Gemeenteblad van Alblasserdam
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Alblasserdam | Gemeenteblad 2025, 415458 | verkeersbesluit of -mededeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Alblasserdam | Gemeenteblad 2025, 415458 | verkeersbesluit of -mededeling |
Verkeersbesluit parkeerplaatsen voor opladen elektrische voertuigen H.J. de Haanstraat en opheffen locatie Randweg - Gemeente Alblasserdam
College van burgemeester en wethouders van Alblasserdam
Met de opmars van het elektrisch rijden is behoefte ontstaan aan oplaadpunten voor elektrische voertuigen. De gemeente Alblasserdam heeft hier beleid over opgesteld en heeft met enkele exploitanten een contract afgesloten om oplaadpunten in openbaar gebied te plaatsen en te exploiteren. Voor de locatie heeft de gemeente bij het beleid een plankaart vastgesteld met locaties waar oplaadpunten kunnen komen. Deze kaart is gebaseerd op meerdere factoren zoals onder andere de prognose van de behoefte aan oplaadpunten die op landelijk niveau is opgesteld, een zo goed mogelijke spreiding over de woonbuurten, aanwezigheid van stroomvoorziening, een gunstige positie ten opzichte van bomen, een centrale ligging en zoveel mogelijk op parkeerterreinen of gebieden waar voldoende andere parkeerplaatsen beschikbbaar blijven voor andere voertuigen. Verder is een participatietraject geweest en hebben we op veel locaties rekening gehouden met de wensen van de bewoners. Aan de hand van aanvragen van deelnemende exploitanten zijn de locaties bepaald waar de oplaadpunten gaan komen. Bij de oplaadpunten is het van belang dat de oplaadpunten beschikbaar zijn voor het opladen en dat daarvoor parkeergelegenheid vrij wordt gehouden voor het opladen van elektrische voertuigen. Voor een goede balans van de parkeerdruk worden per locatie bij één oplaadpaal twee parkeerplaatsen aangewezen die alleen gebruikt mogen worden voor het opladen van elektrische voertuigen. Dit komt overeen met de prognose. De parkeerplaatsen bij een eventuele tweede oplaadpaal blijven vrij beschikbaar en mogen ook door andere voertuigen worden gebruikt. Hiermee wordt de parkeerdruk voor overige voertuigen niet onnodig belast en wordt toch voorzien in voldoende capaciteit voor het kunnen opladen.
In maart 2025 is een verkeersbesluit gepubliceerd voor diverse locaties, waaronder de locatie aan de Randweg. Bij het vervolgproces is geconstateerd dat de locatie aan de H.J. de Haanstraat een betere locatie is dan aan de Randweg. Beide locaties zijn voldoende geschikt voor een oplaadpunt met twee gereserveerde parkeerplaatsen, waarbij de locatie aan de H.J. de Haanstraat meer voorbeelden biedt. Om die reden is het wenselijk om de locatie te verplaatsten en daarbij dit verkeersbesluit te nemen.
Dit verkeersbesluit heeft betrekking op:
1. het aanwijzen van twee parkeerplaatsen ten behoeve van het opladen van elektrische voertuigen aan de H.J. de Haanstraat en
2. het o pheffen van twee parkeerplaatsen ten behoeve van het opladen van elektrische voertuigen aan de Randweg, tussen H.J. de Haanstraat en Batavierstraat (alleen in combinatie met maartregel 1)
Op grond van artikel 18, eerste lid, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994 is het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alblasserdam bevoegd dit verkeersbesluit te nemen. Het betreft namelijk verkeer op wegen onder beheer van de gemeente Alblasserdam.
Overwegingen ten aanzien van het besluit
Krachtens artikel 15 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de plaatsing van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.
Krachtens artikel 15 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.
Op grond van artikel 21 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer moet het verkeersbesluit vermelden welke doelstelling of doelstellingen met het verkeersbesluit worden beoogd. Daarbij moet worden aangegeven welke van de in artikel 2, eerste en tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 genoemde belangen ten grondslag liggen aan het verkeersbesluit. Indien tevens andere van de in artikel 2, eerste en tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 genoemde belangen in het geding zijn, wordt voorts aangegeven op welke wijze de belangen tegen elkaar zijn afgewogen. Indien tevens andere van de in artikel 2, eerste en tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 genoemde belangen in het geding zijn, wordt voorts aangegeven op welke wijze de belangen tegen elkaar zijn afgewogen.
Met het verkeersbesluit worden de onderstaande doelstellingen beoogd.
