Omgevingsvisie Montfoort 'Vitale kernen in een waardevol landschap'

Artikel I

Dit besluit betreft de publicatie van de op 13 december 2021 vastgestelde Omgevingsvisie Montfoort 'Vitale kernen in een waardevol landschap' ten behoeve van het beschikbaar stellen op het digitaal omgevingsloket.

Artikel II

De op 13 december 2021 vastgestelde visie is weergegeven 'bijlage A'.

Bijlage A

Omgevingsvisie Montfoort

Afbeelding

Omgevingsvisie Montfoort - Vitale kernen in een waardevol landschap

gemeente Montfoort

Afbeelding

Leeswijzer



De omgevingsvisie bestaat uit een aantal onderdelen

In hoofdstuk 1 beschrijft de aanleiding voor het samenstellen van deze omgevingsvisie. De inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt kort toegelicht, waarna het proces tot nu toe en het vervolg wordt beschreven.

In hoofdstuk 2 beschrijft de Montfoortse identiteit en kernkwaliteiten die centraal staan in deze omgevingsvisie. Ook staan we hierin stil bij onze regionale positionering.

In hoofdstuk 3 beschrijven we onze koers, oftewel onze richtinggevende ambities. We beschrijven wat wij bedoelen met onze positionering als "Een toekomstbestendige gemeente met vitale kernen in een waardevol landschap". Dit doen we middels de beschrijving van een aantal strategische keuzes.

En hoofdstuk 4 bevat een uitwerking van de belangrijke thema's binnen onze gemeente. We staan eerst stil bij thema's die de huidige kwaliteiten van onze gemeente typeren, vervolgens bij de thema's behorende bij het netwerk, dus zowel de infrastructuur als het groen en de openbare ruimte. We beschrijven de ontwikkelthema's zoals wonen, recreatie en bedrijvigheid en staan stil bij de meer sociale aspecten als leefbaarheid en veiligheid.

En hoofdstuk 5 beschrijft de meer specifieke koers per deelgebied. In dit hoofdstuk staat de integrale en concrete koers per gebied centraal. We beschrijven per gebied de kwaliteiten, netwerken en de gewenste ontwikkelingen. Daarnaast staan we per gebied stil bij de gewenste milieukwaliteit.

En hoofdstuk 6 laat zien hoe we de omgevingsvisie toepassen. We benoemen hier de samenhang met andere omgevingswetinstrumenten en maken een koppeling met de uitvoering van de omgevingsvisie.

1. Inleiding

1.1 Intro

We willen de kansen die de Omgevingswet biedt om ruimtelijke vraagstukken anders op te pakken aangrijpen. Tegelijkertijd zien we dat er veel op ons af komt, zeker op de korte termijn. In deze visie smelten we verschillende belangen samen tot een integrale ontwikkelrichting voor de gemeente Montfoort.

We willen onze bestaande identiteit en kwaliteiten behouden en verbeteren middels nieuwe ontwikkelingen. De kaders hiervoor worden in deze visie geschetst. Het is onmogelijk en onwenselijk om alles nu al tot in de puntjes vast te leggen, we willen deze visie gebruiken om een route uit te stippelen. Daarnaast dient de visie als een uitnodiging om bij te dragen aan het behoud en verbeteren van onze leefomgeving.

Afbeelding

1.2 Omgevingswet als basis voor de omgevingsvisie

De omgevingsvisie binnen het nieuwe wettelijke stelsel

De Omgevingswet treedt naar verwachting in 2022 in werking. De wet bundelt 26 bestaande wetten voor onder meer bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur. De Omgevingswet moet meer snelheid, flexibiliteit en samenhang brengen. Aan de ene kant moet de wet ruimte voor ontwikkeling bieden en aan de andere kant de kwaliteit van de leefomgeving waarborgen.

In de Omgevingswet wordt het oude instrument ‘structuurvisie’ vervangen door de ‘omgevingsvisie’. In de omgevingsvisie wordt, ten opzichte van een structuurvisie, met een integrale blik gekeken naar allerlei onderwerpen zoals bijvoorbeeld water, milieu, verkeer en vervoer. Maar ook naar sociaalmaatschappelijke aspecten. De Omgevingswet verplicht iedere gemeente om een omgevingsvisie op te stellen.

De belangrijkste verandering wordt de manier waarop we aan de omgeving gaan werken. We gaan meer integraal werken vanuit uitnodigende ambities en waarden, in plaats van sectoraal vanuit normen en regels. Bovendien wordt de rol van gemeenten meer ondersteunend dan initiërend. Daarbij hoort het vereenvoudigen en versnellen van procedures.

Deze omgevingsvisie is opgesteld in de ‘geest’ van de Omgevingswet en is de eerste stap van de invoering van de Omgevingswet in Montfoort. De visie is samen met de bevolking, maatschappelijke partijen en alle relevante disciplines binnen de ambtelijke organisatie opgesteld. Hierdoor is de visie integraal en participatief opgesteld, zoals wordt beoogd door de Omgevingswet (zie hiervoor ook bijlage 2). Van belang daarbij is dat de omgevingsvisie niet af is na vaststelling. De visie zoals die nu voorligt, is een dynamisch document en biedt het raamwerk waarbinnen we de komende jaren beleid verder uitwerken. De visie kent dan ook geen maximum geldigheidsduur en zal regelmatig worden bijgesteld. Deze eerste omgevingsvisie Montfoort is dan ook nadrukkelijk een groeimodel, waarmee de komende jaren verder wordt gewerkt aan de integratie van alle onderwerpen die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving in gemeente Montfoort.

Uitgangspunten voor invoering van de Omgevingswet in Montfoort

De gemeente Montfoort heeft eind 2018 de volgende uitgangspunten voor de implementatie van de Omgevingswet bepaald. In deze visie geven we invulling aan deze uitgangspunten. Zo beginnen we niet op nul, maar gaan we uit van bestaand relevant beleid (lokaal, regionaal, provinciaal). Daar waar nodig stelt de omgevingsvisie nieuwe prioriteiten en beleidsuitgangspunten, die de basis kunnen vormen voor nieuw op te stellen beleid. We kiezen voor een groeistrategie, waarbij de omgevingsvisie mee groeit met de wensen en ontwikkelingen die zich de komende jaren voordoen.

Onze gemeente kan niet los gezien worden van de grotere verbanden en is op het vlak van bijvoorbeeld infrastructuur, voorzieningen, de woningmarkt, recreatie en natuur onlosmakelijk verbonden met omliggende gemeenten en mede-overheden. Bovendien zijn er naast buurgemeenten, provincie en rijk nog vele andere partijen betrokken bij het beheer en de verdere ontwikkeling van specifieke onderdelen van de gemeente. Denk bijvoorbeeld aan het Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden, terreinbeheerders als Natuurmonumenten en het Utrechts Landschap en ondernemers. Gezamenlijk dragen al deze partijen een steentje bij aan de fysieke omgeving en het functioneren van de gemeente Montfoort. We willen dus regionaal georiënteerd zijn.

Er spelen allerlei complexe vraagstukken waar we in de omgevingsvisie een antwoord op moeten formuleren. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om landelijke trends als bijvoorbeeld de vergrijzing, gezinsverdunning, schaalvergroting, milieu- en klimaatproblematiek en individualisering. Maar ook hoeveel ruimte we willen bieden voor bepaalde functies. Er spelen in de gemeente verschillende opgaven, gedachten, initiatieven en ontwikkelingen die soms al heel concreet zijn, maar soms ook nog abstract of misschien nog helemaal niet bekend zijn. Daarbij vinden wij het belangrijk dat aan initiatieven van inwoners en ondernemers ruimte wordt gegeven. Dit vanuit de gedachte dat we als gemeente plannen en ideeën faciliteren, op voorwaarde dat ze bijdragen aan een verbetering van de leefkwaliteit en de duurzame ontwikkeling van gemeente Montfoort. Hierbij willen we werken vanuit een multidisciplinaire, integrale blik.

Een zorgvuldige afstemming tussen al deze opgaven is cruciaal. We willen ons niet ad hoc gaan ontwikkelen, maar juist steeds - met de visie in de hand - blijven zoeken naar een meerwaarde door het versterken van de leefbaarheid, de economie, het landschap en de natuur in Montfoort. De omgevingsvisie is de kapstok voor het toekomstig beleid en initiatieven. Goede participatie met inwoners, ondernemers en stakeholders is hierbij cruciaal.

1.3 Welke rol ziet de gemeente voor zichzelf?

De gemeente kan en wil de doelen en uitgangspunten alleen samen met inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties verwezenlijken. We willen inwoners daarom zo vroeg mogelijk betrekken en ruimte geven om met goede ideeën of initiatieven te komen.

De rol van de inwoners wordt groter en zij voelen zich ook vaak meer betrokken. Het gaat om ruimte geven, een andere manier van sturen, een andere verhouding tussen overheid en samenleving. Waarbij overheden en inwoners samen verantwoordelijkheid nemen voor onze leefomgeving.

Het beschermen en benutten van de leefomgeving wordt daarmee een gezamenlijke verantwoordelijkheid van overheid, bedrijven en inwoners. Op het moment dat de overheid niet meer alleen de verantwoordelijkheid draagt voor fysieke en ruimtelijke vraagstukken, dan verandert daarmee de rol van de lokale overheid van primaire belanghebbende naar mede-belanghebbende. Dat speelt niet alleen in de fase van visievorming maar ook in de uitvoering van het beleid. Dat vraagt in veel gevallen om een ander denkkader. In plaats van draagvlak te zoeken voor overheidsideeën gaan we op zoek naar betrokkenheid voor een visie die samen met externe partijen is ontwikkeld.

We stimuleren en ondersteunen (leveren van kennis, zorgen voor verbinding) initiatieven die op de een of andere manier bijdragen aan de doelen in de omgevingsvisie. De gezamenlijk gestelde doelen zijn ook de basis geweest voor het beschrijven van de beleidsdoelstellingen uit deze visie en voor het formuleren van nieuw thematisch of sectoraal beleid.

Rolopvatting

De gemeente wil meer van 'buiten naar binnen werken' en op termijn meer loslaten. Dit past goed bij de geest van de Omgevingswet. De Nederlandse School voor Openbaar Bestuur gebruikt het model op afbeelding 1.1 omtrent overheidssturing. De gemeente Montfoort kiest in hoofdlijn voor een responsieve, faciliterende benadering. De rol die de gemeente kiest kan worden aangeduid als: “Faciliteren waar het kan en te acteren waar het moet”. 

De manier waarop deze rol wordt ingevuld kan, afhankelijk van het speelveld, verschillen. Daarom beschrijven we bij de thematische opgaven (hoofdstuk 4) nader welke rol wij voor diverse onderdelen van de visie voor onszelf als gemeente zien. In deze afweging worden financiële risico’s, mogelijkheden tot kostenverhaal, winstmogelijkheden, maar ook de gewenste mate van sturing door de gemeente meegenomen. Per situatie en uitwerking van de opgaven kan onze rol verschillen. Zo behoort het houden van toezicht en handhaving in sommige gevallen ook tot een kaderstellende, rechtmatige overheid, en kunnen we bij het faciliteren van initiatieven als responsieve overheid ook verbindend en samenwerkend optreden.

1.1 Verschillende soorten van sturing en betrokkenheid (gebaseerd op Kwadrantenmodel NSOB, 2013)
afbeelding binnen de regeling

1.4 Omgevingsvisie als groeimodel

Om ervoor te zorgen dat de visie niet blijft bij abstracte doelen, werken we aan de operationalisering hiervan in andere instrumenten en projecten. Dit is in het hoofdstuk ‘Uitvoering - de omgevingsvisie in werking’ opgenomen (hoofdstuk 6). In dit hoofdstuk geven we aan hoe we onze ambities gaan verwezenlijken.

De ‘Omgevingswetbrug’ wordt echter gebouwd terwijl we eroverheen lopen. Alles en iedereen is in ontwikkeling. Daarom is het uitgangspunt om het proces flexibel te houden, stapsgewijs in te steken en te accepteren dat bepaalde zaken nog niet duidelijk zijn. We gaan met elkaar stap voor stap samen verdieping zoeken.

De visie vormt dus een groeimodel waaraan we blijven werken. Dat geldt in het bijzonder voor het uitvoeringshoofdstuk. Voor een aantal projecten kunnen we nu nog niet zo diep ingaan op (sommige van) bovengenoemde aspecten. We gaan het uitvoeringshoofdstuk periodiek herzien, waarbij we de projectplannen steeds verder uitwerken en updaten. De omgevingsvisie wordt zo een dynamisch actieplan en een visie die ‘altijd vers’ is, zoals wordt beoogd met de Omgevingswet. Dit aspect gaan we daarom eveneens de komende periode nader uitwerken in de ‘updates’ van de visie.

1.2 Schetsmatige weergave gemeente Montfoort
afbeelding binnen de regeling

1.5 Procesbeschrijving

Eind 2019 is begonnen met het inventariseren en analyseren van de huidige(ruimtelijke) situatie en het bestaande beleid. Dit is geborgd in de 'Atlas'. De informatie die is beschreven in de atlas heeft de input gevormd voor de omgevingsvisie. Deze eerste fase was met name gericht op het ophalen en beschrijven van de identiteit en kernkwaliteiten van Montfoort. Daarnaast zijn het huidige beleid, maatschappelijke trends en ontwikkelingen en de belangrijkste opgaven geïnventariseerd.

Het opstellen van de Atlas is samen met inwoners en ketenpartners gedaan. Daarnaast zijn diverse onderdelen van de gemeentelijke organisatie, gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders, hierbij betrokken geweest. Hiervoor zijn verschillende sessies en participatie-bijeenkomsten georganiseerd. Uit het participatietrajecten de beleidsanalyse zijn bepaalde discussiepunten, maar ook kansen, opgehaald waarover we (nieuwe) integrale richtinggevende keuzes hebben moeten maken in het omgevingsvisieproces.

De conclusie blijft echter, niet alles kan, overal. Aan de hand van de integrale denkrichting "Citta Slow" (en de varianten daarop) zijn de keuzes uitgewerkt. Met behulp van drie denkrichtingen zijn de voor- en nadelen van mogelijke toekomstbeelden en bijbehorende keuze-opties nader inzichtelijk gemaakt. Deze keuze-opties zijn besproken het gemeentebestuur. De uitkomst van dit proces is opgenomen als Bijlage 3. Op basis hiervan is een eerste koers ingezet.

Deze koers is getoetst tijdens de 'week van de omgevingsvisie', eind maart 2021.Tijdens deze week zijn er drie sessies georganiseerd, waarin inwoners, ondernemers en organisaties mee hebben kunnen denken over de toekomst van de leefomgeving. Daarnaast is er een (online) vragenlijst uitgezet, waarin we veel waardevolle input hebben opgehaald. Deze input is samengevat in Bijlage 2.

Ook is er de mogelijkheid geweest voor ketenpartners om een reactie te geven. De uitkomsten van de participatieronde zijn ook weer besproken met het gemeentebestuur, waarna deze ontwerp omgevingsvisie is opgesteld.

1.3 processchema omgevingsvisie Montfoort
1.4 Atlas
afbeelding binnen de regeling

1.6 De Atlas: terugblik

In deze omgevingsvisie is - samen met inwoners, partners en ondernemers - de integrale koers uitgezet naar de toekomst, gericht op de fysieke leefomgeving. De omgevingsvisie is daarbij de kapstok voor het toekomstig beleid en initiatieven. In de omgevingsvisie zoeken we naar de samenhang tussen doelen van verschillende beleidsdocumenten. Evaluatie van het huidige beleid maakt helder wat de stand van zaken is. Wat werkte wel? Wat niet? Welke keuzes zijn nodig? Dat is belangrijke basisinformatie voor de omgevingsvisie. Deze basisinformatie vormde de essentie en aanleiding van 'De Atlas'. 

De Atlas is opgebouwd aan de hand van thema's. Er is stilgestaan bij de identiteit en kernkwaliteiten van Montfoort, de unieke positie in de regio en de groeiende invloed van gezondheid, veiligheid en milieu op de fysieke leefomgeving. Vervolgens zijn de belangrijkste kwaliteiten, trends en ontwikkelingen geanalyseerd aan de hand van de volgende thema's:

  • Landschap en cultuurhistorie

  • Regio

  • Gezondheid

  • Milieu en bodem

  • Economie

  • Water en klimaat

  • Energie en grondstoffen

  • Wonen

  • Sport, recreatie en cultuur

  • Mobiliteit

  • Groen en openbare ruimte

Per thema is de belangrijkste input samengevat in een kaartbeeld. Deze kaartbeelden zijn gecombineerd in de kaart op afbeelding 1.4. Deze kaart toont de huidige situatie van onze gemeente.

Uit de Atlas is gebleken dat voor een aantal thema's nog integrale richtinggevende keuzes nodig zijn. De uitkomsten en discussiepunten uit de Atlas hebben de basis gevormd voor het verdere vervolg van de omgevingsvisie.

Tijdens opstellen Atlas is aan inwoners gevraagd naar wat de gemeente Montfoort voor hen betekent, en wat volgens hun het beste, mooiste, meest waardevolle element van de gemeente vormt. De woordwolken in afbeelding 1.5 zijn hiervan het resultaat. De uitkomsten hiervan zijn vertaald in de identiteit en kernkwaliteiten van onze gemeente en hebben de basis gevormd voor het volgende hoofdstuk.

1.5 Gemeente Montfoort is...
afbeelding binnen de regeling
Beste/mooiste/meest waardevolle van de Gemeente Montfoort is...
afbeelding binnen de regeling

2. Kern

2.1 Identiteit

Onze gemeente is te typeren als een historische plattelandsgemeente in het Groene Hart, waar men elkaar kent. Deze identiteit wordt versterkt door kernkwaliteiten die we willen koesteren en versterken, zoals landgoed Linschoten, de oude historische centra, de waterwegen en het waardevolle (cultuur)landschap. Nieuwe kansen en ontwikkelingen moeten dus niet ten koste gaan van deze kernkwaliteiten. Op basis van de gebiedsanalyse, beleidsinventarisatie, werksessies en participatieronden is er wel een gemene deler ontdekt. Het gaat daarbij om de volgende waarden: de sterke lokale binding en kracht van de gemeenschap (zowel ruimtelijk, sociaal als economisch), de sterke waarde die aan de rust, het groen en het waardevolle landschap wordt gegeven en de erkenning dat dit bijdraagt aan de hoge kwaliteit van leven in de gemeente en het beschermen (en doorontwikkelen) waard is. 

De identiteit en kernkwaliteiten van de gemeente zijn als volgt samen te vatten:

  • Rust en ruimte koesterenWaardevol blauw en groen

  • Trots op historisch karakter

  • Levendig en zorgzaam

  • Bourgondisch, sociaal en religieus

  • Creatief en innovatief

2.1 Historische kaart (1850)

2.2 Kernkwaliteiten

Cultuurhistorische kernen

De gemeente Montfoort is het begin van het Groene Hart. Ten oosten begint de drukke metropoolregio Utrecht. Door de nabijheid van het groot stedelijk gebied zijn de stedelijke voorzieningen relatief dichtbij, maar de belevingswaarde van onze gemeente is alsof je in een rustige plattelandsgemeente bent, ver weg van alle stadse drukte. Beide kernen, Montfoort en Linschoten, ademen historie, zowel in het centrum als in het buitengebied. We zoeken steeds naar de optimale balans tussen historie en vooruitgang.

Montfoort

Montfoort is gesticht door de bisschop van Utrecht, ter verdediging tegen de graven van Holland. Hiervoor werd het kasteel gebouwd en werd een burggraaf aangesteld. In 1329 werden stadsrechten verworven. Het kasteel Mons Fortis en het verkrijgen van stadsrechten in de middeleeuwen heeft er voor gezorgd dat de binnenstad van Montfoort een oude, stadse uitstraling heeft. Deze kleinschalige en compacte binnenstad is goed behouden gebleven en bevat nog steeds veel cultuurhistorische elementen en oude patronen. Cultuurhistorische elementen zijn onder andere terug te vinden in de oude bebouwing in het centrum van Montfoort, zoals het Oude Stadhuis, het Kasteel, de Commanderije, de hervormde kerk, de stellingkorenmolen 'De Valk' en het Sluisje. De historische patronen zijn terug te zien in de grachten, verdedigingswerken en het stratenpatronen.

Door de ligging aan de Hollandsche IJssel was Montfoort onderdeel van een handelsnetwerk dat richting Utrecht en Gouda ging. De voornaamste economische activiteit was landbouw, zoals bijvoorbeeld de productie van kaas en boter. Er waren ook enkele lijnbanen voor de touwnijverheid. Montfoort kende namelijk een tijdlang een bloeiende knopendraaiersindustrie. Daar hebben de inwoners van de stad hun bijnaam te danken: ‘de knopendraaiers’. Later floreerde de steenindustrie met zeven fabrieken langs de Hollandsche IJssel. Ook hier is weer terug te zien hoe belangrijk de Hollandsche IJssel was en is.

Linschoten

Linschoten heeft net als Montfoort een rijk verleden. Er zijn aanwijzingen dat het gebied al rond 900 bewoond werd. Het dorp is gebouwd aan een oud veenstroompje dat samenkomt met de rivier Lange Linschoten. De kern van het dorp heeft zich rond de rivier ontwikkeld en in eerste instantie is het uitgebreid tot een lintdorp. De dooradering van de rivier door het dorpscentrum zorgt voor een hoge omgevingskwaliteit in het dorp. Langs de Korte Linschoten zijn nog oude gebouwen te vinden die als een lint langs de rivier gebouwd zijn. De naam Linschoten is afgeleid aan Lindescote, wat vroeger een kleine type boerderij aan een stroompje betekende. De oudere kern langs de rivier heeft nog steeds dit karakter. Langs de rivier zijn nog restanten te vinden van de vroegere functies, zoals de trekschuit die over de rivier getrokken werd. Hieraan is te zien dat de rivier vroeger een belangrijke route was om goederen te vervoeren. Dit is ook terug te zien aan de trekschuit paden in het buitengebied. Het nog gave historische dorpscentrum met cultuurhistorische elementen is aangewezen als beschermd dorpsgezicht. Het dorpse karakter van Linschoten onderscheidt zich van het meer kleinstedelijke karakter van Montfoort.

