Gemeenteblad van Rheden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Rheden | Gemeenteblad 2025, 415614 | ruimtelijk plan of omgevingsdocument |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Rheden | Gemeenteblad 2025, 415614 | ruimtelijk plan of omgevingsdocument |
Burgemeester en wethouders van Gemeente Rheden stellen, overeenkomstig het bepaalde in afdeling 3.1, 16.3 en 16.4 van de Omgevingswet, het ontwerp van de eerste versie van de Omgevingsvisie gemeente Rheden vast. Hierbij horen ook de ‘Foto van de Leefomgeving’ en de ‘omgevingseffectscan’. Daarnaast is met het besluit van 9 september 2025 de ‘Uitwerking thema energietransitie’ ook onderdeel geworden van de omgevingsvisie gemeente Rheden.
Het besluit:
Instemmen met bijgevoegde ontwerp-Omgevingsvisie gemeente Rheden en de daarbij horende bijlagen.
De ontwerp-Omgevingsvisie gemeente Rheden voor 6 weken ter inzage te leggen zodat een ieder zienswijzen kan indienen conform artikel 3.11 van de Algemene wet bestuursrecht in samenhang met artikel 10.7a van het Omgevingsbesluit.
Tegelijk met de ontwerp-Omgevingsvisie gemeente Rheden bijgevoegde ‘Foto van de Leefomgeving’ en de omgevingseffectscan (OES) ter inzage leggen voor 6 weken.
Tegelijk met de ontwerp-Omgevingsvisie gemeente Rheden bijgevoegde ‘uitwerking thema energietransitie’ ter inzage leggen voor 6 weken.
Omgevingsvisie gemeente Rheden
In de Omgevingsvisie gemeente Rheden legt de gemeente haar ambities en beleidsdoelen voor de fysieke leefomgeving voor de lange termijn vast.
Hoe moet de gemeente er in de toekomst uitzien? Met die vraag is de gemeente de afgelopen jaren aan de slag gegaan. Ze spraken met inwoners in de dorpen en gingen in gesprek met organisaties en andere betrokkenen. Samen is er gekeken naar wat belangrijk is voor de toekomst van onze leefomgeving.
Dit is in de Omgevingsvisie gemeente Rheden verwerkt. Met deze omgevingsvisie wordt voldaan aan de eisen uit de Omgevingswet.
De belangrijkste keuzes die de gemeente maakt:
Met de Omgevingsvisie gemeente Rheden legt de gemeente duidelijke keuzes vast. Deze keuzes geven richting voor de komende jaren en bepalen hoe mensen in de dorpen en het buitengebied samen wonen, werken en leven.
De belangrijkste keuzes zijn:
De natuur wordt gekoesterd, en er is besef dat we als mensen daar te gast zijn.
We groeien naar 50.000 inwoners.
Er wordt gekozen voor meer woningen in de dorpen Velp, Rheden en Dieren, waarbij ingezet wordt op 3000 extra woningen.
Er wordt gekozen voor sociale en sterke dorpen.
Bij alles wat de gemeente doet, staat groen centraal.
Het buitengebied blijft natuurlijk en groen.
Er wordt ruimte gemaakt voor waterherstel.
Er wordt gestreefd naar een energieneutrale gemeente.
"Omgevingsvisie gemeente Rheden" opgenomen in Bijlage A wordt vastgesteld.
Dit ontwerp betreft een volledig nieuwe omgevingsvisie van de gemeente Rheden op grond van de Omgevingswet.
Het nu voorliggende document betreft de ontwerp Omgevingsvisie gemeente Rheden. Deze is nog niet definitief vastgesteld. De gemeenteraad zal een besluit nemen over de vaststelling nadat deze zes weken ter inzage heeft gelegen en iedereen zienswijzen heeft kunnen indienen.
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders, 2 (omgevingsvisie) en 9 (uitwerking thema energietransitie) september 2025.
Burgemeester en Wethouders van Rheden
In onze gemeente leven we samen. In dorpen en wijken waar je elkaar op straat groet en elkaar helpt als dat nodig is. We zien hoe belangrijk het is dat mensen zich verbonden voelen met hun dorp en met elkaar. En dat er plekken zijn waar je rustig kunt zitten en waar kinderen kunnen spelen tussen het groen.
Met deze omgevingsvisie staan onze inwoners centraal en kiezen we voor ontwikkeling en vooruitgang met respect voor het verleden. We kiezen voor een gemeente waar het prettig wonen, werken en leven is. We zien dat het op sommige vlakken niet goed gaat. Een tekort aan woningen en voorzieningen, de zorgen voor onze natuur, het klimaat en energiebehoefte leveren ons grote zorgen op. We maken ons daar niet alleen zorgen over, ook inwoners, bedrijven en andere partners maken zich zorgen. We willen met deze omgevingsvisie samen bouwen aan een omgeving die dichtbij en veilig voelt, waar je gezien wordt en waar iedereen mee kan doen.
Onze dorpen liggen ingebed in mooie natuur, tussen de Veluwe en de IJssel. Deze natuur is van onschatbare waarde, voor onze gezondheid, biodiversiteit en leefkwaliteit. Het bepaalt onze identiteit en daarom voelen we ons verantwoordelijk om haar te beschermen, te versterken en door te geven aan toekomstige generaties. Die verantwoordelijkheid betekent ook dat we keuzes moeten maken waarvan de impact groot gaat zijn, voor iedereen.
We willen een gemeente zijn waar je veilig te voet of op de fiets naar de school of supermarkt kunt, waar je buren tegenkomt en elkaar leert kennen. We willen een gemeente zijn waar we omkijken naar elkaar, en waar iedereen de kans krijgt om zich thuis te voelen en te groeien. We kiezen voor een groene omgeving, met meer bomen en water in de wijk. Waar natuur en biodiversiteit de ruimte krijgen en waar we samen werken aan een gezonde toekomst.
Deze eerste omgevingsvisie is geen eindpunt, maar een uitnodiging. Een uitnodiging om samen hard te werken aan een gemeente waar we met trots kunnen wonen, werken en leven.

Portefeuillehouder Omgevingswet,
Paul Hofman
Deze omgevingsvisie is geschreven voor een goede leesbaarheid in het landelijke digitale systeem Omgevingswet (DSO), daarmee is er soms dubbele tekst of zijn opvolgende alinea's of hoofdstukken niet altijd even soepel in volgorde te lezen. Dit maakt het dan wel weer leesbaarder bij het zoeken op de kaart, een van de belangrijkste onderdelen van het DSO.
We hebben, los van de werkbaarheid in het DSO, het verhaal voor de gemeente Rheden verteld rond de opgaven die wij zien voor onze gemeente, startend met de opgaven en eindigend met de doorwerking van deze omgevingsvisie in de andere instrumenten van de Omgevingswet. Via de knoppen in Regelsopdekaart.nl kan op verschillende manieren de tekst opgeroepen worden. Hieronder een overzicht van de verschillende hoofdstukken voor diegene die meer vanuit de gehele tekst wil lezen.
Hoofdstuk
2
Opgaven voor de toekomst
In dit hoofdstuk beschrijven we de hoe en het waarom van deze omgevingsvisie. We laten zien welke landelijke opgaven op ons af komen en we beschrijven trends die zowel ruimtelijk als sociaal impact hebben op onze leefomgeving en onze manier van leven. We introduceren de vijf themalijnen waaraan we deze omgevingsvisie opgebouwd hebben.
Ook beschrijven we de totstandkoming van de omgevingsvisie. Met behulp van de uitkomsten van de Omgevingseffectscan (OES) zijn we van vier scenario's tot één Rhedens scenario 'Natuurlijk Rheden' gekomen.
Hoofdstuk
3
Rheden in 2025
In dit hoofdstuk beschrijven we de huidige situatie van Rheden. Dit doen we mede door de belangrijkste bevindingen vanuit de 'Foto van de leefomgeving' uit te lichten. Een nadere uitleg over deze ‘Foto van de leefomgeving’ is ook in dit hoofdstuk te vinden. We beschrijven in hier de stand van de kernwaarden van gemeente Rheden en van de vijf themalijnen en zoomen we in op verschillende deelgebieden in Rheden, uitgesplitst in stedelijk gebied en landelijk gebied.
Hoofdstuk
4
Rheden in 2040
Dit hoofdstuk beschrijft de ambitie van gemeente Rheden op de vijf themalijnen. Ook wordt (gemeentebreed) onderscheid gemaakt in ontwikkelstrategieën voor de ambities. Dit vormt alles bij elkaar het Rhedens scenario 'Natuurlijk Rheden'.
We onderscheiden bij het aanpakken van onze ambities drie ontwikkelstrategieën. In dit hoofdstuk leggen we uit hoe we dit voor ons zien.
Hoofdstuk
5
Gebieden
In dit hoofdstuk werken we onze hoofdambities gebiedsgewijs uit. Dit doen we door allereerst een droom voor het gebied in 2040 te beschrijven en door deze vervolgens concreet uit te werken in gebiedsambities. Ook hier wordt onderscheid gemaakt in het landelijk gebied en het stedelijk gebied.
Hoofdstuk
6
Doorwerking
Tenslotte komt in dit hoofdstuk de doorwerking van de omgevingsvisie aan bod. Hierin wordt uitgelegd hoe de omgevingsvisie zich verhoudt tot andere instrumenten van de Omgevingswet.
Als gemeente Rheden staan we voor een grote uitdaging. Hoe behouden we de unieke samenhang tussen Veluwe, flank en IJssel, terwijl we inspelen op klimaatverandering, woningbouw, recreatie, mobiliteit en landbouwtransitie? Het antwoord ligt in het maken van slimme keuzes. Keuzes die recht doen aan het landschap, de bodem en het water, aan de geschiedenis, en aan de toekomst.
De maatschappelijk opgaven van vandaag en morgen zijn veelzijdig en complex. We hebben te maken met een tekort aan woningen, stijgende huur- en koopprijzen. We moeten overstappen op duurzame energie en mobiliteit, onze omgeving aanpassen aan het klimaat, onze drinkwaterkwaliteit en -kwantiteit op peil houden, en ga zo maar door. Ook op sociaal en economisch vlak moeten we aan het werk. Hoe verbeteren we bijvoorbeeld de leefbaarheid in kwetsbare wijken? En hoe kunnen we onze agrariërs perspectief bieden binnen onze natuurlijke omgeving? Veel van deze opgaven hebben ruimte nodig en moeten een plek krijgen in onze leefomgeving. Deze ruimte hebben we helaas niet in overvloed. Dus moeten we keuzes maken voor wat wij als Rheden belangrijk vinden, hoe we willen handelen. Daarom hebben wij deze eerste Rhedense omgevingsvisie gemaakt.
De omgevingsvisie is een richtinggevend beleidsinstrument onder de Omgevingswet. Deze wet is sinds 1 januari 2024 van kracht. De omgevingsvisie vervangt onder andere de vroegere structuurvisies en delen van beleidsplannen en vormt een strategisch document waarin we onze langetermijnvisie, ambities en beleidsdoelen voor de fysieke leefomgeving vastleggen. Dit gaat over onderwerpen zoals wonen, werken, mobiliteit, duurzaamheid, gezondheid en natuur. In de omgevingsvisie staan de integrale ambities van de gemeente: brede, samenhangende doelen voor de toekomst van onze leefomgeving. De omgevingsvisie is zelfbindend voor de gemeente. Het vormt de basis voor andere instrumenten zoals het omgevingsplan en omgevingsprogramma’s.

Deze omgevingsvisie is richtinggevend, prioriterend, samenhangend en uitvoerbaar.
De raad stelt de omgevingsvisie vast en bepaalt daarmee de strategische koers van de gemeente. Het college van burgemeester en wethouders werkt deze omgevingsvisie verder uit in programma’s en regels. Zo vormt de omgevingsvisie de basis voor het aanpassen van het omgevingsplan en het beoordelen van nieuwe initiatieven.
Deze omgevingsvisie is voorafgegaan door een 'Koers voor de Omgevingsvisie' waarin de gemeenteraad de eerste grote lijnen heeft vastgesteld, dat document is uitgangspunt geweest voor het uitwerken tot deze omgevingsvisie.
De omgevingsvisie helpt duidelijke keuzes te maken voor de toekomst van Rheden. Het geeft richting en houvast bij het maken van plannen voor de leefomgeving. Het helpt uit te leggen wat inwoners en ondernemers kunnen verwachten. Ook wordt duidelijk welke onderwerpen de gemeente (voorlopig) niet oppakt.
Bij grote veranderingen, zoals de overstap naar duurzame energie en warmte, helpt de omgevingsvisie om verschillende belangen goed af te wegen. Denk aan ruimte, economie en het sociale leven in de gemeente. Zo kan de raad bepalen wat prioriteit krijgt.
De omgevingsvisie ondersteunt daarnaast de democratische rol van de raad. Het maakt politieke keuzes inzichtelijk en helpt om deze goed uit te leggen aan inwoners. Ook kan de raad plannen en besluiten toetsen aan de omgevingsvisie, wat helpt bij het controleren of het beleid goed wordt uitgevoerd.
We hopen dat de omgevingsvisie voor overzicht zorgt: al het strategische beleid voor de leefomgeving staat op één plek. Aanpassingen aan de leefomgeving kunnen zo integraal worden bekeken. Dat voorkomt tegenstrijdige plannen. Door de beleidscyclus is ook duidelijk wanneer en waarom het beleid wordt aangepast.
Met deze omgevingsvisie kan de gemeenteraad koersvast sturen op belangrijke maatschappelijke opgaven en een fijne leefomgeving.
Met onze omgevingsvisie willen we een samenhangend en integraal verhaal vertellen over de toekomst van onze gemeente. Dit betekent dat we kijken hoe de thema's binnen de fysieke leefomgeving gezamenlijk bijdragen aan de bredere, samenhangende visie van de gemeente. Concreet houdt dit bijvoorbeeld in dat we goed kijken naar wat de gemeente nodig heeft en welke ontwikkelingen hierbinnen elkaar versterken of juist tegenwerken. Op deze manier gaan we zo efficiënt mogelijk met onze middelen en ruimte om.
Dit doen we in deze omgevingsvisie niet alleen voor de gemeente Rheden als één geheel. Maar we kijken ook naar de samenhang in verschillende deelgebieden. Zo bepalen we per dorpskern of bedrijventerrein en voor het buitengebied en landschap wat nodig is voor een vitale toekomst.
De opgaven en ambities in onze omgevingsvisie zijn groot. We kijken namelijk niet alleen naar de komende jaren, maar we werpen echt een blik op de ‘verre’ toekomst. We nemen het jaar 2040 als (tussen)stip op de horizon. Door vooruit te kijken, kunnen we zorgen voor houvast en continuïteit in ons beleid.
Doordat we krachtige keuzes hebben gemaakt en concrete ambities hebben opgesteld, hebben we een rode draad ontwikkeld die we de komende jaren kunnen volgen. Deze wordt aangepast als veranderingen in de context waarin we leven daar om vragen. Omdat onze ambities en doelen in de toekomst liggen, hebben we vaak meerdere tussenstappen nodig om onze doelen te bereiken. Dit vraagt per doel, per thema of gebied, om een stapsgewijze aanpak. Dit betekent ook dat we gaan prioriteren. We hebben immers niet de middelen en mogelijkheden (denk aan afhankelijkheid van andere partijen en andere randvoorwaardelijke uitdagingen) om al onze opgaven tegelijkertijd op te pakken.
Het werken aan de ambities in deze omgevingsvisie doen we, als gemeente Rheden, niet alleen. We zien een grote rol voor onze inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties weggelegd. Veranderen doen we namelijk samen. En natuurlijk werken we ook samen met partners, zoals medeoverheden, wijk- en buurtverenigingen, ondernemers, woningcorporaties, nutsbedrijven en organisaties die zich bijvoorbeeld inzetten voor groen of cultuurhistorie. Zo werken we aan een toekomst die realistisch is en waarbij zoveel mogelijk belanghebbenden betrokken zijn. Op deze manier kunnen we de samenwerking met partners verbeteren en grensoverschrijdende opgaven gezamenlijk oppakken.
De grote energie- en warmtetransitie vraagt om samenwerking met inwoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties en partners in de regio. Gezamenlijk zoeken we naar haalbare en doeltreffende manieren om energie te besparen en duurzaam op te wekken. De energietransitie is echter niet alleen een technische opgave, maar bovenal een sociale transitie die vraagt om betrokkenheid, bewustwording en ondersteuning. Hiermee vervullen we de belofte aan onze inwoners en aan de toekomstige generaties. We voelen het als onze verantwoordelijkheid om klimaatverandering tegen te gaan. Niet alleen omdat het internationaal wordt gevraagd, maar omdat we zélf die urgentie voelen.
De zorgen en opgaven die we in Rheden zien, gelden natuurlijk ook voor andere gebieden in Nederland. Op dit moment staat Nederland voor grote uitdagingen: er moeten veel woningen komen, we moeten omgaan met klimaatverandering, we moeten de overstap maken van aardgas naar duurzame warmte en we willen een duurzame economie. De keuzes die we nu maken, hebben invloed op de leefomgeving voor de komende 50 tot 100 jaar. Om ons te helpen met het maken van plannen voor de toekomst heeft het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in een studie laten zien wat de mogelijke gevolgen zijn van verschillende keuzes. Het PBL heeft in haar 'Ruimtelijke Verkenning 2023' vier scenario's ontwikkeld voor de toekomstige inrichting van Nederland in 2050. Met het denken in scenario's is geprobeerd op verschillende manieren te kijken naar antwoorden op de verschillende opgaven.
Deze landelijke opgaven zijn per themalijn hieronder (kort) benoemd en geven inzicht in alle opgaven die we de komende jaren met elkaar moeten aanpakken.
Het PBL heeft vier scenario’s opgesteld op basis van wetenschappelijke analyses en gesprekken met experts en belanghebbenden vanuit de overheid, bedrijven, wetenschap en maatschappelijke organisaties. Hierbij is gekeken naar de grote veranderingen in de wereld, zoals klimaatverandering, digitalisering, migratie en economische groei.