1.1 de verkeersveiligheid blijft met dit besluit gewaarborgd; de locaties zijn reeds in gebruik als parkeergelegenheid en blijven in gebruik als parkeergelegenheid; dit besluit heeft alleen betrekking op het gebruik van de parkeerplaatsen voor uitsluitend het parkeren voor het opladen van een elektrisch voertuig; hiermee heeft dit besluit geen negatieve invloed op de verkeersveiligheid;
1.2 de locaties zijn gelegen in verblijfsgebieden zoals woonstraten in 30 km/uur-zones en vrijliggende parkeerterreinen; het parkeren en de bijbehorende parkeermanoeuvres worden verkeerstechnisch gezien als verblijfsactiviteiten die passen bij een verblijfsgebied; mede vanwege de aanwezigheid van deze verblijfsactiviteiten gelden in deze gebieden een verlaagde maximumsnelheid; de verkeersveiligheid blijft hiermee voldoende gewaarborgd;
1.3 het kan zijn dat de voertuigen bij een oplaadpunt voor kortere duur parkeren en dat het aantal wisselingen van geparkeerde voertuigen en daarmee ook het aantal parkeermanoeuvres toenemen; binnen verblijfsgebieden is dit acceptabel en op veel locaties gebruikelijk; de verkeersveiligheid blijft voldoende gewaarborgd;
1.4 de locatie aan de H.J. de Haanstraat is qua verkeersveiligheid vergelijkbaar met de locatie aan de Randweg. Bij beide locaties zijn het parkeerplaatsen aan een erftoegangsweg met dezelfde uitgangspunten met betrekking tot de verkeersveiligheid. Hiermee heeft dit besluit tot verplaatsing geen negatieve invloed op de verkeersveiligheid.
2.1 voor eigenaren van een elektrisch voertuig is het van belang dat zij hun voertuig binnen redelijke loopafstand in hun woonbuurt kunnen opladen; naast het plaatsen van publieke oplaadpunten is het van belang dat de voertuigen ook bij de oplaadpunten kunnen worden geparkeerd; de parkeerplaatsen bij een oplaadpunt dienen daarvoor vrij worden gehouden voor alleen het parkeren ten behoeve van het opladen van een elektrisch voertuig;
2.2 de plankaart met locaties waar oplaadpunten worden toegestaan is opgesteld op basis van prognoses die op landelijk niveau door specialisten zijn opgesteld; de prognose is opgesteld door Nationaal Agenda Laadinfra (NAL); in samenwerking met de gemeente zijn vervolgens geschikte locaties bepaald; het tal parkeerplaatsen dat met dit verkeersbesluit wordt aangewezen voor het opladen komt overeen met de prognose; op basis hiervan kan worden gesteld dat voldoende behoefte is naar deze oplaadpunten en voldoende behoefte is om de bijbehorende parkeerplaatsen (twee per locatie) aan te wijzen voor alleen het opladen van elektrische voertuigen;
2.3 na het vaststellen van de plankaart is een aanvraagperiode geweest waarbij de deelnemende exploitanten hun gewenste locaties hebben kunnen aanvragen waar zij een oplaadpunt willen aanbrengen en exploiteren; hierbij zijn bovengenoemde locaties aangevraagd; op basis hiervan kan worden gesteld dat exploitanten voldoende haalbaarheid zien in het aanbrengen en exploiteren van oplaadpunten op deze locaties en dat zij daarmee voldoende vraag verwachten in het gebruik van de oplaadpunten;
2.4 bij locaties met een tweede oplaadpaal worden (voorlopig) niet meer dan de genoemde twee parkeerplaatsen aangewezen; deze tweede oplaadpaal is bedoeld om alvast vooruit te lopen op de toekomstige groei voor de aankomende jaren; de parkeerplaatsen bij een eventuele tweede laadpaal blijven daarmee voorlopig beschikbaar voor alle voertuigen.