Hechte samenleving met rijk verenigingsleven

In beide kernen kan men spreken van een hechte samenleving, waar nog veel verschillende verenigingen zorgen voor een sterke verbinding tussen inwoners. Inwoners van gemeente Montfoort hechten niet alleen waarde aan de historie en het behouden van het stadszicht, maar zeker ook aan een sociale levenswijze. We hebben namelijk een hechte gemeenschap waar veel mensen elkaar kennen en elkaar graag ontmoeten.

Uniek, historisch landschap

Het landschap is een onderscheidende kwaliteit van de gemeente. De vele cultuurhistorische elementen laten een rijke historie zien. Door alle verschillende afzettingen is er een diverse ondergrond met hoogte-reliëf ontstaan. De eerste nederzettingen zijn gesticht op de hogere vruchtbare gronden, langs de Hollandsche IJssel en de Lange Linschoten, die een groot deel van het huidige landschap hebben gevormd. Deze nederzettingen zijn later uitgeroeid tot de huidige kernen Montfoort en Linschoten en op de randen van de oeverwallen en de veengronden zijn de lintdorpen ontstaan. De veengronden zijn al vroeg ontgonnen voor turfwinning en vervolgens gebruikt voor de landbouw. Deze structuur, die nu nog steeds herkenbaar is, waren in de vroege middeleeuwen al een gebiedskenmerk. Door de cope-ontginningen in het veengebied zijn veel kenmerkende nattere natuurgebieden verdwenen in de gemeente. Op sommige plaatsen zijn deze kwaliteiten door nieuwe natuurontwikkeling teruggebracht. De graslanden zijn bijvoorbeeld ideale gebieden voor weidevogels.

Het landschap van Montfoort is door de invloeden van wind, water en menselijke ingrepen tot een uniek cultuurlandschap gevormd wat nog steeds gaaf is. Iets dat door verder oprukkende verstedelijking steeds schaarser wordt. Hierdoor is Montfoort een aantrekkelijke gemeente om te recreëren, waar verschillende landschappelijke elementen de dragers zijn van een omgeving die als oer-Hollands wordt gezien. De landschappelijke elementen zijn terug te vinden in de geologie en bodem, het watersysteem, de cultuurhistorie, de ecologie en het huidige ruimtegebruik.

Voor geologie en bodem zijn de oeverwallen en oude stroomruggen waardevol, voornamelijk ten zuiden van Montfoort in de polders Heeswijk en Blokland, in een venige kom waar resten van een oeverwal liggen die is gevormd door de Hollandsche IJssel en de Stuivenbergse Stroomrug. In waterhuishoudkundig opzicht is de grondwaterbescherming van belang voor de waterwinning. Ten oosten van Montfoort is een groot waterwingebied, de winning Linschoten. Door de heldere tijdlagenstructuur van de Lopikerwaard in Montfoort is er een uniek cultuurhistorisch landschap ontstaan. De ontginningsstructuur is nog zeer gaaf en onverstoord. De bijbehorende ontginningslinten maken onderdeel uit van de belangrijkste cultuurhistorische waarden. Ook de resterende natuurwaarden zijn van regionaal belang. Met name voor water- en weidevogels is de westzijde van de Lopikerwaard van belang. Verschillende kleine landschappelijke lijnelementen zijn belangrijk voor de beeldkwaliteit. Deze lijnelementen zijn te vinden langs infrastructuur en waterwegen. Een groot deel van het buitengebied bestaat uit graslanden die in dienst staan van de grondgebonden veehouderij. In recreatief opzicht is met name het recreatief medegebruik van het landelijk gebied belangrijk. Hiervoor bestaat een netwerk van routes en een aanbod aan overwegend kleinschalige voorzieningen.

We beschikken dus over een uniek landschap waar toeristen voor naar Nederland willen komen. Alle kenmerken van het Groene Hart, weilanden met koeien, boerderijen, linten en molens zijn in onze gemeente te vinden. De ruimtelijke- en omgevingskwaliteit is hoog. Dat geldt, naast de genoemde kernen en linten, voor het hele grondgebied. Volgens de Nationale Landschapsenquête, een onderzoek naar visies en waardering van de Nederlandse bevolking over het landelijk gebied in Nederland, ook nog eens het best gewaardeerde stukje Groene Hart (zie afbeelding 2.3)

Karakteristieke bedrijvigheid

Onze gemeente ligt in de metropoolregio van Utrecht en in de buurt van uitvalswegen, waardoor veel bedrijven makkelijk te bereiken zijn. Onze gemeente heeft ook een sterke maakindustrie. De maakindustrie bestaat uit verschillende MKB bedrijven die zorgen voor veel van de banen in de gemeente. De Montfoortse economie bestaat onder andere uit een groot aantal industriële maakbedrijven met veel professionaliteit en vakmanschap. In verschillende combinaties werken zij regelmatig samen voor opdrachtgevers in binnen- en buitenland, tot in China en het Midden-Oosten aan toe. Door deze allianties versterken bedrijven elkaar. De loyaliteit onder ondernemers is groot, net als de bereidheid om te investeren in de lokale samenleving. Gemeente Montfoort ligt daarnaast in een van de meest competitieve regio’s in Europa. In de Regional Competitive Index (RCI) 2019 staat de regio samen met Londen op een gedeelde tweede plaats. De driejaarlijkse index beoordeelt de concurrentiekracht van 268 Europese regio’s op basis van meer dan 70 indicatoren. Deze hebben betrekking op onderwerpen zoals innovatie, bereikbaarheid, digitale infrastructuur, onderwijs, gezondheid en arbeidsmarkt (zie ook indicatoren in webdiagram van afbeelding 2.2). Sinds de start van de RCI in 2010 behoort Utrecht tot de meest competitieve regio’s van Europa. Over de gehele breedte van het onderzoek scoort de regio onverminderd hoog. In 2010 en 2013 stond de regio zelfs op nummer één. Als onderdeel van de regio profiteren wij hiervan en dragen we bij aan dit succes. Samenwerking tussen gemeenten is hierbij van groot belang. Onze gemeente biedt unieke kwaliteiten aan de regio en onderscheidt zich op het gebied van landschap, cultuurhistorie, landbouw en maakindustrie.

2.2 Regional Competitiveness index (2019) - EU
afbeelding binnen de regeling
2.3 Nationale Lanschapsenquête - Wageningen University

2.3 Onze positie in de regio

Montfoort staat niet op zichzelf. We onderschrijven het belang van regionale samenwerking. Opgaven die op ons afkomen overschrijden gemeentegrenzen. Daarbij kunnen we van elkaar leren en profiteren. Daarom is het niet meer dan logisch dat een regionale oriëntatie bij de voorbereiding op de Omgevingswet als uitgangspunt is benoemd. Dit betekent dat we een positieve grondhouding hebben als het gaat om samen optrekken met partners in de regio bij werkzaamheden in voorbereiding op de Omgevingswet. Het is onze intentie om onze ambities en doelen zo goed mogelijk te laten aansluiten op nationale-, provinciale- en regionale ontwikkelingen, maar we komen waar nodig ook op voor onze lokale belangen. Onze gemeente is met haar kwaliteiten complementair aan het meer stedelijke gedeelte van de regio. We werken actief mee om regionale ontwikkelingen samen op te laten gaan met de ambities van Montfoort maar vinden het belangrijk dat we de mogelijkheid behouden om onze eigen kansen en ontwikkelingen uit te werken die vanuit de gemeentelijke samenleving zijn geformuleerd.

De regio Utrecht staat voor grote opgaven. De verstedelijkingsdruk is hoog met een enorme woningbouwopgave en de infrastructuur loopt nu al tegen zijn grenzen aan, zowel voor de auto als het OV. Daarom wordt er ook gekeken naar het buitengebied, maar daar zijn ook al vele ruimtevragers. Denk daarbij aan duurzame energie, klimaatadaptatie, landbouw en recreatie. De puzzel van het bepalen in welk gebied welke prioriteit gesteld, gebeurt aan diverse tafels en wordt (momenteel) vertaald in diverse regionale (visie) documenten. Het gaat daarbij met name om de nationale omgevingsvisie (NOVI), de provinciale omgevingsvisie (POVI), het Integraal Ruimtelijk Perspectief (IRP) en de Woondeal U16 in U16-verband en de regionale omgevingsagenda in Lopikerwaard- verband.

In veel van deze documenten worden ambities en lange termijn doelen gesteld. De nationale en provinciale omgevingsvisies gaan over het hele land en de hele provincie en zijn alleen bindend voor het Rijk en de provincie zelf. Met regionale programma's wordt de inter-bestuurlijke samenwerking gezocht in de uitvoering. Daarnaast werkt het beleid door in de provinciale omgevingsverordening. De regels hieruit zijn wel bindend voor gemeenten.

NOVI

Met de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) geeft het Rijk een langetermijnvisie op de toekomst en de ontwikkeling van de leefomgeving in Nederland. Op basis hiervan zien we de volgende urgente thema’s voor de samenwerking met het Rijk: 

  • Het sturen op ontwikkeling van het Stedelijk Netwerk Nederland. 

  • Het verbeteren van de verbindingen met alle landsdelen

  • Het maken van regionale verstedelijkingsstrategieën.

  • Het maken van een langetermijnaanpak voor het landelijk gebied

  • Kwaliteit van landschap (Groene Hart als NOVI-gebied)

POVI

In de Provinciale Omgevingsvisie (POVI) staat hoe Utrecht wil dat de provincie er in 2050 uitziet. In de Interim Omgevingsverordening (POV) staan de regels die horen bij het beleid dat in de Omgevingsvisie staat. Hierin staan bijvoorbeeld regels voor natuurgebieden, waterwingebieden en woningbouw.

De provincie Utrecht wil het groene, gezonde en slimme middelpunt van Nederland blijven. Daarbij staat de provincie voor een flinke uitdaging: het aantal inwoners, woningen, banen en verplaatsingen groeit fors. Het grondgebied is te klein om al deze ruimtevragers los van elkaar een plek te bieden. De grootste opgave is daarmee de vraag hoe we de verschillende functies ruimtelijk met elkaar kunnen combineren. Ook zal het nodig zijn om prioriteiten te stellen en keuzes te maken.

Met zeven beleidsthema’s geeft de provincie richting aan de ontwikkeling en de bescherming van een gezonde en veilige leefomgeving. In 2050 hebben wij een provincie Utrecht:

  • waarin stad en land gezond zijn

  • die klimaatbestendig en waterrobuust is

  • waarin duurzame energie een plek heeft

  • met vitale steden en dorpen

  • die duurzaam, gezond en veilig bereikbaar is

  • met een levend landschap, erfgoed en cultuur

  • die een toekomstbestendige natuur en landbouw heeft.

IRP

De Metropoolregio Utrecht (MRU) is een van de snelstgroeiende regio’s van Nederland en één van de meest competitieve regio’s van Europa. Om de groei in goede banen te leiden werkt de regio U16 daarom nauw samen. U16 is het samenwerkingsverband van 16 gemeenten. Met de Ruimtelijk Economische Koers (REK) van 2018 heeft de regio ervoor gekozen om de groei op een duurzame wijze op te vangen. De regio wil zich (door)ontwikkelen tot de ontmoetingsplek van gezond leven in een stedelijke regio voor iedereen en in 2040 de internationaal erkende regio op dit terrein zijn. Met het Ruimtelijk Economisch Programma (REP) wordt daar concreet invulling en uitvoering aan gegeven. Met het REP maakt de U16 een integrale en breed gedragen visie en strategie op de toekomst (tot 2040) van de metropoolregio Utrecht. De zestien samenwerkende gemeenten brengen de thema’s wonen, werken, mobiliteit, groen, landschap, water en energie samen in het Integraal Ruimtelijk Perspectief (IRP). In het IRP geeft de regio aan wat haar thematische en ruimtelijke opgaven zijn, welke hoofdrichtingen wordt gekozen voor de toekomstige ontwikkeling van de regio en hoe al deze elementen samenhangen in een geïntegreerde visie en strategie.

De MRU kiest voor een regio waar gezond stedelijk leven centraal staat. Met zes toekomstbeelden (thematisch ingestoken) is in de REK een beeld gegeven van de toekomst van de regio. Er worden principiële keuzes gemaakt, bijvoorbeeld met betrekking tot de manier waarop de regio groeit of hoe we met mobiliteit omgaan.



De zes toekomstbeelden zijn:

  • 1.

    Utrecht is in 2040 de Internationaal erkende regio voor life sciences, gezondheid en duurzaamheid;

  • 2.

    Gemeenten in de regio zijn economisch complementair;

  • 3.

    We kiezen voor een ongedeelde regio met voldoende woningen voor alle doelgroepen;

  • 4.

    We groeien, met voorrang, op binnenstedelijke locaties, dat leidt tot kwaliteit en interactie;

  • 5.

    We geven voorrang aan duurzame mobiliteit;

  • 6.

    Groen, landschap en cultuurhistorie leveren een onmisbare bijdrage aan de stedelijke regio.

Het IRP is gebouwd op de uitgangspunten uit de eerdere fases vanuit de REK en REP. In het IRP zijn de opgaven vertaald naar ruimte en met elkaar geïntegreerd. Na het afronden van het perspectief staat het programmeren centraal. Dit worden concrete afspraken over welk programma waar wordt gerealiseerd.

Voor het perspectief van de regio is het als geheel voorwaardelijk dat alle kernen in de regio een vitaal toekomstperspectief hebben. In vitaliteit voor kleine en middelgrote kernen spelen bevolkingsopbouw, woningvoorraad, economie, voorzieningenaanbod, mobiliteit, ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid een rol.

Woondeal U16

Zestien gemeenten in de regio Utrecht (U16) hebben samen met het Rijk en de Provincie een Woondeal gesloten. Met als doel: de woningbouwproductie versnellen, de betaalbaarheid vergroten en excessen aanpakken.

 In de Woondeal zijn over vier thema’s afspraken gemaakt:

  • Versnellen van bestaande woningbouwplannen

  • Betere werking van de woningmarkt

  • Vitale wijken

  • Faciliteren van de groei

Omgevingsagenda Lopikerwaard

De Lopikerwaard - met de vijf gemeenten; Lopik, Montfoort, Oudewater, IJsselstein en Woerden – is een gevarieerd gebied met een sterke identiteit en eigenheid. Met de Regionale Omgevingsagenda Lopikerwaard 2040 wordt er inzicht gegeven in de gedeelde ruimtelijke opgaven en ambities richting 2040. Deze agenda weerspiegelt de gezamenlijke inzet in (boven-)regionale en provinciale samenwerkings- en

beleidsprocessen, en dient als bouwsteen voor lokale omgevingsvisies.

In de omgevingsagenda zijn zes ambities geformuleerd:

  • 1.

    Bouwen aan gezonde en vitale kernen

  • 2.

    Samen werken aan een krachtige regionale economie

  • 3.

    Actief verkennen van een toekomstbestendige en duurzame agrarische sector

  • 4.

    Investeren in een betere en duurzame bereikbaarheid

  • 5.

    Zorg dragen voor een eerlijke en wederkerige energietransitie

  • 6.

    Versterken van een groene en recreatief aantrekkelijke regio

Regionale positionering

We hechten veel waarde aan lokaal zeggenschap, maar werken veelal aan dezelfde regionale doelen. We sluiten aan bij de verbonden vitaliteit uit het IRP: Onze gemeente maakt het groen bereikbaar voor de stedelingen en onze inwoners kunnen gebruik maken van de (stedelijke) voorzieningen die een groter draagvlak nodig hebben dan dat wij als gemeente binnen onze grenzen hebben. Voor de vitaliteit en toekomstbestendigheid van onze kernen zetten we in op woningbouw, bedrijvigheid, verbetering bereikbaarheid, recreatiemogelijkheden en aanpassingen voor een veranderend klimaat. Onder voorwaarden zijn we bereid ruimte te bieden aan duurzame energie. Voor al deze opgaven geldt, we borgen onze landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten. Dit vormt onze onderscheidende waarde binnen de relatief verstedelijkte regio.

De Lopikerwaard kent een sterke maakindustrie. Deze industrie zorgt voor werkgelegenheid in de regio. Wij kiezen voor beperkte uitbreidingsruimte voor deze lokale maakindustrie in Montfoort. Bij zowel woningbouw als bedrijvigheid is er aandacht voor de bereikbaarheid, ook middels openbaar vervoer. We werken dan ook graag met de provincie samen aan een betere OV-bereikbaarheid, een snelfietsroute naar Montfoort en nieuwe recreatieve ontsluitingen. Naast woningbouw, bedrijvigheid en bereikbaarheid maken we in regionaal verband afspraken omtrent de opwekking van duurzame energie. Buiten de stedelijke ontwikkelingen vinden we het buitengebied en de vitaliteit rond onze kernen net zo belangrijk. De (voorlopige) aanwijzing van het Groene Hart als NOVI-gebied en de focus op de kwaliteit van het landschap, bodemdaling, energietransitie en klimaatadaptatie is relevant voor het buitengebied en de stads- en dorpsranden. We streven naar een verbetering van landschappelijke en ecologische kwaliteiten, dubbel ruimte gebruik en ruimte voor ontwikkelingen die het platteland leefbaarder maken.

Als gehele regio, zo ook Montfoort, dragen we bij aan de woningbouwopgave. Wij geven daar binnen de regionale kaders zelf invulling aan hoeveel en waar de woningen kunnen komen. Hierbij streven we naar een verbetering van de landschappelijke kwaliteit. Samen met de regio werken we op diverse vlakken aan het invullen van de ambities. Samenvattend, we werken aan: 

"Een toekomstbestendige gemeente met vitale kernen in een waardevol landschap"

afbeelding binnen de regeling

3. De Koers in 10 keuzes

In dit hoofdstuk beschrijven we onze koers, oftewel onze richtinggevende ambities. We beschrijven wat wij bedoelen met onze positionering als "Een toekomstbestendige gemeente met vitale kernen in een waardevol landschap".  Dit doen we middels de beschrijving van een aantal strategische keuzes. Deze strategische keuzes en bijbehorende ambities en doelstellingen zijn vervolgens in de thematische (4) en gebiedsgerichte (5) hoofdstukken verder uitgewerkt.

10 Strategische keuzes

  • 1.

    De leefomgeving moet passen bij onze identiteit, waarbij we onze landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten beschermen en verbeteren.

    We hebben als gemeente unieke kwaliteiten, waar we trots op zijn. Historische kernen in groene landschappen, leven in het groen maar vlakbij de grote stad. Daar zijn we trots op en dit willen we dan ook koesteren. Daarom nemen we de landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten van de gemeente als uitgangspunt voor de ontwikkelrichting voor de komende jaren, met als streven om dit zoveel mogelijk te behouden en te versterken. Het gaat hierbij onder andere om onze mooie omgeving met het agrarisch cultuurlandschap waar rivieren als de Hollandsche IJssel en de Lange Linschoten doorheen stromen. Onze kernen, het karakteristieke dorp Linschoten en het stadje Montfoort met het historisch centrum gelegen aan het water. Dit is onderdeel van de aantrekkelijkheid van onze woonplaats. De dorpse bebouwing in de kernen gaat via historische lintbebouwing over in een afwisselend open en half open landschap. Ontwikkelingen met een (hoog)stedelijk karakter zijn niet gewenst. Langs de Hollandsche IJssel is ook in de toekomst ruimte voor een mix van functies in een half-open landschap. Ook bouwen we voort op de kwaliteiten van landgoederen en buitenplaatsen.



  • 2.

    We kiezen voor een vitale, leefbare en inclusieve gemeente

    Onze gemeente kent een sterke sociale cohesie, met veel ruimte voor activiteiten en veel gezelligheid. De inwoners en ondernemers kennen nu en in de toekomst een grote sociale binding met hun leefomgeving. Dit vertaalt zich naar inwoners en lokale bedrijven die nooit zouden willen verhuizen naar buiten de gemeente. We hebben wijken met hechte gemeenschappen en gezamenlijke activiteiten. Om de kernen levendig en vitaal te houden is ontwikkeling van beide kernen van belang. Beperkt ruimte bieden aan nieuwe instroom bevordert de vitaliteit van de kernen en heeft een gunstig effect op het draagvlak voor voorzieningen. Initiatieven die bijdragen aan de vitaliteit of leefbaarheid van de gemeente willen we vanuit een ja-mits houding benaderen.



    We zetten in op een veilige, schone leefomgeving met aandacht voor inclusie. Iedereen moet kunnen meedoen in de samenleving, erbij horen. Toegankelijke openbare ruimte en voorzieningen zijn hierbij van groot belang. Maar het gaat bijvoorbeeld ook om welzijn, om voldoende vrije tijd, om een goede gezondheid, een prettige leefomgeving en om ruimte voor persoonlijke groei. Inwoners moeten zich thuis voelen en de kans blijven krijgen om zich te ontwikkelen. Er moet voldoende ruimte blijven voor spelen en ontmoeten. Dit willen we samen met inwoners en organisaties verwezenlijken.



    Voor beide kernen willen we het rijke verenigingsleven behouden, met veel sportmogelijkheden. De kernen bestaan uit voldoende voorzieningen om de vitaliteit te waarborgen. We gaan uit van het clusteren van detailhandel. Indien andere voorzieningen eveneens daarbij gesitueerd zijn, bevordert dat de vitaliteit van een centrum. Het clusteren van voorzieningen is ook van belang om voorzieningen in de kernen te houden, mits dit haalbaar en betaalbaar is. We sluiten daarnaast aan bij de verbonden vitaliteit in de regio en streven naar goede, veilige verbindingen naar voorzieningen in andere kernen.



  • 3.

    We bieden ruimte aan woningbouw

    Binnen onze gemeente is zowel in Montfoort als in Linschoten vraag naar nieuwe woningen voor alle verschillende doelgroepen met verschillende wensen en financiële mogelijkheden. We zetten ons in voor de vitaliteit van wonen en leven in Montfoort en Linschoten. Een passend woonaanbod vormt een onderdeel hiervan, binnen de integrale ruimtelijke ontwikkeling van de kernen.

