Gemeenteblad van Nieuwegein
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Nieuwegein | Gemeenteblad 2025, 419484 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Nieuwegein | Gemeenteblad 2025, 419484 | beleidsregel |
Beleid (voorkomen) seksuele uitbuiting gemeente Nieuwegein
Het college van burgemeester en wethouders van Nieuwegein
Beleid (voorkomen) seksuele uitbuiting gemeente Nieuwegein
De gemeenteraad heeft in november 2022 met het aannemen van de Motie M19 urgentie gegeven aan het opstellen van beleid in relatie tot pooierproblematiek/seksuele uitbuiting. De aanpak van mensenhandel past onder de reikwijdte van het integraal veiligheidsplan. Als gevolg hiervan is het een collegebevoegdheid om dit beleid vast te stellen.
Daarnaast zijn binnen het Interbestuurlijk Programma (IBP) afspraken gemaakt dat elke gemeente beleid moet ontwikkelen met betrekking tot mensenhandel. Deze afspraken zijn opgenomen in het programma ‘Samen tegen mensenhandel’.
Dit beleid omschrijft hoe de aanpak van seksuele uitbuiting in Nieuwegein wordt vormgegeven. Allereerst wordt gekeken naar welke basis er al ligt om vervolgens te bepalen hoe de gewenste aanpak vormgeven dient te worden. Deze gewenste aanpak wordt vormgegeven aan de hand van de volgende verantwoordelijkheden die belegd zijn bij de gemeente:
Dit beleid wordt aangehaald als: Beleid (voorkomen) seksuele uitbuiting gemeente Nieuwegein
1.1 Definitie Seksuele uitbuiting/mensenhandel
De meest bekende vorm van mensenhandel is seksuele uitbuiting. Hiervan spreken we als iemand wordt gedwongen om seksuele diensten te verlenen tegen betaling in de vorm van geld of in de vorm van andere vergoedingen. Mensenhandel kent meerdere verschijningsvormen, te weten seksuele uitbuiting, arbeidsuitbuiting, criminele uitbuiting en gedwongen orgaanhandel. Een uitwerking van deze definities is terug te vinden in bijlage 1, waar ook de belangrijkste verschillen ten opzichte van mensensmokkel benoemd staan. Alle verschijningsvormen van mensenhandel hebben één ding gemeen, het oogmerk van uitbuiting. Daders gebruiken slachtoffers, bijvoorbeeld door geweld, intimidatie of/en onder bedreiging, voor persoonlijk gewin. Dit is een ernstige schending van de fundamentele mensenrechten en van de menselijke waardigheid.
De gemeenteraad heeft in november 2022 met het aannemen van de Motie M19 urgentie gegeven aan het opstellen van beleid in relatie tot pooierproblematiek/seksuele uitbuiting.
Daarnaast zijn binnen het Interbestuurlijk Programma (IBP) in 2018 afspraken gemaakt dat elke gemeente beleid moet ontwikkelen met betrekking tot mensenhandel. Deze afspraken zijn opgenomen in het programma ‘Samen tegen mensenhandel’. In figuur 1 is gevisualiseerd dat op basis van deze afspraken de gemeente vier rollen heeft bij de aanpak van mensenhandel: de gemeente als signaleerder, beleidsmaker, als onderdeel van de integrale aanpak en als verantwoordelijke voor de zorg en opvang van slachtoffers van mensenhandel.
Figuur 1: De vier verschillende rollen van een gemeente bij de aanpak van mensenhandel
Aansluitend hierop hebben de VNG en CoMensha samen een richtinggevend kader opgesteld. Hierin staat omschreven waar gemeenten bij de aanpak van mensenhandel minimaal aan moeten voldoen op basis van wettelijke en bestuurlijke verplichtingen (het zogenoemde eerste plateau). Aanvullend op het eerste plateau bestaan bouwstenen, die de basisaanpak verrijken en verdiepen. Met deze bouwstenen kunnen gemeenten de aanpak verder invullen (het tweede plateau). Dit kader, weergegeven in figuur 2, biedt de handvatten voor het inrichten van de gemeentelijke aanpak in Nieuwegein.
Figuur 2: Het kader van de VNG en CoMensha voor de aanpak van mensenhandel door gemeenten
NB Daarnaast blijkt uit verschillende wetgeving en afspraken dat gemeenten de verplichting hebben om deel te nemen aan de aanpak van mensenhandel, zie bijlage 2 voor een overzicht hiervan.
Om spoedig en gericht een vervolg te kunnen geven aan de door de Raad ingediende motie, is dit beleid afgebakend tot de aanpak van seksuele uitbuiting. Om ook de andere vormen van mensenhandel binnen de gemeente aan te kunnen pakken en daarmee aan de afspraken van het Interbestuurlijk Programma (IBP) te voldoen, zal na vaststelling van dit beleid het beleid worden aangevuld met beleid ten aanzien van arbeidsuitbuiting en criminele uitbuiting.
Om zicht te krijgen op de aard en omvang van seksuele uitbuiting is bij het opstellen van dit beleid uitvraag gedaan naar cijfers op landelijk, regionaal en lokaalniveau. Cijfers alleen vormen echter geen reële weergave van de werkelijkheid. Om deze reden is aanvullend hierop gesproken met meerdere professionele stakeholders. Een uiteenzetting van de vergaarde cijfers en het beeld hierbij, is terug te vinden in bijlage 3.
Het specifiek duiden van de Nieuwegeinse problematiek blijft echter complex. Harde cijfers ontbreken menigmaal of kunnen niet gegenereerd worden, wat echter niet betekent dat er geen signalen zijn. Meerdere professionals komen daarom met het advies om aan te sluiten bij landelijke cijfers, beeld en ontwikkelingen op dit thema. Gelet hierop is het hoogst onwaarschijnlijk dat deze problematiek niet of nauwelijks in Nieuwegein aanwezig is.
In het volgende hoofdstuk wordt uiteengezet hoe de aanpak van seksuele uitbuiting in Nieuwegein wordt vormgegeven. Allereerst wordt gekeken naar welke basis er al ligt om vervolgens te bepalen hoe de gewenste aanpak vormgeven dient te worden. Deze gewenste aanpak wordt vormgegeven aan de hand van de bouwstenen zoals die in het eerste plateau van het hierboven genoemde Kader zijn omschreven:
2 De aanpak van seksuele uitbuiting
Op dit moment is het onderwerp mensenhandel geborgd binnen verschillende afdelingen van de gemeente waarop centrale coördinatie (zowel intern als extern) gering is. De daadwerkelijke aanpak is georganiseerd vanuit het team Openbare Orde en Veiligheid, vanuit het thema ondermijning. Er zijn ook raakvlakken met andere thema’s als jonge aanwas. Daarnaast is er aandacht voor het thema vanuit het sociaal domein, zoals vanuit het thema seksualiteit in de verbinding met Geynwijs.
Dit hoofdstuk zoomt in op de gewenste aanpak aan de hand van de pijlers die gebaseerd zijn op het eerdergenoemde Kader dat is opgesteld door de VNG.
Een belangrijke rol van de gemeente in de aanpak van mensenhandel is die van signaleerder. Signalering is een belangrijke stap om slachtoffers uit hun uitbuitingssituatie te halen, maar ook om daderschap te herkennen. De gemeente is hierin een onmisbare partner met haar vele oren, ogen en contacten met inwoners. Buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) hebben hierbij een toezichthoudende taak op basis van het sekswerkbeleid, collega’s van burgerzaken staan in direct contact met inwoners, maar ook kan gedacht worden aan medewerkers vanuit het sociale domein die thuiskomen bij inwoners en aan de inzet van Geynwijs op school.
