Gemeenteblad van Brummen
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Brummen | Gemeenteblad 2025, 424618 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Brummen | Gemeenteblad 2025, 424618 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
NOTA RESERVES EN VOORZIENINGEN 2025, GEMEENTE BRUMMEN
Voor u ligt de nota reserves en voorzieningen 2025.
In het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) staan de regels voor de verantwoording van reserves en voorzieningen vermeld. De raad is bevoegd tot het instellen van een bestemmingsreserve en het bepalen van de dotaties en onttrekkingen.
De raad kan aanvullende regels formuleren en doet dit via de Financiële verordening en de nota reserves en voorzieningen.
Deze nota stelt het kader voor het instellen, muteren en opheffen van reserves en voorzieningen. De huidige nota reserves en voorzieningen dateert van 2024 en wordt geactualiseerd met deze nota. Reden voor actualisatie is dat er nieuwe voorzieningen zijn gevormd, de doelstellingen van bestaande reserves en voorzieningen zijn geactualiseerd of zijn beëindigd. Daarnaast schrijft het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) voor dat de bestemmingsreserves jaarlijks worden geëvalueerd. Met deze nota leggen we de kaders voor deze nieuwe reserves en voorzieningen vast. Daarnaast is het noodzakelijk om richtlijnen te hebben waaraan bestemmingsreserves en voorzieningen moeten voldoen.
De nota reserves en voorzieningen 2025 treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2025.
2. ONDERSCHEID RESERVES EN VOORZIENINGEN
Het belangrijkste verschil tussen reserves en voorzieningen is dat de raad bij reserves een grote vrijheid heeft om de bestemming te wijzigen. De reserves behoren daarmee tot het eigen vermogen. Bij voorzieningen is deze beleidsvrijheid er niet. Voorzieningen behoren tot het vreemd vermogen.
Schematisch ontstaat het volgende beeld:
De reserves kennen, op basis van artikel 43 BBV, de volgende onderverdeling:
Deze tweedeling wordt in alle Planning & Control documenten gehanteerd. Bij de jaarstukken wordt het rekeningsaldo van het voorgaand jaar onder de algemene reserves apart inzichtelijk gemaakt.
De algemene reserve vormt, samen met de behoedzaamheidsreserve het vrij besteedbare eigen vermogen en kent geen specifieke bestemming.
Een bestemmingsreserve is eigen vermogen waar de raad een gerichte bestemming aan heeft gegeven. De bestemming kan alleen door een raadsbesluit gewijzigd worden. Belangrijk is dat bestemmingsreserves niet negatief mogen zijn.
Artikel 44 BBV bepaalt de wijze waarop voorzieningen worden gevormd.
Binnen het BBV worden twee soorten voorzieningen onderscheiden. De eerste soort gaat over risico’s die de waarde van een bezitting nadelig kunnen beïnvloeden. Voorbeelden zijn de voorziening dubieuze debiteuren en de voorziening risico’s bouwgrond exploitatie. Deze voorzieningen vallen niet onder het vreemd vermogen maar zijn correcties op de activazijde van de balans (de bezittingen). Deze voorzieningen vormen geen onderdeel van de kaders in deze nota.
De tweede soort zijn voorzieningen aan de passivazijde (de schulden). Deze voorzieningen maken onderdeel uit van het vreemd vermogen. Ze zijn nodig als dekking voor de kosten van aangegane verplichtingen en/of risico’s. Deze voorzieningen maken wel onderdeel uit van deze nota.
2.2 Functies reserves en voorzieningen
Reserves en voorzieningen kennen een aantal functies die hieronder worden toegelicht.
Reserves kunnen worden gebruikt als eigen financieringsmiddel omdat ze onderdeel uitmaken van het totale vermogen van de gemeente.
Er wordt een “spaarpot” gecreëerd om onvoorziene toekomstige uitgaven op te kunnen vangen en
bestaande risico’s te kunnen dekken.
Bestemmingsreserves hebben een bestedingsfunctie.
De reserve wordt bijvoorbeeld ingezet als reserve kapitaallasten voor het dekken van de kapitaallasten van een bepaald activum. Onder specifieke voorwaarden mag het surplus van de algemene reserve ook als structurele dekking worden ingezet bij een begrotingstekort.
Er is sprake van een inkomensfunctie als er structureel gelden aan reserves worden onttrokken ter dekking van structurele lasten, bijvoorbeeld zoals bij de reserve recreatie en toerisme.
Reserves en voorzieningen kunnen worden gevormd om baten en lasten over de jaren heen gelijkmatig te verdelen. Extreme pieken en dalen in de exploitatiebegroting kunnen zo worden vermeden. Ongewenste schommelingen in tarieven die aan derden in rekening worden gebracht kunnen hierdoor worden opgevangen.