Elk scenario laat een andere manier van handelen zien: een mogelijke ruimtelijke vertaling van hoe Nederland eruit ziet als dat scenario werkelijkheid zou worden.
De manier van denken rond deze scenario's heeft ons geholpen richting te geven aan het toekomstbeeld voor onze gemeente.
De vier landelijke scenario's zijn opgebouwd vanuit vijf themalijnen met daarin opgaven en trends die ons kunnen gaan raken in de toekomst:
Sterke en gezonde steden en regio’s;
Ruimte voor klimaatadaptatie;
Ruimte voor energietransitie;
Duurzaam economisch groeipotentieel;
Toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied.
In hoofdstuk 2.2.2 geven we per themalijn een uitleg welke opgaven het planbureau voor de leefomgeving aan ziet komen. Deze themalijnen staan uiteraard niet op zichzelf maar vormen samen een integrale opgave.
De ruimtelijke ontwikkeling in Nederland staat onder druk. Door demografische veranderingen, klimaatverandering, woningnood en veranderende economische structuren ontstaan er nieuwe uitdagingen en kansen. Per themalijn wordt hieronder weergegeven wat het planbureau voor de leefomgeving als de grootste landelijke trends en opgaven ziet.
Een van de grotere landelijke trends, en ook een belangrijk uitgangspunt van de Omgevingswet, is het thema gezondheid. Er komt steeds meer aandacht voor de gezonde leefomgeving. Dit is enerzijds gericht op gezondheidsbescherming, wat als doel heeft de gezondheid van de bevolking te waarborgen door gezondheidsbedreigingen te voorkomen. Denk bijvoorbeeld door het verbeteren van de luchtkwaliteit en het beperken van geluidsoverlast. Anderzijds is dit gericht op gezondheidsbevordering, waarbij de inwoner wordt gestimuleerd om meer naar buiten te gaan, te bewegen, te ontmoeten en gezond te leven. Een gezonde leefomgeving is niet vanzelfsprekend en door bepaalde ontwikkelingen, zoals klimaatverandering en het toevoegen van ruimtelijke functies kan dit onder druk komen te staan.
Een andere landelijke opgave is de woningbouwopgave. Het bouwen van nieuwe woningen is al een opgave op zich. Door de schaarse ruimte is het soms lastig om geschikte woningbouwlocaties te vinden. Daarnaast moet ook rekening gehouden worden met andere zaken, zoals de afstand tot voorzieningen, openbaar vervoer en andere functies. Ook de leefkwaliteit is een belangrijk aspect.
Er zijn toenemende zorgen over de tweedeling tussen regio’s, binnen steden of dorpen of binnen wijken. Zo ziet het PBL 'sterke' regio's groeien, terwijl andere gebieden meer te maken krijgen met krimp, vergrijzing en economische achterstand. Jongeren trekken weg, sommige voorzieningen verdwijnen, de woningmarkt is krap voor specifieke doelgroepen, zoals starters of ouderen of soms is sprake van een tweedeling. Zo zijn verschillen zichtbaar tussen wijken met hogere inkomens en goed onderhouden woningen en wijken met lagere inkomens, een verouderde woningvoorraad en minder sociale cohesie. Ook zien we verschillen in hoeverre men profiteert van trends, zoals digitalisering of verduurzaming. Mensen met lagere inkomens of beperkte vaardigheid van de Nederlandse taal haken bijvoorbeeld sneller af bij participatietrajecten of energietransities.
Klimaatverandering zorgt voor toenemende opgaven in zowel het stedelijk als het landelijk gebied. Zo zien we dat het op zomerse dagen steeds heter wordt in de steden, en zelfs ook al in dorpen. Daarnaast heeft onze natuur steeds meer te kampen met droogte, maar ook juist met wateroverlast door bijvoorbeeld piekbuien.
Een van de belangrijkste zorgen voor de gezondheid is het tekort of juist het overschot aan water. We moeten leren omgaan met zeespiegelstijging, overstromingsrisico’s en extremere weersomstandigheden. Daarnaast hebben we te zorgen voor voldoende zoetwater voor landbouw, natuur en drinkwater. Landelijk zijn droogte en verzilting daarin groeiende zorgen.
Vanuit de landelijke veiligheid geldt voor de toekomst het principe dat bouwen in kwetsbare gebieden, zoals natte, zakkende of laaggelegen bodems, zoveel mogelijk wordt vermeden.
Op het gebied van de energietransitie staan we voor meerdere grote uitdagingen. Deze vraagstukken worden bij voorkeur grensoverschrijdend aangepakt, tussen zowel gemeenten als regio’s.
Een belangrijke opgave is de overgang naar een klimaatneutrale energievoorziening in 2050. Dit gaat gepaard met het terugdringen van broeikasgasemissies, onder andere door het verminderen van het gebruik van fossiele brandstoffen en het toepassen van CO₂-opslag.
Daarnaast vraagt de ruimtelijke inpassing van energieopwekking, zoals zon, wind (en landelijk de toepassing van waterstof en kernenergie), om zorgvuldige afwegingen. Ook de aanleg van energie-infrastructuur, zoals leidingen, netwerken en opslaglocaties, moet worden afgestemd op andere functies in de openbare ruimte. Denk hierbij aan wonen, natuur, landbouw en landschap.
Deze ontwikkelingen hebben een aanzienlijke invloed op hoe mensen hun leefomgeving ervaren en gebruiken, zowel in dorpen als in het buitengebied.
Ook economische functies hebben impact op de ruimte. Een voorbeeld hiervan is de transitie naar een circulaire economie. Dit betreft efficiënter gebruik van grondstoffen en geld, recycling, hergebruik, reparatie en verwerking van grondstoffen en uiteindelijk een ander economisch verdienmodel. Om dit mogelijk te maken, is (fabrieks-)ruimte nodig, die in veel gevallen strategisch geplaatst dient te worden bij andere bedrijven.
Andere economische activiteiten, zoals bedrijventerreinen, logistieke knooppunten, havens en circulaire hubs, hebben ook ruimte nodig. Dit is namelijk belangrijk voor het vestigingsklimaat. We willen landelijk graag aantrekkelijk blijven voor (internationale) bedrijven en werknemers.
We zien daarnaast dat trends vanuit de veranderende arbeidsmarkt invloed hebben op het ruimtegebruik. Zo is er een grotere vraag naar multifunctionele woon-werkplekken en zijn er veranderingen in het woon-werkverkeer.
Een van de meest urgente opgaven in het landelijk gebied is de transitie van de landbouw. De verduurzaming van de sector, het terugdringen van emissies en de omschakeling naar natuurinclusieve of circulaire landbouw vragen om ingrijpende veranderingen. Het herstel van biodiversiteit en natuur is een belangrijk onderdeel hiervan. De realisatie van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) en de uitbreiding van natuurgebieden stuiten echter op grote uitdagingen. Deze opgaven zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en vragen om een integrale benadering.
In het landelijk gebied zijn droogte, verzilting (een probleem in het westen van Nederland, door verdroging van heel Nederland), waterkwaliteit en wateroverlast grote opgaven die grote gevolgen hebben voor de verschillende landelijke functies. Daarnaast is het in het landelijk gebied essentieel om een evenwichtige balans te vinden tussen landbouw, natuur, wonen, energie en recreatie. Dit vraagt om een slimme en zorgvuldige combinatie van functies, zodat de beschikbare ruimte optimaal en duurzaam wordt benut.
Om een beeld te krijgen van de gevolgen van scenario's hebben we de effecten in beeld gebracht met een omgevingseffectenscan (OES). Dit is geen officieel document volgens de procedure voor de milieueffectrapportage, maar heeft ons als gemeente wel geholpen om een onderbouwde keuze te maken voor onze scenario's. Elk scenario (ondernemend , flexibel, groen en geworteld) biedt een ander perspectief op ruimtelijke inrichting en maatschappelijke ontwikkeling van onze gemeente.
Met de eerste uitkomsten van de OES, waarin we goed hebben gekeken naar de effecten op onze kernwaarden hebben we een basis gevormd voor de selectie uit de verschillende scenario’s. Het gekozen voorkeursscenario is onze omgevingsvisie geworden: 'Natuurlijk Rheden'.
Als eerste verkenning van de keuzes voor onze omgevingsvisie hebben we gewerkt met scenario's. Dit zijn onderscheidende invullingen van onze toekomst. Het planbureau voor de leefomgeving (PBL) heeft voor Nederland verschillende toekomstscenario's gemaakt die kunnen helpen met nadenken over waar je als gemeente heen wilt ontwikkelen. Samen met de huidige stand van zaken in onze de gemeente, opgenomen in de 'Foto van de Leefomgeving' (hoofdstuk 3.1) hebben we de scenario's van het PBL gebruikt om vier scenario's voor Rheden op te stellen:
Ondernemend Rheden: de focus op grootschalige verstedelijking, scheiding van functies en nadruk op bedrijventerreinen en infrastructuur;
Flexibel Rheden: focus op verspreide verstedelijking, tijdelijke bestemmingen en een lappendeken van functies;
Groen Rheden: focus op verdichting rond OV-knooppunten, groenblauwe netwerken en behoud van landschap;
Geworteld Rheden: focus op een mozaïek van regionale landschappen, kleinschalige woonvormen en een verweving van functies.
In de eerste ronde van de OES zijn de vier scenario's getoetst aan omgevingsaspecten, waarbij kansen en risico's van het nieuwe beleid ten opzichte van de huidige situatie met autonome ontwikkelingen worden weergegeven. Net als het PBL hebben we in onze scenario's gewerkt met een onderverdeling in vijf themalijnen: sterke en gezonde dorpen (inclusief veiligheid, voorzieningen en mobiliteit), klimaatadaptatie (zoals hittestress en wateroverlast), energietransitie (duurzame energie en mobiliteit), economisch bloeipotentieel (zoals werklocaties en recreatie) en toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied (zoals bodemkwaliteit en agrarische waarden). Elk onderwerp omvat specifieke omgevingsaspecten die gezamenlijk bijdragen aan een integrale beoordeling van onze ruimtelijke keuzes.
Hoofdlijnen omgevingseffecten per scenario.
Ondernemend Rheden
Verhoogd risico voor: hittestress, wateroverlast, geluidhinder, luchvervuiling en externe veiligheid, verstoring van de bodem- en waterkwaliteit.
Kansen voor: versterkte economische vitaliteit, meer duurzamen woningen en voorzieningen, versterking biodiversiteit door groene infrastructuur, circulaire bedrijfsvoering en innovatieve bedrijvigheid.
Flexibel Rheden
Verhoogd risico voor: verstoring cultuurhistorie en biodiversiteit door tijdelijke functies, geluidhinder en externe veiligheid door windenergie, vervuiling door intensieve landbouw, onvoldoende aanbod voor intensieve bedrijvigheid.
Kansen voor: duurzame energieopwekking met lokale initiatieven, circulaire bedrijvigheid en toekomstbestendige landbouw, veerkracht in wijken door digitale infrastructuur, recreatieve beleving door pop-up natuur.
Groen Rheden
Verhoogd risico voor: verstoring en cultuurhistorie (door verdichting in de dorpen), geluidhinder, luchtvervuiling en verkeersdruk door intensivering, effect in de kleine dorpen door focus op grote dorpen.
Kansen voor: versterken biodiversiteit en cultuurlandschap, verbetering waterkwaliteit en klimaatbestendigheid, circulaire bedrijvigheid en duurzame energie, veerkrachtige wijken, recreatieve verbindingen.
Geworteld Rheden
Verhoogd risico voor: verstoring cultuurhistorie, geluidhinder door menging van functies, beperkt aanbod intensieve bedrijvigheid, externe veiligheid bij energieopwekking.
Kansen voor: versterking van biodiversiteit en ruimtelijke kwaliteit, meer groen en recreatieve verbindingen in de dorpen, duurzame energieopwekking, veerkrachtige wijken en minder stikstofdepositie door kringlooplandbouw.
Het Rhedens scenario ‘Natuurlijk Rheden’ is het toekomstbeeld dat wij hebben gekozen als basis voor onze omgevingsvisie. Het is samengesteld uit onderdelen uit de scenario’s vanuit het PBL, samen met de effecten uit de OES. We leggen de nadruk op een groene, klimaatbestendige en sociaal veerkrachtige leefomgeving. Op hoofdlijnen bestaat dit scenario uit de volgende keuzes:
Groen en blauw als ruggengraat: een robuuste groenblauwe structuur (groen en water) verbindt dorpen en landschap;
Ruimtelijke functies zijn te gast in de natuurlijke omgeving;
Klimaatadaptatie: water vasthouden op de stuwwal, vergroening van dorpen, herstel van oude waterlopen;
Energietransitie: lokale, kleinschalige opwekking (zoals zonnecollectoren), wijkgerichte aanpak, focus op energiebesparing;
Circulaire economie: verduurzaming van bedrijventerreinen, ruimte voor MKB, lokale voedselproductie;
Wonen: 3.000 nieuwe woningen tot 2040, met focus op verdichting in grote kernen en kleinschalige toevoegingen in dorpen;
Landelijk gebied: natuurinclusieve landbouw, ruimte voor kleinschalige woonvormen en recreatie, behoud van biodiversiteit.
et Rhedens scenario ‘Natuurlijk Rheden’ biedt veel kansen op positieve effecten, maar kent ook risico’s of negatieve effect. Deze kunnen we, in de omgevingsvisie of later als we gaan uitwerken in de programma's wegnemen.Het is goed te weten waar we voor kiezen met dit scenario, hierdoor weten we waar we extra aandacht moeten besteden bij de uitwerkingen (programma's of projecten) en waar we bij het doorlopen van een mer-procedure voor de uitwerkingen op kunnen rekenen.
De OES heeft een beeld opgeleverd van risico's op negatieve gevolgen en kansen voor positieve effecten.
Het aspect grondwater is in de huidige situatie een knelpunt, het voorkeursscenario leidt per saldo tot meer risico’s dan kansen waardoor er sprake is van een verslechterende trend.
De aspecten hittestress, duurzame energieopwekking, duurzame woningen, groen in dorpen, recreatieve verblijfslocaties, woningaanbod en behoefte, oppervlaktewater en agrarische bedrijven zijn in de huidige situatie een knelpunt en laten per saldo meer kansen zien. Hiermee is er sprake van een verbeterende trend.
De aspecten geluidhinder en luchtkwaliteit zijn in de huidige situatie een aandachtspunt en laten per saldo meer risico’s dan kansen zien. Er is sprake van een verslechterende trend waarmee deze aspecten een knelpunt kunnen worden bij uitvoering van het beleid uit dit scenario.
De aspecten beschikbaarheid voorzieningen, verkeersveiligheid, hoofdverkeerswegen en landgoederen zijn in de huidige situatie respectievelijk een knelpunt en aandachtspunt en laten per saldo een gelijk aantal risico’s en kansen zien. Er is sprake van een gelijkblijvende trend waarmee het een knelpunt kan worden bij uitvoering van het beleid, onder invloed van algemene trends.
Het aspect bodemkwaliteit is in de huidige situatie een aandachtspunt, er zijn in het voorkeursscenario meer risico’s dan kansen waardoor er sprake is van een verslechterende trend, indien dit niet gemitigeerd wordt kan het een knelpunt worden.
De aspecten dorpskernen, vraag- en aanbod werklocaties, ontmoeten, wateroverlast, beweegvriendelijke leefomgeving, veerkrachtige wijken en stations zijn in de huidige situatie een aandachtspunt, hiervoor geldt dat er per saldo meer kansen zijn en er sprake is van een verbeterende trend.
De kernwaarde 'unieke dorpen' wordt mogelijk versterkt met dit scenario. Er is echter een mogelijk risico voor de kernwaarde 'rijke cultuurhistorie' door effecten van woningbouw en energietransitie (verstoring van de bodem en effect op ruimtelijke kwaliteit).
De belangrijke aspecten sociale veiligheid, openbaar vervoer en fiets- en wandelvriendelijkheid zijn thema's vooral kansen opleveren. Ook voor de dorpscentra is het scenario kansrijk.
Soms hebben we in deze omgevingsvisie al geprobeerd extra maatregelen te verwerken maar vaker zullen we in programma's goed moeten kijken hoe we de risico's voor negatieve effecten kunnen wegnemen. Bijvoorbeeld bij het risico op negatieve effecten bij woningbouw en ontwikkeling van bedrijventerreinen, komt dat risico door een toename van het verkeer (effect op N2000/stikstof, geluidhinder, luchtkwaliteit en doorstroming op hoofdverkeerswegen). Bijvoorbeeld door lagere parkeernormen vaststellen, of deelauto's toevoegen in de planvorming, wordt dat effect (deels) weggenomen.
Een ander voorbeeld is goed nadenken over de locaties van energie-infrastructuur en woningbouw (voor bedrijven geldt dit in mindere mate, bij het intensiveren van bedrijventerreinen) en rekening houden met aanwezige waarden in de bodem en de bodemkwaliteit.

Om een beeld te krijgen van hoe onze Rhedense leefomgeving ervoor staat hebben we een zogeheten 'Foto van de Leefomgeving' gemaakt. Dit laat voor een breed scala aan onderwerpen zien hoe nu de huidige situatie in onze gemeente is. Daarnaast kunnen we zien hoe de situatie zou worden als we het huidige beleid zouden doorzetten, samen met al bekende nieuwe trends en ontwikkelingen in de autonome ontwikkeling. We werken in de ‘Foto van de leefomgeving’ met indicatoren. Dat zijn meetpunten die iets zeggen over de kwaliteit van een bepaald onderwerp, zoals luchtkwaliteit of verkeersveiligheid. We gebruiken de 'Foto van de Leefomgeving' als startpunt voor onze plannen voor de toekomst en voor het bepalen van effecten van onze plannen op de omgeving (de omgevingseffectenscan). In de toekomst zullen we de 'Foto van de Leefomgeving' en de indicatoren gebruiken om onze plannen te monitoren en om te kijken of we ons beleid moeten verbeteren en aanpassen.
We kunnen hierdoor steeds beter zien of wat we doen, welk beleid we maken en de ambities die we nastreven tot verbeteringen leiden voor onze leefomgeving. Zo krijgen we een duidelijk beeld van waar het goed gaat en waar we moeten bijsturen.
We hebben in deze 'Foto van de Leefomgeving' onderscheid gemaakt tussen de kernwaarden en themalijnen. Hierbij hebben we de kernwaarden als los onderdeel opgenomen en deze staan niet in het Rad van de Leefomgeving.
Het 'Rad van de Leefomgeving' is de conclusie van de 'Foto van de Leefomgeving' en laat in één oogopslag zien hoe het gaat met de verschillende onderwerpen van de leefomgeving in onze gemeente. Het 'Rad van de Leefomgeving' is verdeeld in de vijf verschillende themalijnen met daarbinnen verschillende onderwerpen die overeenkomen met de 'Foto van de Leefomgeving'. Het 'Rad van de Leefomgeving' laat per onderwerp zien waar het goed gaat en waar niet met de kleuren rood, oranje en groen. De kleuren zijn gebaseerd op de meetbare gegevens, dit is verder beschreven in de 'Foto van de Leefomgeving'. Het 'Rad van de Leefomgeving' helpt de gemeente om prioriteiten te stellen en beleid te maken.
Op basis van het 'Rad van de Leefomgeving' kunnen we duidelijke conclusies trekken over de huidige stand van onze leefomgeving:
Rood zien we bij thema’s zoals energie, woningaanbod, hittestress, groen in de dorpen en grond- en oppervlaktewater. Dit zijn de grootste knelpunten waar we mee aan de slag moeten;
Oranje komt vooral voor bij verkeersveiligheid, luchtkwaliteit, voorzieningen en toegankelijkheid, veerkrachtige wijken of landgoederen. Bij oranje is het goed te kijken of verbeteringen mogelijk zijn in de ambities van de omgevingsvisie;
Groen is er bij sociale veiligheid, openbaar vervoer komt minder vaak voor. Dit zijn de grote pluspunten die we nu al hebben en die we zeker moeten behouden.
Conclusie: De gemeente Rheden staat voor grote opgaven op het gebied van duurzaamheid, woningbouw, klimaatadaptatie. Het 'Rad van de Leefomgeving' laat zien waar de grootste uitdagingen liggen en waar de meeste winst te behalen is.