Gestart zal worden met het actief voorlichten van medewerkers over wat mensenhandel is. Daarnaast worden trainingen aangeboden aan groepen medewerkers, die mogelijk signalen van mensenhandel kunnen tegenkomen in het dagelijks werk. Deze trainingen zullen niet eenmalig worden aangeboden, maar blijven terugkeren.
De gemeentelijke aandachtsfunctionaris als point of contact
Een gemeentelijke aandachtsfunctionaris mensenhandel wordt aangewezen als aanspreekpunt voor collega’s die mogelijke signalen van mensenhandel hebben waargenomen. Met het aanstellen van deze functionaris wordt voldaan aan het basisniveau zoals gesteld in figuur 1 binnen plateau 1.
De functie van aandachtsfunctionaris mensenhandel wordt belegd binnen de afdeling Toezicht, Veiligheid en Leefbaarheid (meer specifiek binnen het team Openbare Orde en Veiligheid) en zal worden vervuld door een tweetal collega’s. Daarnaast worden binnen de gemeente meerdere taakaccenthouders mensenhandel aangewezen. Deze collega’s vertegenwoordigen afdelingen en teams waarbij medewerkers in contact kunnen komen met mogelijke slachtoffers van seksuele uitbuiting (hierbij kan gedacht worden aan de Stadswinkel, Toezicht, Veiligheid en Leefbaarheid en Geynwijs). De taakaccenthouders staan in direct contact met de werkvloer van de betreffende afdeling wat zorgt voor een betere borging van dit onderwerp.
De aandachtsfunctionaris en de taakaccenthouders vormen gezamenlijk een informeel netwerk, waar signalen van mensenhandel gemeld kunnen worden. Centrale coördinatie is hierbij belegd bij de aandachtsfunctionaris. Intern ontstaat hiermee de verbinding tussen zorg en veiligheid en met bestaande programma’s. Als voorbeeld: Het Nationaal Programma Onderwijs zet in op de versteviging van Geynwijs op School in de vorm van een preventieteam dat is gestart op het op het Anna van Rijn college. In het preventieteam worden op een laagdrempelige manier alle mogelijke zorgwekkende signalen omtrent leerlingen gedeeld en besproken om in een vroeg stadium hulp te kunnen verlenen. Signalen die verband houden met seksuele uitbuiting kunnen vervolgens gedeeld worden door de taakaccenthouder vanuit Geynwijs binnen het informele netwerk. De aandachtsfunctionaris zal de binnenkomende signalen indien mogelijk verrijken en doorzetten naar de juiste ketenpartner.
Wat betreft het aanwijzen van taakaccenthouders mensenhandel zal zoveel mogelijk gebruik gemaakt worden van reguliere lijnen. Zo zal vanuit Stadstoezicht geschakeld worden met de boa’s die specifiek zijn opgeleid in het kader van het sekswerkbeleid. Vanuit de afdeling Geynwijs zullen de twee collega’s die reeds zijn aangesteld als taakaccenthouders meldcode (niet te verwarren met aandachtsfunctionaris mensenhandel) huiselijke geweld en kindermishandeling aansluiten, nu mensenhandel onderdeel van deze meldcode is1.
Dat mensenhandel onderdeel uitmaakt van de meldcode is echter een vrij “onopgemerkte” toevoeging. Aan de aandachtsfunctionaris meldcode de taak om dit breed onder de professionals te delen en mee te nemen in trainingen en bijeenkomsten die verband houden met de meldcode.
Buiten de gemeente om kunnen professionals als huisartsen, onderwijzers, medewerkers van zorgaanbieders, welzijnsorganisaties of buurt- en sportcoaches signalen oppikken. Bij Veilig Thuis Utrecht is een centraal meldpunt mensenhandel ingericht. Pretty Woman is hierbij betrokken. Nieuwegein is één van de 26 opdrachtgevers van Veilig Thuis. Veilig Thuis doet een eerste check op de signalen, voordat zij schakelen met professionals als de zorgcoördinator, politie en gemeente. De afdeling Geynwijs pakt binnen de gemeente Nieuwegein de zorgmeldingen vanuit Veilig Thuis op. Daarnaast zijn er legio mogelijkheden om signalen te melden bij verschillende instanties.
Daar waar vanuit de gemeente extern wordt ingezet op het herkennen van signalen is het net zo belangrijk dat bekend is waar signalen geadresseerd kunnen worden. De aandachtsfunctionaris gaat een algemeen e-mailadres beheren om het melden van mogelijke signalen eenvoudig en laagdrempelig te maken. Indien anoniem melden de voorkeur heeft kan gebruik gemaakt worden van Meld Misdaad Anoniem.
Om voor medewerkers te verduidelijken waar zij met vragen en signalen omtrent mensenhandel terecht kunnen, kan gebruik gemaakt worden van onderstaande meldroute.
|
Interne meldroute mensenhandel Gemeenteambtenaar (baliepersoneel, toezichthouder of bijv. WMO consulent) vangt signaal op en geeft het door en bespreekt het met de taakaccenthouder mensenhandel van de eigen afdeling. De aandachtsfunctionaris mensenhandel binnen de gemeente ontvangt het signaal van de gemeenteambtenaar/taakaccenthouder. De naam van de melder is alleen bekend bij de aandachtsfunctionaris. Als aandachtfunctionaris zijn binnen de gemeente aangewezen: [2 werknemers binnen de afdeling TVL (team OOV): zie de versie van de interne meldroute op Huisnet of in het uitvoeringsplan voor actuele contactgegevens.] De aandachtsfunctionaris legt het signaal vast en gaat na of de betrokken persoon, organisatie of het adres reeds in het eigen gemeentelijke systeem voorkomt zodat het signaal eventueel verrijkt kan worden met andere informatie. Verrijking geschiedt binnen verschillende afdelingen van de gemeente. Hiervoor kan een signaal worden besproken tijdens het signaleringsoverleg ondermijning.2 De aandachtsfunctionaris verzamelt alle interne informatie en doet melding bij:
De aandachtsfunctionaris vraagt bij de overdracht van het signaal terugkoppeling aan de betrokken instantie. De aandachtsfunctionaris koppelt terug richting de gemeenteambtenaar die het signaal heeft afgegeven over wat er met het signaal gedaan is en legt dit voor de eigen administratie vast. |
Om de interne bewustwording te vergroten zal in het uitvoeringsplan aandacht besteed worden aan de inzet van expertsessies, het gebruik van signaalkaarten en het aanbieden van trainingen. Hierbij zal de aandachtsfunctionaris mensenhandel, tezamen met de taakaccenthouders mensenhandel, adviseren welke medewerkers voor welke vorm van bewustwording in aanmerking komen. De regionale ketenregisseur mensenhandel kan adviseren op het gebied van beschikbare trainingen en voorlichting. Hierbij is het van belang dat niet eenmalig op het proces van bewustwording wordt ingezet, maar dat deze processen worden herhaald. De verantwoordelijkheid voor het organiseren en uitvoeren van deze processen ligt bij de aandachtfunctionaris mensenhandel, in nauwe afstemming met de taakaccenthouders.
