonisatie van het vigerende beleid. De resultaten van de harmonisatie en actualisatie zijn opgenomen in de nota grondbeleid 2022.
Een onderdeel van het grondbeleid is het groenstroken beleid dat in 2023 is vastgesteld. Deze nota is een actualisatie van de nota groenstroken 2023. In de toekomst zal er minder snel gemeentegrond uitgegeven worden. In 2023 is gekozen voor een ja-mits beleid. Nu wordt dit een nee-tenzij beleid. De redenen hiervoor worden in paragraaf 2.1 nader toegelicht.
1.2 Groenstroken beleid in relatie tot grondbeleid
Het groenstroken beleid gaat over snippergroen in de woonwijken binnen de gemeente Land van Cuijk. Deze groenstroken zijn over het algemeen ooit aangelegd in het kader van de woningbouwontwikkeling en zijn in eigendom en beheer van de gemeente. Deze groenstroken worden in enkele gevallen gevraagd of ongevraagd in gebruik genomen door aanwonenden. Het groenstrokenbeleid bevindt zich dan ook op het raakvlak van het grondbeleid, het beheer van het openbaar groen en het handhavingsbeleid.
Snippergroen is het openbaar groen dat geen structuurgroen (meer) is. Dit snippergroen is eigendom van de gemeente en grenst aan particulier grondeigendom. In de uitgifte van dit snippergroen zal het veranderde belang een duidelijke rol spelen. Het is onder strikte voorwaarden en in uitzonderlijke gevallen mogelijk om snippergroen te verkopen of in bruikleen te geven.
Een beperkt aantal redenen kunnen leiden tot het uitgeven van snippergroen. Over het algemeen zal het initiatief hiervoor komen van de aangrenzende eigenaren.
Het komt ook voor dat stroken groen zonder toestemming van de gemeente in gebruik zijn/worden genomen. Als gevolg van deze situaties kan een versnipperde en daardoor niet efficiënte beheersituatie ontstaan.
Wanneer dan voldaan wordt aan deze strikte voorwaarden, zie hoofdstuk 2, dan ligt verkoop het meest voor de hand. Ook voor de meeste inwoners zal dat de voorkeur hebben. Wanneer verkoop niet de voorkeur heeft van de gemeente of de inwoner, kan mogelijk worden overgegaan tot ingebruikgave. De (beperkte) mogelijkheden worden in hoofdstuk 2 nader toegelicht.
Er zijn locaties waar groenstroken in gebruik zijn genomen zonder dat hiervoor iets geregeld is. Hier zijn verschillende reden, voor de gemeente, om dit tegen te gaan en handhavend op te treden tegen de ingebruikname van gemeentegrond:
In artikel 160 lid 3 Gemeentewet is opgenomen dat de gemeente verplicht is om alle maatregelen te nemen om te voorkomen dat er sprake is van verjaring of verlies van bezit of recht. Er is dus een wettelijke plicht om handhavend op te treden tegen oneigenlijk grondgebruik.
Het gelijkheidsbeginsel is een van de beginselen van behoorlijk bestuur waar de gemeente zich aan dient te houden. Dit beginsel betekent dat de gemeente gelijke gevallen gelijk moet behandelen en ongelijke gevallen ongelijk naar mate van hun ongelijkheid. Hiermee wordt bedoeld dat het niet zo mag zijn dat de ene inwoner grond moet kopen of terug moet geven aan de gemeente terwijl een andere inwoner een vergelijkbaar perceel gemeentegrond kan (blijven) gebruiken zonder dat er afspraken over gemaakt zijn met de gemeente.
Voor de gemeente is het belangrijk om te weten waar de kadastrale grenzen precies lopen ten opzichte van de werkelijke grenzen op locatie. Dit om niet voor verrassingen te komen te staan op het moment dat er bijvoorbeeld in de openbare ruimte gewerkt moet worden.
Indien verkoop of bruikleen geen optie is zal de in gebruik genomen gemeentegrond ontruimd moeten worden. In overleg met de gemeente wordt vervolgens een opleverdatum afgesproken. Daarna zal de gemeente de inrichting en het onderhoud weer voor haar rekening nemen.
De openbare ruimte (en dus ook de beschikbare ruimte in de ondergrond) wordt steeds schaarser. Landelijk wordt anders aangekeken tegen de functie van groen in de openbare ruimte. De waardering van groen (dus ook kleine stukjes) is hoger geworden en heeft een belangrijkere rol gekregen. Openbaar groen heeft namelijk verschillende functies en is van grote meerwaarde voor de wijk en de directe leefomgeving.
De 3 belangrijkste redenen om het beleid aan te passen zijn:
Om deze redenen gaat de gemeente Land van Cuijk erg terughoudend om met de uitgifte van gemeentegrond.
Wanneer inwoners een verzoek tot aankoop van een aangrenzende groenstrook indienen, hanteert de gemeente een nee-tenzij beleid. In beginsel wordt een verzoek niet gehonoreerd, mits voldaan wordt aan de gestelde criteria.