De natuur, het landschap, de geschiedenis en de zeven dorpen van Rheden horen bij elkaar. In de loop van de tijd hebben mens en natuur ervoor gezorgd dat ons landschap zich ontwikkeld heeft tot hoe het nu is: een afwisselend geheel van dorpen, landgoederen en natuurgebieden. Door de verschillen in hoogte, bodem en water is er veel variatie in planten, dieren en de manier van wonen. De samenhang hierin hebben we opgenomen in de kernwaarden van onze gemeente: rijke cultuurhistorie, de zeven verschillende dorpen met eigen identiteit en de fraaie natuur en landschappen.
Inzicht in de stand van deze kernwaarden helpt ons om goede keuzes te maken voor de toekomst. Bijvoorbeeld bij het bouwen van huizen, het beschermen van de natuur of het koesteren van oude bomen en gebouwen. We kijken steeds of plannen passen bij wat Rheden bijzonder maakt. Zo zorgen we ervoor dat onze omgeving mooi en leefbaar blijft, nu en later.
We hebben een verantwoordelijkheid voor de kwaliteiten van onze kernwaarden. Ze staan centraal in de afwegingen bij nieuwe ontwikkelingen. Zo kunnen we zorgen dat ook in de toekomst deze kernwaarden bovenaan staan als we denken aan onze gemeente.
Hieronder zijn per kernwaarde de belangrijkste eigenschappen en uitdagingen beschreven zoals de situatie nu is.
De gemeente Rheden ligt in een van de meest gelaagde cultuurlandschappen van Nederland. Eeuwenlang hebben mensen hier geleefd, gewerkt en gebouwd met respect voor de natuurlijke omgeving. Het resultaat is een landschap waarin stuwwallen, beken, uiterwaarden en oude routes samenkomen in een mozaïek van cultuurhistorische rijkdom. Maar juist die rijkdom brengt ook uitdagingen met zich mee.
Op de flanken van de Veluwezoom liggen de dorpen op uitspoelingswaaiers onder aan de helling. Precies op de overgang van droog naar het nattere rivierlandschap vinden we oude kerken en kastelen zoals Geldersche Toren, Middachten, Biljoen en voormalig kasteel en historisch landgoed Hof te Dieren. Zij zijn strategisch geplaatst op plekken waar zicht, veiligheid en vruchtbaarheid samenkwamen. Hoger op de hellingen liggen landgoederen buitenplaatsen als Rhederoord en Valkenberg, met uitzicht over het IJsseldal. Deze zone van landgoederen, buitenplaatsen, villa’s en pensions vormt het hart van het Gelders Arcadië.
In de lagergelegen uiterwaarden van de IJssel vinden we oude boerderijen op pollen, restanten van de baksteenindustrie en oude rivierarmen. Het zijn stille getuigen van een landschap dat voortdurend in beweging is, maar waarin de mens steeds opnieuw zijn plek weet te vinden.
De grootste uitdaging voor dit eeuwenoude cultuurlandschap is het behouden van de samenhang. De historische structuren, van karrensporen en koningswegen tot laanstructuren en beken met molenplaatsen, zijn kwetsbaar. Ze worden bedreigd door versnippering, verstedelijking, infrastructuur en functieverlies. Oude agrarische systemen, zoals de Spankerense enk met zijn prehistorische basis, staan onder druk door schaalvergroting en veranderend landgebruik.
Ook de verbindingen tussen Veluwe en IJssel, ensembles van bos, akkers, lanen, kastelen en graslanden, dreigen hun samenhang te verliezen. De Soerense beek is daar een voorbeeld van: ooit een levensader van het landschap, nu deels verstopt of versnipperd.
Om dit landschap te behouden, is het essentieel om integraal te kijken: natuur, cultuur, water en erfgoed zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Alleen door samenwerking tussen overheden, bewoners, terreinbeheerders, ondernemers en erfgoedeigenaren kan het verhaal van Rheden levend blijven. Niet als museum, maar als dynamisch landschap waarin verleden en toekomst elkaar versterken.
Onze zeven dorpen, Velp, Rheden, De Steeg, Ellecom, Dieren, Spankeren en Laag-Soeren, hebben elk hun eigen unieke identiteit en karakter. Deze verscheidenheid draagt bij aan de charme van de gemeente, maar brengt ook uitdagingen met zich mee op het gebied van leefbaarheid en voorzieningen.
De grotere dorpen zoals Velp, Rheden en Dieren beschikken over relatief meer voorzieningen, zeer goede bereikbaarheid en een actiever sociaal leven. Velp springt er positief uit met een voorzieningenaanbod dat zelfs boven het landelijk gemiddelde ligt. De ervaren leefbaarheid staat wel onder druk, vooral in de kwetsbare wijken en de dorpscentra zijn er zorgen.
Daarentegen staan kleinere dorpen zoals Spankeren en De Steeg onder druk. De bevolkingskrimp en het mogelijk wegvallen van voorzieningen is een zorg. Bereikbaarheid van basisvoorzieningen zoals winkels, openbaar vervoer en zorg is vooral voor ouderen en minder mobiele inwoners een aandachtspunt.
Een ander knelpunt is het tekort aan groen in de dorpen. Hoewel de gemeente Rheden grenst aan prachtige natuurgebieden zoals de Veluwezoom, is het openbare groen binnen de dorpskernen zelf vaak beperkt. Dit heeft invloed op de woonkwaliteit en het welzijn van bewoners.
Daarnaast is er sprake van toenemende eenzaamheid, met name onder ouderen en alleenstaanden. In sommige wijken stapelen de problemen zich op: deze kwetsbare wijken scoren slecht op meerdere leefomgevingsaspecten, zoals veiligheid, sociale cohesie, onderhoud van de openbare ruimte en gezondheid.
Met ons huidige beleid zijn we al bezig met het verstevigen van de sociale veiligheid, het aanpakken van geluidhinder, het toegankelijk maken van de openbare ruimte en ook de fiets- en wandelvriendelijkheid is in ons beleid goed verankerd.
Velp is een dorp dat zich onderscheidt door zijn krachtige eigen identiteit binnen de stedelijke dynamiek van de regio. Hoewel het officieel een dorp is, ademt Velp op veel plekken een stedelijk karakter uit, met een levendige Hoofdstraat, diverse voorzieningen en een rijke schakering aan woonmilieus.
Velp is een dorp met twee gezichten. Aan de noordzijde vind je brede lanen, statige villa’s en veel groen. Een oase van rust voor wie de drukte van de stad wil ontvluchten. Aan de zuidzijde is het beeld anders: compact gebouwd, met veel sociale woningbouw en een levendige, maar soms drukke sfeer. De Hoofdstraat, die het dorp doorkruist, is het kloppend hart van Velp, maar ook (samen met de President Kennedylaan) een bron van verkeersdrukte.
Velp is trots op zijn onderwijsinstellingen, zoals Van Hall Larenstein, Yuverta, Aeres, Astrum college en culturele instellingen zoals Studio26, die het dorp een vooruitstrevende uitstraling geven. De onderwijsinstellingen trekken veel groengeoriënteerde studenten (en docenten) aan die in de regio blijven hangen.
Toch worstelt Velp met contrasten: sociaaleconomische verschillen, hittestress in dichtbebouwde wijken en een groeiende druk op de openbare ruimte door woningbouwplannen. De uitdaging is om de balans te krijgen tussen groei en leefbaarheid, tussen stedelijke dynamiek en dorpse rust.
Rheden ligt tussen de Veluwe en de IJssel, aan een landschap dat uitnodigt tot wandelen, fietsen en genieten. Het dorp ademt rust, met zijn symmetrische opbouw en de Groenestraat als ruggengraat. Toch is Rheden meer dan een woonplek: het kent een lange baksteenhistorie en het bedrijventerrein Haveland vertelt het verhaal van industriële bedrijvigheid. De IJssel is dichtbij, maar voelt soms ver weg. Haveland, maar ook zeker de snelweg vormen een barrière tussen dorp en rivier. De herinrichting van Haveland tot een gemengd woon-werkgebied is in ontwikkeling.
Het winkelcentrum van Rheden heeft het moeilijk met veel leegstand. Het dorp is nu te klein voor de voorzieningen die er nu zitten, maar te groot voor het verdwijnen van deze voorzieningen. Met de transformatie van Haveland zien we een kans deze voorzieningen overeind te houden. Rheden staat daarmee op een kruispunt: hoe behoud je de rust en het karakter van het dorp, terwijl je ruimte maakt voor nieuwe woningen en verbindingen, die het dorp qua leefbaarheid versterken.
Dieren verbindt onze gemeente door middel van haar intercitystation met de rest van het land. Wat ooit een agrarische nederzetting was, is nu een centrum van bedrijvigheid, zorg en innovatie. De Gazellefabriek is een icoon, net als het nieuwe stationgebied. De verbinding van het ‘oude’ deel met het ‘nieuwe’ deel is echter nog niet goed gelukt.
Dieren kent ook zijn uitdagingen: verkeersdrukte, hitte-eilanden, en wijken die vragen om vernieuwing. De Kanaalzone en het gebied rond de Dierense sluis bieden kansen voor herontwikkeling, maar vragen om zorgvuldige afwegingen.
De Steeg is klein, maar groots in betekenis voor onze gemeente. Als bestuurlijk centrum van de gemeente huisvest hier het gemeentehuis, maar het is vooral de verbondenheid met de omliggende landgoederen die het dorp zijn ziel geeft. Middachten en Rhederoord zijn niet alleen monumenten, maar levende landschappen die het dorp omarmen. De lanenstructuur, de monumentale panden, het zicht op de Veluwe: alles ademt geschiedenis.
Toch is er werk aan de winkel. Het Prinses Amaliaplein mist de allure die het dorp verdient en de verbinding met de Steegse Haven kan sterker. De Steeg is een parel, maar vraagt om zorgvuldige polijsting.
Ellecom is een dorp dat je niet bezoekt, maar beleeft. Het ligt als een groene kamer tussen de landgoederen Hof te Dieren en Middachten, met villa’s, buitenplaatsen en een parkachtige sfeer. De geschiedenis is hier tastbaar, in de gebouwen, de tuinen, de lanen. Bewoners ervaren Ellecom als sfeervol en sociaal, een plek waar je elkaar kent en groet.
Maar ook hier zijn er zorgen: wat te doen met de voormalige turnhal en Dalstein, hoe behoud je het karakter als nieuwe functies zich aandienen.
Spankeren is misschien wel het meest landelijke dorp van Rheden. Hier heerst de stilte van het buitengebied, de openheid van het landschap, de eenvoud van een dorp dat zijn eigen tempo bepaalt.
De historische dorpskern is nog goed herkenbaar, maar aan de westzijde dringt de bedrijvigheid zich op. Grote bedrijfshallen contrasteren met de kleinschalige bebouwing, barrières als spoor en provinciale weg verdelen het dorp. Spankeren zoekt naar balans: hoe het open karakter te behouden, terwijl je ruimte biedt aan economische functies.
Laag-Soeren is een dorp met een verhaal. De sprengen en beken herinneren aan een verleden van watermolens die wasserijen en papierproductie aandreven. En die later de bron waren voor kuuroorden en badhuizen, voor rustzoekers en genezing. Het dorp ligt aan de rand van de Veluwe en ademt natuur, met een landschap dat tot in het dorp voelbaar is.
De geschiedenis is zichtbaar, maar mag nog meer beleefbaar worden gemaakt. De relatie met het water, de overgang naar het buitengebied, de sfeer van de Veluwe, het zijn kwaliteiten die gekoesterd en versterkt kunnen worden. De zorgen zitten vooral in het verdwijnen van voorzieningen, bijna alles is verdwenen de afgelopen tijd. Alleen ‘t Sprengenhus is nu nog een plek voor ontmoeting. Laag-Soeren is een plek voor verstilling, maar ook voor vernieuwing met respect voor het verleden.
De huidige situatie van de fraaie natuur en landschappen in onze gemeente is te omschrijven als rijk en gevarieerd, maar ook zeer kwetsbaar en staat onder grote druk. De gemeente ligt op een unieke overgangszone tussen de hoge, droge Veluwe en de lage, natte IJsselvallei. Deze natuurlijke verschillen zorgen voor een uitzonderlijke biodiversiteit en een landschap dat zowel ecologisch als cultuurhistorisch van grote waarde is.
De Veluwe is het groene hart van Rheden. Bossen, heidevelden en zandverstuivingen wisselen elkaar af, doorkruist door oude wildpaden en sprengen. Het is een plek van rust, biodiversiteit en natuurlijke rijkdom. Maar met de planten en onder de oppervlakte gaat het niet zo goed. De bodem is droog, de bossen lijden onder verdroging, en de stikstofdruk tast de kwetsbare vegetatie aan. De recreatiedruk is hoog, vooral op populaire plekken zoals de Posbank. Wat ooit een oase van stilte was, wordt steeds vaker een plek waar natuur en mens botsen. De uitdaging is om deze balans te herstellen, en de magie van het gebied te behouden.
De flanken van de Veluwe zijn als de aderen van het landschap. Hier ontspringen sprengen en beken, gevoed door kwelwater dat diep uit de Veluwe omhoogkomt. Het reliëf is grillig, gevormd door smeltwaterdalen uit de ijstijd. Maar dit systeem is kwetsbaar en verstoord. Door klimaatverandering worden de extremen groter: lange periodes van droogte worden afgewisseld met hevige regenval. Het water stroomt bij piekbuien razendsnel naar beneden, richting de dorpen. Daar, waar ooit natuurlijke afwatering plaatsvond, liggen nu barrières: spoorlijnen, snelwegen, bebouwing. Het gevolg is wateroverlast, juist op plekken waar mensen wonen.
De flank is een gebied van grote ecologische en cultuurhistorische waarde en vraagt om zorgvuldige sturing en herstel van natuurlijke processen.
Aan de voet van de flank ligt de IJssel, met haar brede uiterwaarden en meanderende loop. Hier is het landschap weids, open en dynamisch. Het is een gebied van rust, van vogels die overwinteren in de natte graslanden, van oude rivierlopen en melkveehouderijen.
Maar ook hier verandert het beeld. Ontgrondingen hebben diepe plassen achtergelaten waar vroeger weides lagen. De schaalvergroting in de landbouw heeft 60% van de kleinschalige landschapselementen doen verdwijnen.
En nu, met de toenemende recreatiedruk op de Veluwe, is het idee dat in de IJsselvallei meer recreatie komt. Hier hebben we te zorgen voor balans tussen natuur, landbouw en recreatie.
Voor onze omgevingsvisie hebben we ervoor gekozen om de vijf themalijnen van het Planbureau voor de Leefomgeving te gebruiken, iets aangepast op onze schaal. Op basis van deze themalijnen hebben we nieuw beleid geformuleerd. De themalijnen worden hieronder uitgebreid toegelicht. De themalijnen zijn:
De dorpen zijn over het algemeen fijne plekken om te wonen. Er is veel groen, de omgeving is rustig en mensen voelen zich vaak veilig. De grootste uitdaging in de dorpen is de ruimtedruk. Dit betekent dat zorgvuldig moet worden afgewogen aan welke functies, zoals groen, voorzieningen of woningen (toekomstige) beschikbare ruimte moet worden besteed.
Elk dorp in de gemeente heeft haar eigen identiteit, die onder andere wordt bepaald door historische en landschappelijke kernmerken, buurtactiviteiten en de kleinschaligheid. Nieuwe ontwikkelingen, zoals het toevoegen van woningen, ruimtelijke ingrepen voor de energietransitie en het nemen van klimaatmaatregelen leiden tot een druk op bestaande functies. Dit kan impact hebben op de kernwaarden in de dorpen, waardoor het bijvoorbeeld een uitdaging wordt om de historische structuren in de dorpen te behouden.
Identiteit wordt daarnaast ook bepaald door de inwoners zelf. Door een tekort aan woningen zien we jongeren wegtrekken. Dit beïnvloedt de leeftijdsopbouw en daarmee ook de levendigheid van de dorpen. Ook dit heeft invloed op identiteit van de dorpen.
Ook in onze gemeente is er een tekort aan (betaalbare) woningen. Dit geldt vooral voor starters en ouderen. Oorzaken hiervan zijn te weinig woningen, maar ook vindt te weinig doorstroming plaats: ouderen blijven vaak in (te) grote woningen wonen, waardoor starters geen plek vinden. Er zijn plannen voor het bouwen van nieuwe woningen. De ligging aan een Natura 2000-gebied brengt echter wel uitdagingen met zich mee, bijvoorbeeld op het gebied van stikstof. Daarnaast is er niet alleen een tekort aan woningen, ook is er een tekort aan bepaalde typen woningen, zoals levensloopbestendige woningen.
De klimaateffecten zijn de afgelopen jaren toegenomen en dit gaat in de toekomst nog meer toenemen. Verdroging, wateroverlast en hittestress zorgen voor overlast in de dorpen. Daarom is behoefte aan klimaatadaptieve maatregelen, zoals waterberging, vergroening en herstel van natuurlijke systemen.
De uitdagingen voor een gezonde leefomgeving liggen vooral in de kwetsbare wijken, in het omgaan met klimaatverandering en in het versterken van sociale netwerken.
Een aantal wijken is te omschrijven als kwetsbaar. In zo'n wijk zijn meerdere ruimtelijke en sociale problemen tegelijk. Denk bijvoorbeeld aan slechte woningen, weinig groen, weinig ontmoetingsplekken en mensen die zich eenzaam voelen. Vooral ouderen en mensen met een laag inkomen hebben het soms moeilijk. Ook zijn er zorgen over de gezondheid van inwoners, bijvoorbeeld door luchtvervuiling of geluid van verkeer. Uitdaging is om deze wijken vitaler en gezonder te maken en op de leefbaarheid te verhogen.
Voor leefbaarheid is onder andere eenzaamheid een groeiend probleem in de kleinere dorpen en kwetsbare wijken, waar de sociale infrastructuur dunner is. Drie wijken, Velp-Zuid, Rheden-West en Dieren-Stenfert, scoren minder goed op leefbaarheid, veiligheid en sociale samenhang. De sociale veiligheid is objectief redelijk goed en er zijn veel inwoners die zich inzetten voor hun wijk, subjectief wordt het niet altijd als goed ervaren.
Een onderdeel van de leefbaarheid in de dorpen en de zelfredzaamheid van de inwoners zijn de voorzieningen. Voorzieningen hebben niet alleen een praktische functie, maar ook een sociale. De grotere dorpen hebben een grote diversiteit in voorzieningen, terwijl de kleinere dorpen in sommige gevallen slechts beschikken over een aantal basisvoorzieningen, zoals een bakker, een dorpshuis of een café. Dit betekent dat inwoners van kleinere dorpen, in sommige gevallen, bijvoorbeeld bij een zorgbezoek, moeten uitwijken naar een van de grotere dorpen. De toenemende vergrijzing en de daarmee toenemende druk op de zorg kunnen ertoe leiden dat inwoners minder mobiel en daarmee minder zelfredzaam zijn. Een uitdaging is om de voorzieningen voor een ieder toegankelijk te houden.
Het inzetten op het verbeteren van de bereikbaarheid en verkeersveiligheid zijn belangrijke aandachtspunten. Niet alle dorpen zijn optimaal bereikbaar en de verkeersveiligheid is op sommige plekken niet goed genoeg. Fietsen en wandelen is niet overal prettig of veilig. Ook is de openbare ruimte niet overal optimaal ingericht en toegankelijk voor alle weggebruikers (zoals schoolgaande kinderen, mensen met een beperking en ouderen).
Ook zijn er nog een aantal verkeersknooppunten in de gemeente. Door de toename van woningen en reisbewegingen kan de drukte op deze knooppunten toenemen.
Het klimaat verandert. We krijgen steeds vaker te maken met hitte, droogte en hevige regen. Dat heeft gevolgen voor de dorpen, de natuur en de landbouw in Rheden. Daarom is het belangrijk dat we ruimte maken voor water, waterberging/vasthouden, schaduw en verkoeling.
Door de extremere omstandigheden is er veel droogte, waardoor beken droogvallen en bomen en planten het moeilijk hebben. Dit is voor de landbouw op de flank een groot risico. Een potentieel gevaar is daarbij expliciet het gevaar voor natuurbranden.
In de dorpen is er hittestress, vooral in de versteende wijken met weinig groen. Ook is er wateroverlast bij hevige regen, omdat het water niet goed weg kan.
In sommige wijken hebben we nu al te maken met wateroverlast door extreme buien of door hoogwater in de IJssel. Dit zal in de toekomst alleen maar toenemen.
We moeten stoppen met het gebruik van kolen, olie en gas. Deze energiebronnen zorgen voor veel vervuiling en zijn slecht voor het klimaat. Ook raken ze op. Daarom moeten we overstappen op schone energie, zoals zon en wind. Deze bronnen zijn beter voor de aarde en raken nooit op.
Het elektriciteitsnet raakt op veel plekken vol. Dat maakt het moeilijk om nieuwe ontwikkelingen aan te sluiten, ook voor projecten voor energieopwekking die voor verduurzaming moeten zorgen is dit moeilijk.
De overstap naar duurzame energie vraagt ruimte. Denk aan plekken voor zonnepanelen, windmolens of warmtenetten. Maar die ruimte is beperkt en er moet goed worden nagedacht over waar dit past zonder dat het ten koste gaat van natuur, cultuurhistorie, landschap of leefbaarheid.
Op dit moment is het aandeel duurzame energie in onze gemeente nog laag. Er zijn wel zonnepanelen op daken, maar er is weinig ruimte voor grootschaliger opwekking van energie.
Veel woningen zijn slecht geïsoleerd en gebruiken veel gas. Vooral oudere huizen hebben energielabel D of lager.
Er is weinig aanbod van deelauto’s of laadpalen, vooral buiten de grotere dorpen. Dit komt onder andere door netcongestie.
De economie in Rheden draait vooral om zorg, onderwijs, toerisme en kleine bedrijven. Er zijn ook een paar grotere werkgevers, zoals de Gazelle-fabriek in Dieren. De ligging van de gemeente is gunstig: dichtbij Arnhem en goed bereikbaar met trein en snelweg.
Er is te weinig ruimte voor bedrijven om te groeien of zich te vestigen. Vooral voor de maakindustrie is er een tekort aan geschikte plekken.
De bedrijventerreinen zijn verouderd, er is netcongestie, ze zijn niet duurzaam ingericht en missen vaak groen.
De dorpskernen verschillen sterk in mate van voorzieningen. In de grotere dorpen zoals Velp en Dieren zijn meer winkels en voorzieningen. In kleinere dorpen verdwijnen steeds meer winkels en diensten. Dat maakt het moeilijker voor inwoners om dichtbij huis boodschappen te doen of zorg te krijgen.
In de recreatie en toerisme zijn er kansen en uitdagingen. De natuur trekt veel bezoekers, maar het aanbod van overnachtingsplekken is beperkt. Er is behoefte aan meer en gevarieerdere verblijfsrecreatie, zoals campings of kleinschalige logeerplekken.
Het landelijk gebied in onze gemeente bestaat uit natuur, landbouw, landgoederen en kleine woonplekken. Dit gebied is belangrijk voor rust, biodiversiteit, voedselproductie en het landschap. Maar er zijn ook uitdagingen.
De kwaliteit van de bodem en het grondwater gaat achteruit. Dat is slecht voor de natuur, landbouw en drinkwater. Sommige gebieden hebben last van vervuiling, bijvoorbeeld door mest (natuurgebieden) of oude loodresten (vooral in stedelijk gebied een probleem).
Door de grote droogte en het niet vasthouden van regenwater is verdroging een zorgpunt. Hierdoor zijn beken en bossen minder gezond. Maar ook voor de landbouw is dit een bedreiging.
Boerenbedrijven hebben het moeilijk. Ze mogen niet zomaar uitbreiden en moeten aan steeds strengere regels voldoen. Tegelijk willen ze bijdragen aan natuur en duurzaamheid, maar daar is niet altijd genoeg ruimte of geld voor.
De landgoederen zijn belangrijk voor natuur, cultuur en recreatie. Maar niet alle landgoederen hebben een duidelijk plan voor de toekomst. Het onderhouden van een landgoed is moeilijk, je moet telkens inspelen op ontwikkelingen. Daardoor is het lastig om ze goed te onderhouden en te beschermen.
Er is ook ruimte-druk vanuit andere ontwikkelingen zoals recreatie-, begraafplaats- en energieprojecten. Die vragen ruimte, maar kunnen botsen met de doelen voor natuur en landbouw.
In deze 'Foto van de Leefomgeving' is een thematische beschrijving van de huidige stand van onze leefomgeving beschreven. Om in hoofdstuk 5 de gebiedsverhalen te voeden met de huidige stand van zaken hebben we kort beschreven wat de belangrijkste opgaven en uitdagingen zijn voor deze gebieden om een meer integraal beeld te krijgen als basis voor de gebiedsverhalen en ambities.
Het landelijk gebied bestaat uit landbouw, natuur en landgoederen. De bodemkwaliteit past niet altijd bij het al bestaande gebruik en de waterkwaliteit gaat achteruit, vooral door droogte en vervuiling. Boeren hebben weinig ruimte om te verduurzamen. Landgoederen zijn belangrijk voor landschap en cultuur, maar niet allemaal hebben ze een toekomstplan. Er is spanning tussen landbouw, natuur, recreatie en energie.
Belangrijkste thema’s: bodem- en watersysteem, toekomst van landbouw en landgoederen, recreatie en balans tussen functies.
De natuur in de gemeente is van zeer divers. Er zijn veel bossen, heidevelden, beken en uiterwaarden. Grote delen vallen onder Natura 2000, zoals de Veluwe en de IJsselvallei. Toch staat de natuur onder grote druk. Door droogte, vervuiling, verzuring, vermesting, verstoring en versnippering gaat de biodiversiteit achteruit, de kwaliteit is steeds verder aan het afnemen.
Recreatie en natuur gaan niet altijd samen. Ook zijn sommige natuurgebieden moeilijk bereikbaar of niet goed verbonden. Er is meer ruimte nodig voor herstel van natuur en water.
Belangrijkste thema’s: verdroging, biodiversiteit, natuurverbindingen, bodem- en waterkwaliteit.
De dorpen zijn over het algemeen prettig om in te wonen, maar er zijn verschillen tussen wijken. In sommige wijken is weinig groen, zijn woningen slecht geïsoleerd en voelen mensen zich eenzaam. Er is een tekort aan betaalbare woningen en voorzieningen. Ook is er hittestress en wateroverlast bij hevige regen. De openbare ruimte is niet overal goed toegankelijk.
Belangrijkste thema’s: leefbaarheid, woningtekort, hittestress, sociale samenhang, toegankelijkheid.
In Rheden bevinden zich meerdere bedrijventerreinen die zijn verspreid over de grotere dorpen. De bedrijventerreinen zijn belangrijk voor werkgelegenheid, maar veel terreinen zijn verouderd. Er is weinig ruimte voor nieuwe bedrijven, vooral voor de maakindustrie. Ook zijn de terreinen vaak niet duurzaam ingericht. Geluid en verkeer zorgen soms voor overlast in de omgeving. Er is behoefte aan herontwikkeling en verduurzaming.
Belangrijkste thema’s: ruimtegebrek, duurzaamheid, overlast en herontwikkeling.
Rheden kiest voor een toekomst waarin we te gast zijn in de groene omgeving.