     

    We hebben de woningbehoefte binnen de gemeente onderzocht. Op basis hiervan is vastgesteld dat er de komende tien jaar 430 woningen gebouwd moeten worden.



    We kiezen voor in- en uitbreiding van de kernen en kijken daarnaast naar het bieden van ruimte in de linten. Nieuwe woningbouwlocaties dienen verschillende woningtypologieën aan te bieden, waardoor Montfoort en Linschoten aantrekkelijk zijn voor alle doelgroepen. We willen dat de nieuwe woningen bijdragen aan een goed leefklimaat. Nieuwe woningen en wijken dienen veilig en duurzaam te zijn en moeten passen bij de kwaliteiten van de bestaande leefomgeving.



  • 4.

    We bieden ruimte aan de lokale maakindustrie

    Er is, met name in Montfoort, een lokale vraag naar bedrijventerreinen. We zien ruimte voor bedrijvigheid in en aan de IJsselzone. Bijvoorbeeld in het verlengde van bedrijventerrein Heeswijk, waarbij aansluiting kan worden gezocht bij de provinciale weg. Hierin willen we meegroeien met de lokale wens en ruimte bieden aan bedrijven die aansluiten op de huidige Montfoortse industrie. We richten ons daarnaast op het concentreren op bestaande bedrijventerreinen, waarbij we de behoefte naar lokale uitbreidingsruimte faciliteren. Waar mogelijk wordt bij gewenste schaalvergroting een plaats voor de bedrijven gezocht op bestaande bedrijventerreinen in de kern van Montfoort en Linschoten.



  • 5.

    Voor mobiliteit volgen we het adagium: "Lokaal vertragen, regionaal versnellen"

    Onderdeel van een goed woon- en werkmilieu is de nabijheid en de bereikbaarheid ten opzichte van het stedelijk gebied. Goede bereikbaarheid per auto en OV is dan ook een voorwaarde voor toevoeging van woningen en andere functies. 

    Ook binnen het bestaande bebouwde gebied leiden opgaven op het gebied van bijvoorbeeld klimaatadaptatie en vergrijzing tot heroverweging van prioriteiten die we nu in de openbare ruimte stellen. In essentie is het in twee keuzes te vatten. Lokaal willen we vooral een gezonde en veilige omgeving waar jong kan spelen en oud zelfstandig op pad kan, met een nadruk op langzaam verkeer. Lokaal vertragen mag echter niet leiden tot belemmeringen, zoals bijvoorbeeld een stijging van de responstijden van hulpverlening. Regionaal willen we zo snel mogelijk op plaats van bestemming zijn en willen we gestaag verder werken aan de bereikbaarheid per (elektrische) fiets, auto en openbaar vervoer.



  • 6.

    We bieden (zeer beperkt) ruimte aan energiebronnen in het buitengebied en op bedrijventerreinen.

    We zijn ons bewust van de verschillende opvattingen die leven rondom duurzame energie. We doen wel een bod waarin we opnemen waar we aan welk type energie ruimte willen bieden en waar niet. Momenteel zijn we met inwoners en ketenpartners in gesprek hierover. We geven prioriteit aan zonne-energie op daken en restruimtes. Voor grootschalige windturbines zien we geen ruimte in onze gemeente. Daarnaast willen we medewerking verlenen aan duurzaamheidsinitiatieven voor eigen gebruik en kleinschalige experimenten, mits dit veilig en zonder hinder plaatsvindt.



  • 7.

    We bouwen recreatieve en toeristische mogelijkheden uit

    De aantrekkelijkheid van onze kernkwaliteiten (karakteristieke kernen in prachtig cultuurhistorisch landschap) is een onderbenutte kans voor toerisme en recreatie. We richten ons op het beter benutten van wat we al hebben als gemeente. We sluiten aan bij logische ontwikkelpunten, zoals het meer zichtbaar maken van de waterlinie en het benutten van de IJssel. We faciliteren ontwikkelingen en activiteiten, waarbij we extra drukte accepteren maar verkeers- en parkeerdruk in de gaten houden. Hiervoor zoeken we naar creatieve oplossingen. We zien koppelkansen in het versterken van recreatieve routes samen met reguliere werkzaamheden en (particuliere) initiatieven. In en rondom Montfoort en Linschoten breiden we het recreatieve netwerk uit, dat met verzorgde fietspaden, kanoroutes en wandelbossen rondom het Huis te Linschoten een aantrekkingskracht op zowel bewoners als bezoekers heeft. Ook de natuurontwikkeling langs ecologische verbindingszones draagt bij aan het rijke karakter van het buitengebied.



  • 8.

    We gebruiken klimaatadaptatie om de gemeente groener, gezonder en veiliger te maken

    Het klimaatadaptief inrichten van onze gemeente kan gekoppeld worden aan meerdere doelen. We richten ons op het behoud en versterken van het groen binnen de gemeente. Hiermee kunnen meerdere vliegen in een klap geslagen worden. We streven naar een klimaatadaptieve inrichting die kan bijdragen aan doelen op het gebied van veiligheid, gezondheid, milieu, landschap, recreatie, sport en natuur. Dit doen we samen met huidige gebruikers, we stimuleren collectieve oplossingen en zoeken samen met huidige gebruikers en stakeholders naar mogelijkheden.



  • 9.

    We werken mee aan een toekomstbestendige landbouw met ruimte voor natuur

    Het agrarische landgebruik is een van onze kernkwaliteiten, het is een drager van het landschap. Echter wordt deze nog niet door iedereen als toekomstbestendig gezien. Denk daarbij enerzijds aan het economische rendement en anderzijds aan de ecologische draagkracht. We streven naar een toekomstbestendige landbouw, waarbij andere of bredere verdienmodellen voor agrariërs mogelijk moeten zijn. Dit werken we samen met de huidige gebruikers verder uit. Samen zoeken we ook naar waar mogelijk (verder) te verduurzamen, zodat bedrijven een (nog) minder grote impact hebben op natuur en milieu en ook in de toekomst een gezonde bedrijfsvoering kunnen blijven behouden. Waar mogelijk streven we naar het behalen van een positieve impact van agrarische bedrijven op een gezonde bodem en schoon water. We richten ons op het stimuleren van particuliere ecologische initiatieven die de agrarische bedrijfsvoering gezonder maken. In het verbeteren van de ecologische kwaliteiten hebben we als gemeente een verbindende rol.



  • 10.

    We sturen ook vanuit de fysieke leefomgeving op een gezonde en veilige samenleving

    De inrichting van ruimte en gebouwen heeft invloed op de gezondheid van mensen. Een goed ingerichte leefomgeving draagt bij aan een gezondere levensstijl. Ook de impact van Corona heeft bewezen dat gezondheidsopgaven een groter onderdeel van belangenafweging in ruimtelijk beleid dienen te zijn. Zowel fysieke als mentale gezondheid speelt een grote rol als het gaat om ruimtelijke ontwikkeling. We zetten ons dan ook in op het behouden en verbeteren van de goede gezondheidssituatie van onze inwoners. De ruimtelijk inrichting stimuleert onze inwoners (jong en oud) om te bewegen.



    Sociale cohesie in een buurt speelt een belangrijke rol bij het prettig samenleven, maar voor de leefbaarheid is veiligheid en het onderhoud van de openbare ruimte ook belangrijk. Bij ruimtelijke ontwikkelingen denken we daarom vooraf na over de beperking van ongewenste (fysieke) veiligheidsrisico’s en nemen we benodigde maatregelen in het ontwerp op. Daarnaast focussen we op het vroegtijdig signaleren van mogelijke ondermijning. En het oppakken van deze signalen, samen met een netwerk van betrokken partners.



    We zorgen dat er voldoende milieuruimte is voor het faciliteren van gewenste ontwikkelingen maar streven ernaar dat de milieuhinder voor zoveel mogelijk mensen afneemt. Hierbij kijken we naast naar de traditionele milieueffecten (zoals luchtkwaliteit, geluid en bodem) ook naar de effecten op andere waarden zoals inclusief & betaalbaar, economisch vitaal, leefbaar, gezond, klimaatbestendig, klimaatneutraal en circulair.

Afbeelding
afbeelding binnen de regeling

4. Thematische uitgangspunten

4.1 Inleiding

Het uitgangspunt voor de omgevingsvisie is zoveel mogelijk uitgaan van bestaand beleid, maar de maatschappij verandert en daarmee ook ons beleid. Zoals uit voorgaande hoofdstukken is gebleken moeten we voor bepaalde ontwikkelingen (deels) nieuwe keuzes maken. Dit doen we in een thematische en gebiedsgerichte uitwerking. De gebiedsgerichte uitwerking is opgenomen in hoofdstuk 5.

De thematische uitwerking is gedaan aan de hand van een lagenbenadering. We staan eerst stil bij de huidige kwaliteiten: de belangrijkste uitgangspunten voor bodem, landschap, cultuurhistorie en natuur. Vervolgens gaan we verder met de netwerklaag, waarin infrastructuur, water, openbare ruimte en groen centraal staan. Daarbovenop komt de ontwikkelingslaag, waarin de ontwikkelingen op het gebied van wonen, bedrijvigheid, voorzieningen en energie centraal staan. Bovenop al deze lagen gelden belangrijke ambities en beperkingen op het gebied van milieu, gezondheid en veiligheid. Deze beschrijven we in de 'omgevingslaag'. 

We behandelen de thema's aan de hand van vier onderdelen: Wat zijn onze doelen? Wat is onze rolopvatting daarbij? Wat willen we niet? En waar willen we dat dan? Hiernaast staat per vraag uitgelegd wat we hiermee bedoelen.

Met doelen beschrijven we onze ambities, waarbij we ons focussen op de lange termijn. Veel van deze doelen bouwen voort op bestaand beleid. Voor een aantal doelen kunnen we aangeven hoe we deze willen bereiken, of op welke manier we al invulling geven aan het doel. Voor sommige doelen zal de toekomst dit moeten uitwijzen.

We beschrijven onze rolopvatting op dit thema. Hierbij sluiten we aan bij de verschillende soorten van sturing en betrokkenheid zoals beschreven in paragraaf 1.3. We kiezen in hoofdlijn voor een responsieve, faciliterende benadering. Waar dit anders is, wordt dit aangegeven. Het gaat hier puur om de rol die de gemeente op zich neemt, maar afhankelijk van het thema wordt ook het een en ander vanuit de maatschappij verwacht. Hier gaan we in hoofdstuk 6 dieper op in.

We vinden het belangrijk om ook aan te geven wat we niet willen binnen onze gemeente. Hier zal bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen op worden getoetst.

Waar mogelijk geven we aan waar we invulling van de doelen voor ons zien. Voor sommige thema's geldt dat deze moeilijk te koppelen zijn aan één specifieke plek.

4. 1 Geologie en archeologie binnen gemeente Montfoort
Afbeelding met tekst, kaart

Door AI gegenereerde inhoud is mogelijk onjuist.
Afbeelding

Met doelen beschrijven we onze ambities, waarbij we ons focussen op de lange termijn. Veel van deze doelen bouwen voort op bestaand beleid.

Voor een aantal doelen kunnen we aangeven hoe we deze willen bereiken, of op welke manier we al invulling geven aan het doel. Voor sommige doelen zal de toekomst dit moeten uitwijzen.

Afbeelding

We beschrijven onze rolopvatting op dit thema. Hierbij sluiten we aan bij de verschillende soorten van sturing en betrokkenheid zoals beschreven in paragraaf 1.3. We kiezen in hoofdlijn voor een responsieve, faciliterende benadering. Waar dit anders is, wordt dit aangegeven. Het gaat hier puur om de rol die de gemeente op zich neemt, maar afhankelijk van het thema wordt ook het één en ander vanuit de maatschappij verwacht. Hier gaan we in hoofdstuk 6 dieper op in.

Afbeelding

We vinden het belangrijk om ook aan te geven wat we niet willen binnen onze gemeente. Hier zal bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen op worden getoetst.

Afbeelding

Waar mogelijk geven we aan waar we invulling van de doelen voor ons zien. Voor sommige thema's geldt dat deze moeilijk te koppelen zijn aan één specifieke plek.

4.2 Kwaliteiten

De afwisseling in de natuurlijke ondergrond, bestaande uit reliëf, samenstelling van de bodem, natuurwaarden en het watersysteem, geeft het landschap haar diverse en kenmerkende identiteit. De natuurlijke ondergrond van het landschap heeft door de jaren heen het gebruik ervan bepaald. Andersom hebben de inwoners ook het landschap gevormd. Hieruit zijn cultuurhistorisch waardevolle kwaliteiten ontstaan. We zien dit als de onderliggende Kwaliteitslaag van de omgevingsvisie. De laag die de minimale kwalitatieve kaders bepaalt om het landschap duurzaam en robuust in te richten. Dit is van belang om het veranderende landschap (onder andere door klimaatverandering) en uitdagingen in gebruik (waaronder de landbouwtransitie, energietransitie, woningbouw en toename van recreatie) goed te kunnen inpassen. Het waarborgen en beschermen van de kenmerkende (cultuurhistorische) kwaliteiten van het landschap is hierin een belangrijk aspect. 

4.2.1 Geologie en bodem

Geologie en bodem Bodemgebruik en bodemgesteldheid is een aandachtspunt, met name in stedelijk gebied. Het is onze ambitie om te komen tot goed functionerende ecosystemen met goede bodem- en watercondities. Dit draagt bij aan de natuurwaarden (biodiversiteit) en waterveiligheid (kwaliteit en kwantiteit). De bodem is een complex geheel en er bestaat veel (complexe) data en gegevens die we meenemen bij afwegingen over toekomstige ontwikkelingen. In afbeelding 4.1 (kwaliteiten) en afbeelding 4.6 (omgeving) hebben we de meest relevante aspecten opgenomen met betrekking tot bodem-, milieu- en water(bescherming). Deze kaarten schetsen de situatie op hoofdlijnen.

Afbeelding

Doelen

  • We streven naar een gezonde bodem die water vasthoudt en waarbij verdroging en bodemdaling wordt tegengegaan. Hiervoor streven we naar een gedifferentieerd peilen beleid dat regionaal samen met agrariërs en het waterschap wordt uitgewerkt.

  • Het tegengaan van de achteruitgang van het gehalte aan organische stof en waar mogelijk het gehalte organische stof versterken.

    Organische stof is materiaal met een biologische oorsprong en is afkomstig uit plantaardige, dierlijke of microbiële bron. Het heeft vele, belangrijke functies in de bodem en heeft belangrijke invloed op de bodemvruchtbaarheid.

  • Bijdragen aan verbeteren bodem- en waterkwaliteit van grond- en oppervlaktewater.

    Hiervoor gaan we in regionaal verband na wat dit betekent voor de ontwikkeling van onderzoeks- en saneringscriteria voor de vaste bodem en grondwater.

  • Bij grondverzet moet er verantwoord worden omgegaan met de grond.

    Hiervoor werken we met regiobreed beleid, waarbij we werken met bodemfunctie - en bodemkwaliteitsklassen.

  • Behouden van reliëf, aardkundige en archeologische waarden in de grond.

    Alleen wanneer andere belangen prevaleren, worden aanwezige archeologische resten en sporen die door planontwikkeling worden bedreigd, veiliggesteld door opgraving. Conform het veroorzaker- principe zijn de kosten daarvan voor de initiatiefnemer.

  • We onderzoeken de mogelijkheden wat betreft hernieuwbare warmtebronnen (zie ook paragraaf 4.4.5).

    De bodem (met name in stedelijk gebied) en oppervlaktewater (met name in landelijk gebied) kunnen belangrijke bronnen van hernieuwbare warmte zijn.

Afbeelding

Rolopvatting:

  • Borgen kwaliteit bodem: Kaderstellend en rechtmatig

  • Borgen kwaliteit grondwater en oppervlaktewater: Verbindend (het primaat ligt bij de provincie en het waterschap)

  • Wegnemen knelpunten bodemkwaliteit/watersysteem: Initiërend en presterend

  • Verantwoord omgaan met de grond: Kaderstellend en rechtmatig

Afbeelding

Wat willen we niet?

  • Aantasting archeologische monumenten en aardkundige waarden

  • Achteruitgang van de bodemkwaliteit

  • Achteruitgang van grondwaterkwaliteit en oppervlaktewaterkwaliteit

  • Negatieve impact (bijvoorbeeld door bodemenergie-systemen) op drinkwatervoorzieningen

Afbeelding

Waar?

  • Aandachtsgebieden: archeologische monumenten en gronden met archeologische en/of aardkundige waarden.

4.2 Landschap, cultuurhostorie, natuur en groen binnen de gemeente Montfoort
afbeelding binnen de regeling
4.2.2 Landschap

De druk op het landschap neemt toe. Om verrommeling te voorkomen toetsen we bij nieuwe ontwikkelingen aan de landschappelijke kwaliteiten. Ook zetten we actief in op het verbeteren van landschappelijke kwaliteiten. Dit doen we door de (gewenste) landschappelijke en stedelijke hoofdstructuren en de identiteit en contrasten tussen het open en besloten landschap te beschermen en waar mogelijk, samen met gebruikers en medeoverheden, te versterken. Ook zoeken we naar het slim combineren van functies.

Afbeelding

Doelen:

  • Behoud en versterking van de identiteit van het open, groene landschap en de karakteristieke landschapspatronen en natuurwaarden.

    Door behoud van het contrast tussen de open weidegebieden, de besloten linten, de halfopen oeverwallen van de Hollandsche IJssel. Dit doen we door in te zetten op het realiseren en duurzaam beheren van natuur en kleine landschapselementen zonder dat dit beperkend werkt voor ondernemers.

  • Waarborging van karakteristieke aardkundige, cultuurhistorische, landschappelijke en ecologische patronen en waarden.

    Nieuwe ontwikkelingen en stedelijke uitbreidingen sluiten aan op en/of houden rekening met de bestaande (historische) structuren en leveren een bijdrage aan de vitaliteit van het buitengebied.

  • Het landschap beter beleefbaar maken.Door bijvoorbeeld de verruiming van de mogelijkheden voor kleinschalige dagrecreatie en recreatief medegebruik.

  • Bij ontwikkelingen en functieverandering in het buitengebied en in de dorpsranden toetsen op randvoorwaarden vanuit landschap.

    Landschappelijke inpassing is van groot belang voor de leef- enwoonkwaliteit. Vrijkomende agrarische bebouwing speelt hierin een grote rol.

  • De leefbaarheid van het buitengebied verder ontwikkelen en actiever samenwerken met bewoners in het buitengebied.

Afbeelding

Rolopvatting:

  • Aantasting voorkomen/randvoorwaarden stellen: KaderstellendBeheer landschap: 

  • Samenwerkend en netwerkendOntwikkeling/verbetering landschap:

  • Faciliterend en samenwerkend

Afbeelding

Wat willen we niet?

  • Landschappelijke structuren aantastenGrootschalige bouwontwikkelingen buiten de aangewezen zoeklocaties

  • De landschappelijke kwaliteit aantasten met hoge windturbines

Afbeelding

Waar?

  • Buitengebied en dorpsranden: weidegebieden, polders, boerenerven

4.2.3 Cultuurhistorie

Het historische karakter van Montfoort vormt de identiteit van de gemeente en monumenten maken de cultuurhistorie van Montfoort zichtbaar, leesbaar en beleefbaar. Het is wettelijk verplicht om bij ruimtelijke plannen rekening te houden met cultuurhistorische waarden. Deze waarden zijn inzichtelijk gemaakt in onze Cultuurhistorische waardenkaart. Aan de hand van de kaart kunnen initiatiefnemers van ruimtelijke plannen rekening houden met ons cultureel erfgoed.

Afbeelding

Doelen:

  • De cultuurhistorische kenmerken en waarden van de gemeente worden in stand gehouden en waar mogelijk versterkt.

    Versterking van de beleving van de diverse cultuurhistorische land- schappen en hun onderscheidende elementen (inclusief monumenten). Dit komt ook ten goede van de recreatieve aantrekkingskracht.

  • Accentueren cultuurhistorische as en versterken cultuurhistorische dorpsrand.

    Door bijvoorbeeld het aanbrengen van nieuw groen.

Afbeelding

Rolopvatting:

  • Aantasting voorkomen/randvoorwaarden stellen: Kaderstellend en rechtmatig

  • Versterking: Faciliterend en samenwerkend

Afbeelding

Wat willen we niet?

  • Aantasting of verdwijning van cultuurhistorische waarden.

Afbeelding

Waar?

  • Cultuurhistorische waardevolle elementen: Bomen, Rijks- en gemeentelijke monumenten, (aardkundige) archeologische monumenten, stads- en dorpsgezichten, landschappelijke elementen, grachten en militaire werken, boomgaarden, tuinen, jaagpaden, historische linten en kerken.

  • De Gekanaliseerde Hollandsche IJssel (GHIJ)

  • Linie van Linschoten

  • Landgoed Linschoten

4.2.4 Natuur

We geven de natuur een impuls door de blauwe aders in de gemeente gebruiken als verbindingszones tussen de al waardevolle maar versnipperde natuurgebieden. De GHIJ is een ecologische schakel binnen de gemeente met zijn rivier, oevers, dijken en uiterwaarden. Een kans voor natuurverbetering ligt ook in de aanpassing van het agrarisch beheer van de graslanden.

Afbeelding

Doelen:

  • Ontwikkeling van ecologische potenties op diverse niveaus.

    Dit moet in samenhang met elkaar worden bekeken; de beschermde natuurgebieden (NNN), ecologische verbindingszones, natuur- en natuurontwikkelingsgebieden, belangrijke weidevogel- en ganzengebieden, slotenbeheer en een kleinschalige ecologische waarden. We sluiten hierbij ook aan op de 'aanpak biodiversiteit in stad en dorp'

  • Zoeken naar een nieuwe balans tussen groene, rode en blauwe functies met een ruimtelijk contrast tussen binnendijks en buitendijks gebied.

    Door in de landschapsontwikkeling met groene bufferzones in te spelen op de stedelijke ontwikkelingen aan de noord- en oost- en westzijde van de gemeente. Rekening houdend met de stroomruggen van de Lange Linschoten en Hollandsche IJssel.

  • Verhogen biodiversiteit in oevers en kaders.