Naast de specifieke inzet op bewustwording van medewerkers die met seksuele uitbuiting te maken kunnen krijgen, is het ook belangrijk om op bestuurlijk- en managementniveau aandacht voor het onderwerp te vergroten en te behouden. Het doel is om het onderwerp mensenhandel op meerdere overleggen en agenda’s terug te laten komen, om zo bij te dragen aan bewustwording en blijvende urgentie omtrent dit onderwerp. Het onderwerp mensenhandel zal in ieder geval worden geagendeerd op overleggen rondom ondermijning en zorg en veiligheid.
Naast de focus op interne bewustwording wordt aandacht besteed aan het trainen en bewust maken van externe professionals die met (mogelijke) slachtoffers en daders in aanraking kunnen komen. Hierbij kan gedacht worden aan docenten, professionals werkzaam bij welzijnsorganisaties, buurtsportcoaches en huisartsen. Eind 2022 is hiermee een start gemaakt middels het organiseren van een bewustwordingssessie voor conciërges en mentoren van het voortgezet onderwijs door Pretty Woman, in opdracht van de gemeente. Ook breder geeft Pretty Woman in opdracht van de gemeente voorlichting op VO-scholen in Nieuwegein, hierbij worden verschillende thema’s belicht, waaronder relaties, seksualiteit en dwang.
Daarnaast willen wij inwoners bewust maken van signalen van seksuele uitbuiting. Externe communicatie speelt hierbij een grote rol. Middelen hiervoor zijn onder andere het plaatsen van berichten op internet, sociale media en in de lokale krant om duidelijk te maken wat seksuele uitbuiting inhoudt, wat signalen zijn en waar inwoners terecht kunnen met een melding of een vraag. Om jongeren te bereiken zal gebruik gemaakt worden van internet, onder andere door het delen van online preventiemateriaal. Om invulling te geven aan de externe communicatie zal het team communicatie van de gemeente betrokken worden bij het nader vormgeven van deze ambitie in het uitvoeringsplan.
Seksuele uitbuiting beperkt zich niet tot gemeentelijke grenzen. Huisvesting, werklocaties, daders en slachtoffers kunnen over meerdere gemeenten zijn verspreid waarbij de accenten per gemeente kunnen verschillen. Het is goed om te weten wat er in de regio speelt om niet alleen lokaal maar ook regionaal op te kunnen trekken bij de aanpak van seksuele uitbuiting.
Zicht hebben en houden hangt vooral samen met adequate signalering, melding en registratie.
2.3 Samenwerking van gemeente in keten & regio
Binnen de regio Utrecht zijn meerdere partijen, elk op een eigen deelgebied, betrokken bij de aanpak van mensenhandel. Een ketenaanpak is van groot belang, om zich te krijgen op mogelijke slachtoffers, voor het bieden van de juiste zorg en begeleiding aan slachtoffers, maar ook voor de aanpak van daders. Het is belangrijk dat betrokken partijen elkaar weten te vinden, dat ze goed op elkaar zijn ingespeeld en op de hoogte zijn van relevante ontwikkelingen. Samenwerking en afstemming is hierbij van belang, om ervoor te zorgen dat partijen geen tegenstrijdige acties uitvoeren, maar elkaar juist versterken.
Samenwerking met ketenregisseur mensenhandel en zorgcoördinator mensenhandel
Voor het delen van kennis en expertise, het organiseren van een adequate opvang en om op de hoogte te blijven van regionale ontwikkelingen, werkt de lokale aandachtfunctionaris mensenhandel nauw samen met de ketenregisseur en zorgcoördinator mensenhandel (regionale functionarissen). Ook in de regionale samenwerking ontstaat hiermee een effectieve verbinding op het gebied van zorg en veiligheid.
De ketenregisseur is als verbindende schakel en regionale aanspreekpunt aangesteld vanuit het RIEC3. De ketenregisseur draagt zorg voor de coördinatie van kennis en expertise en fungeert als aanspreekpunt voor de gemeentelijke aandachtsfunctionarissen mensenhandel en werkt nauw samen met de zorgcoördinator. Zij heeft een aanjagende functie, zorgt voor afstemming en legt problemen waar nodig op tafel.
De zorgcoördinator (aangesteld vanuit Moviera) beschikt over specialistische kennis met betrekking tot het hulp- en zorgaanbod voor slachtoffers van mensenhandel in de regio Utrecht. De zorgcoördinator coördineert de hulpverlening per (mogelijk) slachtoffer op het gebied van veiligheid, opvang, en het bieden van voorzieningen, met als doel om het slachtoffer te begeleiden naar een strafrechtelijke procedure. Processen van verschillende organisaties met bijhorende regelingen worden gestroomlijnd, waarbij wordt samengewerkt met veel verschillende ketenpartners. De zorgcoördinator voert gesprekken met (vermoedelijke) slachtoffers en ondersteunt waar hulpvragen ontstaan. Hiermee bevindt de zorgcoördinator zich op het terrein tussen zorg en veiligheid. Ook bij een strafrechtelijke instap waarbij de verdenking is dat er sprake kan zijn van mensenhandel sluit de zorgcoördinator standaard aan. De zorgcoördinator zorg voor rapportage en terugkoppeling aan de landelijke organisatie CoMensha, waar overzicht gehouden wordt op aard en omvang van de problematiek.
De aanpak van de gemeente Nieuwegein is aangesloten op de aanpak zoals die binnen de regio door de ketenregisseur mensenhandel wordt aangejaagd. In bijlage 4 zijn de ketenpartners die bij deze regionale aanpak betrokken zijn en de bijbehorende overlegstructuren weergegeven. Expliciete aandacht behoeft de regietafel mensenhandel Midden-Nederland, omdat de gemeente Nieuwegein zelf deelneemt aan dit overleg. Doel van de regietafel is sturing geven aan de regionale aanpak mensenhandel. De regietafel draait geen casuïstiek maar ziet overkoepelend toe op alle zaken rond het beleid. Het overleg is eenmaal in de zes weken en de gemeente Nieuwegein (lees de aandachtfunctionaris mensenhandel) sluit bij dit overleg aan als centrumgemeente namens District West. De aandachtsfunctionaris verzorgt na afloop van elke regietafel een algemene terugkoppeling naar de gemeenten van District West, waarbij voor nadere vragen wordt verwezen naar de ketenregisseur mensenhandel.
2.4 Opvang/hulpverlening slachtoffers & daders
Inwoners van onze gemeente krijgen passende opvang, ondersteuning en nazorg indien zij slachtoffer zijn van mensenhandel, dit op basis van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) en de Jeugdwet. Borging van een landelijk dekkend netwerk van zorgcoördinatie is hierbij cruciaal. Ook voor professionals die signalen van mensenhandel of uitbuiting willen doorgeven, is het belangrijk dat zij weten dat hier adequaat op gereageerd wordt. Deze coördineerde taak is belegd bij de zorgcoördinator mensenhandel.
Daar waar potentiële slachtoffers in beeld komen, wordt contact opgenomen met de zorg coördinator. Voor het organiseren van specialistische opvang staat de zorgcoördinator in verbinding met CoMensha. Indien er lokaal geen (wenselijke) mogelijkheden zijn kan op deze manier bovenregionaal en landelijk geschakeld worden. Maatschappelijke ondersteuning voor slachtoffers van seksuele uitbuiting is door de centrumgemeente Utrecht ingekocht bij Pretty Woman en bij Belle Hulpverlening.4 Belle kan ook meegevraagd worden bij prostitutiecontroles en doet aan outreachend werk. Vanaf 2021 bieden Belle Hulpverlening en Pretty Woman regionale uitstapprogramma’s aan in de regio Utrecht. Met het regionaal uitstapprogramma prostituees (RUPS) worden prostituees geholpen om een ander leven op te bouwen. Inwoners van de regio, waaronder Nieuwegein, kunnen gebruik maken van het RUPS. Het is van belang dat hulpverleners, scholen en veiligheidspartners op de hoogte zijn van de wijze waarop de zorgcoördinatie georganiseerd is. De ketenregisseur mensenhandel neemt dit mee in haar contactmomenten met partners. Intern zal de aandachtsfunctionaris mensenhandel dit meenemen in het kader van bewustwording.