Deze groene omgeving willen we koesteren, versterken en ontwikkelen met als uitgangspunt een gezonde, veilige, duurzame, aardgasvrije, groene en CO2-neutrale leefomgeving. Hierbij vormt een robuuste groenblauwe dooradering de ruggengraat van onze gemeente en dringt deze door tot ver in onze dorpen.
Wij zorgen voor veerkrachtige, sociale, veilige en toekomstgerichte dorpen met een divers aanbod van woningen en een stevige groenblauwe dooradering die in verbinding staat met het landschap.

Voor 2040 willen we groeien naar 50.000 inwoners en bouwen we 3000 nieuwe woningen om voorzieningen in, in ieder geval de grotere dorpen, in stand te houden voor al deze inwoners. Met de keuze om alleen binnen de dorpskernen woningbouw te ontwikkelen, kiezen we tegelijk ook voor hoger bouwen en stapeling van functies. Dat doen we o.a. in de grote ontwikkelgebieden: Haveland in Rheden, Dieren-Midden en Park Nieuw Velp en in meer kleinschalige inbreidingslocaties. Daarnaast kunnen op zeer kleine schaal in de kleine dorpen woningen worden toegevoegd. Waarbij per locatie gekeken wordt wat passend is binnen de omgeving.
Daar waar sprake is van nieuwbouw werken we met nieuwe woonconcepten die aansluiten bij de ruimtelijke en sociale uitdagingen van de desbetreffende locatie, bijvoorbeeld éénpersoonswoningen in hoogbouw met collectief groen in nabijheid van openbaar vervoer. Naast nieuwbouw kijken we ook of en hoe we de regels voor woningsplitsing, functieverandering of woonconcepten zoals collectieve woonvormen kunnen versoepelen of procedures kunnen vereenvoudigen. Ook is het belangrijk betaalbare woningen (huur en koop) te hebben. We gaan daarbij sturen op het diverser maken van wijken met een eenzijdig aanbod van (dure) koopwoningen of (sociale) huurwoningen.
Bij het toevoegen van nieuwe woningen focussen we ons op de betaalbaarheid van woningen en het stimuleren van doorstroming door bijvoorbeeld het realiseren van passende woningen voor ouderen. Een derde deel van de nieuwbouw zijn levensloopgeschikt, zoals nultredenwoningen. Hiermee creëren we doorstroming voor ouderen, kansen voor starters en komen er tegelijk gezinswoningen vrij.
In Dieren, Velp en Rheden gaan we de omgeving van de stations verder ontwikkelen. Naast dat de stations voor alle inwoners toegankelijker worden, richten we ons per station op een speciale doelgroep. In Velp zorgen we voor betere verbindingen naar de onderwijsinstellingen. Als ‘poort naar de Veluwe’ zal station Rheden beter worden ingericht voor recreanten en toeristen, zodat deze gestimuleerd worden met het OV te komen in plaats van met de auto. Station Dieren is als intercitystation een belangrijk knooppunt om met het OV naar de rest van Nederland door te reizen. De omgeving van Station Dieren is daardoor een mooie zoeklocatie voor extra woningen voor starters en voor organisaties of bedrijven die makkelijk bereikbaar willen zijn.
De unieke identiteit en ontstaansgeschiedenis van plekken wordt onderdeel van nieuwe ontwikkelingen. Bestaande bebouwing nieuwe functies geven kan daar een rol in spelen: behoud van karakter en op de toekomstgericht met nieuwe invullingen.
We werken aan grootschalige wijkvernieuwing met de focus op kwetsbare gebieden. We gaan voor vitale wijken met een divers en gebalanceerd woningaanbod.
We zijn een sociale en veerkrachtige gemeente waar inwoners naar elkaar omkijken en waar rekening met elkaar wordt gehouden. Voor jong en oud is er voldoende aanbod en ruimte (bijvoorbeeld dorpshuizen, sportverenigingen, scholen of openbare ontmoetingsplekken) om elkaar te ontmoeten, te ontspannen of te bewegen, ook in de kleine dorpen. De invulling hiervan verschilt per dorp en is erop gericht om de zelfredzaamheid en sociale cohesie binnen het dorp te versterken en eenzaamheid tegen te gaan. Draagkracht en veerkracht zijn daarbij leidend.
We beschermen de gezondheid van onze inwoners. We zoeken naar robuuste integrale oplossingen waarbij we bewust ruimte creëren voor oplossingen gericht op het aanpakken van onder andere klimaatverandering, geluidsoverlast, bodem- en luchtkwaliteit, energietransitie en sociale vraagstukken (integrale wijkaanpak).
Basisvoorzieningen zoals zorg of de dagelijkse boodschappen willen we zo veel mogelijk behouden in de grote dorpskernen Dieren, Rheden en Velp. Daarvoor moeten we samen met de ondernemers kijken wat ze daarvoor nodig hebben.
We zetten de fietser en voetganger centraal en hebben veel aandacht voor routes naar scholen, stations en basisvoorzieningen (de ‘15-minuten-stad’: een idee waarbij alle essentiële voorzieningen zoals werk, winkels, scholen, gezondheid, sport en ontspanning, binnen een afstand van 15 minuten lopen of fietsen is te vinden). Hierbij is het STOMP-principe leidend (een prioriteitsladder van vervoersmiddelen: Stappen, Trappen, Openbaar Vervoer, Mobility as a Service en Privévervoer). In Velp, Rheden en Dieren worden de OV-knooppunten versterkt aansluitend aan dit STOMP-principe waarbij verkeersveiligheid, groen, leefbaarheid en sociale cohesie uitgangspunten zijn.
In de dorpen maken we actief ruimte voor een stevige groenblauwe dooradering. De groene ruimte is een uitnodiging om meer buiten te zijn, het helpt de effecten van klimaatverandering op te vangen: water opvangen of koelte creëren, het verbindt de dorpen met de omliggende natuur, het voegt biodiversiteit toe in de dorpen, soms kunnen we beken toevoegen (zoals de beek in Velp), het verbetert de leefomgeving.
Wij werken aan een klimaatbestendige en waterrobuuste gemeente die aansluit bij onze natuurlijke groene omgeving en bestand is tegen wateroverlast, hitte en droogte. Hiervoor creëren wij actief boven- en ondergrondse ruimte in onze dorpen en landelijk gebied voor robuuste klimaatadaptieve oplossingen en stimuleren wij de biodiversiteit.

We werken aan een klimaatbestendige en waterrobuuste gemeente die aansluit bij onze natuurlijke omgeving. We passen ons aan, aan het veranderende klimaat en zijn voorbereid op weersextremen ten aanzien van hitte, droogte, wateroverlast en overstroming. Hiervoor creëren we actief boven- en ondergrondse ruimte in onze dorpen en landelijk gebied voor robuuste klimaatadaptieve oplossingen in aansluiting op het natuurlijke systeem van water en bodem:
Er komt een robuust netwerk van openbaar groen en soms water in onze dorpen door de huidige oppervlakte verharding (zoals parkeerplaatsen) te verminderen, versteende straten en pleinen te vergroenen, woonwijken te herstructureren en de beek in Velp bovengronds zichtbaar te maken;
We werken aan klimaatadaptieve oplossingen zoals het vasthouden van water op de stuwwal (blauwe hart van drinkwater onder de Veluwe), het opvangen van water in de uiterwaarden (kans voor drinkwatervoorraad) en een verdere vergroening van onze dorpen voor verkoeling en wateropvang;
We werken samen met onze gebiedspartners, inwoners, bedrijven/ondernemers aan klimaat-gerelateerde risico’s als natuurbranden en gezondheidsklachten onder kwetsbare inwoners.
In de omgang met extreme weersomstandigheden als hevige regenval, hittegolven, droogte en zware stormen krijgen klimaatgevoelige gebieden als hitte-eilanden en gebieden met flinke wateroverlast voorrang. De klimaatrisico's nemen niet (langer) toe. Het tempo waarmee we ons aanpassen aan het veranderende klimaat ligt net zo hoog als het veranderende klimaat.
Bij de woningbouwopgave en renovaties houden we rekening met het klimaat van de toekomst.
We kiezen voor ‘klimaatadaptief bouwen’, zoals de toepassing van kleine ramen, groene daken en gemeenschappelijke groene ruimtes met bomen. Het Gelders Kader voor Leefbare verstedelijking is hierbij vooralsnog ons vertrekpunt. We kiezen voor meer hoogbouw zodat we ruimte kunnen creëren voor groenblauwe verbindingendooradering. Daarnaast werken we met innovatieve woonconcepten als levensloopbestendige wooncomplexen met gemeenschappelijke tuinen en deelmobiliteit/OV.
We focussen ons op energiebesparing, lokale en duurzame warmte- en koelteoplossingen en kleinschalige opwek van duurzame energie. Voor de elektriciteitsvraag verbinden we ons met regionale energienetwerken. De ruimtelijke en sociale uitdagingen (bijvoorbeeld energiearmoede) van de energietransitie pakken we lokaal, wijkgericht en in samenhang met andere opgaven op.

We zijn als gemeente zelfvoorzienend waar mogelijk. Zowel inwoners als bedrijven worden gestimuleerd om duurzaam met energie om te gaan. Dat kan door te besparen en door het maken van bewuste keuzes (gedragsverandering), maar ook door zelf duurzame (hernieuwbare) energie op te wekken en op te slaan. Dit kunnen we samen doen met bijvoorbeeld een Rhedense Energie- en DuurzaamheidsOrganisatie (REDO), een lokaal samenwerkingsverband dat in onze gemeente duurzame energieoplossingen ontwikkelt, beheert en uitvoert en energiebesparing, warmtenetten en collectieve opwek en energieadviezen geeft.
Lokaal opgewekte energie wordt ook zo veel mogelijk lokaal gebruikt. Warmte en koelte kunnen we voor een groot deel lokaal regelen door zonnecollectoren op daken of toekomstige innovatieve oplossingen. De energietransitie vraagt om meer plek in de openbare ruimte (transformatorhuisjes, pompstations, opslag). In het buitengebied kiezen we niet voor grootschalige opwek van zon-, windenergie of biovergisting. We kiezen wel voor ruimte te geven aan kleinschalige (collectieve) energieoplossingen waar dat nodig is. Het uitgangspunt hierbij is dat we kiezen voor een watergedragen warmteoplossing zonder tussenkomst van elektriciteit.
We zijn ons ervan bewust dat we afhankelijk zijn van elektrische energie van buiten onze gemeentegrenzen. We zijn verbonden met decentrale regionale initiatieven voor elektriciteit en warmte. Om hier goed op aan te kunnen sluiten stimuleren we het (ver)plaatsen van bedrijven die veel energie nodig hebben naar de bedrijventerreinen De Beemd en Kanaalzone Dieren waar we kiezen voor energie-hubs die verbonden zijn met een groter regionaal gebied (Energiehub Eerbeek of Energiehub Arnhem).
We willen de energietransitie wijkgericht aanpakken in samenwerking met inwonersinitiatieven en combineren met andere opgaven. We geven hierbij voorrang aan een aanpak in de meest kwetsbare wijken in onze gemeente. Daarmee pakken we naast energiearmoede, bestaanszekerheid en kansengelijkheid ook gezondheidsrisico’s als hittestress aan. Dat is onze integrale wijkaanpak.
Wij richten ons op een circulaire en lokale economie waarbij we de kracht van onze unieke groene omgeving optimaal inzetten voor o.a. het vestigingsklimaat van (lokale) ondernemers en de samenwerking tussen onderwijs, overheid en bedrijfsleven. Onze omgeving is hierin een belangrijke inspiratiebron en het welzijn van de mens staat centraal.

