Als gevolg van het arrest van de Hoge Raad van 26 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1778) bekend als het ‘Didam-arrest’, is de gemeente Eindhoven (hierna: “de Gemeente”) gehouden om, gelet op het gelijkheidsbeginsel, indien geen selectieprocedure wordt gehouden, kennis te geven van het voornemen tot het aangaan van een overeenkomst waarbij sprake is van de verkoop en levering van onroerende zaken.
De Gemeente maakt hierbij bekend dat zij voornemens is om over te gaan tot verkoop en levering van grond, gelegen aan en nabij de Daniël de Bliecklaan 2A-2B, en het Hortapad aan de eigenaar van de aangrenzende percelen, kadastraal bekend gemeente Woensel, sectie P, nummers 773 en 1310 (hierna: “(de) Initiatiefnemer”).
De grond die de Gemeente voornemens is te verkopen en te leveren is aangeduid in de bij deze publicatie aangehechte tekening met kenmerk GBR-20240204 d.d. 23-09-2025 met kavelnummer 10402. Deze grond betreft het perceel kadastraal bekend gemeente Woensel, sectie P, nummer 2815 met een grootte van circa 26 m2, hierna: “het Verkochte”.
Initiatiefnemer is voornemens om op het Verkochte en haar aangrenzende eigendom een bouwplan te realiseren betreffende de realisatie van 12 appartementen, allen in de categorie middendure huur.
De Gemeente is van oordeel dat op grond van de navolgende objectieve, toetsbare en redelijke criteria enkel Initiatiefnemer (huidige gegadigde) in aanmerking komt voor de voorgenomen verkoop en levering van het Verkochte:
- -
De (voorgenomen) grondtransactie is noodzakelijk om tot de (ruimtelijke en stedenbouwkundig gewenste) ontwikkeling van het (bouw)plan te kunnen komen;
- -
Initiatiefnemer heeft reeds een dominante grondpositie in het (bouw)plan, zonder welke het (bouw)plan niet kan worden gerealiseerd;
- -
De gezamenlijke gronden, te weten de gronden van Initiatiefnemer en het Verkochte, zijn nodig om te voldoen aan de ambities en doelstellingen uit het stedenbouwkundig plan, waaronder de aantallen en de kwaliteit van woningen en de integraliteit van het bouwplan.
Door deze kennisgeving maakt de Gemeente haar voornemen tot verkoop en levering van het Verkochte tijdig voorafgaand aan de verkoop deugdelijk gemotiveerd bekend, zodat een ieder daarvan kennis kan nemen.
Heeft u bedenkingen tegen de voorgenomen verkoop en levering, dan dient u binnen 28 kalenderdagen na de datum van deze publicatie een kort geding aanhangig te maken bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant. De 28 dagen termijn betreft een vervaltermijn. Indien binnen deze termijn geen kort geding aanhangig is gemaakt, vervalt het recht om tegen deze (voorgenomen) verkoop en levering van onroerende zaken op te komen.
Bijlage: tekening met kenmerk GBR-20240204 d.d. 23-09-2025