    Bijvoorbeeld door middels beheer verschralen kade/oever om bloemrijke grasvegetatie te ontwikkelen.

  • Ontwikkelen en openstellen van de natuur om de beleving te verhogen.

    Het verbeteren van de biodiversiteit op het boerenland.

Afbeelding

Rolopvatting:

  • Ontwikkeling ecologische potenties: Samenwerkend en netwerkend

  • Versterking/behoud: Responsief, faciliterend en samenwerkend

Afbeelding

Wat willen we niet?

  • Verslechtering ecologische waarden

Afbeelding

Waar?

  • Weidevogel- en ganzengebieden

  • Natuur- en natuurontwikkelingsgebieden

  • Stroomruggen

  • Boerenlanden, tiendwegen en jaagpaden

  • Groene buffer A12

4.2.5 Water en klimaatverandering

Het watersysteem komt de komende jaren onder druk te staan. Samen met 14 gemeenten uit de regio Utrecht Zuidwest, de provincie Utrecht, Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden en Veiligheidsregio Utrecht is er gewerkt aan een regionale adaptiestrategie (RAS) en het regionale programma 'gevolgbeperking overstromingen'. De RAS is inmiddels vastgesteld. Hierin is opgenomen dat we 2050 een klimaatbestendige en waterrobuuste regio Utrecht Zuidwest hebben, waarbij het gebied en de samenleving zijn aangepast aan de gevolgen van klimaatverandering. Vanuit de RAS is het de bedoeling te komen tot een LAS (Lokale adaptatiestrategie).

Afbeelding

Doelen: 

  • Uitvoering van de doelstellingen in de regionale adaptiestrategie.

    We willen bestaande groengebieden en oppervlaktewateren zoals de Hollandsche IJssel en Lange Linschoten meer betrekken bij oplossingen om het wateroverlast te beperken door hevige regenbuien. Bovengronds zoeken we naar ruimte voor waterbuffers / meer wateroppervlak. Daarnaast moeten bij nieuwe ontwikkelingen structureel nadelige gevolgen door te hoge of te lage grondwaterstanden worden voorkomen en zal er kritisch worden gekeken naar de afweging tussen waterveiligheid en het mogelijk maken van vitale en kwetsbare functies.

  • Om droogte te voorkomen willen we in het landelijk gebied langer overtollig water vasthouden en het organische stofgehalte verhogen.

    Hiervoor werken we samen met het hoogheemraadschap en agrariërs aan een gedifferentieerd peilenbeleid, waardoor verdroging en bodemdaling beperkt kan worden.

  • Het waar mogelijk vergroenen van het verhard oppervlak in stedelijk gebied.

    Om neerslag direct of vertraagd in de bodem op te slaan en om hittestress in de woon- en leefomgeving tegen te gaan. Ook in het gebouwd gebied ligt (in het samenspel rondom peilbeheer) een belangrijke opgave om meer water te bufferen/ vast te houden.

  • De wens is om nieuwbouwlocaties klimaatadaptief en bodemdalingsbestendig te bouwen, zodat ze bestand zijn tegen weersextremen als gevolg van klimaatverandering.

  • We zetten ons in op het behouden en versterken van het (stedelijke) water en de bestaande (regionale) waterkeringen.

    Water in de stad wordt meer en meer een integrale opgave. Hierin zoeken we samen met het hoogheemraadschap naar mogelijkheden om waterprojecten met andere doelen te combineren. Bij (nieuwbouw) ontwikkelingen specifieke aandacht richten op materiaalgebruik en watercompensatie.

  • Samenwerken aan een meer klimaatadaptieve inrichting van (particuliere) percelen.

  • Zorg dragen voor de duurzame veiligstelling van de openbare drinkwatervoorziening en voorkomen van vervuiling van drinkwaterbronnen door activiteiten.

  • Alle overheden hebben een drinkwaterzorgplicht, bij afwegingen worden dan ook altijd de belangen van drinkwater meegenomen.

  • Het tegengaan van overstromingen en beheersen van de risico's hiervan.

    Hiervoor werken we met het concept meerlaagsveiligheid. Deze benadering werkt in drie ‘lagen’. De eerste laag is preventie: het zoveel mogelijk voorkomen van een overstroming. De tweede laag richt zich op het realiseren van een duurzame ruimtelijke inrichting van ons land. De derde laag zet in op een betere (organisatorische) voorbereiding op een mogelijke overstroming (rampenbeheersing).

Afbeelding

Rolopvatting:

  • Klimaatadaptieve maatregelen: Faciliterend, netwerkend en samenwerkend

  • Watercompensatie en nieuwe ontwikkelingen: Kaderstellend

  • Drinkwaterzorgplicht: Presterende overheid

Afbeelding

Wat willen we niet?

  • Waterbergingsopgaven afwentelen naar andere gebieden (tenzij doelmatig)

Afbeelding

Waar?

  • Groengebieden en oppervlaktewateren

  • Drinkwaterbeschermingsgebieden

  • Stedelijk gebied

  • Buitengebied

4.3 Netwerk

4.3 (infrastructurele) netwerken binnen gemeente Montfoort (1/2)

Naast de landschappelijke structuren en kwaliteiten zijn infrastructurele routes en ruimtelijke knooppunten zoals de dorpskernen en linten belangrijk voor de samenhang, het gebruik en verplaatsing binnen onze fysieke leefomgeving. Hetzelfde geldt voor het bestaande groen en de openbare ruimte. De bestaande netwerken vormen een ordeningsprincipe, we bouwen namelijk voort op bestaande netwerken.

4.3.1 Mobiliteit

Mobiliteit is de vraag naar verplaatsingsbehoefte die ontstaat uit de activiteiten wonen, werken en recreatie en is daarom nauw verbonden met de bereikbaarheid en de leefbaarheid van een omgeving. De afgelopen jaren is de vraag naar mobiliteit toegenomen. De verwachting is dat deze behoefte verder zal blijven toenemen. De groei is niet alleen veroorzaakt door de autonome groei, maar ook door de lokale vraag naar ruimtelijke ontwikkeling te voorzien. 

Mobiliteit heeft echter een keerzijde, de infrastructuur neemt steeds meer ruimte in beslag en het heeft een negatieve effect op het milieu, met name de luchtkwaliteit en door de toenemende vraag neemt de bereikbaarheid af. Om de huidige en toekomstige vraag naar mobiliteit te voorzien is het van belang dat we ons beleid richten op het verduurzamen van de mobiliteit. Duurzame mobiliteit gaat over de uitdaging een evenwicht te bereiken tussen bereikbaarheid, economie, leefmilieu en klimaat.

Afbeelding

Autoverkeer:

  • Bereikbaarheid, leefbaarheid en toegankelijkheid binnenstad van Montfoort verbeteren.

    De komende jaren gaan we hier mee aan de slag. Zo willen we onder andere de verkeerscirculatie aanpassen om de doorgaand verkeer in de binnenstad te weren. Ook willen we parkeerterreinen creëren aan de rand van de binnenstad om auto’s aan de rand van de binnenstad op te vangen, de blauwe zones aanpassen een parkeerverbod instellen en parkeervakken maken waar wel geparkeerd mag worden. Hiermee is er minder verkeer door de smalle straten in de binnenstad en wordt de binnenstad veiliger en neemt de veiligheid en de leefbaarheid toe.

  • Onderzoeken of de inzet van deelmobiliteit mogelijk is.

    Hiermee hopen we het autobezit terug te dringen en op een duurzame manier de verplaatsingsbehoefte te voorzien.

  • Het realiseren van oplaadpunten voor elektrische voertuigen om het gebruik van duurzame vervoersmiddelen te stimuleren.

Afbeelding

Langzaam verkeer (fiets- en voetgangers):

  • Op de (gemeentelijke) infrastructuur de fiets voorrang geven ten opzichte van de auto.

    De fiets is bij uitstek een duurzame vervoersmiddel om de korte en middellange afstand. Het beleid is er daarom op gericht op het gebruik van de fiets zoveel als mogelijk te faciliteren.

  • Voorzien in voldoende stallingsvoorzieningen

  • Aanpak onveilige kruispunten op het fietsnetwerk;

    Zoals het kruispunt Doeldijk-Cattenbroekerdijk- Lindeboomsweg- IJsselveld en de N228 Anne Franklaan – de Meern, herinrichting Knollemanshoek. Ook willen we op meerdere plekken de breedte van fietspaden verbeteren en fietspaaltjes saneren of vervangen door veiligere fietspaaltjes.

  • Educatie van jongeren op school en fietstraining voor ouderen

  • Het verbeteren van de (regionale) bereikbaarheid en verkeersveiligheid.

    We willen de hoofdfietsverbinding binnenstad, Hofstraat- Om ’t Hof- Hofplein als fietsstraat inrichten. Op dit moment ontbreken tevens regionale fietsverbindingen zoals Reyerscop -Doeldijk.

  • Veiligere voetpaden/stoepen naar de belangrijkste voorzieningen. Ingericht op het gebruik door minder valide inwoners.

  • Verbeteren/ aanleggen van fiets- en wandelpaden langs recreatieve activiteiten.

Afbeelding

Openbaar vervoer:

  • Verbeteren van de kwaliteit van de busverbindingen.

    Het openbaar vervoer is, gezien de ontwikkelingen in de OV voorzieningen de laatste jaren, geen volwaardig alternatief voor de auto. De (regionale) wens is dit te verbeteren, dit wordt onderzocht.

  • Zorgen voor goede bereikbaarheid van de bushalten en voldoende fietsstallingen bij de bushalten.

Afbeelding

Rolopvatting:

  • Gemeentelijke wegen en infrastructuur: Presterend en initiërend

  • Provinciale infrastructuur en netbeheerders: Netwerkend

Afbeelding

Wat willen we niet?

  • Toename van de negatieve effecten van mobiliteit

  • Verslechteren van de verkeersveiligheid en een toename van het aantal verkeersslachtoffers

  • Overmatige groei van het autoverkeer/congestie op de wegen

  • Verslechteren van de bereikbaarheid, ook voor hulpdiensten en vuilophaaldiensten

Afbeelding

Waar?

  • Auto-infrastructuur

  • Fiets-infrastructuur

  • Openbaar-vervoer routes

  • Wandelroutes

4.4 Netwerken en landschappen binnen de gemeente Montfoort (2/2)
afbeelding binnen de regeling
4.3.2 Groen en openbare ruimte

Binnen de gemeente is er behoefte aan groene gebieden met een ontmoetings- of evenementenfunctie. Voor de levendigheid van de stad willen we dan ook meer (groene) ontmoetingspleinen te creëren. De groene gebieden kunnen tevens gebruikt worden om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen en om in te bewegen. Dit kan ook in combinatie met speelvoorzieningen. We willen de Lange Linschoten en de Hollandsche IJssel aansluiten op de openbare ruimte en de kernen meer op de rivier te richten.

Afbeelding

Doelen:

  • De openbare ruimte nodigt uit om elkaar te ontmoeten en tot een langer verblijf in de buitenruimte.

    We streven naar meervoudig gebruik van de openbare ruimte, aaneengesloten groen en een openbare ruimte die uitnodigt tot het maken van een wandeling.

  • Het groen nodigt uit tot ontdekken, (on)bewust bewegen en biedt voldoende speelmogelijkheden.

    Er is behoefte aan (meer)trapveldjes in of nabij de wijk. Bestaande speelvoorzieningen en de algehele openbare ruimte moeten daarnaast groener worden ingericht.

  • Het vergroenen van bestaande (woon)wijken, samen met bewoners.

    Door bijvoorbeeld de aanleg van meer groene (speel)voorzieningen en voortuinen, samen met en door inwoners. In Linschoten willen we de structuur van de sloten uit de graslanden terugbrengen in het stedelijk gebied en straten vergroenen.

  • Groen moet het gevoel van veiligheid versterken en een positieve invloed hebben op bedrijven, horeca en winkelgebieden.

    We willen de verhouding bebouwing en groen verbeteren door bijvoorbeeld het aanplanten van nieuwe bomen en het faciliteren van geveltuinen. Ook willen we het Stadspark ten zuiden van de binnenstad van Montfoort beter laten aansluiten op het centrum en de wijken.

  • De stad meer op de rivier richten.

    We willen de openbare ruimte langs de Hollandsche IJssel en de Lange Linschoten aantrekkelijk en uitnodigend inrichten en waar mogelijk zitplaatsen creeëren. Op termijn onderzoeken we de mogelijkheden voor het terugbrengen van de gracht in het centrum van Montfoort. We willen het zicht op bedrijventerreinen wegnemen, bebouwing meer met de voorkant naar de rivier richten of achterkanten landschappelijk inpassen.

  • Bij een uitbreiding of herinrichting dient er meer verweving te komen tussen het stedelijk- en buitengebied.

    Ook in de toekomstige ontwikkelingem dient een goede balans te zijn tussen groen en andere functies in de openbare ruimte.

  • Veranderingen in de landbouw en de klimaatopgave aangrijpen om een deel van de verdwenen diversiteit in natuurlijke en landschappelijke zin opnieuw terug te brengen.

  • Inzetten op de deels openbare, kleine, landschappelijke elementen. in het buitengebied.

    Dit doen we door in onze rol als beheerder een voorbeeldrol te nemen. Bijvoorbeeld door langs wegen op meer ecologische vormen van bermbeheer in te zetten.

Afbeelding

Rolopvatting:

  • Groene en aantrekkelijke openbare ruimte: Initiërend en samenwerkend

  • Aanleg en beheer openbare ruimte: Doelmatig en verantwoordelijk

Afbeelding

Wat willen we niet?

  • Een afname van het binnenstedelijk groen

  • Minder m2 ruimte voor groen en water in stedelijk gebied

Afbeelding

Waar?

  • Groenstructuren en openbare ruimtes in kernen

  • Openbare, landschappelijke elementen in het buitengebied

Afbeelding

4.4 Gebruik

4.5 Ontwikkelingen binnen gemeente Montfoort

Om aantrekkelijk te blijven voor inwoners, ondernemers en bezoekers is het belangrijk om voldoende ruimte te bieden aan bestaande en nieuwe activiteiten en functies. In deze laag gaan we daarom in op de gewenste ontwikkeling van de gemeente. Dit gaat over ontwikkelingen, activiteiten en functies waar we als gemeente ruimte aan willen bieden. We gaan hierbij uit van de centrale waarden en de Montfoortse schaal.

4.4.1 Wonen

We richten ons op de (boven)lokale behoefte, voor alle verschillende doelgroepen met verschillende wensen en financiële mogelijkheden. Met woningbouw kan een bijdrage worden geleverd aan de vitaliteit en leefbaarheid van de kernen. Binnen de stedelijke contour is echter te weinig ruimte om voldoende woningen te bouwen met de kwaliteit die we willen. Deze vraag zal daarom voor een deel opgevangen moeten worden buiten de rode contouren. Als gemeente proberen we met passende woonmilieus de beeldkwaliteit en ruimtelijke kwaliteit te behouden en te versterken. Te realiseren woonmilieus in Montfoort kenmerken zich door traditionele waarden als groen, ruimte en rust, met traditionele architectuur.In Linschoten is daarnaast ook ruimte voor wat meer op privacy-gerichte woonmilieus met modernere architectuur. 

De beëindiging van agrarische bedrijven en de daaraan gekoppelde doorgaande schaalvergroting is een belangrijke ontwikkeling in het buitengebied. Hierdoor is ruimte voor functieverandering die kan leiden tot een woonfunctie - al dan niet in combinatie met – passende bedrijvigheid. In het buitengebied zijn ook karakteristieke lintstructuren te vinden. Een (klein) deel van de woningvraag zou opgevangen kunnen worden door deze te intensiveren. Met een minimale impact op het landschap kan er worden voortgeborduurd op de cultuurhistorische manier van uitbreiden in het polder- en rivierenlandschap, om zo de linten levendig te houden. 

We bieden kansen voor het realiseren of aanbouwen van mantelzorgwoningen bij bestaande woningen, waardoor ouderen langer zelfstandig en dicht bij hun kunnen mantelzorger wonen. In 2020 is er een onderzoek uitgevoerd naar de woon/zorg opgave in onze gemeente vanaf heden tot 2040. Door de uitkomst van dit onderzoek is er zicht gekomen op de huisvestingsopgave voor diverse zorgvragers de komende jaren. Momenteel wordt er gewerkt aan een ruimtelijke doorvertaling van deze opgaven.

Afbeelding

Doelen:



  • Bouwen voor de behoefte.

    We willen woningen bouwen voor alle verschillende doelgroepen met verschillende wensen en financiële mogelijkheden, in de vrije sector maar óók sociale huur. We richten ons hierbij primair op woningen die aansluiten bij de lokale vraag, zodat doorstroming mogelijk is. Er liggen kansen voor nieuwbouw binnen de kern en aan de rand van de kern, waarbij ruimte wordt geboden voor creativiteit en nieuwe (woon) concepten.



  • Streven naar een groei van het aandeel sociale huurwoningen.

    30% van de 430 te bouwen woningen tot 2030 worden sociale huurwoningen. Insteek is deze verspreid door de gemeente te bouwen op zowel inbreidings- als uitleglocaties’



  • Verduurzaming bij woningbouwontwikkeling stimuleren.



  • Woonmilieus moeten het “dorpse” en groene karakter van de gemeente waarborgen.

    Nieuwe ontwikkelingen moeten dan ook bij deze kwaliteiten, maat en schaal passen. Hoogbouw is niet gewenst.



  • We willen de mogelijkheden die zich aandienen voor woningbouw actief benutten door inbreiding, transformatie of herstructurering. Hierbij werken we met een creatieve en/of projectmatige aanpak, ook

    voor verduurzaming.



  • We bieden nieuwbouwwoningen voor verschillende leeftijdsgroepen, huishoudenstypen en inkomensgroepen.

    Bij bouw/inbreiding/herstructurering is het belangrijk de gewenste doelgroep te bedienen.



  • Eventuele uitbreiding van woonwijken laten aansluiten op de huidige (beeld)kwaliteit en waar mogelijk deze versterken.



  • Bij ontwikkelingen in het buitengebied de landschappelijke kwaliteiten, zoals het karakter en structuren van de linten, bewaken en waar mogelijk, versterken.

    Hierom willen we tussenruimtes tussen bebouwing in de linten en tussen lintbebouwing en stad/dorp handhaven; Doorzichten tussen woningen en bedrijven in het lint naar het achterland zijn belangrijk.



  • Bij (vervangende) nieuwbouw in het buitengebied dient de bebouwing op te gaan in het landschap en daardoor niet als storende factor te worden ervaren.

    Bij toepassing van de Ruimte voor Ruimte regeling kunnen woningen in de nabijheid van de kwaliteitswinst (slopen van schuren) een plek krijgen, mits passend in de omgeving. Eventuele nieuwe woningen mogen de omliggende bedrijven ook niet beperken in hun bedrijfsvoering.

     

Afbeelding

Rolopvatting:

  • Bestaande woningvoorraad: Faciliterend

  • Nieuwbouw: Samenwerkend en toezichthoudend

Afbeelding

Wat willen we niet?

  • De mogelijke ontwikkelruimte binnen bestaand stedelijk gebied beperken.

  • Oplopen tekort woningen

  • (hoog)stedelijke nieuwbouw

  • Afname van de hoeveelheid groen en te weinig ruimte voor gezond leven, afname van de leefbaarheid van de kernen.

  • Bouwmogelijkheden binnen de historische stadstuinen en groene gebieden direct grenzend aan de binnenstad.

Afbeelding

Waar?

  • Uitbreidingslocaties

  • Binnenstedelijke herstructureringslocaties

  • Vrijkomende agrarische bebouwing

4.4.2 Bedrijvigheid

Onder bedrijvigheid verstaan we bedrijven, bedrijventerreinen, kantoren en detailhandel. Op de bedrijventerreinen van Montfoort zijn verschillende bedrijven in de maakindustrie gevestigd. Deze bedrijven maken producten met vakmanschap en vormen belangrijke (regionale) werkgevers. De afgelopen jaren wordt er steeds meer thuisgewerkt en door de coronacrisis zal dit naar verwachting sterk toenemen. Met een grotere groep mensen die thuiswerken zal de fysieke omgeving ook anders ingericht moeten worden. Vanuit de maakindustrie is er echter behoefte aan aanvullende ruimte. De huidige bedrijventerreinen groeien echter tegen de grenzen van de rode contour aan. Als gemeente willen we meegroeien met de lokale wens en zoeken we naar passende oplossingen. Daarnaast biedt het woningbouwprogramma ruimte voor alle doelgroepen, waardoor er ook meer woningen voor de lokale werknemers kunnen worden gerealiseerd.

Afbeelding

Doelen:



  • Ook buiten de rode contouren zoeken naar bedrijfslocaties.

    Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB) kan hierin een rol spelen.



  • Beperkt uitbreiden van bedrijventerrein Heeswijk.

    Het huidige bedrijventerrein IJsselveld blijft echter de voornaamste vestigingslocatie in Montfoort.



  • Ruimte bieden aan bedrijven die naadloos aansluiten op de huidige Montfoortse industrie.

    Waarbij we eerst ruimte bieden aan bestaande bedrijven. Eventuele nieuwe bedrijvigheid moet qua functie en bebouwing aansluiten bij de kleinschaligheid van de gemeente. Grootschalige logistiek en distributie is niet gewenst.



  • Bedrijvigheid in Linschoten op termijn anders bestemmen.

    Bijvoorbeeld als gemengd gebied in plaats van alleen bedrijvigheid.



  • Detailhandel en bedrijvigheid niet spreiden, maar clusteren.

    Aansluiten en concentreren op bestaande bedrijventerreinen, inspelen op lokale uitbreidingsruimte in plaats van grootschalige regionale behoefte.



  • Nieuwe grotere of hinderveroorzakende bedrijven binnen het stedelijke woongebied niet toestaan en bestaande waar mogelijk uitplaatsen.

    We dragen samen met de veiligheidsregio Utrecht zorg voor een zo veilig mogelijke woonomgeving waarin we nieuwe overlastgevende activiteiten of activiteiten met externe veiligheidsrisico’s niet toe staan in woongebieden en/of zeer kwetsbare gebouwen of vitale locaties in de buurt van risicobronnen.