Rheden wil naast voldoende woningen ook zorgen voor voldoende werkgelegenheid. We bieden een breed aanbod aan werkgelegenheid voor onze eigen inwoners. In de dorpen is er ruimte voor het flexibel in spelen op behoefte van kleine (dienstverlenende) ondernemingen. Hierbij richten we ons vooral op lokaal ondernemerschap, werkgelegenheid en korte ketens.
In de dorpen is ruimte voor het midden- en kleinbedrijf, waarbij we het winkelaanbod willen centreren in de dorpskernen van Velp, Rheden en Dieren. Er ontstaat levendigheid en ontmoeting. We geven ruimte aan onderwijs, kunst en cultuurstart-ups, ze versterken ontwikkelkracht en verbeeldingskracht. Zo zien we ontwikkelingen rond Thomassen op Haveland en start-ups rond de groene campus in Velp als voorbeeld ontwikkelingen.
We zetten in op innovatieve en circulaire oplossingen door (het stimuleren van) samenwerkingen tussen de maakindustrie en technologie en digitalisering. We zoeken hierin ook de samenwerking op met het onderwijs waarbij we ons focussen op het kenniscluster met Van Hall Larenstein, Yuverta, Aeres en Astrum college.
Bedrijventerreinen De Beemd en Kanaalzone Dieren worden duurzaam geïntensiveerd en geherstructureerd. Hierbij ligt de focus op circulaire bedrijvigheid en vergroening en genoeg duurzame energie voor grootschalige energievragen. We kijken hier goed naar de milieuzoneringen die nodig zijn.
Wij zijn niet alleen voor onze eigen inwoners een aantrekkelijk gemeente om te vertoeven, ook van buitenaf komen mensen hier om te recreëren en te genieten van de natuur. We willen de recreanten, zowel eigen inwoners, als van buiten, meer naar de dorpscentra trekken. Hiervoor maken we ruimte voor gezellige plekken. In de dorpen stimuleren we horeca. Ook geven we ruimte aan ontwikkeling en versterking van kleinschalige verblijfsrecreatie op bijvoorbeeld vrijgekomen agrarische bouwpercelen in het landelijke gebied.
Wij koesteren onze waardevolle groene en blauwe omgeving en dragen speciale zorg voor onze kernwaarden. De gebruiksfuncties in het landelijk gebied (zoals landbouw, waterberging, drinkwatervoorzieningen en recreatie) zijn te gast in het gebied en worden toekomstgericht en omgevingsbewust ingepast.

De groenblauwe dooradering, de duidelijke aanwezigheid van natuur en water, is de ruggengraat van onze gemeente. Het verbindt de Veluwe en de IJssel, maar ook onze dorpen met het landelijk gebied. Door slimme keuzes op de Veluwe en in het IJsseldal krijgen we meer stilte en donkerte, waarden die in onze gemeente hoog gewaardeerd worden. De sterke band met de natuur versterkt en daarmee stimuleert het de verbondenheid door de sociale netwerken, de veerkracht en daadkracht van onze inwoners te verstevigen.
Opgaven als de energietransitie, klimaatadaptatie en vitale dorpen en wijken kunnen we duurzaam aanpakken door die ruggengraat te versterken, zeker ook in het landelijk gebied.
De zorg voor drinkwater zien we als belangrijke verantwoordelijkheid. Daarbij kijken we samen met onze partners naar het verhogen van de kwaliteit en het vergroten van de kwantiteit van het drinkwater in het blauwe hart van de Veluwe. Daarnaast proberen we zo weinig mogelijk het schone drinkwater te gebruiken voor ander gebruik dan drinkwater.
We gebruiken de robuuste groenblauwe dooradering voor het vasthouden van zoveel mogelijk water voordat het wegstroomt in de IJssel. Het vasthouden van regenwater op de stuwwal is daarbij een belangrijke opgave.
De IJssel is voor ons vooral een natuurlijke en recreatieve rivier die bijvoorbeeld met een nevengeul ruimte krijgt bij hoogwater in de uiterwaarden. Het cultuurlandschap in de uiterwaarden is van oudsher geschikt en beschikbaar voor waterberging bij hoog water. Om dit natuurlijke karakter te versterken zetten we in op het creëren van meer ruimte voor dynamiek in de uiterwaarden door ontstening van de IJssel, kleinschalige landschapselementen als hagen. Hier past het niet grootschalige te ontgronding/ontzanden. We zoeken met de ontwikkelingen zoveel mogelijk de combinatie met waterretentie voor tijden van droogte.
Natuurinclusieve landbouw is de norm, om dat te bereiken werken we samen met onze boeren. Biodiversiteit, circulariteit en het versterken van het cultuurlandschap hebben prioriteit. We kiezen ervoor samen met de landgoederen en andere betrokkenen in het landelijk gebied de noodzakelijke ontwikkelingen en transities te realiseren.
In het landelijke gebied zijn natuur, natuurinclusieve landbouw, natuurlijke watersystemen, drinkwaterwinning en ruimte voor de rivier de primaire functies. Voor andere intensieve economische functies die hier afbreuk aan doen, zoals grootschalige recreatie en toeristische functies, fastfoodketens, bouw- en sloopbedrijven en zandwinning geven we geen ruimte.
Het buitengebied is bedoeld voor landbouw, water, natuur en recreatie. Bestaande bebouwing (of op de plek daarvan) mag wel gebruikt of herontwikkeld worden om ruimte te bieden aan nevenactiviteiten of herbestemming (bijvoorbeeld knooperven), we willen daarbij bestaande bebouwing beter benutten voor nieuwe functies.
Bij nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven of bij landgoederen denken we aan eigen energie opwek, lokale voedselvoorziening, moestuinen, plukbossen of kleinschalige recreatie (B&B’s, theetuinen, kleinschalige boerencampings, groepsaccommodaties), waardoor het landelijk gebied aantrekkelijker wordt.
Landgoedeenheden kunnen een broedplaats zijn waar de verschillende ambities in het landelijk gebied in samenhang een plek kunnen krijgen.
De gemeente groeit naar 50.000 inwoners en bouwt 3.000 woningen tot 2040.
De groei concentreert zich in de grotere dorpen Velp, Rheden en Dieren en vindt plaats binnen de bestaande dorpsgrenzen.
Het dorpse karakter staat centraal bij ontwikkelingen.
We kiezen bewust voor gezonde dorpen: we pakken geluidsoverlast, luchtvervuiling en hittestress aan.
We versterken de al bestaande sociale cohesie.
Via wijkgerichte energietransitie pakken we energiearmoede en kansenongelijkheid aan.
We willen levendige en compacte dorpscentra in Velp, Rheden en Dieren die goed bereikbaar zijn voor inwoners en toeristen.
De meeste groei ontstaat in het dorp Rheden met meer inwoners, toeristen en een aantrekkelijk woon-werkklimaat voor ondernemers.
We kiezen voor ruimte voor fietsen, wandelen en het optimaal gebruik maken van het openbaar vervoer.
Doorstroming in de woningmarkt en woningsplitsing krijgen prioriteit.
We kiezen voor grootschalige herstructurering om daarmee de robuuste groenblauwe dooradering aan te leggen.
Groen is leidend bij ruimtelijke keuzes. Bij ontwikkelingen wordt altijd extra groen toegevoegd.
Waar nodig wordt de hoogte ingegaan om efficiënt met ruimte om te gaan.
We bieden ruimte voor slim en meervoudig ruimtegebruik.
Doorstroming in de woningmarkt en woningsplitsing krijgen prioriteit.
Het herbestemmen van cultuurhistorische gebouwen en locaties heeft de voorkeur boven sloop en nieuwbouw.
Verharding, zoals parkeerplaatsen en wegen, wordt alleen toegevoegd als het echt nodig is.
Het buitengebied blijft natuurlijk en groen.
Het landschap en de biodiversiteit worden versterkt, met bijzondere aandacht voor de verbinding tussen de Veluwe en de IJssel.
Natuurinclusieve landbouw is de norm. We willen onze agrariërs ondersteunen om hieraan te kunnen voldoen.
Er komt geen ruimte voor grootschalige intensieve functies die afbreuk doen aan de kleinschaligheid van het landschap, zoals grootschalige recreatie en toeristische functies, fastfoodketens, bouw- en sloopbedrijven en zandwinning.
Bij de IJssel wordt ruimte geboden aan de natuurlijke dynamiek van de rivier door onder andere een nevengeul bij de oude steenfabriek.
Op de Veluwe en de stuwwal wordt water vastgehouden om het drinkwater-hart te voeden. Daarnaast worden sprengen en beken hersteld.
Er wordt geïnvesteerd in extra waterberging, in verkoelend groen en in andere maatregelen tegen droogte en wateroverlast.
Onze identiteit ontlenen we grotendeels aan onze landgoederen, onze unieke dorpen en onze fantastische natuur. We kiezen ervoor om dit te koesteren en mee te nemen in de toekomst van onze gemeente.
We vinden het belangrijk dat zowel onze inwoners als mensen van buitenaf kunnen genieten van al het moois dat Rheden te bieden heeft. Wel kiezen we ervoor de natuur op één te zetten. Dit betekent dat we, indien nodig, gebieden (gedeeltelijk) afsluiten voor recreatie, en recreatie tegelijkertijd meer gaan spreiden binnen onze gemeente.
Agrariërs die hun bedrijfsmodel moeten aanpassen om te voldoen aan de natuurinclusieve norm krijgen meer ruimte voor het oppakken van nevenactiviteiten.
We streven naar energieneutraliteit door lokaal warmte/koelte op te wekken en te gebruiken, en in te zetten op energiebesparing en kleinschalige energiebronnen. Er is geen ruimte binnen onze gemeentegrenzen voor grootschalige energieopwekking in het landelijk gebied.
Bedrijventerreinen De Beemd en Kanaalzone worden toekomstbestendig gemaakt, met aandacht voor duurzaamheid. Voor de elektriciteitsvraag wordt aangesloten op het energienetwerk van Eerbeek en Arnhem.
Met een voorgestelde integrale wijkaanpak is het idee een aanpak te maken voor de verschillende opgaven tegelijk. De aanpak in Dieren-Stenfert blijven we doorzetten en gebruiken we om te leren hoe we zo veel verschillende onderwerpen tegelijk aanpakken: een evenwichtig woningaanbod (balans koop-huur, verschillende prijsklassen), groene dooradering, sociale en fysieke veiligheid, water vasthouden, energietransitie, ontmoeten, bewegen en wandel en fietsvriendelijk maken. Daarnaast kan het per wijk uitgebreid worden met opgaven die specifiek zijn voor die wijk.
Er zal moeten worden bekeken wanneer en hoe we deze wijkaanpak ook op gaan starten voor de wijken in Velp en Rheden.
Voor meerdere ambities geldt dat voor het realiseren ervan nadere regelgeving of versoepeling/ vereenvoudiging van regels nodig is. Bijvoorbeeld voor het bepalen van bouwhoogtes, parkeernormen, woningsplitsing, functieverandering en collectieve woonvormen of de 3‑30‑300 regel. Ook het goed na denken over omgevingswaarden hoort hier bij. Regels over energie infrastructuur (transformatorhuisjes, leidingen) en het samenspel met de vergroening van de dorpen is hierin belangrijk.
Voor het ontwikkelen van de stationslocaties is goed te bedenken dat ook hier veel verschillende opgaven bij elkaar komen. Mobiliteits-hubs (fiets/auto) met een verbinding naar de voor de doelgroep logische plekken, en de afweging of andere ambities als woningbouw of voorzieningen zoals recreatie mogelijk en wenselijk zijn. Maar ook geluid en externe veiligheid spelen een grote rol bij het zoeken naar mogelijkheden. Kortom: er moet nog een nadere keuze gemaakt worden hoe we om willen gaan met de ontwikkeling van de stationlocaties.
Om elke m2 die nog beschikbaar is voor bedrijven met een hogere milieubelasting optimaal te kunnen benutten, is een herstructurering van de bedrijventerreinen De Beemd en Kanaalzone Dieren noodzakelijk. Onderzocht moet worden hoe milieuzonering en intensivering van gebruik samen kunnen gaan met vergroenen en verduurzamen. Ook de verbinding van de bedrijventerreinen met gezamenlijke energienetten in Arnhem/Duiven en Eerbeek moet hierin dan onderdeel worden.
We zien dat er in onze gemeente te weinig sportgelegenheden/velden zijn. Om mensen uit te nodigen meer te gaan bewegen willen we onderzoeken hoe we de openbare ruimte dusdanig kunnen inrichten dat deze uitnodigt tot bewegen. We willen parken waarin ook gesport kan worden. Hoe we dat moeten doen in de openbare ruimte die toch al multifunctioneel moet worden gebruikt, moeten we nader uitzoeken.
Met de omgevingsvisie willen wij onze kernwaarden versterken en onze ambities verwezenlijken. Dit kunnen we als gemeente niet alleen. We willen bij het realiseren van al onze ambities zo veel mogelijk samenwerken met onze vaak trotse inwoners, bedrijven, buurgemeenten en andere organisaties zoals regio, provincie en rijk. We hebben iedereen hard nodig. De rol die we als gemeente innemen bij het realiseren van de ambities verschilt. Wij onderscheiden daarbij drie 'ontwikkelstrategieën': (mee bewegen, samenwerken en transformeren) ondersteunen, samenwerken en initiatief nemen.
Door onze ambities te koppelen aan deze ontwikkelstrategieën zorgen we voor een heldere en gestructureerde aanpak. We willen een ontwikkelgerichte gemeente zijn, gebaseerd op prioriteiten die in deze omgevingsvisie worden geïdentificeerd. Hierdoor weet iedereen waar we actief mee aan de slag gaan en hoe we de rol van de gemeente zien. Het verschil in prioriteit is hierbij niet gelijk aan het verschil in de rol van ons als gemeente. Soms zijn we voor het realiseren van ambities met hoge prioriteit juist sterk afhankelijk van andere partijen voor het realiseren ervan.
Binnen Rheden ondersteunt neemt de gemeente een faciliterende rol aan in het realiseren van onze ambities. Zorgvuldig verbinden met de bestaande waarden is hierbij een extra aandachtspunt. We geven ruimte voor ontwikkeling, maar met aandacht en zorg. We zijn een partner die ondersteunt door de benodigde kennis en middelen beschikbaar te stellen. Op deze manier helpt de gemeente anderen om hun ambities te bereiken en tegelijk aan onze ambities te werken.
De gemeente past deze ontwikkelstrategie toe als als er initiatieven van anderen zijn die ondersteuning van de gemeente nodig hebben, maar waar we niet direct eigen zeggenschap hebben, of waar op dit moment niet de eerste prioriteit ligt.
Voorbeelden van ambities die onder Rheden ondersteunt vallen:
Binnen Rheden werkt samen neemt de gemeente een actieve rol in het realiseren van doelen. De gemeente zelf kan initiatiefnemer zijn of aansluiten bij bestaande initiatieven. We werken samen met partners in een gebied of rond een thema. Bijvoorbeeld met lokale ondernemers, maatschappelijke organisaties en inwoners. De samenwerking varieert van kennisdeling tot het doen van gezamenlijke investeringen.
De gemeente past deze ontwikkelstrategie toe als we de urgentie van het realiseren van een ambitie zien, maar waar we zelf niet het initiatief nemen.
Voorbeelden van ambities die onder Rheden werkt samen vallen:
Energie/warmtetransitie in de niet-prioritaire gebieden;
Drinkwatervoorziening voeden en in stand houden;
Proactief zoneren van landelijk gebied voor natuur en recreatie. Ruimte voor recreatie meenemen bij grote woningbouwontwikkelingen;
Klimaatadaptieve oplossingen in het buitengebied (wateropvang op stuwwal en in uiterwaarden).
Binnen Rheden neemt initiatief neemt de gemeente zelf de leidende rol in het realiseren van ambities. Hier komen dusdanig veel opgaven bij elkaar op één plek, waarbij we met een proactieve aanpak snel resultaten zien die bijdragen aan het realiseren van onze ambities, dat we hier vol voor gemeentelijke inzet gaan. Ook binnen deze ontwikkelstrategie werkt de gemeente samen met projectontwikkelaars en andere stakeholders, bijvoorbeeld in de vorm van publiek-private samenwerkingen.
De gemeente past deze ontwikkelstrategie toe als de urgentie van het realiseren van een doel hoog is en als het doel tegelijkertijd complex is.
Ambities waar we initiatief willen nemen en met prioriteit mee aan de slag gaan:
Om het integrale verhaal nog beter te onderbouwen zoomen we in dit hoofdstuk in op verschillende gebieden binnen de gemeente. De gebiedsgerichte ambities geven daarmee verder richting aan de ontwikkelingen benoemd in hoofdstuk 4. Die ontwikkelingen werken we vervolgens later uit in programma's of beleidsuitwerkingen rond bepaalde thema's. Deze omgevingsvisie blijft op een wat hoger schaalniveau.
We hebben voor deze versie van de omgevingsvisie gekozen voor een algemene indeling:
'landelijk gebied': waarmee we de verschillende soorten gebieden in het landelijk gebied onderscheiden;
'stedelijk gebied': waarmee we de verschillende dorpen en bedrijventerreinen onderscheiden.
Per soort gebied, dorp of bedrijventerrein is een gebiedsdroom geschreven waarin je leest wat onze toekomstvisie is voor dat gebied in 2040. Om deze droom te realiseren hebben we een aantal gebiedsambities geformuleerd. We hebben hierin ook de volgorden van afwegen meegenomen. Bovenaan de meest belangrijke. Wanneer de verschillende punten schurend zijn met elkaar is de volgorde van belang voor het maken van afwegingen en onderbouwingen.
In het landelijk gebied hebben ondergrond, ontstaansgeschiedenis, ligging en de aanwezige kernwaarden invloed op gebiedsverhalen. Daarom onderscheiden we verschillende soorten gebieden vanuit deze uitgangspunten: hoge Veluwe, lage IJsselvallei en het daartussen gelegen overgangsgebied. Naast deze indeling is de aangewezen natuur (Natura 2000, het Gelders Natuurnetwerk (GNN) en de Groene Ontwikkelzones (GO)) een belangrijk thema. We bespreken deze apart omdat deze aanwijzingen een grote impact hebben op alle toekomstige ontwikkelingen. De aanwijzing van natuur is een dusdanig bepalend en vastliggend gegeven dat we het hier opnemen als eigen laag zodat duidelijk is waar deze bepalende factor de gebiedsambities beïnvloed.
We willen het landelijk gebied integraal bekijken. Daarom worden er op de kaart en in de teksten geen harder grenzen getrokken tussen de verschillende gebieden. Wel hebben we de gebiedsdromen en gebiedsambities rond de vijf gebieden geformuleerd. Deze komen voort uit de ontstaansgeschiedenis gecombineerd met het huidige gebruik en het maken van verbindingen tussen Veluwe en IJssel.
De Veluwe is een hoog en droog gebied. Het is ontstaan in de ijstijd, toen grote ijsmassa’s de grond omhoog duwden. Zo ontstonden de heuvels en de stuwwallen. In dit gebied vind je bossen, heidevelden en zandverstuivingen. De natuur is hier ruig. Het is een belangrijk leefgebied voor dieren zoals herten, zwijnen en roofvogels. De Veluwe is ook een plek waar mensen graag wandelen, fietsen en genieten van de rust.
Tussen de Veluwe en de IJsselvallei ligt het overgangsgebied op de flank. Dit gebied is heel afwisselend. Je vindt er dorpen, landgoederen, bossen, akkers en beken. De hoogteverschillen zijn goed te zien. De dorpen liggen onderaan de helling van de Veluwe. Hieraan zie je hoe mensen vroeger slim gebruik maakten van het landschap. Ze bouwden hun huizen op droge plekken, maar dichtbij water. Het overgangsgebied laat goed zien hoe natuur en cultuur samen een landschap vormen.
Voor het landelijk gebied tussen de dorpen zijn de gebiedsdromen en ambities beschreven voor drie gebieden Worth-Rheden, Havikerpoort en het Soerens Beekdal.
De IJsselvallei is een laag en nat gebied, gevormd door de rivier de IJssel. De rivier heeft hier klei en zand afgezet, waardoor de grond vruchtbaar is. In de IJsselvallei zie je weilanden, uiterwaarden en oude rivierlopen. Boerderijen staan vaak op kleine verhogingen in het landschap. Het gebied is open en weids, met mooie uitzichten over het water.