Opvang en overige gemeentelijke taken
De zorgcoördinator neemt veel taken op zich daar waar het gaat om een (vermoedelijk) slachtoffer van mensenhandel. Daarnaast zijn er een aantal zaken die vallen onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Zo geldt in de basis het principe dat de gemeente waar het slachtoffer wordt aangetroffen (financiële) verantwoordelijkheid neemt voor de hulp en opvang van slachtoffers die rechtmatig in Nederland verblijven. Of de betrokken in de basisregistratie personen staat ingeschreven, staat hierbuiten. Ook als slachtoffers worden doorgeplaatst naar tijdelijke opvang buiten de gemeente blijft de eigen gemeente (financieel) verantwoordelijk.5 Belle kan ondersteunen bij het vinden van een geschikte opvangplek. Ook in de vervolgtrajecten kan inzet van de gemeente gewenst zijn, zoals voor het verkrijgen van een WMO-indicatie. Op het moment dat de zorgcoördinator tegen knelpunten aanloopt binnen reguliere routes, kan geschakeld worden met de aandachtsfunctionaris mensenhandel.
De ondersteuning van slachtoffers vraagt om maatwerk. Het is belangrijk om voldoende laagdrempelige hulpverleningstrajecten beschikbaar te hebben. De kans op recidive onder slachtoffers van mensenhandel is groot. Op dit moment maakt de gemeente Nieuwegein gebruik van voornamelijk landelijke en regionale zorgaanbieders. In de uitvoering zal onderzocht worden of het zorgaanbod meer lokaal (eventueel vanuit het district Lekstroom) georganiseerd kan worden. Het afsluiten van meer/andersoortige contracten met zorgaanbieders kan eraan bijdragen dat passende zorg eerder geboden kan worden.
Er zijn risicofactoren die mensen kwetsbaar voor mensenhandel maken, zoals een zwakke economisch positie met weinig perspectief op verbetering, verminderde geestelijke weerbaarheid, een licht verstandelijke beperking, de afwezigheid van een sociaal netwerk, het ontbreken van een juridische (verblijf)status of het niet spreken van de taal. Het zijn van minderjarig brengt per definitie een kwetsbaarheid met zich mee. Daarnaast kunnen sekswerkers kwetsbaar zijn voor uitbuiting.
In het uitvoeringsplan zal specifiek aandacht besteed worden aan het onderwerp preventie, vertaald naar risicogroepen. Hierbij zal de verbinding gezocht worden met bestaand beleid (als het armoedebeleid en het beleid om laag geletterdheid tegen te gaan) en met programma’s die reeds zijn vastgesteld en raakvlakken hebben met de geschetste risicogroepen. Waar geen aansluiting gezocht kan worden met bestaande programma’s zal bekeken worden op welke wijze de specifieke risicogroep het best bereikt kan worden in het kader van preventie (zowel slachtoffer als dadergericht).
Preventie seksuele uitbuiting (bij jongeren)
In haar rapportage: “Slachtoffers van mensenhandel in beeld bij CoMensha 2017-2021” stelt de Nationaal Rapporteur mensenhandel dat binnenlandse seksuele uitbuiting (waarbij de werving en uitbuiting in Nederland plaats vindt) naar schatting de meest voorkomende vorm van mensenhandel in Nederland is met het hoogste aandeel jonge slachtoffers. Meermalen heeft de rapporteur aanbevolen om de aanpak van binnenlandse seksuele uitbuiting in de minder zichtbare sector zoals de thuis- of escortprostitutie prioriteit te geven en daarbij de focus te leggen op de vele jonge slachtoffers. Het aandeel slachtoffers van seksuele uitbuiting die uitgebuit zijn in de minder zichtbare sectoren is namelijk elk jaar opgelopen, tot 64% in 2021. De gemeente Nieuwegein zal zich daarom meer richten op controle van de minder zichtbare sector. Het aangepaste sekswerkbeleid dat eind 2022 is vastgesteld vormt hiervoor de basis. Toezichthouders worden inmiddels opgeleid met de juiste kennis en vaardigheden om bestuurlijke controles op een professionele manier uit te kunnen voeren met daarbij aandacht voor kennis van signalen van mensenhandel.
Het actief inzetten op voorlichting en weerbaarheidstrainingen kan mogelijk bijdragen aan het voorkomen van slachtofferschap. Voorlichting vindt het best plaats vanaf groep 7/8 waarbij het van belang is om ook ouders hierbij te betrekken. De input van ervaringsdeskundigen kan hierbij van meerwaarde zijn.
De rapporten van de Nationaal Rapporteur geven naast inzicht over de kenmerken van slachtoffers ook enig inzicht over de kenmerken van daders. De jonge leeftijd van slachtoffers en daders van seksuele uitbuiting valt hierbij in negatieve zin op. Naast het voorkomen van slachtofferschap, wordt daarom ook gericht ingezet op het voorkomen van daderschap, specifiek onder jongeren.6
De gemeente Nieuwegein neemt deel aan het Zorg en Veiligheidshuis, waarin met verschillende zorg- en veiligheidspartners geprobeerd wordt te voorkomen dat personen dreigen af te glijden naar (verdergaand) crimineel gedrag. Eén van de lokale instrumenten hierbij is de persoonsgerichte aanpak (PGA). Op basis van twee politieregistraties (zonder nadere criteria) kan een PGA gestart worden met als doel om verder afglijden/recidive te voorkomen.
Zoveel mogelijk aansluiting wordt gezocht bij bestaande programma’s. Hierbij kan gedacht worden aan versterking eigen kracht, ondersteuning en begeleiding, zoals opgenomen in de programmabegroting 2023-2026. Ook kan verwezen worden naar de versterking van het Nationaal Programma Onderwijs van waaruit ondersteuning aan jeugdigen wordt geboden. Hierdoor wordt de mentale weerbaarheid verbetert en nemen gelijke onderwijskansen toe.
Uit eerder onderzoek van de Nationaal Rapporteur blijkt dat er voor daders van mensenhandel relatief weinig toezichttrajecten worden gestart bij de reclassering. Ook is er op dit moment geen sprake van een specifiek resocialisatieprogramma voor daders van binnenlandse seksuele uitbuiting. De recidivecijfers benadrukken echter wel het belang van passende resocialisatie voor deze daders. Naast de reclasseringsorganisaties is ook de jeugdreclassering een belangrijke partij om daarin stappen te zetten. Als gemeente kunnen wij hier verantwoordelijkheid nemen door zicht te houden op veroordeelde delinquenten.
Belangrijk in de aanpak van mensenhandel is het aanpakken en bestrijden van de criminele activiteiten van mensenhandelaren. Met andere woorden: het verstoren van het criminele bedrijfsproces. Dit kan enerzijds door mensenhandel op te sporen, te beëindigen en te bestraffen. Anderzijds kan dit door barrières in het criminele proces op te werpen. Om een waterbedeffect te voorkomen zijn wij als gemeente Nieuwegein voornemens om zoveel mogelijk één gelijke lijn te trekken met de regio.