  • Duurzame landbouw moet op het gebied van energie, klimaat, bodem en voedselproductie de mogelijkheid krijgen om te groeien.

    De landbouw is een belangrijke drager van het landelijk gebied en een sterke sector die ruimte moet krijgen voor ontwikkeling.



  • Nevenactiviteiten stimuleren.

    We willen bedrijven stimuleren om meer in te spelen op de bestaande lokale identiteiten, kwaliteiten van de gemeente en de regionale vraag naar hoogwaardige streekproducten of een (nog) grotere rol te vervullen als ecologisch landschapsbeheerder. Eventuele nieuwe voorzieningen moeten echter geen beperkingen opleveren voor huidige landbouwactiviteiten.



  • Ondernemers stimuleren om bedrijfsterreinen en individuele bedrijven te verduurzamen.

    We willen ondernemers ondersteunen bij vragen rondom verduurzaming en mogelijke subsidiëringen.

Afbeelding

Rolopvatting:

  • Uitbreiding/herstructurering bedrijfslocaties: Faciliterend en netwerkend

  • Verduurzaming: Faciliterend en samenwerkend

Afbeelding

Wat willen we niet?

  • Toename areaal overlast gevende industrie – zwaar verkeer/hoge milieucategorie.

  • Het gebruiken van eventuele toekomstige bedrijventerreinen voor grootschalige logistiek/distributieVeroudering / verloedering van (oudere) bedrijventerreinen.

  • Dat omliggende bedrijven door functieverandering (VAB) in hun bedrijfsvoering worden beperkt.

  • Ontwikkeling nieuwe industriële bedrijvigheid in de historische linten.

  • Afname van m2 groen (bijvoorbeeld door herstructurering)

  • Nieuwvestiging en grootschalige uitbreiding van niet-agrarische bedrijven in de Hollandsche IJsselzone. Bij bedrijventerrein Heeswijk is beperkte uitbreiding mogelijk.

Afbeelding

Waar?

  • Bestaande en toekomstige bedrijventerreinen

4.4.3 Voorzieningen

Montfoort en Linschoten hebben beide een historische kern die aantrekkelijk is voor bezoekers en inwoners. We willen ons op het gebied van voorzieningen richten op het (nog) meer clusteren en meer een vermenging te creëren tussen de horeca en retail.

Afbeelding

Doelen:



  • Verbeteren van de sportvoorzieningen.

    Linschoten heeft behoefte aan een vernieuwd sportpark waar slimmer gebruik wordt gemaakt van de ruimte door meer samenwerking tussen de verenigingen en slimmer gebruik van de ruimte. Ook willen we de ruimte bieden bieden om de openbare ruimte meer in te richten voor sportactiviteiten. Door de sportvoorzieningen te verbeteren willen we inzetten op het verbeteren van de gezondheid van onze inwoners.



  • Verbeteren van het verblijfsklimaat van de dorpscentra.

    Hierbij richten we ons onder andere richten op vergroening van de openbare ruimte en de mogelijkheid tot ontmoeten.



  • Streven naar een compact en aaneengesloten winkelgebied.



  • Het winkelaanbod en de belevingswaarde van de binnenstad verbeteren.

    Om een levendige winkelstraat te behouden willen we ons aanpassen op de landelijke trends.

Afbeelding

Rolopvatting:

  • Centrumfuncties: Samenwerkend en netwerkend

  • Verbeteren sportvoorzieningen: Initiërend en presterend

Afbeelding

Wat willen we niet?

  • Spreiding van detailhandel-functies buiten de wijk- en dorpscentra.

Afbeelding

Waar?

  • CentrumgebiedenBestaande sportvoorzieningen en openbare ruimtes

4.4.4 Recreatie en toerisme

Toerisme en recreatie zijn belangrijke pijlers. Hierin wordt prioriteit gelegd bij het versterken van de recreatieve- en verblijfsfunctie. De gemeente moet aantrekkelijker worden voor toeristen. We richten ons dan ook op verbetering van de mogelijkheden voor kleinschalige dagrecreatie. We zien ook graag meer recreatief medegebruik (in kwantiteit en kwaliteit) zolang dit past binnen de landschappelijke randvoorwaarden.

Afbeelding

Belangrijkste opgaven/uitgangspunten:



  • Voldoende ruimte voor recreatie en groen behouden, waarbij we inzetten op dagrecreatie, structuur én vermarkting.

    De gezamenlijke ambitie is samenwerken, lokaal én regionaal en inzetten op wandelen, fietsen, varen én cultuur. Ook moeten agrariërs meer in staat gesteld worden om kleinschalige recreatieve activiteiten te organiseren.



  • De wandel- en fietsroutes in de gemeente verbeteren en de kano-routes in stand houden.

    Dit geldt voornamelijk langs de Hollandsche IJssel. Het geplande fietspad van Leidsche Rijn naar de Mastwijkerdijk vormt hierin al een verbetering. In de toekomst willen we verder inzetten op betere wandel- en fietsroutes die aansluiten op de kernen, zoals een fietsverbinding Cattenbroek - Blindeweg/ Reijerscop.



  • De bijzondere culturele (historische) voorzieningen van onze gemeente behouden.

    Hierbij zien we kansen om ruimte te bieden voor meer evenementen.



  • Beter faciliteren van (recreatieve) vaarroutes en uitbreiding aanlegplaatsen in de kernen.

    De GHIJ vormt een belangrijke vaarweg binnen onze gemeente. Watergebonden voorzieningen kunnen worden gecombineerd met andere voorzieningen zoals horeca.



  • Het gebied langs de IJssel ontwikkelen tot een hoogwaardig landschappelijk en recreatief gebied.

    Er liggen langs de IJssel goede kansen om recreanten vanuit stedelijk gebied te ontvangen.



  • Voor het Landgoed Linschoten en het gebied ten zuiden van Willeskop streven naar een extensief recreatief, landschappelijk en natuurlijk park.

    Deze gebieden vormen hoogwaardige natuurgebieden. Vanaf Landgoed Linschoten wordt een recreatieve verbinding gelegd via Willeskop naar de Lek. De agrarische delen van het landgoed blijven behouden als waardevol landschap, daar is een parkfunctie niet gewenst.



  • In de historische kernen en het landelijke gebied meer inspelen op de kwaliteiten van het landschap en de kernen.

    In de historische kernen en het landelijke gebied is ruimte voor de groei van verblijfslocaties.

Afbeelding

Rolopvatting:

  • Recreatie:

  • Faciliterend, netwerkend en samenwerkend

Afbeelding

Wat willen we niet?

  • Grootschalige recreatieparken. We zetten in op rustige, extensieve recreatie.

Afbeelding

Waar?

  • Wandel- en fietsroutesLangs de IJssel

  • Historische kernen en het landelijk gebied

4.4.5 Energie en grondstoffen

De gemeente Montfoort volgt de ambitie van het Rijk en wil in 2050 een energie- en klimaatneutrale gemeente zijn. Met het voorziene elektriciteit in 2030 en de voorziene toenamen van het elektriciteit gebruikt naar 2050 vinden we het belangrijk om, conform het Klimaatakkoord, tot 2030 een eerste stap te zetten in de opwek van hernieuwbare elektriciteit zodat we in 2050 daadwerkelijk alle elektriciteit duurzaam opwekken. Tot 2030 zien we hiervoor voornamelijk mogelijkheden in zonne-energie. Daarom willen we in 2030 voor 50% van onze eigen energiebehoefte duurzaam opwekken. We zoeken daarbij zoveel mogelijk samenwerkingsverbanden met marktpartijen, (lokale) organisaties en andere overheden.

Afbeelding

Doelen:



  • Een afvalloze samenleving, circulaire economie en het gebruik van grondstoffen reduceren of hergebruiken.

    Een afvalloze samenleving en circulaire economie is het ultieme doel maar er wordt in ieder geval gestreefd naar een duurzaam afvalbeheer. Duurzaam en circulair bouwen kan hieraan bijdragen. Ook het optimaal (her)gebruiken en behouden van reeds beschikbare materialen en producten hoort hierbij. De gemeente zet hierom in op bewustwording. Met een wijkgerichte benadering, campagnes in de media en afvalcoaches als mogelijke instrumenten willen we de verspilling van voedsel en het gebruik van verpakkingsmaterialen terug dringen en zorgen dat er niet overbodig geconsumeerd en geproduceerd wordt.



  • Stimuleren van kleinschalige duurzame energie opwekking.

    Hierbij valt te denken aan (particuliere) initiatieven voor zon op dak, kleine windmolens, energiebesparing, hernieuwbare warmte en energiezuinig bouwen.



  • De woningvoorraad is in 2050 energieneutraal.

    Hierbij hebben we voorkeur voor de keuzes die ook het elektriciteitsverbruik zo laag mogelijk houden en piekbelasting voorkomen. De verdere uitwerking van dit doel vindt plaats in de 'Transitievisie Warmte'.



  • Duurzame bedrijvigheid en duurzaam bouwen stimuleren.

    We willen het energieverbruik reduceren, bijvoorbeeld door gebruik te maken van energiezuinige apparaten. Ook bijvoorbeeld waterbesparend bouwen draagt hier aan bij.



  • We onderzoeken de mogelijkheden wat betreft (grootschalige) hernieuwbare warmtebronnen en opwekking van duurzame energie. Zie hiervoor ook het kader.

    Combinatie met andere functies of onbenutte gronden zijn hierin kansrijk. Een mooi voorbeeld hiervan is 'Energietuin Mastwijk' waar op de voormalige vuilstort de aanleg van een groot zonnepark wordt onderzocht. Bij initiatieven voor grootschalige energieopwekking vinden we maatschappelijk en bestuurlijk draagvlak van groot belang. We streven ernaar dat vijftig procent van een energieproject in lokaal eigendom (bijvoorbeeld coöperatief) komt. We willen dat iedereen de mogelijkheid heeft om daarin mee te doen, ongeacht financiële draagkracht.

Afbeelding

Rolopvatting:

  • Energieopwekking: Samenwerkend en kaderstellend

  • Grondstoffen: Samenwerkend en netwerkend

Afbeelding

Wat willen we niet?

  • Energieopwekking nabij of in natuur- en weidevogelgebieden

  • Energie opwekken met hoge windturbines

Afbeelding

Waar?

  • Zoekgebieden energieopwekking

  • Nieuwe en bestaande bedrijventerreinen en woonwijken

Afbeelding met hemel, boom, plant, schermopname

Door AI gegenereerde inhoud is mogelijk onjuist.

l

Afbeelding

4.5 Omgeving

Naast dat we kwalitatieve kaders stellen, pragmatische afwegingen maken vanuit de netwerken en ruimte bieden aan gewenste ontwikkelingen stellen we in deze laatste laag ook grenzen aan deze gewenste ontwikkelingen. We willen namelijk een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving voor onze inwoners garanderen. Hierbij is het belangrijk aandacht te hebben voor de huidige milieukwaliteit en waar mogelijk te sturen op gezondheid, veiligheid en duurzaamheid.

4.5.1 Bewegen, zorg en welzijn

De focus op (positieve) gezondheid is een relevante ontwikkeling. Een gezondere levensstijl wordt steeds belangrijker onder inwoners, men wil meer gaan bewegen, gezonder leven en in een gezonde omgeving wonen. Onze ambitie is dat inwoners van Montfoort zich gezond voelen, veerkrachtig zijn en het vermogen hebben zich aan te passen en de eigen regie te voeren, in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven. De komende jaren willen we verder onderzoeken hoe we met de inrichting van de fysieke leefomgeving bijdragen aan oplossingen voor bijvoorbeeld zorgbehoevende ouderen, vereenzaming, jeugdproblematiek, overmatig drugs- en drankgebruik en overgewicht. De leefomgeving 'beweegvriendelijk' maken is hier een belangrijk onderdeel van.

Afbeelding

Doelen:



  • Behouden en verbeteren van de goede gezondheidssituatie van inwoners

    We willen hiervoor onder andere het alcohol- en drugsgebruik actief tegengaan en voorkomen en faciliteiten van de sportverenigingen in combinatie met andere gezondheidsvoorzieningen blijven ontwikkelen. Daarnaast willen we overgewicht bestrijden door burgers bewust te maken van het belang van gezonde voeding en beweging, zoals door het stimuleren van het fietsgebruik. Het inrichten van de openbare ruimte met voldoende groen en ruimte voor ontmoeting behoort ook tot dit doel, evenals het bewaken van een goede luchtkwaliteit.



  • Voldoende groen en ruimte voor ontmoeten en bewegen in de openbare ruimte

    We denken hierbij onder andere aan beleefbaar groen, betere en meer wandelpaden en voorzieningen als meer bankjes in de openbare ruimte. We streven naar het aanbieden van voldoende uitdagende en veilige speelvoorzieningen voor kinderen en het stimuleren van buiten bewegen voor ouderen. Maar ook het verbeteren van wandelpaden, het beleefbaar maken van groen en het voorzien in voldoende bankjes in de openbare ruimte.



  • Er is passend en inclusief beweegaanbod in onze gemeente



  • Er wordt bewogen in een veilige en uitdagende sportomgeving



  • Het beweegaanbod is gemakkelijk vindbaar en toegankelijk voor iedereen



  • Een positieve en gezonde omgeving om in te bewegen



  • Tegengaan eenzaamheid bij zwakkere groepen in de samenleving en het weerbaar maken en bevorderen van de psychische gezondheid van jongeren, volwassenen en senioren



  • Mogelijk maken om ouderen zo lang mogelijk veilig thuis te laten wonen, zodat verzorgingstehuizen niet overvol raken

    Hiervoor willen we inzetten op het preventief aanpassen van de woning voor mensen die langer thuis blijven wonen. Aandachtspunt hierbij is het beperken van (brand) veiligheidsrisico's.



  • Voldoende zorgpunten en voldoende aanbod verpleeghuiszorg realiseren en het clusteren van zorg- en welzijnsvoorzieningen



  • Op basis van de opgave zorgen voor voldoende woonopties voor de verschillende zorgdoelgroepen, waarbij het uitgangspunt is om te spreiden over de kernen en in te spelen op de wensen van de betreffende doelgroep als het gaat om locatie kenmerken.



  • Per initiatief kijken naar locatiespecifieke huisvestingsmogelijkheden.

    Naast de ouderenzorg zijn er ook andere doelgroepen die een ruimtevraag hebben. Dit vraagt per doelgroep om maatwerk.

Afbeelding

Rolopvatting:

  • Voldoende zorg- en huisvestingsmogelijkheden: Regie houdend, kaderstellend.

  • Verbeteren gezondheidssituatie: Samenwerkend, faciliterend en verbindend.

Afbeelding

Wat willen we niet?

  • Achteruitgang van de gezondheidssituatie van inwoners op alle mogelijke facetten

  • Afname zorgpunten en -voorzieningen

Afbeelding

Waar?

  • Gehele grondgebied gemeente Montfoort

4.5.2 Veiligheid en sociale samenhang

We staan voor 

een veilige, leefbare en gezonde samenleving, voor onze inwoners, ondernemers en bezoekers. In Montfoort moet iedereen in een veilige omgeving kunnen wonen, werken en recreëren. Veilig leven in Montfoort vergt een verantwoordelijkheidsgevoel van ons allemaal. Inwoners, gemeente, ondernemers, politie en het maatschappelijk middenveld werken daarom continu samen om de subjectieve en objectieve veiligheid in Montfoort te verbeteren. Veiligheid moet eigenlijk gezien worden als een satépen door alles heen. Bij elke beleidsontwikkeling zou standaard de vraag gesteld moeten worden wat een en ander betekent voor de fysieke-, de sociale- en zeker de digitale veiligheid.

Afbeelding

Doelen:

  • Het accent ligt op preventie: voorkomen is beter dan genezen.



  • Verhoging van de mate van toezicht en handhaving.

    We willen een betrouwbare, dienstbare, bereikbare en laagdrempelige overheid zijn.



  • Zero tolerance ten aanzien van ondermijnende criminaliteit.

    We pakken risicolocaties, waaronder het buitengebied, aan en zetten actief in op het tegengaan van drugs- en alcoholgebruik onder jongeren.



  • De fysieke leefomgeving zo in richten dat deze ook een veilige leefomgeving garandeert.

    Veiligheid moet al een een vroeg stadium worden meegewogen als thema in de fysieke leefomgeving. Dit houdt bijvoorbeeld in dat hinderveroorzakende of externe veiligheidsrisico's veroorzakende bedrijven niet worden toegestaan in woongebieden en/of nabij zeer kwetsbare gebouwen.



  • De sterke sociale structuren behouden.

    Ook als er in de toekomst meer bezoekers naar de gemeente trekken. We willen conflictsituaties voorkomen door de openbare ruimte, verkeerssituaties en parkeermogelijkheden goed op elkaar af te stemmen. We koesteren de vrijwilligers die zich inzetten voor de sociale cohesie in de wijken.



  • Burgers betrekken bij de aanpak van veiligheidsproblemen om de veiligheid te verbeteren.

    Een actieve bijdrage van inwoners, ondernemers, scholen etc. wordt verwacht om de veiligheid en zelfredzaamheid te vergroten.



  • Wijk- en buur(t) activiteiten stimuleren.

    Deze activiteiten vergroten de sociale samenhang in een buurt of wijk. Dat zijn zowel gezelligheidsactiviteiten als activiteiten waarbij de inwoners hun eigen talent gebruiken om elkaar te helpen. Initiatieven van inwoners die daaraan bijdragen stimuleren we. 

Afbeelding

Rolopvatting:

  • Toezicht en handhaving: Kaderstellend en verantwoordelijk

  • Sociale samenhang: samenwerkend en verbindend

Afbeelding

Wat willen we niet?

  • Toename van criminaliteitscijfers, meldingen van overlast en het onveiligheidsgevoel.

Afbeelding

Waar?

  • Gehele grondgebied gemeente Montfoort

4.5.3 Milieu

Wij vinden een goed milieu een wezenlijk onderdeel van een goede fysieke leefomgeving. Daarom hechten wij grote waarde aan een goede bodemkwaliteit, weinig geluidhinder, een goede luchtkwaliteit, weinig geurhinder, een hoge externe veiligheid en weinig lichthinder. Dit komt ook de woonkwaliteit en de recreatie ten goede. In de koers voor de deelgebieden wordt de afwegingsruimte voor de verschillende milieuaspecten nader beschreven. Hierbij maken wij het voorbehoud dat nog niet voor ieder milieuaspect een (volledige) afweging is gemaakt. De lokale afwegingsruimte zal de komende jaren verder worden ingevuld.

In de kaart met omgevingsaspecten (afbeelding 4.6) geven we - op hoofdlijnen - een overzicht van mogelijke beperkingen voor ontwikkelingen. Het gaat hier bijvoorbeeld om geluidcontouren, hoogspanningsnetwerken en bedrijven met bepaalde risico's. Nieuwe stedelijke ontwikkelingen en transformatie van, of menging nabij, deze beperkingen kunnen ervoor zorgen dat de grenzen worden opgezocht wat betreft milieunormen.

Ook liggen er binnen de gemeente belangrijke transport- en hoofdleidingen. Eenmaal in de grond is het uit oogpunt van maatschappelijke kosten gewenst dat leidingen zo lang mogelijk ongestoord kunnen blijven liggen. Daarvoor is het voor de grote doorgaande transportleidingen van belang dat daar in de ruimtelijke planvorming rekening mee gehouden wordt.

Afbeelding

Doelen:



  • We streven naar een goed woon- en leefklimaat op de verschillende milieuaspecten.

    Aangezien de wisselwerking tussen de functionele indeling van een gebied en de kaderstelling van deze milieuthema’s duidelijk van invloed is op de ambities die we stellen, gebruiken we hiervoor een gebiedsgerichte benadering. We stellen in elk gebied per milieuthema onze ambitie vast – gaan we voor de standaard normstelling of voor een hogere of lagere (wettelijke) normstelling.



  • We streven naar een verbetering van de luchtkwaliteit.

    Te denken valt aan maatregelen die bijdragen aan schoner vervoer en minder uitstoot. Deze ambitie zal de komende jaren nader worden uitgewerkt.



Afbeelding

Rolopvatting:

  • Milieunormen en ambities: Kaderstellend

  • Beheer en bescherming: Kaderstellend en verantwoordelijk

Afbeelding

Wat willen we niet?

  • Verslechtering van de huidige milieukwaliteit van de bodem, water en lucht.

  • Toename van overlast door geluid, geur en luchtkwaliteit.

Afbeelding

Waar?

  • Per deelgebied. Dit wordt verder uitgewerkt in hoofdstuk 5.

Afbeelding

4.6 Visie op hoofdlijnen

In de voorgaande hoofdstukken zijn de onderdelen van de omgevingsvisie opgebouwd. In deze paragraaf sommen we de visie op hoofdlijnen, oftewel onze richtinggevende ambities, samen en vertalen dit ruimtelijk naar de visiekaart.

We hebben vitale kernen gelegen in een prachtig landschap, maar niets doen is geen optie. Het behouden van wat we hebben is hard werken. Er komen namelijk diverse uitdagingen op de gemeente af. Van grote ruimtelijke vraagstukken, zoals opgaven op het gebied van woningbouw en energietransitie, sociale vraagstukken omtrent bijvoorbeeld vergrijzing en grote zorgopgaven en bredere maatschappelijke opgaven zoals een veranderd klimaat en gevolgen van nieuwe technologische mogelijkheden. Het toekomstbestendig maken van de gemeente in zowel de manier van werken, de grote ruimtelijke, sociale en bredere maatschappelijke veranderingen staat dan ook centraal in deze omgevingsvisie. Oftewel, we werken aan:

"Een toekomstbestendige gemeentemet vitale kernen in een waardevol landschap"

Toekomstbestendigheid, vitaliteit en een waardevol landschap begint bij de geschiedenis. Bij wat we door de eeuwen heen hebben opgebouwd met elkaar. Het beschermen en behouden van wat onze gemeente uniek maakt, onze onderscheidende kernkwaliteiten, is dan ook een belangrijke ambitie. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om kwaliteiten in de ondergrond, natuurgebieden en landschappelijk en cultuurhistorisch waardevolle elementen. Ook het waarborgen dat een ieder deel kan nemen aan de samenleving, het versterken van de sociale cohesie en eisen stellen op het gebied van gezondheid en veiligheid hoort hier bij.