De Veluwe heeft zich in 2040 ontwikkeld tot een veerkrachtig natuurgebied met een goede balans tussen ecologie en recreatie. Als grootste aaneengesloten natuurgebied van Nederland is de Veluwe een belangrijk onderdeel van zowel het Europese Natura 2000-netwerk als het Gelders Natuurnetwerk (GNN). Deze netwerken vormden de basis voor het herstel en de bescherming van biodiversiteit en landschappelijke samenhang. Het aantal bezoekers is hoog, de meeste mensen komen met de trein en fietsen of wandelen vanaf station Rheden of Dieren de Veluwezoom op.
Er is actief ingezet op het versterken van ecologische verbindingen, het creëren van rustige gebieden, het verminderen van intensief bosbeheer en er staan minder naaldbomen die de verdroging versterken. De cultuurhistorische heide staat er elk jaar goed bij en trekt tijdens de bloei veel bezoekers. Die bezoekers kunnen makkelijk hun weg vinden naar de Posbank als belangrijkste toeristische en recreatieve trekker op de Veluwezoom. Hierdoor zijn de meer kwetsbare gebieden rustiger worden, waar de planten en dieren meer in hun element zijn. De stilte en duisternis zijn steeds belangrijker in de snelle tijden van 2040, niet alleen voor de dieren en planten, ook voor de mens.
Door de aanhoudende droogte was het nodig brandgangen aan te leggen. Er zijn afspraken gemaakt met inwoners en gebruikers van het gebied om de risico's bij een aanstaande natuurbrand beheersbaar te maken.
Door de aanleg van bijvoorbeeld dammetjes om water vast te houden op de hoge stuwwal of door het verdwijnen van de naaldbomen komt het regenwater dat op de Veluwse stuwwal valt ten goede aan de drinkwatervoorziening en de kwel die de beken op de flank voedt, het blauwe hart van de Veluwe kan blijven kloppen.
Door het verminderen van invloeden van stikstof, recreatie en droogte heeft de biodiversiteit zich geleidelijk hersteld en is nog aan het herstellen. Verschillende kwetsbare soorten keren terug, mede dankzij gerichte maatregelen en het beperken van verstoring. Bezoekers worden hier actief in meegenomen. Dit heeft geleid tot meer begrip en respect voor de natuurlijke processen.
Om deze droom voor de Veluwe te realiseren hebben we een aantal gebiedsambities geformuleerd.
1. Recreatiedruk geleiden (o.a. spreiding bezoekersstromen, minder gemotoriseerd verkeer in de nauur en optimalisatie van parkeerplaatsen), zodat er rustige gebieden ontstaan.
2. Aansluiten op de ecologische verbindingen met de IJssel door verbindingen tussen de dorpen te maken in de gebieden Worth Rheden, Havikerpoort en het Soerens Beekdal.
3. Versterking van recreatieve verbindingen met onze dorpscentra en de IJssel.
4. Behoud van rust, stilte en duisternis in speciaal daarvoor aangewezen gebieden.
5. Cultuurhistorisch landschap behouden en beschermen, of juist extra versterken (o.a. maatregelen voor het vasthouden van water op de stuwwal).
6. Versnippering en milieucriminaliteit zoals stropen tegengaan door samenwerking met Veluwse grondeigenaren en overheden.
Als je in 2040 fietsend of wandelend bij het dagelijkse rondje vanuit huis rondkijkt, merk je het gelijk: hier komt alles samen. Natuur, landschap, cultuur en recreatie vormen één geheel. Het gebied tussen Velp en Rheden is een levendig landschap. Je bent op een plek waar je de geschiedenis kunt zien, de natuur kunt horen en de rust kunt voelen.
Via oude zichtlijnen rond landgoederen Biljoen of het mooi gerenoveerde Rhederhof kijk je uit over akkers, beken en bossen. De sprengen en beken stromen helder, gevoed door schoon water. De lanenstructuren verbinden dorpen, kastelen en natuurgebieden als een groen lint door het landschap.
De natuur floreert. Boeren werken natuurinclusief: met aandacht voor bodem, biodiversiteit en landschap.
Bezoekers leren over de geschiedenis van de esgronden, de helling van de Veluwe, het ontstaan van de landgoederen van Biljoen, Rhederhof of over de verdwenen landgoederen. We zijn trots op de verhalen van vroeger en nu.
Dit gebied is een belangrijke ecologische en recreatieve schakel geworden tussen hoog en laag, tussen Veluwe en IJssel.
Recreatief zijn Kasteel Biljoen en het landgoed daaromheen en meer kleinschalig, het voormalige steenfabrieksterrein, recreatieve locaties waar optimaal van het cultuur- en natuurlandschap kan worden genoten.
Om deze droom voor Worth Rheden te realiseren hebben we een aantal gebiedsambities geformuleerd.
1. Het gebied vormt een groene buffer tussen de dorpen Velp en Rheden.
2. Beperken van verdichting en verrommeling door gebouwen of bouwwerken (onder andere langs de dorpenroute).
3. Versterken van de ecologische verbindingen tussen Veluwe en IJssel.
4. We maken beken/sprengen zichtbaar en functioneel (voor onder andere waterberging).
5. Herstellen van cultuurhistorische elementen zoals lanen, zichtlijnen, verkaveling van grond, heggen.
6. We versterken recreatieve locaties en ontsluiten die optimaal, juist hier, weg van de natuur op de Veluwe of langs de IJssel.
7. We realiseren wandel- en beweegroutes voor jong en oud.
8. Nieuwe functies voor historische gebouwen.
9. We verminderen de barrières van spoor, dorpenroute of snelweg.
In 2040 is de Havikerpoort een icoon van landschappelijke samenhang, waar natuur, cultuurhistorie, landbouw en recreatie elkaar versterken. Het gebied vormt een groene poort tussen de Veluwezoom en de IJsselvallei, met een rijke schakering van hoog en laag, droog en nat, bos en open ruimte. De Havikerpoort verbindt via de landgoederen in het gebied de Veluwe en de IJsseluiterwaarden. De ecologische verbindingen, met faunapassages, ecologische zones en vluchtroutes zorgen voor een ononderbroken verbinding, waar otters, reeën en bevers vrij bewegen door het gebied. Misschien komt er zelfs wel een hert langs.
De slanke sleutelbloem bloeit weer in de bronbossen bij Middachten dankzij een hersteld kwelsysteem. De vijvers van Hof te Dieren worden gevoed met natuurlijk kwelwater van de Veluwe.
Bij de landgoederen is het fijn rondlopen, kleine rondjes door het gebied, of iets langer zodat ook de IJssel kan worden bewonderd, de kwartelkoning gehoord of gezien vanuit een van de vogelkijkhutten. Boeren beheren hun gronden met oog voor biodiversiteit. Er wordt extensief geboerd, zonder bestrijdingsmiddelen, met late maaidata en bloemrijke hooilanden.
Landgoederen als Middachten en Hof te Dieren zijn economisch gezond dankzij inkomsten uit onder andere duurzame landbouw en recreatie waarbij ze ruimte krijgen voor ondernemerschap. Monumenten, lanen en houtwallen benadrukken de schoonheid van het gebied. Nieuwe ommetjes verbinden Rheden, De Steeg, Ellecom en Dieren en hier komen natuur en cultuurhistorie samen.
Om deze droom voor de Havikerpoort te realiseren hebben we een aantal gebiedsambities geformuleerd.
1. Het gebied verbindt Veluwe en IJsseluiterwaarden voor dier en plant.
2. Het verminderen van de barrières van spoor, dorpenroute of snelweg.
3. Herstellen van cultuurhistorische elementen zoals bronbos, lanen, zichtlijnen, verkaveling van grond, heggen.
4. We versterken routes en functies voor wandelaars en fietsers, jong en oud.
5. Beperken van verdichting en verrommeling (o.a. geen ontgronding).
6. We maken beken functioneel (voor onder andere waterberging en afvoer).
In 2040 is het Soerens Beekdal, het buitengebied van Spankeren en Laag-Soeren, en voorbeeld van hoe cultuurhistorie, ecologie en gemeenschapszin hand in hand kunnen gaan.
De beek is hersteld in haar natuurlijke loop, met sprengkoppen die weer helder water leveren. De restanten van watermolens zijn zichtbaar en beleefbaar gemaakt en vertellen het verhaal van de papierindustrie die hier ooit bloeide. De beek vormt de ecologische en landschappelijke ruggengraat van het gebied. Ook het voormalige kuuroord 'Badhuis Bethesda' vertelt haar eigen verhaal.
Het beekdal is een etalage van de Veluwezoom geworden: een plek waar bezoekers de gelaagdheid van het landschap kunnen ervaren — van de stuwwal tot de natte broekgronden. Informatieve wandelroutes, uitzichtpunten en rustplekken maken het gebied toegankelijk en aantrekkelijk, zonder de natuur te verstoren.
De omliggende landbouw is getransformeerd naar natuurinclusieve bedrijfsvoering. Heggen, houtwallen en bloemrijke akkerranden versterken de biodiversiteit. Boeren en natuurorganisaties werken samen en dragen bij aan het beheer van het landschap.
Inwoners van Laag-Soeren en Spankeren zijn actief betrokken bij het beheer en de beleving van het gebied. Lokale initiatieven, zoals educatieve programma’s, vrijwilligersgroepen en streekproducten, zorgen voor een sterke band tussen mens en landschap. Het beekdal is een bron van trots en identiteit.
Door slimme recreatiezonering is het gebied rustig en natuurlijk gebleven. Wandel- en fietsroutes zijn zorgvuldig ingepast, met aandacht voor stilte en duisternis. Nachtelijke beleving, zoals sterrenkijken en nachtwandelingen, maken deel uit van het recreatieve aanbod.
Om deze droom voor het Soerens Beekdal te realiseren hebben we een aantal gebiedsambities geformuleerd.
1. Behoud en versterking van de cultuurhistorische samenhang met Laag-Soeren.
2. Versterking van de ecologische, cultuurhistorische en landschappelijke waarde van de Soerense Beek, het verbindend element in het gebied (bv geen bestrijdingsmiddelen meer toestaan).
3. Vergroten van de sponswerking van het landschap door herstel van kwelzones en natte graslanden.
4. Verbetering van de beleving en toegankelijkheid, bijvoorbeeld via vlonderpaden of uitzichtpunten.
5. Historische essen blijven vrij van bebouwing en worden voor akkerbouw gebruikt.
6. Het verminderen van de landschappelijke impact van het bedrijventerrein Kanaalzone Dieren.
De IJssel en de IJsselvallei heeft zich in 2040 ontwikkeld tot een multifunctioneel landschap waarin waterberging, wateropslag ten behoeve van tijden van droogte, natuurontwikkeling en duurzame landbouw met elkaar in balans zijn gebracht. Het gebied is onderdeel geworden van een robuust ecologisch netwerk waarin de IJssel meer vrije ruimte krijgt te meanderen tussen de van nature aanwezige hoogtes die de rivier in toom houden. Samen met de nevengeul rond de voormalige steenfabriek zorgt de rivier voor een gebied dat dynamisch is. Daarmee helpt het onze dorpen maar ook dorpen en steden verderop aan de rivier hoogwatervrij te houden, het water vast te houden en daardoor is er ook in droge periodes nog water in het gebied.
Natuurinclusieve landbouw is in dit gebied de norm. Boeren hebben, vaak in samenwerking met de gemeente, provincie en rijk, hun bedrijfsvoering aangepast en er is ruimte voor economische activiteiten, zoals kleinschalige energieopwekking en neveninkomsten uit recreatie. Deze natuurinclusieve vorm van landbouw ondersteunt de rivier-dynamiek en zorgt tegelijk voor het behoud en de teruggekeerde soorten, zoals de kwartelkoning.
De landgoederen die in de IJsselvallei veel grond in eigendom hebben, zorgen ook voor robuuste natuurverbindingen en recreatieve toegang naar het water. Inwoners en bezoekers trekken op hun vrije dagen het gebied in om hier van de natuur te genieten. Zo maken ze bijvoorbeeld gebruik van fiets- en wandelroutes naar het water.
Het gebied is aantrekkelijk voor inwoners uit de regio. Er zijn wandel- en fietspaden aangelegd die dorpen verbinden met de uiterwaarden. Recreatie is vooral gericht op rust, natuurbeleving en kleinschalige voorzieningen. Denk aan een theetuin, B&B of een rustpunt. Er is bewust gekozen voor zonering: sommige delen zijn vooral voor natuur en rust, andere voor recreatie.
De rivier is goed zichtbaar en beleefbaar, maar er zijn ook rustplekken zijn voor flora en fauna. De recreatie past zich aan op de dynamiek van het gebied. Bij hoogwater is er meer ruimte voor de dieren die een vluchtplek nodig hebben.
Om deze droom voor de IJsseluiterwaarden te realiseren hebben we een aantal gebiedsambities geformuleerd.
1. Versterking van de ecologische verbinding tussen Veluwe en IJssel.
2. Bijdragen aan hoogwaterveiligheid en klimaatadaptatie, zoals mee-stromende nevengeul of stroomdalgraslanden.
3. Verbetering van de beleefbaarheid van de IJssel en de recreatieve toegankelijkheid van de uiterwaarden met klompenpaden of struinnatuur waar dat mogelijk is. Door goede geleiding ontzien we kwetsbare en bijzondere natuurplekken.
4. Verbetering van de beleving en toegankelijkheid, bijvoorbeeld via vlonderpaden of uitzichtpunten.
5. De locatie van de oude steenfabriek kan een plek in de uiterwaarden zijn waar recreanten en toeristen kunnen genieten van de natuur, zonder gelijk deze natuur te verstoren. Een deel van het terrein is vluchtterrein voor fauna bij hoogwater.
Binnen gemeente Rheden bevinden zich twee natuurnetwerken die elkaar overlappen: het Gelders Natuur Netwerk (GNN) en Natura 2000.
Het GNN is een samenhangend netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden in Nederland. In Rheden zijn onder andere het Nationaal Park Veluwezoom, de IJsselvallei en de onderlinge verbindingen onderdeel van het GNN. Het doel binnen dit netwerk is het behoud van biodiversiteit en het verbinden van natuurgebieden. Dit gebeurt door inrichten van natuurlijke verbindingen en afspraken met grondeigenaren over het beheer van gronden en landschapselementen zoals hagen of poelen. Onderdeel van het GNN zijn ook de groene ontwikkelzones (GO), aangewezen gebieden waar de nadruk vooral op het maken van verbindingen ligt.
Natura 2000 is een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden, gericht op het beschermen van bedreigde planten- en diersoorten en hun leefgebieden. Ook hier zijn het Nationaal Park Veluwezoom en de IJsselvallei onderdeel van.
Al deze natuur in onze gemeente levert een fantastisch mooie gemeente op met geweldige plekken waar veel van onze inwoners en recreanten uit heel Nederland van willen genieten. We hebben een omgeving die uniek is in Nederland. Het betekent wel dat we daar ook goed voor moeten zorgen en daarmee is de natuur onze stevige groene basis waarin we leven. Het is goed voor onze gezondheid, goed voor het klimaat, het heeft economische waarde en geeft ons trots en zorgt voor een gemeenschapsgevoel.
In deze omgevingsvisie hebben we er voor gekozen de doorwerking van deze aangewezen natuur in de integrale gebiedsdromen en ambities op te nemen.

Het stedelijk gebied delen we op in de verschillende dorpen. We formuleren dus integrale gebiedsambities per dorp, rekening houdend met de eigenheid van elk dorp. We onderscheiden verschillende werkingsgebieden.