Opsporen en ingrijpen bij mensenhandel
Het opsporen en bestraffen van mensenhandel is in eerste instantie een taak van de Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel (AVIM) en het Openbaar Ministerie (OM). Voor het bestrijden van mensenhandel is een integrale aanpak gewenst en noodzakelijk.
Als gemeente treden we handhavend op indien we potentiële daders in onze gemeente hebben waarbij actief de samenwerking met onze (veiligheids)partners wordt opgezocht. De middelen die hiervoor ingezet kunnen worden liggen in het bestuurlijk instrumentarium, zoals bepalingen in de Algemene Plaatselijke Verordening, het weigeren of intrekken van vergunningen, het uitvoeren van integriteitstoetsen via de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob), het stellen van (aanvullende) voorschriften en beperkingen in de vergunning, het terugvorderen van uitkeringen, het sluiten van panden en het weren van personen.
Als gemeente werpen we barrières op om daders te ontmoedigen. Aan de hand van een aantal barrières wordt inzichtelijk gemaakt welke stappen mensenhandelaren moeten zetten om hun criminele activiteit te kunnen uitoefenen en welke organisaties een rol kunnen spelen om die activiteit te bemoeilijken of te sanctioneren. Bij mensenhandel zijn dat in ieder geval barrières op de terreinen van werving, entree, huisvesting, identiteit, vervoer, arbeid en financiën. Ook de gemeente kan barrières opwerpen om mensenhandel te bestrijden. Deze barrières kunnen op verschillende plekken in de organisatie worden opgeworpen en hebben met verschillende beleidsterreinen te maken.
Voor een relevant overzicht van op te werpen barrières kan verwezen worden naar: https://barrieremodellen.nl. Samen met publieke en private partijen heeft het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (het CCV) al veel criminele bedrijfsprocessen uitgewerkt in een barrièremodel. Met betrekking tot mensenhandel zijn meerdere barrièremodellen uitgewerkt, waaronder één specifiek voor seksuele uitbuit
Na instemming van dit beleidsplan door het college zal de aandachtsfunctionaris mensenhandel zorgen voor de concrete uitwerking van dit beleid, mede middels het opstellen van een onderliggend uitvoeringsplan. Dit plan zal worden opgesteld aan de hand van de hierboven geschetste vier pijlers (signaleren, aandacht en bewustwording, samenwerking van gemeente in keten en regio en opvang/hulpverlening slachtoffers & daders).
Gelijktijdig zal een start gemaakt worden met het aanwijzen van de taakaccenthouders mensenhandel vanuit verschillende afdelingen, waarbij zoveel mogelijk gebruik zal worden gemaakt van al bestaande werkafspraken. De taakaccenthouders tezamen met de aandachtsfunctionaris vormen een informeel netwerk, vanwaar uit de concrete uitvoering van het beleid en een verfijning van het uitvoeringsplan wordt vormgegeven. Jaarlijks zal een uitvoeringsplan worden opgesteld, waarbij ook een evaluatie zal plaatsvinden van het jaar ervoor.
Een belangrijk deel van de aanpak houdt verband met het organiseren van bewustwordingsbijeenkomsten. De ketenregisseur kan hierbij adviseren op het gebied van beschikbare trainingen en voorlichting. Een deel van dit soort bijeenkomsten wordt gratis aangeboden, onder andere door CoMensha. Mochten er toch kosten mee gemoeid gaan, is aangegeven dat het ondermijningsbudget aangewend kan worden. Hierin is ruimte ingecalculeerd onder andere voor het geven van (verdiepings)trainingen. Voor wat betreft de bekostiging van de opvang van slachtoffers ontvangen de centrumgemeenten in Nederland (Utrecht) vanuit het Rijk de zogenaamde DUVO (Decentralisatie Uitkering Vrouwen Opvang).
Om een sluitende aanpak mensenhandel te realiseren zullen interne uren gereserveerd moeten worden voor de aandachtsfunctionaris mensenhandel, alsmede ook voor de taakaccenthouders:
Aandachtsfunctionaris mensenhandel: 8 uur per week
Deze functie zal belegd worden bij twee collega’s die werkzaam zijn bij TVL, binnen het team Openbare Orde en Veiligheid. De 8 uur houdt verband met het uitvoeren van de taken die hierboven beschreven staan onder de functieomschrijving. De capaciteit die dit vergt past binnen de huidige formatie, nu sprake is van een focusverlegging.
Taakaccenthouder: 2 uur per week
In het verlengde van de collega’s die reeds aangewezen zijn als taakaccenthouder ondermijning, zal het taakaccent mensenhandel ook bij deze collega’s belegd worden. Ook de aandachtsfunctionarissen meldcode worden meegenomen binnen de pool van taakaccenthouders mensenhandel. De twee uur per week houdt verband met het volgen van trainingen, het up tot date houden van kennis en expertise, als ook structurele deelname (gedacht wordt aan een samenkomst eens in de 6 weken) aan het informele netwerk mensenhandel. Wat betreft de capaciteit die dit vergt past dit grotendeels binnen huidige werkzaamheden en binnen ingecalculeerde uren voor opleiding.
Bijlage 1 Definities mensenhandel en mensensmokkel
Definities van de verschillende soorten uitbuiting
Seksuele uitbuiting: hiervan spreken we als iemand wordt gedwongen om seksuele diensten te verlenen tegen betaling in de vorm van geld of van andere vergoedingen (denk aan kleding of eten).7 Mannen en vrouwen, volwassenen en kinderen, iedereen, ongeacht zijn of haar juridische status, kan slachtoffer zijn van seksuele uitbuiting. Het overgrote deel van de slachtoffers van deze vorm van uitbuiting is vrouw. Onder seksuele uitbuiting vallen onder andere uitbuiting in de prostitutie, pornografie onder dwang en gedwongen seksuele dienstverlening in bars, hotels, kuuroorden, massagesalons en de entertainmentsector. Ook kan deze vorm van uitbuiting online plaatsvinden, bijvoorbeeld gedwongen webcamseks.8 Het kan gaan om seksuele diensten aan vreemden, of aan bekenden/naasten, bijvoorbeeld in het geval van gedwongen seks. Een bekende vorm van seksuele uitbuiting is uitbuiting door loverboys. We noemen ze liever pooiers of mensenhandelaren, omdat de term loverboy een zachtaardige framing kan hebben. Dit doet afbreuk aan de realiteit waarbij veelal jonge mannen jonge slachtoffers afhankelijk maken, waarna het slachtoffer misleid en misbruikt wordt om betaalde seks te hebben.
Arbeidsuitbuiting: hiervan spreken we als (arbeids)voorwaarden en omstandigheden bij arbeid zo slecht zijn dat mensenrechten in het geding zijn. Arbeidsuitbuiting betreft een stapeling van factoren, zoals onderbetaling, lange dagen moeten werken, onder slechte omstandigheden gehuisvest worden en intimidatie waardoor het slachtoffer op meerdere vlakken afhankelijk is van zijn of haar werkgever/uitbuiter.9 Arbeidsuitbuiting komt voor in alle sectoren. Voorbeelden zijn de land- en tuinbouw, horeca, particuliere huishoudens, bouw, en in de schoonmaak- en uitzendbranche.