We integreren in deze omgevingsvisie diverse maatschappelijke opgaven. Soms zitten daar tegengestelde belangen in. Daarom stellen we, waar nodig, nu al per gebied bepaalde prioriteiten. Zo geven we bijvoorbeeld aan waar wij ruimte voor woningbouw, duurzame energie en transformatie of uitbreiding van bedrijvigheid zien. Daarnaast geven we aan waar we inzetten op verbetering van veiligheid voor fietsverbindingen, groen willen inzetten voor verbetering leefbaarheid en klimaatadaptatie en waar wij kansen zien voor nieuwe verbindingen. Veel van deze gebieden zijn nu nog 'zoekgebieden' dat wil zeggen dat we hier omtrent nog een nadere uitwerking en afweging maken. Dit doen we in overleg met lokale belanghebbenden. Naast eventuele initiatiefnemers, eigenaren en mede-overheden gaat dat uiteraard ook om omwonenden. Een voorbeeld betreft de aanduiding omtrent de zoekgebieden voor woningbouw. Samen met eigenaren, omwonenden en mede-overheden zullen de locaties komende periode nader worden uitgewerkt.

Deze visie is een belangrijke, doch eerste, stap in de beleidscyclus van de toekomstige Omgevingswet. Het bevat de hoofdlijnen voor de fysieke leefomgeving, maar is bovenal een uitnodiging aan de samenleving tot deelname aan het realiseren van onze gezamenlijke doelen en wensen. We nodigen een ieder dan ook van harte uit om met voorstellen te komen hoe zij aan deze visie invulling willen geven. Zoals we uit de diverse omgevingsvisiegesprekken hebben opgehaald:

“We nemen de tijd voor elkaars belangen en maken keuzes waar nodig.”

In de omgevingsvisiekaart op de volgende pagina is de ruimtelijke vertaling van de diverse thematische uitgangspunten uit hoofdstuk 4 samengevat.

Afbeelding

5. Gebiedsgerichte uitgangspunten

Aan de hand van de aanwezige en gewenste structuren en ontwikkelingen beschrijven we in dit hoofdstuk de koers voor de specifieke deelgebieden. We onderscheiden hierbij acht deelgebieden, ieder met een eigen karakter, kwaliteiten en ontwikkelrichtingen.

In de deelgebieden spelen verschillende opgaven. In de volgende paragrafen geven we aan wat het gewenste karakter is van de specifieke deelgebieden. Deze doelstellingen zijn gebaseerd op de resultaten van de verdiepingssessies, raadsavonden en besprekingen tijdens de tweede week van de omgevingsvisie. We zetten in op initiatieven die passen bij de koers per deelgebied. We staan per gebied ook stil bij de ambitiebepaling op het gebied van milieu, gezondheid en veiligheid.

Toelichting deelgebieden;

Woonwijken


De beide kernen van de gemeente hebben een eigen karakter en trekken verschillende doelgroepen aan. Er is een lokale behoefte en een grote regionale druk op de woningmarkt. Om de kernen levendig en vitaal te houden is ontwikkeling van beide kernen van belang. Ruimte bieden aan nieuwe instroom en ruimte bieden aan de woonwensen van onze inwoners bevordert de vitaliteit van de kernen en heeft een gunstig effect op het draagvlak voor voorzieningen. In de deelgebieden maken we onderscheid tussen de woonwijken van Montfoort en die van Linschoten. Binnen de woonwijken vallen ook alle openbare voorzieningen, zoals winkels, horeca, sportclubs en openbaar groen.

Centra/kernen

Beide kernen, Montfoort en Linschoten, ademen historie. Montfoort en Linschoten hebben beide een historische kern die aantrekkelijk is voor bezoekers en inwoners. Hierdoor zijn er verschillende winkels en horeca gelegenheden gevestigd in het centrum. In de deelgebieden maken we onderscheid tussen de kern Montfoort en de kern Linschoten.

IJsselzone

Hiermee bedoelen we De Hollandsche IJssel, de linten nabij de IJssel (Lindeboomseweg, Achthoven-West, Achthoven Oost, Willeskop, Heeswijk, Mastwijkerdijk, Heeswijk, IJsselveld en Waardsedijk) en de directe omgeving hiervan. Dit vormt een gebied waar wonen, werken, recreatie, groen en water centraal staan, als de aantrekkelijke groen- blauwe ader door het open landschap.

afbeelding binnen de regeling

Veenweidelinten

De verschillende veenweidelinten die door ons buitengebied lopen vormen een deelgebied waar wonen, landbouw en recreatie centraal staan. Onder de veenweidelinten verstaan we de Cattenbroekerdijk en het lint bij Blokland.

Landgoed Linschoten

Het Landgoed Linschoten met het bijzondere park, waterlopen, monumentale boerderijen en bossen is een van onze cultuurhistorische en recreatieve parels. Tevens is het landgoed ook de beheerder van een deel van het open landschap in de noordwest hoek van onze gemeente.

Buitengebied

In het deelgebied 'buitengebied' spelen de (toekomstige) rol van de landbouw en de komst van duurzame energiebronnen. Een groot oppervlak van onze gemeente bestaat uit landbouwgronden, met name voor melkveehouderijen. Daarnaast behoren de M.A. Reinaldaweg eb de Engherzandweg binnen dit deelgebied.

Bedrijventerreinen

Op de bedrijventerreinen van Montfoort zijn verschillende bedrijven in de maakindustrie gevestigd. De bedrijven maken producten met vakmanschap en zijn belangrijke regionale werkgevers.

Uitleg 'spinnenwebben'

Zoals hiervoor al aangegeven gaan we per deelgebied in op het gewenste karakter, en dus de gewenste functies per gebied. Dat doen we met een webdiagram. De thema's die het belangrijkst voor de toekomst zijn, scoren in het diagram het hoogste en staan dus verder naar buiten op het diagram. De scores zijn gebaseerd op de resultaten van de inwonersenquête.

Water en klimaat

Inspelen op klimaatverandering in de vorm van wateroverlast, droogte en hittestress is van groot belang. Wanneer dit thema op maximaal staat, zetten we maximaal in op klimaatadaptatie, waterkwaliteit en veiligheid.

Gezondheid en veiligheid

Deze opgave houdt in dat we hier gezond en veilig kunnen wonen, verblijven of recreëren. De gezonde, veilige, aantrekkelijke en multifunctionele fysieke leefomgeving draagt bij aan de leefkwaliteit en nodigt uit tot bewegen, ontmoeten en meedoen.

Wonen

Wanneer dit thema op maximaal staat, zetten we maximaal in op het creëren en behouden van een aantrekkelijke woonomgeving. De woningvoorraad en de huisvestingsopgave staat dan centraal.

Landschap en cultuurhistorie

Wanneer dit thema op maximaal staat in een deelgebied, is het versterken en bewaken van erfgoedwaarden, cultuurvoorzieningen en het onderscheidende landschap van maximaal belang.

Voorzieningen

Wanneer deze opgave in een deelgebied op maximaal staat, zijn hoogwaardige, passende en toegankelijke voorzieningen met betrekking tot zorg, welzijn, cultuur, onderwijs en sport van maximaal belang. Duurzame energie en grondstoffen Wanneer in een deelgebied dit thema op maximaal staat, zetten we de energievraag centraal. We zetten hier maximaal in op het verduurzamen van de leefomgeving en het opwekken van duurzame energie in de vorm van warmte of zonne-energie.

Afbeelding

Mobiliteit

Wanneer in een deelgebied dit thema op maximaal staat, zetten we maximaal in op de bereikbaarheid binnen dit deelgebied en naar de andere deelgebieden toe.

Bedrijvigheid

Wanneer in een deelgebied dit thema op maximaal staat, is de economische vitaliteit in de vorm van industrie, landbouw, handel, logistiek, retail en/of horeca van maximaal belang.

Recreatie en toerisme

Wanneer deze opgave op maximaal staat willen we hier meer inzetten op het uitbouwen van recreatieve en toeristische mogelijkheden. Hierbij maken we gebruik van wat we als gemeente al in huis hebben en bouwen dit verder uit.

Natuur, groen en openbare ruimte

Wanneer dit thema op maximaal staat, is de kwaliteit van de natuur en de groenvoorzieningen van maximaal belang. Het groen staat hier centraal, zowel in het buitengebied als binnenstedelijk, evenals de verbetering van de kwaliteit van de openbare ruimte.

Uitleg 'mengpanelen'

De gezondheid van onze inwoners wordt deels beïnvloed door factoren in de fysieke leefomgeving. Met omgevingsbeleid kunnen wij sturen op het minimaliseren van de negatieve factoren en het verbeteren van ruimtelijke factoren die de gezondheid bevorderen. De (klassieke) milieuthema's zijn luchtkwaliteit, lichtuitstoot, geur, geluidsoverlast, trillingen en bodem- en watervervuiling. Het scheiden van milieubelastende activiteiten en kwetsbare functies, zoals wonen, scholen en kinderdagverblijven kan bijdragen aan een gezonde fysieke leefomgeving.

In dit hoofdstuk wegen we per deelgebied de milieuthema's af tegen de ontwikkelingen die we zien in het deelgebied. Hier komt vervolgens een bepaalde ambitie uit, die uiteindelijk in het omgevingsplan wordt vertaald in een norm. De minimale wettelijke grenswaarde is hierbij onze ondergrens. Wanneer we dus voor een lage milieukwaliteit kiezen, voldoen de waarden nog steeds aan de vereiste normen. Er zal dus nooit sprake zijn van méér overlast dan wettelijk toegestaan. We zien echter wel ruimte om op bepaalde in de gemeente hogere normen te stellen, waarmee we de omgevingskwaliteit in de komende jaren willen verbeteren of juist op onderdelen de grens op te zoeken om ontwikkelingen mogelijk te maken.

In veel gevallen zal het ambitieniveau gelijk zijn aan het huidige kwaliteitsniveau. Hier gaan we dan ook uit van het behouden en waarborgen van de huidige omgevingskwaliteit. Maar door verduurzaming van onze woningvoorraad, mobiliteit en economische activiteiten en met behulp van bijvoorbeeld groenvoorzieningen kunnen we de leefomgeving gezonder en veerkrachtiger maken. Hier zullen we dan een hoger kwaliteitsniveau hanteren. Aandachtspunt hierbij is wel dat bijvoorbeeld energietransitie ook negatieve effecten kan hebben op de veiligheid en op milieuaspecten, bijvoorbeeld geluidsoverlast van warmtepompen.

Ook bestaat er een nuancering per deelgebied. Het kan bijvoorbeeld voor komen dat we centraal in het gebied andere ambities hanteren dan aan de randen, waar bijvoorbeeld al een weg of spoorlijn loopt. Het kwaliteitsniveau biedt een globale ambitie voor het gehele deelgebied, maar is niet specifiek bindend per locatie. De uiteindelijke, verplichte normen worden opgenomen in het omgevingsplan.

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding

Kwaliteiten en ambities

Kwaliteiten

Zowel Linschoten als Montfoort bieden een aantrekkelijk woonplek voor leefstijlen die in landelijke kernen willen wonen, op korte afstand van het stedelijk gebied: jong en oud, rijk en arm. Door het vele groen in en rond de stad kunnen de inwoners relatief snel in een groene omgeving zijn. Daarnaast bestaat er een traditionele lokale samenhang en een rijk verenigingsleven. Richting de toekomst zetten we in op het borgen van de kenmerkende ruimtelijke structuren van de woonwijken en bijbehorende cultuurhistorische elementen en groenstructuur. Daarbij zetten we in op een klimaatbestendige groenstructuur en watersysteem. 

Netwerk

De bereikbaarheid en ontsluiting van de woonwijken moet op peil blijven en met eventuele ontwikkelingen meegroeien. Bij ontwikkelingen in het wegennet staat verkeersveiligheid voorop. We zetten in op de transitie richting duurzame mobiliteit. Denk hierbij aan het realiseren van openbare laadpalen en meer ruimte voor langzaam verkeer in het straatbeeld.

Montfoort heeft van oudsher een sterke binding met Utrecht. Dat heeft ondermeer geleid tot een openbaar vervoerverbinding met Utrecht. In andere richtingen is de verbinding met het openbaar vervoer minder. De komende jaren willen we, samen met andere gemeenten in de regio, nadenken over een verbeterde ontsluiting, zodat het aantrekkelijker wordt om het openbaar vervoer te gebruiken. Ook willen we inzetten op het verbeteren van (snel)fietsverbindingen.

In de woonwijken van Montfoort speelt evenals in Linschoten de wens om de woonwijken te vergroenen. Er dienen meer speelvoorzieningen te komen. Hierbij gaat leefbaarheid boven auto's in de wijk. We willen het ruimtebeslag van de geparkeerde auto in de wijken niet evenredig laten toenemen. Nu al wordt een relatief groot oppervlak in beslag genomen door het parkeren. Kwaliteiten zoals groen en ruimte voor bewegen en spelen willen we behouden.

Gebruik

We willen bouwen aan toekomstbestendige kernen. Dit zijn kernen waar we voorsorteren op de grote opgaven van deze tijd, zoals de verduurzaming en een gezonde leefomgeving. We willen rekening houden met mensen die afhankelijk zijn van nabijheid van voorzieningen.

De noodzaak van nieuwe woningen is hoog. Dit vraagt om het actief benutten van de (schaarse) mogelijkheden die zich aandienen door inbreiding, transformatie of herstructurering. De woningnood moet echter niet ten koste gaan van het groen, bereikbaarheid en veiligheid. De balans tussen verschillende belangen is belangrijk en dient hand in hand te gaan.

De woonwijken willen we toekomstbestendig (duurzaam en levensloopbestendig) maken. We zetten in op groene, gezonde, inclusieve en toekomstbestendige wijken voor jong en oud in een wijkgerichte aanpak. Daarvoor zijn voldoende passende woningen nodig en is het noodzakelijk dat we alleen ruimte bieden aan functies die goed passen in een woonwijk. Zo zijn grotere evenementen niet toegestaan. Ook voor bedrijvigheid is geen ruimte, tenzij kleinschalig ‘aan huis’ en het geen (milieu/geluid/verkeer) overlast veroorzaakt. We streven naar woonwijken met voldoende rust en ruimte, dus is er geen ruimte voor bijvoorbeeld hoge windmolens of te drukke wegen. De openbare ruimte moet schoon en veilig zijn, en uitnodigen om kinderen buiten te laten spelen en mensen elkaar te laten ontmoeten.

Te realiseren woonmilieus in Montfoort kenmerken zich door traditionele waarden als groen, ruimte en rust, met traditionele architectuur. We streven binnen deze kaders wel naar diversiteit binnen woonwijken, met ruimte voor verschillende woonstijlen en doelgroepen.

Met name in de kern Montfoort zijn er veel wijken uit de jaren ’60 en ’70. Deze woningen zijn nu rond vijftig jaar oud. Doorgaans is dit een indicatie van verminderde kwaliteit waarbij binnen afzienbare tijd een renovatiemoment aan de orde is, waarbij verduurzaming meegenomen kan worden. De verantwoordelijkheid ligt hiervoor primair bij de eigenaren van woningen. Zij moeten dan wel informatie hebben over de noodzaak en mogelijkheden van energetische verbeteringen. Woningcorporaties hebben tevens een grote rol wat betreft onderhoud en verduurzaming. We streven naar een energieneutrale woningvoorraad in 2050. We willen dan ook samen met de inwoners inzetten op de verduurzaming van de huidige woningvoorraad. Hetzelfde geldt voor het klimaatadaptief inrichten van (particuliere) percelen.

Voor de woonwijken geldt over het algemeen een regulier niveau van welstand. Voor de wijk Hofdijk/Doeldijk, de wijk Tabakshof Oost, de wijk Hofland Oost en het Stadspark geldt qua welstandsniveau een plus niveau van welstand. Bouwplannen moeten voldoen aan de bijbehorende criteria uit de welstandsnota.

Afbeelding

Omgeving

Woonwijken mogen geen druk gebied zijn, zoals het centrum. Om een rustig hoogkwalitatief woonmilieu te garanderen worden voor lucht, geluid, trillingen en geur een hoge milieukwaliteit nagestreefd. Door de wijken willen we ook zo min mogelijk zwaar verkeer hebben dat de externe veiligheid kan verminderen en zijn nieuwe activiteiten met externe veiligheidsrisico's ongewenst.

De woonwijken vormen een groot deelgebied. Voor sommige wijken geldt dat ze dichtbij (provinciale) wegen of bedrijventerreinen liggen, hier wordt het behalen van de lucht- en geluidsnorm een uitdaging. Bij nieuwe ontwikkeling wordt daarom goed gekeken naar de ligging en gezocht naar mogelijkheden om een zo hoog mogelijke omgevingskwaliteit te behalen.

Nuancering is ook op andere aspecten denkbaar. Op plaatsen met een concentratie van kwetsbare inwoners, zoals nabij verzorgingstehuizen is de ambitie op het gebied van bijvoorbeeld externe veiligheid het hoogst. Hier wordt per ontwikkeling invulling aan gegeven.

Hier wordt in het algemeen ingezet op de standaardkwaliteit van de bodem die hoort bij de functie wonen. Op gevoelige functies binnen woonwijken, zoals kinderspeelplaatsen, streeft de gemeente dan een hogere bodemkwaliteit na.

Afbeelding
afbeelding binnen de regeling
Afbeelding
Afbeelding

Kwaliteiten en ambities

Kwaliteiten

De woonwijken van Linschoten zijn onder te verdelen in drie uitbreidingswijken:

  • 1.

    de wijk Noord, gelegen tussen het dorp en de provinciale weg;

  • 2.

    de wijk Rapijnen, ten zuiden van de Montfoortsevaart;

  • 3.

    de wijk Overvliet, ten noorden van Rapijnen.

Het dorp heeft een compacte opbouw in het open weidelandschap, waarbij de historische dorpskern, de omliggende waterwegen en de historische weides rondom de kern zorgen voor een blijvende aantrekkingskracht. Door het vele groen in en rond het dorp kunnen de inwoners relatief snel in een groene omgeving zijn. Richting de toekomst zetten we in op het borgen van de kenmerkende ruimtelijke structuren van de woonwijken en bijbehorende cultuurhistorische elementen en groenstructuur. Daarbij zetten we in op een klimaatbestendige groenstructuur en watersysteem.

Netwerk

De bereikbaarheid en ontsluiting van de woonwijken moet op peil blijven en met eventuele ontwikkelingen meegroeien. We zetten in op de transitie richting duurzame mobiliteit. Denk hierbij aan het realiseren van openbare laadpalen en meer ruimte voor langzaam verkeer in het straatbeeld. Bij ontwikkelingen in het wegennet staat verkeersveiligheid voorop.

In de woonwijken speelt de wens om de woonwijken te vergroenen. Er dienen meer speelvoorzieningen te komen. Hierbij gaat leefbaarheid boven auto's in de wijk. We willen het ruimtebeslag van de geparkeerde auto in de wijken niet verder laten toenemen. Nu al wordt een relatief groot oppervlak in beslag genomen door het parkeren. Kwaliteiten zoals groen en ruimte voor bewegen en spelen willen we behouden.

Eén van de kwaliteiten van Linschoten is haar vrije ligging in het Groene Hart. De verbindingen tussen dorp en de verschillende delen van het buitengebied worden hier en daar echter doorsneden en het buitengebied is niet overal goed toegankelijk. Het maximaal benutten van de aanwezige recreatieverbindingen in het buitengebied biedt de mogelijkheid om voor diverse doelgroepen dit gebied te ervaren. Er zal worden ingezet op rustige extensieve recreatie.

Gebruik

De kern Linschoten is meer een forensendorp nabij de uitvalswegen naar het grootstedelijk gebied van Utrecht, Den Haag en Rotterdam. Naast de autonome vraag van de eigen bevolking is er een aanvullende vraag van settelers, jonge stellen, moderne gezinnen en gearriveerde gezinnen die kiezen voor een rustige en goed bereikbaar woonmilieu. Zij hebben minder binding met het traditionele dorpsleven, maar het ruimtelijke karakter van Linschoten trekt hen aan. In Linschoten is woningbouw, naast inspelen op de lokale behoefte, bedoeld voor forensen en ter voorkoming van verdringing aan de onderkant van de markt.

In de huidige woningvoorraad bestaat weinig ruimte voor herstructurering om de woningvoorraad aan te passen voor een brede bevolkingssamenstelling. Voor de nieuw te ontwikkelen bebouwing geldt dat deze in schaal, maat en uitstraling moet passen bij het huidige dorp. Dit houdt in dat daar waar gestapelde bouw wordt gerealiseerd deze zeker niet hoger is dan de kerktoren.

Bij de bouw van de woningen wordt aangesloten bij het huidige kleinschalige karakter van Linschoten. Hier is ruimte voor wat meer op privacy-gerichte woonmilieus met modernere architectuur. We willen binnenstedelijke ruimte efficiënt gebruiken, maar ook soepeler zijn met rode contouren, waarbij we het land aan de Liefhovendijk vrijhouden. De woonwijken willen we toekomstbestendig (duurzaam en levensloopbestendig) maken. De woonwijken moeten bijdragen aan gezond gedrag. Nieuwe ontwikkelingen mogen niet ten koste gaan van het groen, bereikbaarheid en veiligheid. De balans tussen verschillende belangen is belangrijk en dient hand in hand te gaan.

We zetten in op groene, gezonde, inclusieve en toekomstbestendige wijken voor jong en oud. Daarvoor zijn voldoende passende woningen nodig en is het noodzakelijk dat we alleen ruimte bieden aan functies die goed passen in een woonwijk. Zo zijn grotere evenementen niet toegestaan. Ook voor bedrijvigheid is geen ruimte, tenzij kleinschalig ‘aan huis’ en het geen (milieu/geluid/verkeer) overlast veroorzaakt.

Afbeelding

We streven naar een energieneutrale woningvoorraad in 2050. Ook hier willen we daarom samen met de inwoners inzetten op de verduurzaming van de huidige woningvoorraad en een klimaatadaptieve inrichting van percelen. Bij verduurzaming gaat het bijvoorbeeld om alternatieven voor aardgas, energiebesparende maatregelen (bijvoorbeeld isolatie) en mogelijkheden tot kleinschalige opwek van energie (zon op dak).