Het instellen van een reserve vindt plaats met een raadsbesluit.
Toevoegingen en onttrekkingen aan de reserve mogen gedurende het jaar plaatsvinden op basis van het betreffende doel van de reserve. Toevoegingen en onttrekkingen aan de reserve moeten zijn goedgekeurd door middel van een raadsbesluit. Dit kan expliciet bij resultaatbestemming in het kader van de jaarrekening of de bestuursrapportages, maar ook vooraf bij de vaststelling van de begroting. Deze besluiten moeten tijdig, voor het einde van het begrotingsjaar, via een begrotingswijziging zijn verwerkt.
Het college is bevoegd om een bedrag van maximaal € 25.000, zonder vooraf toestemming van de raad per bestemmingsreserve aan uitgaven te verrichten, mits deze uitgaven passen binnen de doelstelling en de omvang van de reserve. Over deze uitgaven legt het college achteraf verantwoording af via de bestuursrapportage en/of jaarstukken, waardoor de onttrekking rechtmatig is.
Het opheffen van een bestemmingsreserve is voorbehouden aan de raad en vindt plaats wanneer het doel van de reserve is vervallen of wanneer de vastgestelde einddatum is bereikt. Bij opheffing wordt indien aanwezig, het restant saldo van de bestemmingsreserve toegevoegd aan de algemene reserve.
Uitgangspunt van beleid is om het aantal reserves zo beperkt mogelijk te houden. In beginsel betekent dit dat alleen de algemene- en de behoedzaamheidsreserve aanwezig zijn die tezamen deel uitmaken van het weerstandsvermogen en een beperkt aantal bestemmingsreserves.
Voorzieningen worden ingesteld om aan een reeds bekende verplichting te kunnen voldoen. De hoogte van deze verplichting is van tevoren vast te stellen. Waar bij reserves de toevoegingen en onttrekkingen via de resultaatbestemming plaatsvinden, is dat bij voorzieningen anders. De vorming van een voorziening gebeurt ten laste van de exploitatie. Onttrekkingen aan de voorzieningen komen niet ten laste van de exploitatie, maar direct ten laste van de gevormde voorziening. Concreet betekent dit dat de raad door het toevoegen van bedragen aan voorzieningen, instemt met deze voorzieningen en daarmee ook met de aanwending.
In de begroting en de jaarstukken wordt de raad geïnformeerd over de uitvoering van de betreffende activiteiten. Indien een verplichting wegvalt, vallen de nog resterende middelen vrij ten gunste van de exploitatie. Dit heeft een positief effect op het rekeningresultaat. Mocht de hoogte van de verplichting alsnog hoger zijn dan verwacht, komt de verhoging via het rekeningresultaat ten laste van de algemene reserve.
Iedere voorziening moet de omvang hebben van de betreffende verplichting of het betreffende risico. De voorziening mag dus niet groter of kleiner zijn.
Beheersplannen zijn een instrument om het niveau van een onderhoudsvoorziening te bepalen. Deze hebben vooral betrekking op het periodiek terugkerend onderhoud van kapitaalgoederen, zoals wegen, riolering en gebouwen. Met het onderhoud van kapitaalgoederen is een substantieel deel van de begroting gemoeid. Een helder en volledig inzicht is daarom van belang voor een goed inzicht in de financiële positie.
Voor het instellen en opheffen van een voorziening is een collegebesluit (dus geen raadsbesluit) nodig, evenals voor onttrekkingen en dotaties aan deze voorziening.
Conform het BBV is het toegestaan om rente toe te rekenen aan reserves. In Brummen wordt geen rente toegerekend. Het toerekenen van rente aan reserves creëert een fictieve rentelast. Dit gaat ten koste van de eenvoud en transparantie, en belast bovendien de begroting.
Op basis van artikel 45 BBV zijn rentetoevoegingen aan voorzieningen niet toegestaan.
3. OVERZICHT RESERVES EN VOORZIENINGEN
|
Deze reserve wordt ingezet voor een pakket maatregelen om de jeugdzorg te verbeteren en financieel houdbaar te krijgen. |
|
|
Uit de niet bestede gelden voor Jeugdzorg uitvoering bestuursakkoord Rijk-VNG |
|
|
Het verschil tussen de ontvangen middelen voor onderwijshuisvesting uit het gemeentefonds en de geraamde uitgaven vormt de basis voor de dotatie. |
|
|
De rijksbijdrage die wordt ontvangen voor de opvang van Oekraïners en statushouders in de doorstroomlocatie. |
|
|
De kosten die gemaakt worden voor de opvang van bijzondere doelgroepen. |
|
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s
|
Voorziening ter dekking van de kosten van groot onderhoud van gemeentelijk onroerend goed. |
|
|
De voorziening wordt jaarlijks gevoed op basis van het actuele beheersplan. |
|
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-424618.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.