Criminele uitbuiting: hierbij worden mensen gedwongen tot crimineel gedrag (bijvoorbeeld diefstal of drugsdelicten) of tot bedelarij. Criminele uitbuiting onderscheidt zich van andere vormen van mensenhandel (uitbuiting) omdat het slachtoffer in beeld komt als pleger van een strafbaar feit. Het daderschap is direct zichtbaar, terwijl het slachtofferschap verborgen ligt. Het gaat om vormen van uitbuiting waarbij slachtoffers gedwongen worden om een strafbaar feit te plegen: Een tiener die onder druk van jeugdgroepen drugs verkoopt. Een meisje dat door haar vriend wordt gedwongen om telefoonabonnementen voor hem en zijn vrienden af te sluiten. Een migrant die van mensensmokkelaars henneptoppen moet knippen om zijn reis terug te betalen. Een minderjarige die gedwongen wordt door heel Europa te stelen. Daarbij kan het gedwongen aanvragen en afstaan van zorggelden of uitkeringen ook onder criminele uitbuiting vallen.10
Gedwongen orgaanhandel: hierbij wordt iemand gedwongen om zijn of haar organen af te staan. Gedwongen draagmoederschap kan hier ook onder vallen.11 Vooralsnog is de indruk dat deze vierde categorie mensenhandel nauwelijks voorkomt in Nederland.
Verschillen tussen mensenhandel en mensensmokkel
Mensensmokkel is niet hetzelfde als mensenhandel, al worden deze twee begrippen nog weleens door elkaar gebruikt. Kort samengevat omvat mensensmokkel het behulpzaam zijn bij het illegaal toegang verschaffen van een persoon die wederrechtelijk in het land verblijft. Het gaat hierbij om het bieden van hulp en transport aan mensen met het doel ze over de grens te smokkelen. Ook nationaal kan mensensmokkel plaatsvinden indien vanuit winstbejag middelen, inlichtingen of de gelegenheid geboden wordt aan iemand die op dat moment wederrechtelijk in Nederland verblijft (artikel 97a van het Wetboek van Strafrecht).
Bij mensensmokkel kiest de persoon er zelf voor om een overeenkomst te sluiten met de smokkelaar. Er is sprake van een zekere mate van beslisvrijheid. Bij mensenhandel wordt een persoon gedwongen (seksuele) handelingen te verrichten of diensten te verlenen. Het doel van mensenhandel is uitbuiting, er is sprake van dwang. Het initiatief gaat uit van de dader, terwijl het initiatief bij mensensmokkel uitgaat van de persoon die gesmokkeld wil worden. De mogelijkheid bestaat dat een situatie van mensensmokkel overgaat in een situatie van mensenhandel. Een persoon die op eigen initiatief naar Nederland gesmokkeld wordt, maar eenmaal aangekomen in Nederland gedwongen wordt tot bijvoorbeeld prostitutie.
Bijlage 2 Wetgeving en afspraken gemeentelijke aanpak mensenhandel
Internationale en nationale wetgeving
Internationaal valt te denken aan:
In de Nederlandse grondwet staat opgenomen dat iedere Nederlander zelf mag kiezen wat voor werk hij wil doen en welke regels bestaan ter bescherming van mensen tijdens hun werk. Op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdwet zijn gemeenten verantwoordelijk voor de opvang en ondersteuning van burgers. Gemeenten hebben daarnaast een wettelijke taak in het reguleren van exploitatie van bedrijfsmatige prostitutie, door middel van het uitgeven van vergunningen voor seksbedrijven en het (laten) controleren daarvan. Andere kaders die bij mensenhandel een rol kunnen spelen zijn onder andere de Wet werk- en inkomen en de Huisvestingswet.
De verplichtingen voor gemeenten komen terug in landelijke afspraken. In 2015 werd namens de commissie Lenferink een rapport uitgebracht waarmee duidelijk werd dat gemeenten hun rol in de aanpak van mensenhandel verder moeten invullen.12 In 2018 zijn daarover landelijke afspraken gemaakt in het Interbestuurlijk Programma (IBP). De afspraken van het IBP zijn opgenomen in het programma ‘Samen tegen mensenhandel’. Elke gemeente is onder andere verantwoordelijk voor het hebben van gemeentelijk beleid en voor passende regionale opvang, ondersteuning en nazorg. Hier komt ook het reeds benoemde richtinggevende kader van de VNG en CoMensha uitvoord waarin staat omschreven waar gemeenten bij de aanpak van mensenhandel minimaal aan moeten voldoen op basis van wettelijke en bestuurlijke verplichtingen (het zogenoemde eerste plateau) en wat gemeenten idealiter meer doen (het tweede plateau). Ook is landelijk de aanpak van ondermijning een belangrijk speerpunt. Tevens werd in het landelijke ‘Actieprogramma Geweld hoort nergens thuis’ de doelgroep slachtoffers van mensenhandel specifiek benoemd als prioriteit voor gemeenten.
Op 14 december 2022 heeft het Regionaal Veiligheidscollege van Midden-Nederland de consultatieversie van de Regionale Veiligheidsstrategie 2023-2026 (verder RVS) vastgesteld.13 De regionale prioriteiten van de RVS komen niet in plaats van de lokale prioriteiten, maar doormiddel van het stellen van deze prioriteiten wordt gepoogd meer slagkracht en kennis te creëren om gezamenlijk complexe problemen aan te pakken. Een van deze prioriteiten is de aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit. Hierbinnen staat de aanpak van mensenhandel specifiek benoemd: het ontmoedigen en vervolgen van daders, het bieden van hulp aan slachtoffers. In de RVS wordt prioritering van mensenhandel als het volgt beargumenteerd: “In Midden-Nederland hebben we onvoldoende zicht op de daadwerkelijke problematiek. Meer zicht op mensenhandel in de regio en bewustwording over de gevaren zijn nodig. Zeker omdat dader- en slachtofferschap vaak in elkaar overlopen. Uit onderzoek blijkt dat bijna de helft van de slachtoffers binnen vijf jaar opnieuw slachtoffer wordt van uitbuiting”.
Daarnaast blijft mensenhandel geprioriteerd in de Landelijke Veiligheidsagenda (2023-2026). Ook wordt het programma ‘Samen tegen mensenhandel’ in 2023 versterkt voortgezet. In lijn met deze ontwikkelingen betekent dit voor de regio Midden-Nederland in ieder geval:
Bijlage 3 De cijfers en het beeld van mensenhandel algemeen & seksuele uitbuiting specifiek
Algemene informatie over (landelijke) cijfers mensenhandel
CoMensha is het landelijke, onafhankelijke expertise- en coördinatiecentrum dat zich inzet voor de belangen en rechten van slachtoffers van mensenhandel in Nederland. CoMensha geeft onder andere inzicht in aard en omvang van mensenhandel door registratie van (vermoedelijke) slachtoffers, analyse en rapportage. Op basis van de registraties van CoMensha brengt de Nationaal Rapporteur de aard en omvang van de vermoedelijke slachtoffers van mensenhandel in kaart. In de slachtoffermonitor mensenhandel 2016–2020 stelt de Nationaal Rapporteur dat het aantal geregistreerde slachtoffers van mensenhandel slechts een klein deel van het daadwerkelijke aantal slachtoffers vormt. Een aanzienlijk deel van de zaken van mensenhandel komt niet aan het licht en wordt daardoor ook niet geregistreerd. Bekend is dat veel slachtoffer geen aangifte kunnen of durven doen of zichzelf (nog) niet als slachtoffer zien. Het is zorgwekkend dat zo veel slachtoffers buiten beeld blijven.