Voor de woonwijken geldt een regulier niveau van welstand. Voor het land rondom de Liefhovendijk en Engherzandweg/Nieuwe Zandweg e.o. en de Korte Linschoten Oost- en Westzijde geldt qua welstandsniveau een plus niveau van welstand. Bouwplannen moeten voldoen aan de bijbehorende criteria uit de welstandsnota.

Afbeelding

Omgeving

Woonwijken mogen geen druk gebied zijn, zoals het centrum. Om een rustig hoogkwalitatief woonmilieu te garanderen worden voor lucht, geluid, trillingen en geur een hoge milieukwaliteit nagestreefd. Door de wijken willen we ook zo min mogelijk zwaar verkeer hebben dat de externe veiligheid kan verminderen en zijn nieuwe activiteiten met externe veiligheidsrisico's ongewenst.

De woonwijken vormen een groot deelgebied. Voor sommige wijken geldt dat ze dichtbij (provinciale) wegen of bedrijventerreinen liggen, hier wordt het behalen van de lucht- en geluidsnorm een uitdaging. Bij nieuwe ontwikkeling wordt daarom goed gekeken naar de ligging en gezocht naar mogelijkheden om een zo hoog mogelijke omgevingskwaliteit te behalen.

Nuancering is ook op andere aspecten denkbaar. Op plaatsen waar meer (kwetsbare) inwoners wonen is de ambitie op het gebied van bijvoorbeeld externe veiligheid het hoogst.

Hier wordt per ontwikkeling invulling aan gegeven. Hier wordt in het algemeen ingezet op de standaardkwaliteit van de bodem die hoort bij de functie wonen. Op gevoelige functies binnen woonwijken, zoals kinderspeelplaatsen, of nabij de waterwinning Linschoten, streeft de gemeente een hogere bodemkwaliteit na.

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding

Kwaliteiten en ambities

Kwaliteiten

De binnenstad van Montfoort heeft een oude, stadse uitstraling. De kleinschalige en compacte binnenstad kent veel cultuurhistorische elementen en oude patronen. Er is nog steeds veel oude bebouwing in het centrum terug te vinden en De Hollandsche IJssel zorgt voor extra beleving van het water.

Netwerk

De historische kern van Montfoort is niet berekend op de tegenwoordige mobiliteit. We zetten in op een goed bereikbaar centrum. Hiervoor is het Uitvoeringsprogramma Binnenstad opgesteld.

We zetten hierin in op de volgende punten: 

  • Belemmeren doorgaand verkeer, toegankelijk houden straten

  • Meer ruimte voor winkelend publiek

  • Toevoegen parkeerplaatsen

  • Fietser en voetganger hoofdgebruiker van route bushalte - Wellantcollege

  • Opwaarderen toevoerwegen vanaf parkeerplaatsen buiten de binnenstad

  • De Plaats wordt horecaplein

  • Weren doorgaand vrachtverkeer

  • Gevolgen voor hulpdiensten en afvaldiensten beperken

De afhandeling van verkeer heeft direct invloed op keuzes in weginrichting, aanleg of verwijdering parkeerplaatsen, inrichting van verschillende straten, toestaan van terrassen en uitstallingen en dergelijke. We staan aan de vooravond om te starten met een aantal van deze aanpassingen. Met een aantal voorgestelde ingrepen is doorgaand verkeer voor een groot deel te weren uit de binnenstad en zal er ook minder vrachtverkeer door de binnenstad rijden. De volgende fasen van het uitvoeringsprogramma staan in het teken van herinrichting van de plekken nabij concentraties van horecagelegenheden, het creëren van goede verblijfsruimtes in de binnenstad en uiteindelijk de herinrichting van de belangrijkste winkelstraten. Verder zetten we ook in het centrum in op duurzame mobiliteit. Denk aan voldoende openbare laadpalen voor auto en fiets en daarnaast bekijken we welke innovatieve mobiliteitsconcepten, zoals deelmobiliteit, passend zijn.

In het centrum van Montfoort kunnen de historische ambiance, de oevers aan de Hollandsche IJssel en het mijden van lang parkeerders zorgen voor een beter woonmilieu. De openbare ruimte en voorzieningen moeten voor iedereen goed (en laagdrempelig) toegankelijk zijn. Daarnaast streven we naar het versterken van de entrees van de stad en het beter beleefbaar maken van de Hollandsche IJssel vanuit het centrum. Dit kan tevens bijdragen aan onze ambitie voor water en klimaat. Het centrum van Montfoort leent zich goed voor het combineren van klimaatadaptieve maatregelen met andere ambities.

Gebruik

In het centrum is levendigheid erg belangrijk. We zetten in op een aantrekkelijk, groen centrumgebied dat is gericht op de mogelijkheid tot boodschappen/winkelen, ontmoeten en recreëren voor iedereen. Er is ruimte voor een evenwichtige mix van activiteiten op het gebied van retail, horeca, cultuur, evenementen, toerisme en wonen.

De binnensteden staan onder druk, met name op het gebied van detailhandel. Bij de horecagelegenheden was de afgelopen jaren wel een stijging van de werkgelegenheid te zien. We richten ons dan ook op het clusteren van detailhandel en meer een vermenging te creëren tussen verschillende functies, waaronder ook wonen. Consumenten winkelen steeds meer online en dit merken winkels in een dorps- of stadscentrum. Om een levendige winkelstraat te behouden moet een winkelstraat zich aanpassen op deze trend, door winkelaanbod en belevingswaarde van de binnenstad te verbeteren. Met ambachtelijke streekproducten en een specifiek winkelaanbod (in de kernen) kan (toekomstig) toerisme bediend worden. In de historische kernen wordt tevens nog ruimte gezien voor de groei van verblijfslocaties. Deze locaties kunnen inspelen op de kwaliteiten van het landschap en de kernen.

Voor het centrum/binnenstad van Montfoort geldt qua welstandsniveau een bijzonder niveau van welstand. Bouwplannen moeten voldoen aan de bijbehorende criteria uit de welstandsnota.

Omgeving

Binnensteden zijn een druk gebied waar veel bewegingen van personen en goederen plaats vinden. Hier staat reuring boven leefbaarheid, maar om het woonmilieu goed te houden zal voorkomen moeten worden dat er extreme overlast ontstaat op het gebied van geluid, trillingen en geur door verkeer, horeca of evenementen.

Voor geluid van activiteiten en geur van bijvoorbeeld evenementen en horeca accepteren we in dit gebied dan ook een lagere kwaliteit dan bijvoorbeeld in de woongebieden, maar we hanteren nog steeds hogere normen dan wettelijk vereist. Zo willen we een goed woon- en leefklimaat garanderen.

We zetten in de hele gemeente, dus ook in het centrum, in op schone vervoersvormen en vergroening, hiermee streven we ook naar een betere luchtkwaliteit en een reductie van geluid van verkeer. Voor wat betreft bodemkwaliteit geldt dat deze door de historie een lage kwaliteit heeft. Door bij nieuwe grondtoepassingen in te zetten op standaard kwaliteit, zal door de tijd een betere bodemkwaliteit ontstaan.

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding

Kwaliteiten en ambities

Kwaliteiten

Het centrum van Linschoten bestaat uit het oude dorpshart en bijbehorende lintbebouwing nabij de Lange Linschoten en trekvaart. In de dorpskern, waaronder de Dorpstraat, Raadhuisstraat en de Hogewerf en omgeving, zien we veel karakteristieke en monumentale woonhuizen afgewisseld met andere functies.

Linschoten is goed bereikbaar vanuit zowel noordelijke als zuidelijke richting. Door de nabijgelegen aansluiting Woerden op de A12 is er een zeer goede verbinding met het landelijke hoofdwegennet.

De dooradering van de rivier door het dorpscentrum van Linschoten zorgt voor een hoge omgevingskwaliteit in het dorp. Het nog gave historische dorpscentrum is dan ook aangewezen als beschermd dorpsgezicht.

Netwerk

Ook de historische kern van Linschoten is niet berekend op de tegenwoordige mobiliteit. Gezien de weg- en omgevingscapaciteit overschrijdt het aantal voertuigen de maximale wegbelasting niet. Dit neemt niet weg dat de straten in het dorpscentrum niet bedoeld zijn voor doorgaand verkeer aangezien dit een verblijfsgebied is. De verkeerscirculatie en de parkeervoorzieningen moeten worden verbeterd. Het streven is om de historische dorpskern en het landelijke recreatieve gebied rondom de Lange Linschoten naadloos met elkaar te verbinden.

Gebruik

We richten ons in de dorpskern op behoud van het historische karakter, de leefbaarheid en bereikbaarheid voor zowel inwoners als recreatieve bezoekers.

We gaan uit van het zoveel mogelijk behouden van de huidige detailhandel. Indien andere voorzieningen eveneens daarbij gesitueerd zijn, bevordert dat de vitaliteit van een centrum, maar bovendien is het clusteren van voorzieningen ook van belang om de voorzieningen in het dorp te houden.

Voor het beschermde dorpsgezicht geldt qua welstandsniveau een bijzonder niveau van welstand. Bouwplannen moeten voldoen aan de bijbehorende criteria uit de welstandsnota. Voor nieuw te ontwikkelen bebouwing en activiteiten geldt in ieder geval dat deze in schaal, maat en uitstraling moet passen bij het huidige dorp.

Omgeving

Binnensteden zijn een druk gebied waar veel bewegingen van personen en goederen plaats vinden. Hier staat reuring boven leefbaarheid, maar om het woonmilieu goed te houden zal voorkomen moeten worden dat er extreme overlast ontstaat op het gebied van geluid, trillingen en geur door verkeer, horeca of evenementen.

Voor geluid van activiteiten en geur van bijvoorbeeld evenementen en horeca accepteren we in dit gebied dan ook een lagere kwaliteit dan bijvoorbeeld in de woongebieden, en kiezen we voor de standaard milieukwaliteit.

We zetten in de hele gemeente, dus ook in het centrum, in op schone vervoersvormen en vergroening, hiermee streven we ook naar een betere luchtkwaliteit en een reductie van geluid van verkeer. Voor wat betreft bodemkwaliteit geldt dat deze door de historie een lage kwaliteit heeft. Door bij nieuwe grondtoepassingen in te zetten op standaard kwaliteit, zal door de tijd een betere bodemkwaliteit ontstaan.

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding

Hierboven zijn de diverse beleidsthema's voor de uitbreidingslocaties voor woningbouw geprioriteerd. Deze zijn indicatief, relatief en kwalitatief bedoeld. Dat wil zeggen: hiermee worden richting, voorkeuren en prioriteiten ten opzichte van beleidsthema's onderling aangegeven. Dit betekent niet dat bepaalde ontwikkelingen met een lage prioriteit in zijn geheel onmogelijk worden gemaakt, echter worden zij wel ondergeschikt gemaakt aan de belangen vanuit de andere thema's.

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding

Kwaliteiten en ambities

Kwaliteiten

De Hollandse IJssel vormt een specifiek onderdeel van het landschap van de gemeente. Montfoort is ontstaan aan de zuidoever van de Hollandse IJssel. Aan de noordzijde is het zicht op de rivier en op Montfoort het meest oorspronkelijk. Er liggen hier goede kansen om recreanten vanuit stedelijk gebied te ontvangen. Naast de Hollandsche IJssel behoren ook de linten nabij de IJssel (Lindeboomseweg, Achthoven-West, Achthoven Oost, Willeskop, Heeswijk, Blokland, Mastwijkerdijk, Heeswijk, Waardsedijk en IJsselveld) en de directe omgeving hiervan tot deze zone. Het vormt een gebied waar wonen, werken, recreatie, groen en water centraal staan, als de aantrekkelijke groen-blauwe ader door het open landschap.

Netwerk

Langs de IJsselzone willen we inzetten op vergroting van de capaciteit wat betreft klimaatadaptatie. In dit gebied zijn meerdere functies te combineren, van waterberging en recreatie, tot het behoud van de biodiversiteit. In de bebouwde gebieden gebruiken we de openbare ruimte om water langer vast te houden en te bergen. Hier combineren we ook vergroening voor hittebestendigheid. 

De bereikbaarheid moet op peil blijven en met eventuele ontwikkelingen meegroeien. We zetten in op de transitie richting duurzame mobiliteit. Denk hierbij aan het realiseren van openbare laadpalen en meer ruimte voor langzaam verkeer in het straatbeeld.

Een aandachtspunt is de verkeersveiligheid in de linten. Er wordt vaak snel gereden en oversteken of fietsen is niet altijd even veilig. Bij nieuwe ontwikkelingen of functies die zorgen voor een toename aan verkeer, dient hier rekening mee te worden gehouden. 

Gebruik

Voor het gebied ten noorden van de Hollandsche IJssel zien we een ontwikkeling tot hoogwaardig landschappelijk en recreatief gebied. Dat kan ook de aanleg van bossen betekenen of meer open water. Bij ontwikkelingen staat de verbetering van de landschappelijke en ecologische kwaliteit voorop. Bestaande bedrijvigheid binnen deze zone kan behouden blijven. Nieuwvestiging van bedrijven of grootschalige uitbreiding is ongewenst, behalve als deze bedrijven aansluiten bij het gewenste recreatieve karakter van de zone.

Ten zuiden van de Hollandsche IJssel wordt wel ruimte gezien voor functieverandering en intensivering van lintbebouwing. Bij Heeswijk-oost bestaat ruimte voor uitbreiding van bedrijvigheid.

In de gehele Hollandse IJsselzone wordt woningbouw in het kader van Ruimte voor Ruimte aangemoedigd. Een (klein) deel van de woningvraag kan worden opgevangen door de linten te intensiveren. We zien hierin ruimte voor functieverandering. Met een minimale impact op het landschap en hierdoor wordt er voortborduurt op de cultuurhistorische manier van uitbreiden in het polder- en rivierenlandschap. Ook het opdelen van agrarische percelen of creatieve ideeën als tiny houses en boerenwinkels vormen een mogelijkheid in deze gebieden. We stimuleren tevens de ontwikkeling van recreatiegerichte bedrijfjes, zoals kamperen bij de boer, een landwinkel of kano- verhuur. Voor elk lint verschilt het hoe we om gaan met initiatieven. De voorwaarden voor het intensiveren van de linten worden de komende jaren nog verder uitgewerkt.

In de Hollandse IJsselzone ligt dus de nadruk op het aantrekkelijker maken van het verblijfsklimaat voor bewoners en recreanten. Het streven is naar een betere landschappelijke inpassing bij verbeteringen aan bestaande bedrijfslocaties. Voor bedrijven met een aan recreatie of natuurontwikkeling gelieerde functie kan een uitzondering worden gemaakt.

In de IJsselzone met bijbehorende linten geldt over het algemeen een plus niveau van welstand. Bouwplannen moeten voldoen aan de bijbehorende criteria uit de welstandsnota.

Omgeving

Ook het gebied rondom de Hollandsche IJssel omvat een groot gedeelte van onze gemeente. Een groot deel van dit gebied zal voornamelijk gebruikt worden voor landbouw, natuur en recreatie. We streven naar een relatief hoge kwaliteit op het gebied van geluid en geur. Voor bodem hanteren we een standaard kwaliteit; in de IJsselzone is door de langdurige menselijke activiteit sprake van een hogere chemische bodembelasting dan elders. De ligging nabij provinciale wegen zorgt ervoor dat een te hoge kwaliteitsnorm voor lucht niet realistisch is.

Aan de randen kan het opwekken van duurzame energie invloed kan hebben op de externe veiligheid. Om dit mogelijk te maken is de norm voor externe veiligheid dan ook lager. Nabij de linten en de woonwijken is de norm wel hoger. Per ontwikkeling zal hier worden gekeken wat de mogelijkheden zijn en wat de gewenste kwaliteit is.

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding

Gebruik

Ter plaatse van het Landgoed Linschoten kan een andere balans worden gezocht tussen natuur, erfgoed, landbouw en recreatie. Uitgangspunt is dat projecten in samenhang worden uitgevoerd en bijdragen aan de duurzame exploitatie van het landgoed.

Het landgoed draait op agrariers, er moet een goede combinatie zijn tussen agrarisch gebruik en recreatie. De agrarische delen van het landgoed blijven behouden als waardevol landschap, daar is een openbare parkfunctie niet gewenst. Projecten en ontwikkelingen moeten worden afgestemd met de agrariërs in het gebied.

Voor het landgoed, met het Huis te Linschoten, geldt een bijzonder niveau van welstand. Bouwplannen moeten voldoen aan de bijbehorende criteria uit de welstandsnota.

Omgeving

Dit gebied zal voornamelijk gebruikt worden voor landbouw en recreatie. We sturen op een veiligere en prettigere verblijfskwaliteit voor bewoners en bezoekers. Primair blijft het een landbouwgebied dus zetten we over het algmeen in op een standaard milieukwaliteit. Omdat het een belangrijk natuurgebied vormt zetten we de ambitie qua luchtkwaliteit, externe veiligheid en geluid door activiteiten relatief hoog. zijn Nieuwe activiteiten met externe veiligheidsrisico's zijn ongewenst. Ook kiezen we voor een hogere bodemkwaliteit omdat hier hoge natuurwaarden worden nagestreefd. Een goede bodemkwaliteit is van belang om deze ambitie waar te kunnen maken.

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding

Kwaliteiten en ambities

Kwaliteiten

Naast de twee kernen kent de gemeente ook een bijzonder buitengebied met verschillende buurtschappen en lintbebouwing. Het buitengebied kenmerkt zich door historische linten, openheid en markante boerderijen. Deze paragrafen richten zich alleen op het agrarisch land, de linten worden hierna behandeld onder 'veenweidelinten' en hiervoor onder 'IJsselzone'.

Het buitengebied bestaat uit agrarisch gebied met zowel grondgebonden als niet- grondgebonden landbouw. Veel gebieden met grondgebonden landbouw hebben landschappelijke, ecologische en cultuurhistorische waarden en worden gekenmerkt door recreatief medegebruik; binnen deze gebieden bevinden zich kleine recreatie- en natuurgebieden en ecologische verbindingszones. De landbouwsector is een belangrijke economische sector die ook een beheerder is van ons cultuurhistorische landschap.

Netwerk

De infrastructuur in het buitengebied moet gedeeld worden door utilitair (woon-werk en landbouw) en recreatief verkeer. In het buitengebied spelen niet-agrarische bedrijven een belangrijke rol in de werkgelegenheid. De verhoging van de verkeersdruk op de tamelijk smalle landbouwwegen leidt tot verkeersonveilige situaties een versnelde slijtage aan wegen en bermen. Bij toekomstige ontwikkelingen vormt dit een belangrijk aandachtspunt, bij herinrichting moeten de wegprofielen voldoen aan het principe 'durzaam veilig', waarbij onder andere fietspaden zoveel als mogelijk vrijliggend worden aangelegd.

De verbindingen tussen dorp en de verschillende delen van het buitengebied worden hier en daardoorsneden en het buitengebied is niet overal goed toegankelijk. Het maximaal benutten van de aanwezige recreatieverbindingen in het buitengebied biedt de mogelijkheid om voor diverse doelgroepen dit gebied te ervaren.

Gebruik

We willen ruimte bieden aan de veranderingen in het buitengebied. Hierom sturen we op open, kwalitatieve eisen en werken we niet voor alle onderwerpen met harde kaders.

Afbeelding
Afbeelding

De trend in het buitengebied onder agrariërs is schaalvergroting en/of verbreding of bedrijfsbeëindiging. Schaalvergroting is onder voorwaarden mogelijk en kan bijvoorbeeld gekoppeld worden aan winst op andere vlakken. Op het moment dat een agrarisch bedrijf stopt te bestaan, zijn er verschillende mogelijkheden om het erf een nieuwe invulling te geven. Een optie is de ruimte voor ruimte regeling: op het moment dat een agrarisch bedrijf stopt is het mogelijk om in de plaats van de opstallen een extra woning toe te voegen aan het buitengebied.

Veel agrarische ondernemers ontwikkelen tegenwoordig nevenactiviteiten in het kader van de verbrede landbouw. Een niet-agrarische nevenactiviteit kan een belangrijke aanvullende inkomstenbron zijn voor een agrariër. Wij willen hiervoor ruimte geven, waarbij we beoordelen op de kwaliteit die de activiteit toevoegt.

Uitbreiding van bestaande niet-agrarische bedrijven wordt onder voorwaarden toegestaan. Ook bij vrijkomende agrarische bebouwing worden, onder voorwaarden, andere functies toegestaan om de vitaliteit van het buitengebied te versterken. We streven naar economisch rendabele landbouw. Waar mogelijk kan dit worden gecombineerd met het opwekken van duurzame energie, bijvoorbeeld op agrarische daken. Versnippering van kleine bedrijven dient te worden voorkomen.

Bij ontwikkelingen in het buitengebied en aan de dorpsranden is landschappelijke inpassing van groot belang voor de leef- en woonkwaliteit. Schuren, bedrijfsgebouwen en andere grote bouwwerken moeten goed ingepast worden in het landelijke gebied. Nieuwe agrarische bebouwing moet goed in het landschap worden ingepast en worden voorzien van een erfinrichtingsplan. Bij aantasting van het landschap dienen compenserende maatregelen te worden getroffen.

Voor het buitengebied geldt over het algemeen een plus niveau van welstand. Voor de Haardijk, Noord Linschoterdijk en Blokland geldt het bijzonder niveau van welstand. Voor de ruilverkavelingslinten van Linschoten en Montfoort geldt het regulier niveau van welstand. In Linschoten zijn de Lagekade en de Schapenlaan te zien als ruilverkavelingslint. In Montfoort is de Benedenkerkweg te karakteriseren als ruilverkavelingslint. Bouwplannen moeten voldoen aan de bijbehorende criteria uit de welstandsnota.

Omgeving

Dit gebied zal voornamelijk gebruikt worden voor melkveehouderijen en recreatie. We stellen een hoge norm aan de lucht- en geluidskwaliteit. Dit heeft te maken met de ligging van natuur- en stiltegebieden binnen het buitengebied. Het blijft primair een landbouwgebied, daarom zetten we in een lage milieukwaliteit op het gebied van geur. 