De dorpen:
In 2040 hebben we twee hoogwaardige bedrijventerreinen specifiek aangewezen. Het industrieterrein Haveland is onderdeel geworden van het gebied 'dorp Rheden'. De transformatie naar woon-werk gebied wordt een programma onder de Omgevingswet.
De bedrijventerreinen:
In 2040 kiezen mensen bewust om te wonen in Velp vanwege het groen, de rust en de dorpse schaal die zich onderscheidt van een stad als Arnhem. Om in deze behoefte te voorzien zijn er in Velp ruim 1000 woningen gebouwd, waarvan een groot gedeelte is gebouwd op het oude ziekenhuisterrein. Door het versterken en aanbrengen van grootschalige groenblauwe dooradering is Velp nog groener geworden, vooral in Velp Zuid is veel extra groene ruimte gemaakt. Daarmee heeft nu heel Velp een groene uitstraling. De Rozendaalse beek is het middelpunt van de groenblauwe dooradering dwars door het dorp. Mensen genieten wandelend of zitten rustig in de schaduw op een bankje langs de kant. Langs het dorp loopt de Beekhuizer beek naar Biljoen.
Via de groene verbindingen is het heerlijk wandelen naar het station en het kloppende hart van Velp, de Hoofdstraat. Met de trein kun je makkelijk naar Velp komen om te winkelen. De iconische trolleybus 1 naar Arnhem heeft een eigen plek in de het centrum. De verschillende terrasjes zijn bewijs van een levendig centrum waar inwoners en toeristen genieten. De aantrekkingskracht geldt niet alleen voor horeca, het centrum is ook voor speciaalzaken een hele interessante en gewilde plek.
Inwoners kunnen ook hun hart ophalen aan de diverse sportgelegenheden in de woonplaats. Door aanbieders van zowel buiten- als binnensporten, en teamsporten en individuele sporten is er voor ieder wat wils en blijft de samenleving gezond. Velp gaat mee met de landelijke sporttrends om inwoners optimaal in hun behoeften te voorzien.
Velp is met onder andere Hogeschool Van Hall-Larenstein en Yuverta een broedplaats van kennis en inspiratie, vooral gericht op inrichting en onderhoud van landschap en groen. Door intensief samen te werken met en verbinding te leggen tussen onderwijs, onderzoek, overheid en het bedrijfsleven benutten we de aanwezigheid van deze kennis binnen onze gemeente. Hierbij ligt de focus op maatschappelijke opgaven, zoals de energietransitie, klimaatadaptatie, en circulair bouwen en het met elkaar aanpakken van de groenblauwe dooradering dwars door het dorp. De verbindingen van het station naar de scholen (ook naar de HAN in Presikhaaf) maken we wandel- en fietsvriendelijk en lopen als groene linten door de wijken van Velp.
De sociaaleconomische verschillen tussen de het noorden en het zuiden van Velp zijn kleiner geworden door meer woningbouwdifferentiatie en door de verbindingen die letterlijk zijn gemaakt met de groenblauwe dooradering door het dorp en de wandel en fietsverbindingen die daarin zijn opgenomen. Langs dit lint dwars door het dorp zijn nieuwe sociale huurwoningen en woningen voor ouderen toegevoegd. De ruimte en groene uitstraling die van oudsher in het noorden van Velp aanwezig is, is met die groenblauwe structuur door het dorp doorgetrokken. De integrale wijkaanpak heeft Velp Zuid op de kaart gezet bij veel verschillende doelgroepen: wonen in het groen met stadse uitstraling. De robuuste schaal van het groen samen met de beken levert een heel fijn woongebied op: de bufferende werking van het groen op het snelweggeluid, koelte door de aanwezige bomen en gezellige, levendige plekken waar inwoners, studenten, wandelaars en fietsers samenkomen.
Velp is in 2040 volledig aardgasvrij. Dit is bewerkstelligd met collectieve warmtevoorzieningen die lokaal georganiseerd, sociaal gedragen en technisch haalbaar zijn. Het warmtenet van Velp is een voorbeeld van een toekomstbestendig energiesysteem, dat bijdraagt aan comfort, betaalbaarheid en klimaatdoelen. De aanpak met de inwoners via het Wijkuitvoeringsplan heeft ervoor gezorgd dat de saamhorigheid sterker is geworden en mensen elkaar steeds meer helpen en zelf meedoen met het nadenken over het verbeteren van hun wijk en hun dorp.
Om deze droom voor Velp te realiseren hebben we een aantal gebiedsambities geformuleerd.
1. Velp wordt een voorbeeld van een ecologisch versterkt dorp, waar de groenblauwe dooradering samen met de Rozendaalse en Beekhuizer beken bijdraagt aan biodiversiteit, klimaatadaptatie en leefkwaliteit.
2. Velp biedt ruimte aan 1000 nieuwe woningen in diverse woonvormen, met extra aandacht voor Velp-Zuid en een gezonde leefomgeving.
3. Velp is in 2040 volledig aardgasvrij en heeft een lokaal gedragen, toekomstbestendig energiesysteem op basis van warmte en koelte.
4. In het centrum van Velp, rond de Hoofdstraat en vanaf het station, komt een centrale rol voor de bovengrondse Rozendaalse beek. Het centrum is compact ingericht.
5. Velp is goed bereikbaar en veilig voor alle verkeersdeelnemers, met extra aandacht voor fietsers en voetgangers.
6. Velp benut zijn onderwijsinstellingen als katalysator voor innovatie en maatschappelijke opgaven.
In 2040 is Rheden een woon-, werk- maar vooral 'leefdorp'. Rheden wordt gewaardeerd om haar rustige en aantrekkelijke ligging tussen het groen en de natuur van de Veluwe en het water van de IJssel. Het dagelijkse wandelrondje voor inwoners is verbonden met de wandel en fietsroutes over Veluwe en door de IJsseluiterwaarden. Het station is de spil in deze routes, als vertrek- en eindpunt.
De Groenestraat is onderdeel van de robuuste groenblauwe structuur van Rheden en vormt daarmee de levendige verbinding tussen station, winkels, sportaanbieders, IJssel en Veluwe.
De snelweg is nog steeds een bepalend element in het dorp, maar de verbinding met de IJssel is veel beter geworden, ook met het veerpontje naar het Rhederlaag. Rheden is daarnaast goed bereikbaar dankzij het treinstation. In de omgeving zijn de afgelopen jaren diverse nieuwe werkfuncties en recreatieve functies toegevoegd. In de nieuwe wijk Haveland vind je altijd mensen langs het water die hier komen genieten van de natuur en de recreatiemogelijkheden. Maar zeker ook de woningen zijn in trek in deze wijk, het uitzicht in de hogere appartementen is fantastisch. Het industriële verleden is goed zichtbaar gebleven door enkele bestaande gebouwen een nieuwe functie te geven. Er is gekozen voor bouwen in de hoogte, waarbij de bespaarde ruimte is ingezet voor een robuuste groene dooradering en ontmoetingsplekken.
Samen met de grootschalige woningbouwontwikkeling in Haveland heeft de robuuste aanpak voor de groenblauwe dooradering een basis gelegd voor ook een integrale aanpak in Rheden-West. Deze gezamenlijke aanpak rond sociale woningen, energie en aardgasvrij maken van de woningen betekent dat de leefomgeving voor alle inwoners in die wijk ook beter is geworden. Het grootschalig aanpakken van de groenstructuur betekent dat de verbinding onder de snelweg door is gemaakt en hiermee is de IJssel weer echt onderdeel van het dorp geworden.
Het winkelhart speelt in op de behoeftes die uit de nieuwe wijk Haveland komen: de winkels richten zich op meer dan dagelijkse boodschappen. De recreatieve wandelaars en fietsers kunnen gezellig op het terras zitten als ze wachten op hun trein naar huis of met het pontje over steken.
Om deze droom voor Rheden te realiseren hebben we een aantal gebiedsambities geformuleerd.
1. We ontwikkelen het monofunctioneel bedrijventerrein Haveland naar een levendig, groen en gemengd gebied met ruimte voor wonen, werken en recreatie, het masterplan Haveland heeft hiervaoor de basis voor het programma Haveland gelegd.
2. We voegen 1000 woningen toe, waarmee het dorp groeit naar ongeveer 10.000 inwoners.
3. Rheden heeft een levendig en compact dorpscentum met een aantrekkelijk aanbod aan winkels (met aandacht voor lokale voedselketens) en voorzieningen.
4. Rheden positioneren als een dorp tussen Veluwe en IJssel, waarbij de natuurlijke kwaliteiten van beide landschappen beter beleefbaar en toegankelijk worden gemaakt.
5. Rheden klimaatbestendig maken door hittestress en wateroverlast tegen te gaan.
6. Rheden aardgasvrij in 2040, met een aanpak die past bij de schaal en sociale structuur van het dorp.
7. We gaan voor een sociaal sterk en leefbaar Rheden, met extra aandacht voor kwetsbare wijken zoals Rheden-West. Door in Haveland extra sociale woningen toe te voegen kan in Rheden-West meer ingezet worden op een diverser woningaanbod.
Dieren is in 2040 ontwikkeld tot een levendig dorp in één geheel, waar iedereen zich thuis voelt. Robuuste groenblauwe dooradering dwars door het dorp zorgt voor verbinding. Het spoor en de N348 zijn daardoor geen sterke barrières meer. In deze dooradering is het veilig en prettig fietsen en wandelen. Vooral de fietspaden zijn in Dieren heel belangrijk en worden goed gebruikt door inwoners van Dieren, van de dorpen om Dieren heen en door recreanten. Het station, het grote winkelaanbod en de verscheidene scholen zijn dan het doel.
Het station vormt voor velen de verbinding met de rest van Nederland en is voor recreanten een belangrijke toegangspoort naar de Veluwe.
De winkelcentra in Dieren zijn prettige en levendige dorpscentra met een divers winkelaanbod, maatschappelijke voorzieningen en aantrekkelijke woningen. Het winkelcentrum bedient ook de inwoners van de omliggende dorpen (Laag Soeren, Spankeren en Ellecom). Winkelcentrum Calluna en het oude centrum zijn over het spoor met elkaar verbonden, via de Spoorstraat. Hier zijn ook winkels waar lokale bedrijven hun producten verkopen aan inwoners en recreanten.
Vooral het oude centrum, geweldig gelegen aan de IJsselbocht met uitzicht op de toren van Doesburg is een trekker voor recreanten. Het veer naar de overkant van de IJssel is een toeristische trekpleister voor het spreekwoordelijke 'rondje Arnhem-Dieren'.
De inwoners van Dieren hebben ambitieus voorop gelopen in de omslag naar duurzame energie. Dieren-West is hierbij een voorbeeld wijk geweest voor de rest van de gemeente.
Maar ook in de wijk Stenfert is met de integrale wijkaanpak hard gewerkt aan een duurzaam en fijn woonklimaat. Met de grootschalige herstructurering is tegelijk een groenblauwe dooradering aangelegd. Hier zijn woningen voor verplaatst naar andere delen van het dorp. Dit betekent dat naast een fijn leefklimaat door meer groen, er ook sociale problemen zijn aangepakt.
In het dorp zijn woningen toegevoegd op veel verschillende plekken waar ruimte daarvoor is gemaakt. Altijd in samenhang met die groenblauwe dooradering. Bij de herstructurering is de hittestress aangepakt en meer ruimte gemaakt voor ontmoeting in de openbare ruimte.
Om deze droom voor Dieren te realiseren hebben we een aantal gebiedsambities geformuleerd.
1. We gaan in Dieren 1000 woningen toevoegen, deels door herstructurering van bestaande wijken zoals Dieren-midden, deels door rondom het centrum of het station plekken te vinden voor woningen.
2. We mengen woningtypen om sociale verbindingen te maken.
3. Dieren aardgasvrij in 2038.
4. Intercitystation Dieren uitbouwen tot regionaal overstappunt naar fiets en wandelroutes voor zowel forenzen als recreanten.
5. Versterken van de groenblauwe dooradering in bestaande wijken om hittestress te verminderen en klimaatadaptatie te bevorderen.
6. Versterken van ontmoeting en verblijfskwaliteit in de openbare ruimte.
7. Verbinding tussen oude centrum en het winkelgebied Calluna versterken via onder andere de Spoorstraat.
8. Versterken oude centrum als recreatief gebied, hierbij willen we de ligging aan de IJssel optimaal inzetten voor recreatieve doeleinden.
9. Bij herontwikkeling en plannen voor nieuwbouw wordt ingezet op het verbeteren van de milieukwaliteiten, zoals bodemsanering.
In 2040 is De Steeg het dorp waar de verbondenheid tussen dorp, landgoederen en landschap het sterkst is. Het kenmerkt zich door haar sterke ontwikkelgeschiedenis en verbondenheid van de inwoners met de landgoederen Middachten en Rhederoord. Als ons jongste dorp heeft het een groene en vriendelijke sfeer en kent het geen harde grenzen met het landelijk gebied. Inwoners verbouwen hun eigen groenten in de oude moestuingronden van Middachten en Twickel of lopen richting IJssel, IJssel-zijtak 'De Engel' of Veluwe om te ontspannen in de natuur.
In het centrum van het dorp komen mensen bij elkaar op het groene plein voor de kerk, in een van de kleine horecagelegenheden of op het schoolplein. Het dorp is de afgelopen jaren nauwelijks gegroeid in woningaantal of inwoners. Grote voorzieningen zijn er niet. Om toch goed en veilig bij de winkels en zorgvoorzieningen in de grotere dorpen te komen zijn er goede fiets-, wandel- en OV-verbindingen ondersteund met deelmobiliteit. Deze verbindingen worden ook vanuit de andere dorpen gebruikt om veilig in De Steeg naar school te gaan. Na schooltijd is het schoolgebouw toegankelijk voor ontmoeting voor jong en oud.
De Steeg en haar buitengebied kennen een zeer hoge cultuurhistorische waarde met veel monumenten, gebouwd en ongebouwd. Middachten is hierbij het centrale punt binnen het dorp voor recreatie en toerisme.
De Steeg is energieneutraal op een manier die recht doet aan het erfgoed, landschap en het dorpse karakter. Er is gebruik gemaakt van kleinschalige collectieve en individuele oplossingen. Van kleinschalige warmtenetten, warmtepompen, zonneboilers, zon op daken tot het benutten van restwarmte waar mogelijk. Inwoners zijn actief ondersteund met maatwerkadvies en het zoeken van onderlinge samenwerking in lokale energie-initiatieven.
Om deze droom voor De Steeg te realiseren hebben we een aantal gebiedsambities geformuleerd.
1. Verbeteren van OV-verbindingen naar de grotere dorpen en versterken en veiliger maken van fiets- en wandelroutes.
2. Ruimte voor het ontwikkelen van plannen gericht op toekomstbestendigheid van landgoederen.
3. Middachten en Rhederoord versterken als toeristisch-recreatieve ankerpunten in de gemeente.
4. Zachte overgang naar Veluwe behouden via landgoederen en volkstuinen.
5. Versterken van de verbinding tussen De Steeg en de IJssel (inclusief IJssel-zijtak 'de Engel').
6. Zichtbaarheid en toegankelijkheid van bestaande horeca verbeteren.
7. Recreatieve potentie van de IJssel benutten.
8. De Steeg is in 2040 volledig aardgasvrij en heeft een lokaal gedragen, toekomstbestendig energiesysteem op basis van warmte en koelte.
9. Mogelijkheid voor toevoegen kleinschalige verblijfsrecreatie zoals B&B.
Ook in 2040 is de rijke geschiedenis van Ellecom op veel plekken in het dorp prominent aanwezig. De karakteristieke (villa)bebouwing, landgoed Avegoor, verschillende buitenplaatsen (Hofstetten, Bernhalde) en sporen van het agrarisch en toeristisch verleden leveren pittoreske plaatjes op. Daarnaast kent Ellecom een groene en parkachtige uitstraling, liggend tussen de grote landgoederen Hof te Dieren en Middachten. Ellecom kent een zeer hoge cultuurhistorische waarde met veel monumenten, gebouwd en onbebouwd.
Door de kleinschaligheid van het dorp en de aantrekkelijke rustige woonomgeving is het goed wonen in Ellecom. Bewoners beleven het als een sfeervol en gezellig dorp met veel activiteiten. Nieuwe woningen worden nauwelijks toegevoegd. Wanneer dit wel gebeurt, is dat altijd op kleine schaal passend binnen het bestaande landelijke karakter van het dorp. Daarbij wordt meteen een toevoeging aan de groenblauwe dooradering en het verbeteren van de bodemkwaliteit meegenomen.
Net als voor de andere kleine dorpen geldt voor Ellecom dat er slechts enkele basisvoorzieningen zijn – zoals de bakker met een terras en het PostNL-punt. Voor de grote voorzieningen kan men goed terecht in bijvoorbeeld Dieren of Rheden. Door de ligging tussen de landgoederen en de hoge cultuurhistorische waarde is Ellecom een populaire plek voor recreanten en toeristen. De hoeveelheid hotels, restaurants en cafés is de afgelopen jaren nauwelijks veranderd, recreanten waarderen de kleinschaligheid en zijn desondanks het dorp blijven vinden.
Er is de afgelopen jaren ingezet op betere bereikbaarheid van de grote dorpen per fiets of met het openbaar vervoer. De duurzame deelauto's hebben menig inwoner naar de winkels in de omgeving gebracht. In het dorp zelf past het autoverkeer zich aan ten opzichte van andere weggebruikers waardoor fietsers, voetgangers en spelende kinderen meer de ruimte krijgen.
De woningen in Ellecom hebben minder overlast van de omliggende wegen doordat de groenblauwe dooradering ook rondom het dorp is aangelegd, als een buffer tegen het geluid van de omliggende wegen.
In Ellecom is het gelukt om grotendeels zelfstandig volledig aardgasvrij te worden op een manier die past bij het dorp: kleinschalig, zorgvuldig en toekomstgericht. De Energiecorporatie Ellecom Energie Neutraal is hierbij ondersteund door de gemeente met maatwerkadvies, subsidies en begeleiding via bijvoorbeeld REDO. Met kleinschalige collectieve en individuele oplossingen is er aangesloten op de bestaande bouwstructuur. Denk aan warmtepompen, zonneboilers, isolatie en zon op daken. Waar mogelijk zijn kleine collectieven gevormd om gezamenlijk op te wekken of te verwarmen.
Om deze droom voor Ellecom te realiseren hebben we een aantal gebiedsambities geformuleerd.
1. We staan voor het toekomstbestendig maken en ruimte geven voor herbestemmen van monumenten en karakteristieke bebouwing.
2. Ellecom aardgasvrij in 2040, waarbij bewoners in eigen tempo stappen zetten richting verduurzaming. Samenwerking via REDO (Rhedense Energie- en DuurzaamheidsOrganisatie) en met Energiecoöperatie Ellecom Energie Neutraal naar een gezamenlijke energiegemeenschap.
3. Mogelijkheid voor kleinschalige verblijfsrecreatie.
4. Verbeteren van voetgangersroutes en veilige oversteken, met aandacht voor de Zutphensestraatweg.
5. Versterken samenhang landgoed Avegoor en het beleefbaar aken van het landgoed.
6. De (geluids)overlast van omliggende doorgaande wegen aanpakken.
Spankeren is in 2040 nog steeds het kleinschalige dorp met open karakter waar je het gevoel van rust en ruimte ervaart. Het dorp heeft een sterke relatie met het omliggend agrarisch gebied die terugkomt in de opbouw van het dorp. Vanuit het historische hart wordt het naar de randen toe steeds landelijker. Het agrarisch leven is typerend voor Spankeren. De bodem, bijvoorbeeld de Spankerense Enk, is uitermate geschikt voor akkerbouw.
Mensen voelen zich verbonden met elkaar en het dorp. Woningen toevoegen gaat niet zomaar in Spankeren, zonder de open structuur en ruimte aan te tasten en er zijn maar een paar woningen bij gekomen de laatste jaren.
Spankeren is in 2040 aardgasvrij. Met de dorpse maatregelen, met zelfstandige karakter, zoals kleinschalig collectief en individuele oplossingen, gericht op warmte met luchtwarmtepompen, zonneboilers en zonnepanelen op daken is het de inwoners gelukt. Er zijn ook kleinschalige samenwerking tussen bewoners, bijvoorbeeld in een energiecoöperatie opgezet.
De abrupte overgang van het dorp naar de grootschalige bedrijvigheid langs het Apeldoorns kanaal is met een groenblauwe dooradering verzacht. Hiermee is ook gelijk de fiets- en wandelverbinding met Dieren aangepakt en sluit aan op de fiets- en wandelverbinding op het bedrijventerrein Kanaalzone Dieren. De provinciale weg naar Brummen is vanaf de Dierense sluis aangepakt. Het veilige fietspad ligt in het groen en heeft mooie uitzichtpunten op het open uiterwaardengebied. De weg zelf is zo ver mogelijk weg gelegd van de bebouwing waarlangs een groene buffer is aangelegd, onderdeel van de groenblauwe dooradering door en om het dorp in.
In Spankeren zijn geen winkels meer in het dorp zelf, wel kan men bij agrarische bedrijven in het gebied rond het dorp inkopen doen. Voor dagelijkse en grotere boodschappen gaan veel inwoners naar Dieren, Doesburg of Zutphen. De inwoners hebben samen het initiatief genomen een school en tegelijk ontmoetingsruimte te exploiteren. Ook het kermisterrein heeft een speciaal plekje in de harten van de inwoners.
Om deze droom voor Spankeren te realiseren hebben we een aantal gebiedsambities geformuleerd.
1. Behoud van het agrarisch karakter, met name rond de Spankerense Enk.
2. Het bedrijventerrein Kanaalzone breidt niet verder uit naar het buitengebied, imclusief de huidige bestemming bij 'de Timp', deze wordt onderdeel van het gebied Soersens Beekdal.
3. Spankeren is goed bereikbaar per fiets en ter voet de fiets- en wandelroutes zijn veilig en goed aangelegd.
4. Spankeren is in 2040 volledig aardgasvrij en heeft een lokaal gedragen, toekomstbestendig energiesysteem op basis van warmte en koelte.
5. Er is extra aandacht voor het nu nog bestaande open landschap direct tegen het dorp aan.
6. Versterken van de samenhang tussen buurten (vooral noord-zuid over het spoor).
7. Versterken van de relatie tussen dorp, Apeldoorns kanaal, IJsselvallei en omliggende landgoederen.
8. Behoud en versterking van het kleinschalige, open en groene dorpskarakter, wat ook centraal staat bij eventuele nieuw kleinschalige ontwikkelingen zoals het Kraaienbos.
In Laag-Soeren woon je in 2040 letterlijk in het groen. Het dorp vormt, samen met het Soerens Beekdal de natuurlijke verbinding tussen de landschappen van de Veluwe, de IJssel en het Apeldoorns kanaal. De beek versterkt de blauwgroene structuur die van oudsher al in het dorp aanwezig is. Het samenspel van dorp en landschap wordt door iedereen in het dorp omarmd. De verbinding met water en natuur is duidelijk voelbaar.
Groene linten dooraderen het dorp en zorgen voor een natuurlijke verbinding met het omliggende landschap. Zichtlijnen zijn in ere hersteld en zorgen ervoor dat de sfeer van de Veluwe tot diep in het dorp voelbaar is. Ook de geschiedenis en relatie van het dorp met het water is zichtbaar en beleefbaar. De Soerense beek en Bovenbeek zijn het middelpunt van het dorp. Recreanten en toeristen op de fiets doen Laag-Soeren graag even aan en maken in het dorp graag gebruik maken van het terras bij het café en bruisend hart 't Sprengenhus of overnachten in de verschillende B&B's. Ze zorgen voor reuring en gezelligheid.
Inwoners hebben het heft in eigen hand genomen om een klein winkeltje in het dorp te realiseren, gekoppeld aan een multifunctioneel centrum, de gezamenlijke moestuin en het plukbos. Hier kan iedereen met behoefte aan een praatje of zin in een kopje koffie binnen lopen om gezellig af te spreken met dorpsgenoten of een klein boodschapje te doen. Voor grotere boodschappen kunnen de inwoners makkelijk op de fiets of met het openbaar vervoer in Dieren of Eerbeek komen. In de winter komt men elkaar ook graag tegen bij de natuurijsbaan. Niet alleen vanuit Laag-Soeren, maar ook vanuit de andere dorpen is dit een populaire recreatieve plek in ijsperioden.
De Harderwijkerweg is de belangrijkste fietsverbinding geworden met een vrijliggend fietspad. Het centrum van Dieren is makkelijk en veilig met de fiets te bereiken. Kinderen gaan veilig alleen op de fiets naar school of naar het station. Ook het station in Dieren is dan ook goed bereikbaar, waardoor makkelijk overgestapt kan worden op de intercity naar Arnhem of Zutphen.
Om deze droom voor Laag-Soeren te realiseren hebben we een aantal gebiedsambities geformuleerd.
1. Behoud en versterking van het Soerens Beekdal als ecologische en cultuurhistorische drager.
2. Beleefbaar en meer zichtbaar maken van de sprengenbeken Soerense Beek en Bovenbeek.
3. Verbeteren van verkeersveiligheid op de Harderwijkerweg.
4. Laag-Soeren is in 2040 volledig aardgasvrij en heeft een lokaal gedragen, toekomstbestendig energiesysteem op basis van warmte en koelte.
5. Bevorderen van doorstroming op de woningmarkt (geschikte woningen voor ouderen).
6. Beperkte ontwikkeling van woningen door woningsplitsing of bij herontwikkeling landgoed Laag-Soeren, passend in het samenspel van landschap en dorp.
In 2040 is De Beemd een bedrijventerrein dat volledig is meegegroeid met de eisen van deze tijd. Het terrein is overzichtelijk, goed georganiseerd en duurzaam ingericht. De meeste bedrijfsdaken zijn voorzien van zonnepanelen of PVT-panelen. Op centrale plekken staan energieopslagunits die onderdeel zijn van een gezamenlijke energy hub. Deze hub verdeelt opgewekte energie slim over het terrein en is gekoppeld aan het energiestation in Arnhem.
De infrastructuur is aangepast aan elektrische mobiliteit. Er zijn voldoende laadpunten voor de bedrijven voor hun personeel, strategisch geplaatst en afgestemd op de netcapaciteit en milieuzonering. Bedrijven maken gebruik van slimme laadsystemen die piekbelasting voorkomen. Restwarmte van productiebedrijven wordt benut door andere bedrijven op het terrein, waardoor energieverspilling tot een minimum is beperkt.
De ruimte op De Beemd is efficiënt benut. Door herstructurering zijn verouderde panden vervangen of vernieuwd, en is er ruimte ontstaan voor nieuwe, circulaire bedrijven. Denk aan bedrijven die zich richten op hergebruik van materialen, reparatie, of het verwerken van reststromen. Er is geen uitbreiding mogelijk, dus elke vierkante meter telt. Daardoor is er geen ruimte voor bedrijven die ook in een woon-werk omgeving zich kunnen vestigen.
Ondermijning wordt actief tegengegaan. Leegstand wordt gemonitord en er is goed zicht op wie waar actief is. Dit zorgt voor een veilig en betrouwbaar ondernemersklimaat. De samenwerking tussen ondernemers, gemeente en regionale partners is sterk en zichtbaar in gezamenlijke initiatieven en projecten.
De Beemd is in 2040 een toekomstbestendig terrein: duurzaam, circulair, veilig en goed ingebed in de regionale economie.
Om deze droom voor De Beemd te realiseren hebben we een aantal gebiedsambities geformuleerd.
1. Bloei betekent herstructurering. We benutten de bestaande ruimte intensiever en slimmer.
2. Bedrijven die werken met hergebruik, reparatie, recycling en reststromen krijgen voorrang.
3. Via ondernemersverenigingen, het gemeentelijk loket voor verduurzaming of bijvoorbeeld REDO bevorderen we de verduurzaming en vergroening van de bestaande bedrijven.
4. Een gedeelde infrastructuur voor energieopwekking, -opslag en -verdeling, mogelijk aangesloten op het energiestation in Arnhem.
5. De beschikbare daken worden benut voor zonnepanelen of PVT-panelen.
In 2040 is bedrijventerrein Kanaalzone Dieren een groen bedrijventerrein, waar een duidelijke milieuzonering ruimte geeft aan bedrijven. Met de grote herstructurering die heeft plaatsgevonden is er meer ruimte gekomen voor groen. Er is een groene zone aangelegd die vanuit het Soerens Beekdal (zie 5.2.5 Soerens Beekdal) langs het Apeldoorns kanaal loopt. Het bedrijventerrein is daarmee een aantrekkelijke plek voor een rondje wandelen vanuit het dorp of biedt ruimte voor een lunchwandeling in het groen. Het dorp wordt van de industrieële bebouwing gescheiden door een robuuste groene zone.
De locatie trekt veel verschillende soorten bedrijven, van startende ondernemers tot grotere bedrijven. De herstructurering heeft ruimte gemaakt voor nieuwe bedrijven, en de faciliteiten voor het opslaan van energie maakt het terrein interessant voor bedrijven die meer circulair zijn gaan werken of meer energie willen opwekken of opslaan. Door het principe van inwaarts zoneren is er in de woonwijken en het dorp Spankeren weinig overlast van deze activiteiten. Aan de Industrielaan staan bedrijfsverzamelgebouwen die een buffer vormen voor geluid richting het dorp Dieren.
Het terrein draait zo veel mogelijk op duurzame energie. Deze wordt deels op locatie opgewekt, de meeste bedrijfsdaken zijn voorzien van zonnepanelen of PVT-panelen. Er is een gezamenlijke 'energy hub'. Deze hub verdeelt de opgewekte energie slim over het terrein en is gekoppeld aan het energienetwerk rond de bedrijven in Eerbeek. Er zijn voldoende laadpunten voor elektrische auto's en fietsen van de werknemers. Restwarmte van productiebedrijven wordt benut door andere bedrijven op het terrein, waardoor energieverspilling tot een minimum is beperkt.
Om deze droom te realiseren hebben we een aantal gebiedsambities geformuleerd.
1. Bij herstructurering wordt goed gekeken naar de impact op de omgeving. Om overlast voor de omliggende woonwijken te verkleinen wordt actief gekeken naar het principe van inwaarts zoneren. Hierbij worden de zwaarste bedrijven omringt door bedrijven met minder impact, waardoor deze als buffer dienen.
2. Bij het aantrekken van bedrijven wordt vooral gekeken naar productie, ambachtelijke bedrijvigheid, kleinschalige logistiek en dienstverlening.
3. Via ondernemersverenigingen, het gemeentelijk loket voor verduurzaming of bijvoorbeeld REDO bevorderen we de verduurzaming en vergroening van de bestaande bedrijven.
4. Een gedeelde infrastructuur voor energieopwekking, -opslag en -verdeling, mogelijk aangesloten op het energiestation in Eerbeek.
5. De beschikbare daken worden benut voor zonnepanelen of PVT-panelen.
Gemeenten hebben op grond van de Omgevingswet vier kerninstrumenten. Dit zijn:

Deze instrumenten vormen, samen met toezicht, handhaving, evaluatie en monitoring, de beleidscyclus voor de fysieke leefomgeving. De beleidscyclus start met deze omgevingsvisie waarin de strategische beleidskaders worden vastgelegd. In programma’s kan dit beleid verder worden uitgewerkt en kan de realisatie van ambities concreet worden gemaakt. In het omgevingsplan worden juridisch de regels verankerd die voor iedereen gelden. Omgevingsvergunningen worden aan deze regels getoetst. De ervaringen die daarbij worden opgedaan, en bij toezicht en handhaving, kunnen aanleiding vormen om ambities aan te scherpen of aan te passen. Zo is de cirkel rond en kan de cyclus weer opnieuw doorlopen worden.
De omgevingsvisie is bedoeld als een integraal langetermijnperspectief voor de fysieke leefomgeving. Wij gebruiken deze omgevingsvisie om ambities en beleidsdoelen te formuleren op het gebied van onder andere wonen, mobiliteit, duurzaamheid, klimaatadaptatie, natuur en gezondheid.
Het doel is om:
Samenhang te creëren tussen verschillende beleidsvelden;
Keuzes te maken over de ruimtelijke inrichting en gewenste omgevingskwaliteit;
Initiatiefnemers houvast te bieden bij het ontwikkelen van plannen;
En duurzame ontwikkeling te stimuleren door belangen in samenhang te wegen.
De omgevingsvisie vervangt de strategische onderdelen van diverse losse beleidsdocumenten en bundelt deze tot één samenhangend verhaal, wat zorgt voor meer overzicht en bestuurlijke efficiëntie. De omgevingsvisie is zelfbindend, dus niet direct regelgevend voor inwoners en ondernemers. De omgevingsvisie geeft richting aan de evenwichtige toedeling van functies aan locaties bij wijzigingen van het omgevingsplan of omgevingsvergunningen voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit.
De door de gemeenteraad vastgestelde strategische beleidskaders uit de omgevingsvisie kunnen door het college van B&W worden uitgewerkt in een programma als bedoeld in artikel 3.5 van de Omgevingswet (hierna: omgevingsprogramma). Dat kan ook dienen om maatregelen te formuleren waarmee beleidsdoelen of concrete zichtbare resultaten in de fysieke leefomgeving ook daadwerkelijk worden gerealiseerd. Waar de omgevingsvisie de langetermijnambities en doelen formuleert, vertaalt een programma deze naar praktische acties die bijdragen aan het realiseren van omgevingswaarden, ambities of andere beleidsdoelstellingen, zoals op het gebied van klimaat, natuur, mobiliteit of gezondheid. Programma’s kunnen thematisch of gebiedsgericht zijn en zijn zelfbindend: ze verplichten alleen het bestuursorgaan dat ze heeft vastgesteld, zoals onze gemeenteraad. Ze bevatten dus geen juridische regels voor burgers of bedrijven, maar geven net als de omgevingsvisie richting aan de evenwichtige toedeling van functies aan locaties bij wijzigingen van het omgevingsplan of omgevingsvergunningen voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit.
Bij gebiedsgerichte omgevingsprogramma’s zouden we kunnen denken aan een programma rond een wijk (integrale wijkaanpak) of een programma voor de transformatie van het industrieterrein Haveland. Thematische omgevingsprogramma’s zouden kunnen gaan over volkshuisvesting, energie en warmte, of mobiliteit.
Voor een drietal onderwerpen gaan we (waarschijnlijk) omgevingsprogramma’s opstellen. Deze worden hierna benoemd en toegelicht.

Met het gebiedsgerichte programma Haveland richten we ons als gemeente op de transformatie van een bestaand bedrijventerrein Haveland in Rheden naar een duurzaam, gemengd woon-werkgebied. Binnen dit programma wordt ruimte gecreëerd voor innovatieve woonconcepten, zoals hoogbouw met collectief groen, en wordt ingezet op circulaire bedrijvigheid en lokale werkgelegenheid. Haveland is een van de drie grote ontwikkellocaties waar de gemeente tot 2040 een belangrijk deel van de geplande 3.000 woningen wil realiseren. Het programma draagt bij aan de integrale wijkaanpak voor Rheden-West, waarbij klimaatadaptatie, energie, sociale cohesie en mobiliteit samenkomen. Door de ligging nabij een OV-knooppunt en de koppeling met het STOMP-principe (Stappen, Trappen, OV, Mobility as a Service, Personenauto’s), wordt Haveland een voorbeeld van duurzame, toekomstgerichte gebiedsontwikkeling in Rheden. Het programma Haveland wordt naar verwachting begin 2026 vastgesteld.

Het Energie- en Warmteprogramma is het centrale beleidsinstrument waarmee wij als gemeente vormgeven aan de overstap naar aardgasvrije gebouwen. Het is verplicht op grond van de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie. Het programma beschrijft op hoofdlijnen wanneer, waar en hoe buurten in de gemeente van het aardgas af gaan en welke alternatieve warmteoplossingen daarvoor in beeld zijn. Hiermee zetten we de koers uit voor een stapsgewijze, eerlijke en realistische transitie naar duurzame warmte in 2040. Door het Energie- en Warmteprogramma versterken we als gemeente de regie op de energie- en warmtetransitie zorgvuldig, realistisch en in samenspraak met bewoners en partners. Zo bouwen we aan een warmtevoorziening die werkt voor álle inwoners van Rheden.
Het warmteprogramma is méér dan een technische onderbouwing. Het is een samenhangende, gebiedsgerichte strategie waarin bewonersparticipatie, betaalbaarheid, leveringszekerheid en duurzaamheid centraal staan. Het verbindt wijkuitvoeringsplannen (WUP’s), infrastructuurplanning, bronontwikkeling, netcapaciteit en het gemeentelijk warmtebedrijf tot één logisch geheel.
Daarom kiezen we voor een gebiedsgerichte en participatieve aanpak. We nemen de tijd om per wijk of gebied de juiste oplossing te vinden, op basis van vier kernlagen: bodem, infrastructuur, gebruiker en functie. Zo zorgen we ervoor dat de energietransitie niet over de hoofden van mensen heen gaat, maar met hen samen wordt vormgegeven. Het warmteprogramma wordt tegelijk met deze omgevingsvisie vastgesteld.
Op dit moment is het wetsvoorstel Wet versterking regie volkshuisvesting in behandeling. Als deze wet wordt ingevoerd, worden gemeenten verplicht op een volkshuisvestingsprogramma vast te stellen. Het heeft als doel om landelijke ambities te vertalen naar doelen op lokaal niveau. Het gaat erom hoeveel woningen worden gebouwd, op welke locaties en voor welke doelgroepen. De gemeente moet in het programma 130% plancapaciteit borgen. De gemeente Rheden heeft de ambitie om het programma breder op te zetten dan alleen de in de wet genoemde verplichte onderdelen.
Het volkshuisvestingsprogramma is voor ons als gemeente van groot belang omdat het helpt om de lokale woonopgaven doelgericht en samenhangend aan te pakken. Het programma vertaalt onze ambities uit de omgevingsvisie naar concrete maatregelen, zoals het bouwen van betaalbare woningen, het verbeteren van bestaande woonwijken en het bevorderen van doorstroming. Het biedt houvast bij het maken van keuzes over locatie, woningtypen en doelgroepen, en maakt samenwerking met woningcorporaties, ontwikkelaars en zorginstellingen mogelijk. Zo draagt het programma bij aan een evenwichtige, inclusieve en toekomstbestendige woonomgeving die aansluit bij de behoeften van inwoners. Het volkshuisvestingsprogramma wordt naar verwachting vanaf 2027 opgesteld.
Het omgevingsplan vervangt de eerdere bestemmingsplannen en lokale verordeningen voor zover die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving. Dit nieuwe plan bevat, samen met de waterschapsverordening, alle regels voor de fysieke leefomgeving op lokaal niveau. Deze regels zijn direct bindend voor inwoners en ondernemers.
Het omgevingsplan geeft met die regels invulling aan de ambities van onze omgevingsvisie en de doelen en resultaten van omgevingsprogramma’s. De regels van het omgevingsplan kunnen meer ruimte bieden en/of specifieker zijn in wat wel/niet wenselijk is.
/join/id/regdata/gm0275/2025/ff36b06a89e348f6a76e38808d1f482e/nld@2025‑09‑23;08235407
/join/id/regdata/gm0275/2025/e009c9877fda41668c8bcd5ab912cb8c/nld@2025‑09‑23;08235407
/join/id/regdata/gm0275/2025/f5098a38c830406a89880e64e3bfd7af/nld@2025‑09‑23;08235407
/join/id/regdata/gm0275/2025/95d3e0cd9e674e7abd7c91b80335ae09/nld@2025‑09‑23;08235407
/join/id/regdata/gm0275/2025/4224fd95acd44104a183b9e41bd1888f/nld@2025‑09‑23;08235407
/join/id/regdata/gm0275/2025/d3642945d6ba47c5b4cdaf6a7c5fc0cc/nld@2025‑09‑23;08235407
/join/id/regdata/gm0275/2025/eb4cd8e4ce2d43228e6146fa69714b87/nld@2025‑09‑23;08235407
/join/id/regdata/gm0275/2025/ba16138cb06747cbbdfd4e05324a587c/nld@2025‑09‑23;08235407
/join/id/regdata/gm0275/2025/3759901ee76a42848df0721661cfeca7/nld@2025‑09‑23;08235407
/join/id/regdata/gm0275/2025/cd5c6c71d3e24294a120d2fecde4c1f2/nld@2025‑09‑23;08235407
/join/id/regdata/gm0275/2025/9be1cc880e1a43b4b8c4e654af341967/nld@2025‑09‑23;08235407
/join/id/regdata/gm0275/2025/e66c2262b2664842bfaea2770719e4cb/nld@2025‑09‑23;08235407
/join/id/regdata/gm0275/2025/53e850bf84104653a18f655c471dbef6/nld@2025‑09‑23;08235407
/join/id/regdata/gm0275/2025/8bfc34ea402f40aa92d588f121c4dbdb/nld@2025‑09‑23;08235407
/join/id/regdata/gm0275/2025/86005a2248fa42e490d7b944e2085af0/nld@2025‑09‑23;08235407
/join/id/regdata/gm0275/2025/369ed7bcd7a14495a423699dbafc9db6/nld@2025‑09‑23;08235407
/join/id/regdata/gm0275/2025/393d0b55ba664a309ef3ae83056a1eb8/nld@2025‑09‑23;08235407
/join/id/regdata/gm0275/2025/9287d7b18bbf4421b0956580dc5bfa96/nld@2025‑09‑23;08235407
/join/id/regdata/gm0275/2025/aab72e70babf45988db7fcd063252b9a/nld@2025‑09‑23;08235407
/join/id/regdata/gm0275/2025/9e8590ea333d42a6b8548c6d7d3658c5/nld@2025‑09‑23;08235407
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-415614.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.