Het aantal slachtoffers van mensenhandel gemeld bij CoMensha betrof 791 in 2021. Van dit aantal zijn er 189 slachtoffers gemeld in relatie tot binnenlandse seksuele uitbuiting (waarbij zowel de werving als de uitbuiting in Nederland plaatsvinden). Daarnaast zijn er 197 slachtoffers gemeld in relatie tot grensoverschrijdende seksuele uitbuiting (waarbij de werving in het buitenland heeft plaatsgevonden). In 2017, heeft de Nationaal Rapporteur op basis van onderzoek de schatting gedaan dat er jaarlijks tussen de 5.000 en 7.000 (vermoedelijke) slachtoffers van mensenhandel in Nederland zijn. Bovendien kan het aantal gemelde slachtoffers jaarlijks sterk verschillen als gevolg van verschillende factoren. Zo hebben de omstandigheden omtrent het coronavirus gezorgd voor een sterke daling in het aantal meldingen vanaf maart 2020.14
Uit de dadermonitor mensenhandel 2017-2021, opgesteld door de Nationaal Rapporteur Mensenhandel, blijkt dat daders van binnenlandse seksuele uitbuiting het vaakst recidiveren. De rapporteur spreekt hierbij van zorgelijke recidive waarbij passende resocialisatie nodig is. Het gaat hierbij relatief vaak om mannen, jonger dan 23 jaar. Binnen twee jaar recidiveert ruim een derde (36%) van de daders van binnenlandse seksuele uitbuiting voor enig delict. Terwijl het algemene recidivepercentage van volwassen daders van criminaliteit in het algemeen na twee jaar rond de 26% ligt. Het recidivepercentage van daders van binnenlandse seksuele uitbuiting loopt op naar 58% binnen vijf jaar en naar 65% binnen zeven jaar. Ook recidiveren daders van binnenlandse seksuele uitbuiting vaak met ernstige delicten. Binnen vijf jaar heeft 28% zich schuldig gemaakt aan een vermogensdelict, 25% aan een geweldsdelict, 12% aan een drugsdelict en bijna 10% van de daders wederom aan mensenhandel.
Mensenhandel blijft naar verwachting de komende jaren groeien, omdat de pakkans laag is, de vraag naar diensten blijft en er kwetsbare groepen zullen blijven bestaan. Ook zullen als gevolg van arbeidsmigratie, vluchtelingenstromen, ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, flexibilisering en globalisering de verschillende vormen van uitbuiting hoogstwaarschijnlijk toenemen. De technologische ontwikkelingen kunnen hierbij van invloed zijn op het faciliteren van mensenhandel, bijvoorbeeld doordat transacties van diensten en geld makkelijker, sneller en anoniemer tot stand komen. Via internet en sociale media wordt het prostitutieaanbod flexibeler en minder zichtbaar, wat de controle op misstanden lastiger maakt. Daarnaast ontstaan er steeds nieuwe ontwikkelingen via sociale media die elkaar snel opvolgen. De risico’s van sexting kunnen tot gevolg hebben dat jongeren te maken krijgen met sextortion: chantage of afpersing met een seksueel getinte foto of video van het slachtoffer waarbij gedreigd wordt om deze online te gaan verspreiden. Dit kan in sommige gevallen leiden tot uitbuitingssituaties.
In onderstaande tabel staat het aantal vermoedelijke slachtoffers dat in de periode 1-1-2018 t/m 31-12-2021 bij CoMensha is aangemeld door ketenpartners in het werkgebied van politie-eenheid Midden-Nederland15.
Uitbuiting van deze slachtoffers heeft plaatsgevonden in de volgende sectoren16:
In 2018 en 2019 heeft een (grotere) instroom van Nigeriaanse vermoedelijke slachtoffers plaatsgevonden die afnam in 2020 en 2021. Zij hadden veelal te maken met uitbuiting in de seksuele dienstverlening en gedwongen criminaliteit. CoMensha benoemt dit als een (deel van de) verklaring voor de afname in het aantal slachtoffers.
Het aantal (vermoedelijke) slachtoffers van mensenhandel in de regio Utrecht (26 gemeenten) dat in beeld is bij de zorgcoördinator mensenhandel in de periode 2018-2022 ziet er als volgt uit:
Bovenstaande meldingen hebben betrekking op alle vormen van uitbuiting. De zorgcoördinator geeft aan dat seksuele uitbuiting al jaren het meest voorkomt. Daarbij is het belangrijk om de kanttekening te plaatsen dat tot op heden ook de meeste aandacht uitgegaan is naar deze vorm van mensenhandel. De meldingen zijn afkomstig van verschillende partijen als ook direct van slachtoffers zelf. Het aantal zorgtrajecten betreft het aantal casussen waarin de zorgcoördinator direct in verbinding staat met een mogelijk slachtoffer van mensenhandel. Na afsluiting van het zorgtraject kan er nog een verzoek komen voor kortdurende nazorg.
De zorgcoördinator spreekt van een grote toename van het aantal mannen als vermoedelijk slachtoffer van mensenhandel in de periode 2018/2019. Als gevolg van onder andere een wijziging van de zogenaamde Dublin procedure17, liepen de aantallen na deze periode weer wat terug. De terugloop van het aantal meldingen in 2020 kan in verband worden gebracht met omstandigheden omtrent het coronavirus, bijvoorbeeld arbeidsmigranten die per direct hun baan verloren. De verscherpte aandacht voor het onderwerp mensenhandel, met de verplichting aan gemeenten om beleid te maken, resulteert in een stijging van het aantal meldingen in 2022. Betrokken partijen lijken steeds beter te worden in het signaleren van signalen, aldus de zorgcoördinator. Daarnaast valt op dat in 2021 bij CoMensha 20 vermoedelijke slachtoffers geregistreerd staan, in vergelijking tot het aantal meldingen (78) dat gedaan is bij de zorgcoördinator, waarbij 50 zorgtrajecten zijn gestart.
Pretty Woman/Best Man (nader aan te duiden als Pretty Woman) biedt voorlichting, hulpverlening en consultatie over relaties, intimiteit, wensen & grenzen en seksualiteit, met daarbij oog en aandacht voor de gevaren van grensoverschrijdend gedrag, uitbuiting, sexting en grooming. De doelgroep van Pretty Woman is met name jongens en meiden tussen 11 en 23 jaar. In de periode van 1 januari 2017 tot en met 28 februari 2019 heeft de hulverleningsorganisatie Pretty Woman dossieronderzoek gedaan op basis van 26 cliënten die op dat moment woonachtig waren in Nieuwegein. Twee van deze 26 cliënten konden aan de prostitutie gelinkt worden, waarbij één van deze twee personen te maken heeft gekregen met pooierproblematiek. Bij twee andere cliënten bleek sprake van dusdanige afhankelijkheidsrelaties met een vergroot risico tot gedwongen prostitutie. Deze twee personen zijn uit veiligheidsoverweging in een jeugdinstelling geplaatst. Bij vijf van de 26 cliënten bleek sprake van sexting, waarbij dit in vier gevallen onvrijwillig was.
In de periode 2020 tot en met 9 december 2022 zijn er drie vermoedelijke slachtoffers van mensenhandel bij CoMensha aangemeld die zijn uitgebuit in de gemeente Nieuwegein18:
Bij het team Openbare Orde en Veiligheid van de gemeente Nieuwegein waren deze casussen niet bekend.
Aan de Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel (nader aan te duiden als AVIM) van de politie-eenheid Midden-Nederland is gevraagd om cijfers en informatie omtrent seksuele uitbuiting in de gemeente Nieuwegein te verstrekken. Dit verzoek heeft echter geen resultaat opgeleverd. Dit betekent echter niet dat er geen signalen zijn. AVIM doet het advies om aan te sluiten bij landelijke cijfers en ontwikkeling op dit thema. Gelet op de landelijke cijfers omtrent pooierproblematiek is het onwaarschijnlijk dat deze problematiek niet of nauwelijks in Nieuwegein aanwezig is. Dat de AVIM geen overzicht kan genereren heeft te maken met de wijze waarop informatie binnen de politiesystemen wordt geregistreerd19.