Het gebied kent een hoge bodemkwaliteit, dit willen we graag zo houden en verzakking en verzilting tegen gaan. Het opwekken van duurzame energie wordt hier onderzocht, voor zover dit geen afbreuk doet aan ecologische en agrarische kwaliteiten. Dit zal invloed hebben op de externe veiligheid. Voor externe veiligheid accepteren dan ook een lager kwaliteitsniveau. Voor alle normen geldt de nuance dat dit bij per situatie kan verschillen, bijvoorbeeld als ontwikkelingen plaatsvinden nabij natuur- en/of stiltegebieden.

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding

Kwaliteiten en ambities

Kwaliteiten

De verschillende veenweidelinten die door ons buitengebied lopen vormen een deelgebied waar wonen, landbouw en recreatie centraal staan. Onder de veenweidelinten verstaan we de Cattenbroekerdijk en het lint bij Blokland. De linten zijn een sterk historisch kenmerk van het buitengebied. We richten ons hier op behoud en versterking van de identiteit van het open en groene landschap door behoud van het contrast tussen de open weidegebieden, de besloten linten, de halfopen oeverwallen van de Hollandsche IJssel en de Lek en het uitgestrekte stroomgebied van de Lek.

Netwerk

De bereikbaarheid moet op peil blijven en met eventuele ontwikkelingen meegroeien. We zetten in op de transitie richting duurzame mobiliteit. Denk hierbij aan het realiseren van openbare laadpalen en meer ruimte voor langzaam verkeer in het straatbeeld.

Een aandachtspunt is de verkeersveiligheid in de linten. Er wordt vaak snel gereden en oversteken of fietsen is niet altijd even veilig. Bij nieuwe ontwikkelingen of functies die zorgen voor een toename aan verkeer, dient hier rekening mee te worden gehouden.

Gebruik

De bedrijven in de linten zijn gebonden aan de eisen en randvoorwaarden die gesteld worden aan bouwen in het buitengebied. Met het vervangen van agrarische gebouwen bestaat er een kans dat er meer bebouwing in het buitengebied ontstaat. Landschappelijke kwaliteiten, zoals het karakter en structuren van de linten, zijn hierbij belangrijke aandachtspunten.

Een (klein) deel van de woningvraag kan worden opgevangen door de linten te intensiveren. We zien hierin ruimte voor functieverandering. Met een minimale impact op het landschap en hierdoor wordt er voortborduurt op de cultuurhistorische manier van uitbreiden in het polder- en rivierenlandschap. Ook het opdelen van agrarische percelen of creatieve ideeën als tiny houses en boerenwinkels vormen een mogelijkheid in deze gebieden. Voor elk lint verschilt het hoe we om gaan met initiatieven, verdichting bij Blokland is bijvoorbeeld minder gewenst door de hoge historische waarde. Hier zijn andere functies denkbaar dan in een sterk agrarische lint als de Cattenbroekerdijk. De exacte voorwaarden voor het intensiveren van de linten worden de komende jaren nog verder uitgewerkt.

We willen samen met de inwoners en bedrijven inzetten op de verduurzaming van de huidige bebouwing. Het gaat om alternatieven voor aardgas, energiebesparende maatregelen (bijvoorbeeld isolatie) en mogelijkheden tot kleinschalige opwek van energie (zon op dak).

Voor de veenweidelinten geldt over het algemeen een plus niveau van welstand. Bouwplannen moeten voldoen aan de bijbehorende criteria uit de welstandsnota

Omgeving

We streven in dit gebied naar het combineren van functies als landbouw, wonen, energietransitie, klimaatadaptatie, natuurontwikkeling en recreatie. Om een rustig woon-, natuur- en recreatiegebied te garanderen streven we naar hoge kwaliteitsnormen wat betreft activiteiten. We streven naar het verminderen van de impact van (landbouw)bedrijven op het milieu. De ligging nabij de snelweg en provinciale wegen zorgt ervoor dat een te hoge kwaliteitsnorm voor lucht en geluid niet realistisch is. Ook zijn er een aantal veehouderijen aanwezig binnen dit gebied, voor geur wordt dan ook de standaardkwaliteit wordt gehanteerd. In het algemeen wordt ingezet op de standaardkwaliteit van de bodem.

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding

Kwaliteiten en opgaven

Kwaliteiten

Het bedrijventerrein IJsselveld in Montfoort is totaal circa 50 hectare groot en kan worden getypeerd als een echt handels- en industrieterrein. Opvallend is het grote aantal (bedrijfs)woningen, met name langs de Steenovenweg en de Waardsedijk Oost. Het bedrijventerrein heeft vooral een lokale functie.

Het bedrijventerrein van Linschoten is tot ontwikkeling gekomen aan het water. Van oudsher is hier een houthandel gevestigd. Het bedrijventerrein is gelegen aan de noordkant van Linschoten en toegankelijk vanaf de N204.

Netwerk

Een goede bereikbaarheid is van groot belang voor de bedrijventerreinen. De bestaande bedrijventerreinen zijn goed bereikbaar, dit willen we in stand houden. Op het gebied van openbaar vervoer zijn betere aansluitingen met de bedrijventerreinen gewenst. Bij toekomstige ontwikkelingen is daarnaast het realiseren van voldoende parkeergelegenheid een aandachtspunt. Andere opgaven zijn het verduurzamen en vergoenen van de (openbare) ruimte op de bedrijventerreinen.

Gebruik

Binnen onze gemeente is veel lokale vraag naar nieuwe bedrijventerreinen. Bedrijven of bedrijventerreinen met een grote regionale functie zijn op dit moment niet gewenst. Het huidige bedrijventerrein IJsselveld blijft de voornaamste vestigingslocatie in Montfoort. We zien nog ruimte voor beperkte uitbreiding van bedrijventerrein Heeswijk in oostelijke richting.

Voor het bedrijventerrein in Linschoten zien we ruimte voor functieverbreding. Een combinatie van wonen en werken is hier mogelijk. Eventuele nieuwe functies mogen elkaar niet in de weg staan, maar dienen elkaar aan te vullen.

De huidige en eventuele toekomstige bedrijventerreinen zouden niet gebruikt moeten worden voor grootschalige logistiek, deze “verdozing” zorgt voor relatief weinig werkgelegenheid ten opzichte van bijvoorbeeld de maakindustrie. Ook hoogbouw is niet gewenst. Een ander aandachtspunt voor bestaande bedrijventerreinen vormt het keurmerk veilig ondernemen.

Voor de bedrijventerreinen geldt over het algemeen een regulier niveau van welstand. Voor het gebied Vlasakker geldt qua welstandsniveau een plus niveau van welstand. Bouwplannen moeten voldoen aan de bijbehorende criteria uit de welstandsnota.

Omgeving

We willen bedrijven op de bedrijventerreinen voldoende beweegruimte geven om hun activiteiten te kunnen uit voeren. We kiezen echter niet voor de laagste milieukwaliteiten. Mede omdat de bedrijven relatief dichtbij de woonomgeving gevestigd zijn zetten we voor externe veiligheid, geur- en luchtvervuiling in op standaard kwaliteit. In de basis gaan we in dit gebied voor een vrij lage bodemkwaliteit. Echter, daar waar woningbouw nog een optie lijkt, wordt naar de standaardkwaliteit gestreefd. Daarom mag alleen op bepaalde bedrijventerrein lage kwaliteit grond worden opgebracht. Bij de toetsing op (een beperktere) chemische bodemkwaliteit wordt gekeken naar gezondheidsrisico’s voor het gebruik zoals wonen en drinkwater, verspreidingsrisico’s en ecologische risico’s.

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding

6. Uitvoering - De omgevingsvisie in werking

6.1 Inleiding

In dit hoofdstuk beschrijven we hoe we de visie denken te realiseren. Hierbij dragen we een aantal concrete projecten aan die we als gemeente graag gerealiseerd willen zien. Omdat we daarbij ook afhankelijk zijn van andere initiatiefnemers beschrijven we in sommige gevallen ook wat er moet gebeuren om een project of ontwikkeling van de grond te krijgen, zodat dit betrokken kan worden in gesprekken over initiatieven.

In dit hoofdstuk beschrijven we verder de diverse uitwerkingen die we bij de visie gaan opstellen en geven we aan hoe we omgaan met het actualiseren van de visie.

6.1 De wisselwerking tussen de omgevingsvisie en het omngevinsgplan wordt ook wel de kleine beleidscyclus genoemd, omdat dit vaak tot aanscherping van beide beleidsinstrumenten leidt.
Afbeelding

6.2 Beleidscyclus

De omgevingsvisie vormt een integrale visie waarbij we de koers bepalen, er is er geen wettelijke actualiseringtermijn meer zoals wel bij structuurvisie het geval was. Op enig moment kunnen we tot de conclusie komen dat een bepaald thema nog onvoldoende is uitgewerkt of dat de situatie voor een gebied dusdanig is veranderd dat herziening van de visie nodig is. In de geest van de Omgevingswet moet de omgevingsvisie ‘elke dag vers’ gehouden worden. Dit is in de praktijk niet werkbaar. Wij denken dat een actualiseringscyclus van vier jaar werkbaar is en de omgevingsvisie voldoende scherp en bij de tijd houdt. 

Een belangrijk ijkpunt is het jaar 2022. Op dat moment treedt naar verwachting de Omgevingswet in werking. Als gemeente hebben we dan een actueel planologisch kader en kennen we de finesses van de Omgevingswet. Eens per vier jaar, dus één keer per raadstermijn, wordt deze omgevingsvisie herzien. Tussentijds kunnen wel specifieke thema's of gebieden worden geactualiseerd door middel van programma's. Deze programma's kunnen ook worden gebruikt als nadere uitwerking of verdieping, zie hiervoor ook paragraaf 6.3. In het kader van een continue beleidscyclus dienen ook deze programma's uiteindelijk weer te worden verwerkt in de omgevingsvisie en/ of het omgevingsplan.

Bijzondere aandacht bij het herzien van de omgevingsvisie vraagt de verdere integratie van de ‘niet traditionele’ ruimtelijke beleidsvelden binnen de kaders van de omgevingsvisie. Sommige sociaal-maatschappelijke thema’s zitten al in de omgevingsvisie, maar die integratie en interactie met de omgeving moet ook in de praktijk worden gebracht. Het integraal en interactief werken binnen de gemeente zal verder gestalte moeten krijgen.

6.3 Doorwerking omgevingswetinstrumenten en monitoring

De Omgevingswet voorziet in een zestal omgevingswetinstrumenten waarvan de omgevingsvisie, de programma’s en het omgevingsplan de belangrijkste beleidsinstrumenten voor het college en gemeenteraad zijn. De omgevingsvisie heeft een duidelijke relatie met de overige omgevingswetinstrumenten.

Omgevingsplan

Belangrijk is de bepaling in de Omgevingswet dat een gemeente één omgevingsplan kent. Dit betekent in principe dat het systeem zoals we dat nu kennen, verschillende bestemmingsplannen voor het stedelijk- en het buitengebied, niet meer aan de orde zal zijn. Ook alle regels uit verordeningen die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving, moeten in het omgevingsplan worden opgenomen. Het omgevingsplan is het enige kerninstrument uit de Omgevingswet dat de burger, bedrijven, andere overheden en de gemeente zelf direct bindt.

De omgevingsvisie is zelfbindend: ze bindt alleen het bestuursorgaan (bevoegd gezag) dat het document heeft vastgesteld. De omgevingsvisie wordt zodanig interactief opgesteld dat de stap naar het omgevingsplan beleidsmatig relatief eenvoudig is te maken. In deze visie zijn namelijk al de kernkwaliteiten, doelen en ambities van gemeente Montfoort als geheel - en per deelgebied - opgenomen. Deze kunnen in het omgevingsplan verder vertaald worden naar regels. Het doel is dat in het omgevingsplan een deel van de verzoeken snel kan worden afgedaan en dat voor een deel een nadere afweging nodig is. Als een initiatief in zijn geheel niet blijkt te passen in het omgevingsplan, dan kan hiervan afgeweken worden en kunnen we terugvallen op de omgevingsvisie. Zo wordt vormgegeven aan de intentie van de wetgever dat de raad de beoordeling van initiatieven in vertrouwen loslaat aan het college van burgemeester en wethouders, maar niet nadat de raad de kaders heeft meegegeven.

Programma’s

De omgevingsvisie biedt ruimte en stelt ambities, kaders en richtlijnen. Verdere uitwerking van het strategisch beleid in de omgevingsvisie kan op tactisch/operationeel niveau plaatsvinden via het programma. De integrale afweging vindt op hoofdlijnen plaats in de omgevingsvisie, in de programma’s vindt nadere thematische of gebiedsgerichte uitwerking plaats.

Het omgevingsprogramma is een flexibel instrument dat de gemeente kan toepassen in verschillende fasen van de beleidscyclus. Een programma heeft verschillende kenmerken en is zelfbindend. Het wordt vastgesteld door het college. Er kan worden gewerkt met onder andere gebiedsgerichte, thematische of opgavegerichte programma’s. Een gebiedsgericht programma kan bijvoorbeeld zijn het uitwerken van de visie voor de binnenstad of een specifiek lint. Een thematisch gericht programma kan bijvoorbeeld zijn het uitwerken van een plan om de biodiversiteit of de gemeentelijke riolering te verbeteren. Een opgavegericht programma kan bijvoorbeeld zijn het uitwerken van één van de in de omgevingsvisie geformuleerde opgaven.

De komende jaren werken we enkele van onze opgaven uit in (integrale) programma's. Te denken valt aan opgaven vanuit hogere overheden, het uitwerken van de energieopgave of integrale programma's voor bepaalde gebieden binnen de gemeente. Ook wordt een deel van de beleidsnota's, zoals deze nu zijn vastgesteld, in de toekomst aangeboden als programma, waarmee deze beleidsmatig 'onder' de omgevingsvisie komen te hangen. De exacte invulling van deze programma's staat echter nog niet vast.

Monitoring

De komende jaren werken we ook het monitoringsprogramma verder uit. We beginnen daarvoor bij de thema's en doelen die we in de omgevingsvisie hebben opgenomen. In een volgende versie van de omgevingsvisie zal dit worden meegenomen. Ook wordt bij de doorvertaling van de visie naar programma's de meerwaarde van een studie naar mogelijke milieueffecten afgewogen. Bij het omgevingsplan wordt hoe dan ook een milieueffectrapportage gemaakt. Deze zal ook waardevolle kwantitatieve input en indicatoren opleveren voor het monitoringssysteem.

6.4 Juridische & financiële doorwerking

Kostenverhaal en Uitgangspunten grondbeleid

Om de kwaliteit in de gemeente op peil te houden, zijn investeringen nodig. De gemeente zal als trekker van deze maatschappelijke opgaven een groot deel hiervan gaan bekostigen. Uitvoering geven aan, en investeren in, de urgente maatschappelijke opgaven die we in de omgevingsvisie hebben opgenomen is nadrukkelijk een gezamenlijke taak die wij niet alleen als gemeente willen oppakken, maar samen met lokale en (boven)regionale partners willen vormgeven.

Omdat private partijen ook profijt gaan krijgen van deze investeringen, zal de gemeente waar mogelijk ook hen om een bijdrage vragen. Kortom, iedereen draagt bij aan de opgaven binnen onze gemeente. We werken in principe met faciliterend grondbeleid. Dat wil zeggen dat we als gemeente niet actief grond gaan aankopen voor nieuwe ontwikkelingen en dit aan de markt overlaten. Wel willen we omwille van kwaliteitsborging en verantwoordelijkheden op het gebied van ruimtelijke ordening hierin het voortouw nemen. Bijvoorbeeld door in deze omgevingsvisie de potentiële locaties op de kaart te zetten, maar ook hierbinnen stedenbouwkundige regie te voeren op de nadere verkenning en/of uitwerking van deze locaties.

Partijen die bouwen in de gemeente en daarmee inkomsten verdienen, dragen op twee manieren bij aan de stad. Direct door invulling te geven aan de stedelijke opgaven en indirect via financiering van kwaliteitsimpulsen die de gemeentelijke organisatie zelf geeft aan onze gemeente. We zijn wettelijk verplicht om de kosten die de gemeente zelf maakt, te verhalen op de (particuliere) initiatiefnemers van ruimtelijke ontwikkelingen. Soms is dit de gemeente zelf, soms zijn het marktinitiatieven. Alle kosten die de gemeente moet maken om dit mogelijk te maken, brengt de gemeente in rekening bij de initiatiefnemer. Daarvoor vraagt de gemeente een exploitatiebijdrage.

Het kostenverhaal vloeit nu nog voort uit de Wet ruimtelijke ordening, maar heeft straks een wettelijke basis in de Omgevingswet. Daarom is het kostenverhaal nu nog (deels) in de basis geformuleerd conform het vigerende Wro. Het kostenverhaal bestaat globaal uit 3 categorieën, onderverdeeld in 5 kostenposten: 

Kosten direct aan het initiatief gerelateerd:

  • Planeigen (fysieke) kosten

  • Plankosten

Kosten die het initiatief overstijgen, maar daar wel nauw mee samenhangen: 

  • 1.

    Bovenwijkse voorzieningen

  • 2.

    Bovenplanse kosten

Kosten die het initiatief overstijgen en daar niet direct mee samenhangen: 

  • Bijdragen ruimtelijke ontwikkeling

Bij private initiatieven borgt de gemeente het kostenverhaal (bij voorkeur) met een exploitatiebijdrage in een anterieure overeenkomst (privaatrechtelijk spoor). Alleen als we er echt niet uitkomen, stellen we een exploitatieplan vast en kunnen we de kosten afdwingen (publiekrechtelijk spoor).

De Omgevingswet biedt twee mogelijkheden van publiekrechtelijk kostenverhaal, die met name via het omgevingsplan geborgd worden:

  • Kostenverhaal voor integrale gebiedsontwikkeling. Dan is er een concreet eindbeeld en tempo van de ontwikkeling. Het tijdvak is bepaald.

  • Kostenverhaal voor organische gebiedsontwikkeling. Dan ontbreken een concreet tijdvak en eindbeeld.

Financiële bijdrage / vereveningsfonds

We zetten het parkeerfonds voort en zien naar aanleiding van de omgevingsvisie niet direct aanleiding voor aanvullende ontwikkeling van (verevenings)fondsen. Wel bekijken we bij grootschalige duurzame energie-ontwikkelingen op welke wijze onze inwoners daar het beste van mee kunnen profiteren.

Uitvoeringsprogramma(s)

Net als de opzet van een monitoringssysteem wordt de omgevingsvisie nader uitgewerkt in andere omgevingswetinstrumenten. Komende periode wordt nader bekeken in hoeverre dit in via nieuwe of bestaande programma's en het omgevingsplan voldoende geborgd wordt of dat hier een apart uitvoeringsprogramma voor moet worden opgesteld. Bij de volgende herijking van de omgevingsvisie wordt dit nader afgewogen. Hierbij zullen ook nadere keuzes worden gemaakt omtrent de inzet van financiële middelen.

7. Colofon

Titel         Omgevingsvisie Montfoort (2021): Vitale kernen in een waardevol landschap

Datum     December 2021

Auteurs    Kernteam gemeente Montfoort

in samenwerking met KuiperCompagnons

Vormgeving    KuiperCompagnons

Copyright    Alle beelden van KuiperCompagnons of Gemeente Montfoort tenzij anders vermeld.

Citaten en beelden mogen zonder schriftelijke toestemming van de auteurs worden gebruikt, op voorwaarde dat een duidelijke bronvermelding en naamsvermelding erbij worden vermeld.

Totstandkoming visie

 
Met hartelijk dank aan iedereen die een bijdrage heeft geleverd aan de totstandkoming van de omgevingsvisie Montfoort. Voor de totstandkoming van dit product is gesproken met afgevaardigden van diverse ondernemers en maatschappelijke organisaties, en met inwoners. Intern hebben een breed samengestelde stuurgroep en projectgroep het proces begeleid en inhoudelijke input geleverd. 

Bijeenkomsten/inspraakmomenten

16 mei 2020: Brief aan raadswerkgroep i.v.m. aangepaste participatie vanwege corona

Mei 2020: Consultatieronde ketenpartners/stakeholders Atlas

Mei/juni 2020: Participatie inwoners en ondernemers Atlas (website en ansichtkaart)

9 juli 2020: Raadsbijeenkomst (discussie over bouwstenen, n.a.v. participatierondes en concept Atlas

27 oktober 2020: Vaststelling Atlas in college

5 november: Raadsinformatiebrief vaststelling Atlas

11 november 2020: Raadswerkgroep over raadsbijeenkomst

19 november 2020: Raadsbijeenkomst over scenario’s/keuzeopties

14 januari 2021: College-bespreking over uitkomst raadsbijeenkomst

29,30,31 maart 2021: (digitale) inloopavonden inwoners en ondernemers 

23 maart t/m 12 april 2021: Online vragenlijst inwoners en ondernemers

15 april 2021: Raadsbijeenkomst (uitkomst participatie)

Maart/april 2021: Consultatieronde ketenpartners/stakeholders concept-visie

11 augustus - 21 september 2021: Ontwerpomgevingsvisie ter inzage Geconsulteerde stakeholders:





Provincie Utrecht

 Vitens

Stedin

ODRU

Combi Midden*

LTO

SOM*

VOL

Stichting Hugo Kotestein

Mooisticht

HDSR

SWOM*

GroenWest

Woonzorg Nederland*

VRU

Huurdersvereniging Weidelanden*

Huurdersvereniging Antoniushof

Gemeente Lopik

Gemeente Oudewater*

Gemeente Woerden*

Gemeente IJsselstein

Buurtsportcoach*

Staatsbosbeheer*

Cyclus

Werkgroep behoud Lopikerwaard*

Stichting Landgoed Linschoten*

Programmabureau Groene Hart*

GGD

Afbeelding

Bijlage 1 Overzicht beleid gemeente Montfoort

Overzicht beleid gemeente Montfoort

Bijlage 3 Uitkomsten scenario's en denkrichtingen

Uitkomsten scenario's en denkrichtingen

Naar boven