De criteria voor verkoop zijn als volgt:
Deze criteria sluiten aan bij de Natuurvisie van Land van Cuijk: ons.landvancuijk.nl/meegedacht/natuurvisie/. Hierin is onder doelstelling D.15 het volgende opgenomen: “Wanneer restgroen van waarde blijkt te zijn voor de Basiskwaliteit Natuur wordt het ingericht met maatregelen die van nut zijn voor die basiskwaliteit. Daarbij zoeken we ook naar meerwaarde voor, energietransitie, klimaatadaptatie en ruimtelijke kwaliteit”.
In de Natuurvisie is opgenomen dat in de openbare ruimte optimale maatregelen voor de natuur worden gerealiseerd. Dit houdt onder andere in het verwijderen van bestrating en het meer aanbrengen van natuur. De openbare ruimte wordt ecologisch en natuurvriendelijk beheerd.
2.3 Criteria voor ingebruikgeving
De criteria voor ingebruikgeving sluiten aan bij de criteria van verkoop. Ook hier geldt dus een nee-tenzij beleid.
Aanvullend op de criteria voor verkoop, is ingebruikgeving mogelijk in de volgende situaties:
De gemeentegrond wordt overgedragen en in gebruik gegeven in de staat waarin de grond zich bevindt op het moment van verkoop of ingebruikgeving.
Op 26 november 2021 heeft de Hoge Raad een belangrijke uitspraak gedaan in het zogenaamde ‘Didam’-arrest (ECLI:NL:HR:2021:1778). In dit arrest heeft de Hoge Raad geoordeeld dat een overheidslichaam dat een onroerende zaak wil verkopen, gelegenheid moet bieden aan (potentiële) gegadigden om mee te dingen naar deze onroerende zaak, indien er meerdere gegadigden zijn voor de aankoop van de desbetreffende onroerende zaak of redelijkerwijs te verwachten is dat er meerdere gegadigden zullen zijn. De uitspraak heeft gevolgen voor de verkoop van grond, maar ziet ook alle andere vormen van uitgifte zoals ingebruikgeving.
In het kader van de verkoop of ingebruikgeving van snippergroen kan in lijn met de uitspraak gesteld worden dat er niet meerdere gegadigden zijn. Over het algemeen is er maar één aanliggende huurder/eigenaar aan wie de gemeente de grond zou willen verkopen of in gebruik geven. Verkoop of ingebruikgeving aan anderen zal niet plaatsvinden omdat dit zal leiden tot inefficiënte onderhoudssituaties. Voor zover zich gevallen zouden voordoen dat meerdere personen aanspraak zouden kunnen maken op de groenstrook, dan moet de uitspraak in acht genomen worden en zal een openbare verkoop moeten plaatsvinden. De verwachting is dat deze situatie zich in de praktijk niet of nauwelijks zal voordoen. Let wel: één-op-één uitgifte zal altijd incl. motivering gepubliceerd moeten worden.
Voor een deel van het niet geregelde gebruik dreigt verjaring. Inwoners die zonder toestemming gemeentegrond in bezit hebben genomen, kunnen door (bevrijdende) verjaring eigendomsrechten verwerven na een periode van onafgebroken bezit gedurende 20 jaar. Een doel van de aanpak van het niet geregelde grondgebruik is ook de verjaring te stuiten. Uitgangspunt bij de handhaving is dat er geen sprake is van verjaring. Pas na een verzoek daartoe van een inwoner, waarin de inwoner zich beroept op verjaring, zal dit worden beoordeeld.
Wie een beroep doet op verjaring moet tenminste bewijs kunnen overleggen dat hij het perceel gedurende minstens de voornoemde periode van 20 jaar al in bezit heeft. Dit bewijs kan in elke vorm worden geleverd, bijvoorbeeld door het overleggen van foto’s, verklaringen, documenten et cetera. “Enkele op zichzelf staande machtsuitoefeningen” zoals het plegen van onderhoud en het plaatsen van beplanting is niet voldoende voor een beroep op verjaring. Uit het bezit moet eigendomspretentie blijken, bijvoorbeeld omdat het perceel is afgesloten met een ondoordringbare haag of hekwerk.
Elk beroep op verjaring moet worden beoordeeld. Als uit de interne beoordeling blijkt dat er sprake is van verjaring, werkt de gemeente mee aan het opstellen van een verjaringsakte. Wanneer een geslaagd beroep op verjaring wordt gedaan, zijn de kosten voor het inschrijven van de verjaring in de Openbare Registers voor rekening van de betreffende inwoner. De mogelijkheid tot het vorderen van schadevergoeding bij verjaring bestaat, waarbij de gemeente de vastgestelde jurisprudentielijn hanteert (zie hierna onder 1.4.2).