In 2018 heeft de gemeenteraad middels Motie M058 verzocht om een om een onderzoek uit te voeren naar de omvang van de pooierproblematiek in Nieuwegein. Het dossieronderzoek van Pretty Woman wat hierboven vermeld staat, vormt onderdeel van dit onderzoek. Uit het onderzoek komt het beeld naar voren dat deze problematiek in Nieuwegein volgens professionals en volgens de beschikbare cijfers, slechts een enkele keer in de afgelopen jaren lijkt voor te zijn gekomen. Wel gaven professionals aan dat er op dat moment sprake was van een grote groep mensen met afhankelijkheidsrelaties, waarbij (grof) geweld en misbruik steeds vaker voorkwam. In 2021, tijdens een gesprek met de gemeente Nieuwegein hebben een aantal cliënten van Pretty Woman aangegeven dat Nieuwegein “onveilig” is. Er zou veel sprake zijn van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Een van deze cliënten heeft in december 2022 ook openlijk haar verhaal gedeeld in het Algemeen Dagblad.20 Hierin geeft zij onder andere aan dat zij zich tijdens haar jeugd in Nieuwegein veelvuldig onveilig heeft gevoeld en dat zij meerdere zeer ernstige ervaringen heeft meegemaakt als verkrachting, aanrandingen, intimidaties en pesterijen. Mede op basis van deze bevindingen heeft de gemeenteraad op 3 november 2022 motie M19 aangenomen met het verzoek aan het college om beleid op te stellen ter bestrijding van pooierproblematiek.
Als vervolg hierop is op 29 november 2022 gesproken met Pretty Woman. In dit gesprek heeft Pretty Woman aangegeven dat zij de problematiek in Nieuwegein cijfermatig niet kan onderbouwen, maar dat zij, evenals AVIM, uitgaan van een afgeleid landelijk verband. In combinatie met de brede regionale criminaliteitscijfers van Nieuwegein, is het onwaarschijnlijk dat de pooierproblematiek niet of nauwelijks aanwezig is, aldus Pretty Woman. Daarbij refereert Pretty Woman naar de signalen die de afgelopen jaren zijn binnenkomen bij gemeente, scholen, jongerenwerk, politie en Pretty Woman over de problematiek van jongeren in de gemeente Nieuwegein op het gebied van seksualiteit, grensoverschrijdend gedrag en misbruik van relaties. Deze problematiek ziet Pretty Woman in alle gemeenten toenemen, zo ook in Nieuwegein, in het bijzonder na de coronaperiode.
Slachtofferschap kan op meerdere manieren ontstaan. Zo bestaat online het risico om slachtoffer te worden van mensenhandel. In de gemeente Nieuwegein zijn veel jongeren woonachtig, waarvan het leven zich voor een groot deel online afspeelt. Hier is minder zicht op en dit brengt risico's met zich mee. Steeds meer jongeren worden bijvoorbeeld seksueel uitgebuit als gevolg van chantage met (dreiging van) online gedeelde naaktfoto’s. Nieuwe technologische ontwikkelingen als de komst van snapchat (een toepassing voor het online delen van foto’s en video’s via smartphones) spelen hierbij een rol. Ook in de gemeente Nieuwegein, onder andere op scholen, zijn signalen bekend van misbruik van (vertrouwelijk) gedeelde naaktfoto’s/beelden door jongeren. Hierbij bestaat niet direct de link met criminaliteit, maar het heeft wel geleid tot een aantal zorgmeldingen. Jongeren leiden hier psychisch onder, wat samengaat met uitval op school, aldus een Sociaal Professional van Geynwijs op School.21 Vanuit het team Openbare Orde en Veiligheid wordt benoemd dat de huidige signalen een verschuiving laten zien binnen de contouren van de pooierproblematiek. Nog steeds wordt er hard gewerkt aan het creëren van een afhankelijkheidsrelatie, alleen wordt deze nu niet alleen meer ingezet met als oogmerk seksuele uitbuiting, maar meer ook voor het verrichten van andere zaken. Deze ontwikkeling, in combinatie met de ongezonde relaties die jongeren lijken te hebben, wordt door verschillende professionals vaker opgemerkt.
Bijlage 4 Ketenpartners en bijbehorende overlegstructuren regionale aanpak mensenhandel
Het Openbaar Ministerie is, namens de samenleving, verantwoordelijk voor de opsporing en vervolging van strafbare feiten waaronder mensenhandel. Voor seksuele en criminele uitbuitingszaken doet het Functioneel Parket van het OM dit in samenwerking met de afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel (AVIM) van de politie.
De Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel (AVIM) draagt bij aan de handhaving van de openbare orde, veiligheid en leefbaarheid op het gebied van vreemdelingen. Ook bestrijdt de AVIM criminaliteit zoals mensenhandel, mensensmokkel en identiteitsfraude. Binnen de AVIM richt het opsporingsteam Migratiecriminaliteit en Mensenhandel (TMM) zich op de opsporing en bestrijding van mensenhandel, mensensmokkel en overige vormen van migratiecriminaliteit.
Het RIEC faciliteert informatie- en expertise-uitwisseling tussen partners in de veiligheidsketen ten behoeve van de aanpak van ondermijning. Zo zijn er een projectleider en ketenregisseur mensenhandel aangesteld om mee te denken in (regionaal) beleid. Daarnaast is er expertise en capaciteit in huis om te ondersteunen met het uitvoeren en opzetten van controles op het gebied (illegale) prostitutie. Tot slot is het RIEC ook een platform om in concrete casussen op gebied van mensenhandel met de partners in de RIEC samenwerking een aanpak vorm te geven. Bij signalen van mensenhandel die niet monodisciplinair kunnen worden opgepakt, kunnen partners dit samen doen onder het RIEC convenant.
Belle hulpverlening en Pretty Woman
Verzorgen de maatschappelijke ondersteuning voor slachtoffers van seksuele uitbuiting. Belle doet dit voor de doelgroep 18+ en kan naast ambulante begeleiding ook mee met prostitutie controles en doen aan outreachend werk. Pretty Woman is er voor ambulante begeleiding van jongeren (tot 23 jaar).
NB Naast bovenstaande partners zijn er nog andere (lokale) partijen die een rol kunnen spelen bij de aanpak van seksuele uitbuiting. Denk hierbij aan CoMensha een landelijke partijen die zich inzet voor slachtoffers en aanbod heeft op het gebied van bewustwordingsbijeenkomsten. Maar ook de GGD, scholen, sportverenigingen en jongerenwerkers kunnen belangrijke partners zijn in de aanpak. Tot slot is het Zorg en Veiligheidshuis ook een speler waar complexe casuïstiek aangedragen kan worden.
Bijbehorende overlegstructuren:
Zorgnetwerk mensenhandel provincie Utrecht
Doel: In verbinding blijven met elkaar, ervaringen delen en elkaar op de hoogte houden.
Deelnemers: Veilig thuis, RIEC, gemeente Amersfoort, Moviera (zorgcoördinator), GGD, Belle, Pretty Woman, Kwintes, JIT, Leger des Heils, Vluchtelingenwerk, Rode Kruis, HUmanitas, CoMensha, Advocatuur.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-419484.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.