In het geval intern beoordeeld wordt dat er geen sprake is van verjaring wordt het proces zoals hiervoor beschreven voortgezet (door te handhaven).
De Hoge Raad (HR) heeft begin 2017 een arrest gewezen dat aanzienlijke gevolgen voor de verjaring en de uitvoering daarvan kan hebben. De HR heeft bepaald dat een persoon die een zaak in bezit neemt en houdt, wetende dat een ander daarvan eigenaar is, onrechtmatig handelt tegenover die eigenaar. Dit brengt mee dat een gemeente kan vorderen dat de schade wordt vergoed die het als gevolg van dat onrechtmatig handelen lijdt. Daaraan staan het stelsel van de wet en in het bijzonder de door verjaring teweeggebrachte eigendomsverkrijging, niet in de weg.
Het voorgaande betekent dat, indien de gemeente Land van Cuijk geconfronteerd wordt, met een beroep op verjaring, waarvan de aanvrager met succes kan bewijzen dat er sprake is van bezitsverschaffing over een periode van langer dan 20 jaar (niet te goeder trouw), en derhalve sprake is van bevrijdende verjaring, er de mogelijkheid is een vergoeding voor het verlies van eigendom te vorderen.
De schadevergoeding kan bestaan uit een vergoeding in natura, middels het terug leveren van de grond, of uit een financiële vergoeding ter hoogte van de grondwaarde.
Ten aanzien van de vergoeding kan worden aangehaakt bij de vergoeding die wij normaliter vragen voor de verkoop van snippergroen.
Indien de gemeente Land van Cuijk geconfronteerd wordt met een beroep op verjaring, wordt vooraf aangegeven dat een beroep op schadevergoeding wordt overwogen indien men een gerechtvaardigd beroep op verjaring kan doen. Dit betekent dat bezitters van gemeentegrond een mogelijkheid wordt geboden om op basis van een reële prijs een perceel aan te kopen/te verwerven. De volgende overwegingen worden daarin meegenomen:
Voor situaties waarbij een perceel benodigd is voor toekomstige ontwikkelingen, kan de mogelijkheid van teruglevering als schadevergoeding worden overwogen. In beginsel is een geldelijke vergoeding de aangewezen vorm van schadevergoeding, maar de rechtspraak laat deze mogelijkheid wel open staan. Bij wijze van schadevergoeding kan dan worden gevorderd dat het wederrechtelijk in bezit genomen perceel aan de gemeente in eigendom terug wordt overgedragen. De noodzaak voor teruglevering dient wel door de gemeente te worden aangetoond.
De vordering uit schadevergoeding kan zelf ook verjaren. Hiervoor staat een termijn van 5 jaar. Dit betekent dat de oorspronkelijke eigenaar de vordering moet indienen uiterlijk vijf jaar na het bekend worden met de schade. De Hoge Raad overweegt dat de schade niet ontstaat zodra de grond in bezit is genomen, maar zodra het eigendom verloren gaat door de bevrijdende verjaring na twintig jaar bezit. Indien men niet bekend is met de schade verjaart de vordering zodra er 20 jaar zijn verstreken nadat het eigendom verloren is gegaan door verjaring. Zodra er 40 jaar verstreken zijn nadat de grond in bezit is genomen, is het instellen van een vordering tot schadevergoeding dan ook niet meer mogelijk.
4. Oneigenlijk gebruik gemeentegrond
Op verschillende plekken binnen de gemeente maken inwoners gebruik van gemeentegrond. Een veel voorkomende situatie is dat een strook gemeentegrond bij de tuin is getrokken en als zodanig wordt gebruikt voor privédoeleinden. De grond is echter in beginsel bestemd voor publieke doeleinden. Het zonder overleg in gebruik nemen van gemeentegrond kan voor problemen en belemmeringen zorgen in de fysieke leefomgeving, de energietransitie en de verkeersveiligheid.
De gemeente is momenteel niet actief bezig met het inventariseren van in gebruik genomen gemeentegrond, maar onderneemt bij constatering van oneigenlijk grondgebruik, afhankelijk van de situatie, wél actie.
Hierbij kunnen de volgende drie varianten worden toegepast:
Op dit moment past de gemeente Land van Cuijk de ad-hoc handhaving en proactieve handhaving projecten toe. Het is praktisch niet mogelijk om de gehele gemeente proactief te controleren.
5. Prijs en kosten uitgifte snippergroen
De prijs voor het snippergroen wordt jaarlijks bepaald bij het vaststellen van de grondprijzenbrief. Op deze wijze worden markconforme prijzen gehanteerd.
Het uitgangspunt van het beleid is dat de bijkomende kosten samenhangende met de uitgifte, voor rekening van de koper komen. Deze bijkomende kosten bestaan uit de kadastrale kosten, de overdrachtsbelasting en de notariskosten. Indien grond verkocht wordt, beslist de koper bij welke notaris de notariële levering plaatsvindt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-425736.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.