2.5 met deze maatregelen is een optimale balans gecreëerd in enerzijds het bieden van voldoende ruimte voor het opladen van elektrische voertuigen die past bij de behoefte (op basis van de prognose) en anderzijds behoud van voldoende parkeergelegenheid voor andere voertuigen;
2.6 doordat het aantal locaties met twee gereserveerde parkeerplaatsen overeen komt met de prognose is de verwachting dat deze parkeerplaatsen goed gebruikt gaan worden voor het opladen; de elektrische voertuigen die hier gebruik van maken zijn vooral voertuigen die nu elders in de buurt staan geparkeerd; wanneer een elektrisch voertuig bij een oplaadpunt wordt geparkeerd dan komt daarmee elders in de buurt een parkeerplaats vrij voor een ander voertuig; over het algemeen blijft de parkeerbalans in de buurt redelijk gelijk;
2.7 de locaties voor de oplaadpunten zijn bepaald op basis van meerdere factoren zoals: de verwachte behoefte aan oplaadpunten in Nederland, een goede verdeling van oplaadpunten verspreid over de woonbuurten; ligging dichtbij stoomvoorziening, een gunstige plek ten opzichte van bomen, een centrale ligging, zo min mogelijk hinder voor omwonenden en zoveel als mogelijk op een parkeerterrein of een gebied waar genoeg andere parkeerplaatsen overblijven voor andere voertuigen;
2.8 de locatie voor het oplaadpunt is zodanig gekozen dat dit het minst nadelige effect heeft op het parkeren voor overige weggebruikers; in de omgeving blijft voldoende parkeergelegenheid over voor algemeen belang;
2.9 een oplaadpaal is voorzien van twee aansluitingen zodat twee voertuigen tegelijkertijd kunnen worden opgeladen; hiervoor is het van belang dat bij het oplaadpunt ook twee parkeerplaatsen worden vrijgehouden; bij een eventuele tweede oplaadpaal op een locatie blijven de bijbehorende parkeerplaatsen (vooralsnog) beschikbaar voor alle voertuigen;
2.10 de locaties van het oplaadpunten zijn dusdanig gekozen dat hiermee een redelijke spreiding ontstaat met andere oplaadpunten; een optimale balans in relatie met de behoefte voor het kunnen opladen en een optimale balans met het gebruik van andere oplaadpunten in de omgeving;
2.11 voor het gebruik van een elektrisch voertuig is het van belang dat het voertuig tijdig kan worden opgeladen en dat in de nabije omgeving direct ruimte beschikbaar is om hier gebruik van te kunnen maken;
2.12 het is van belang dat het parkeren van niet-elektrische voertuigen en voertuigen die niet aan het opladen zijn, moet worden vermeden, om ruimte vrij te houden voor voertuigen die wel moeten worden opgeladen;
2.13 de locaties zijn afgestemd met de betreffende exploitanten van de oplaadpunten;
2.14 met dit verkeersbesluit is sprake van verplaatsing van de maatregel en heeft dit op wijkniveau geen negatieve gevolgen.
2.15 de nieuwe locatie aan de H.J. de Haanstraat heeft het extra voordeel omdat in deze straat een ruime hoeveelheid aan parkeerplaatsen aanwezig is en daarmee het effect op straatniveau kleiner is dan bij de locatie aan de Randweg waarbij een beperkt aantal parkeerplaatsen aanwezig is. Op wijkniveau blijft het effect op gelijk niveau.
2.16 de nieuwe locatie aan de H.J. de Haanstraat heeft het extra voordeel dat dit is gelegen bij een flatgebouw met een centrale ingang en daarmee minder effect heeft op individuele bewoners, terwijl de locatie aan de Randweg gelegen is bij woningen voor de deur en daarbij op straatniveau voor de ene bewoner meer effect heeft dan voor een andere bewoner. Op wijkniveau blijft het effect op gelijk niveau.
3.1 voor gebruik van de oplaadpunten is het van belang dat de parkeerplaatsen naast de oplaadpunten vrij worden gehouden voor alleen het opladen van elektrische voertuigen;
3.2 hierbij is het van belang dat minimaal twee parkeerplaatsen worden aangewezen voor het opladen , zodat twee voertuigen tegelijkertijd kunnen opladen en het oplaadpunt optimaal wordt gebruikt;
3.3 de locaties zijn dusdanig gekozen dat in de omgeving voldoende ruimte bruikbaar blijft voor het parkeren van andere voertuigen;
3.4 de nieuwe locatie aan de H.J. de Haanstraat is vergelijkbaar met de situatie aan de Randweg als het gaat om het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan; de argumenten zijn voor beide locaties gelijk. Verplaatsing van de locaties heeft hierop geen negatieve gevolgen.
4.1 met deze maatregelen is een optimale balans gecreëerd in enerzijds het bieden van voldoende vrijheid aan eigenaren van elektrische voertuigen voor het kunnen opladenvan hun voertuig en anderzijds behoud van voldoende parkeergelegenheid voor eigenaren van andere voertuigen;
4.2 de gereserveerde parkeerplaatsen bij de oplaadpunten mogen door een ieder worden gebruikt voor het opladen van elektrische voertuigen; het blijven openbare parkeerplaatsen en worden niet toegewezen aan een individueel persoon;
4.3 in de omgeving blijft voldoende parkeergelegenheid over voor algemeen gebruik;
4.4 bij de nieuwe locatie aan de H.J. de Haanstraat is op straatniveau een ruime hoeveelheid parkeerplaatsen aanwezig en is hierdoor het effect op straatniveau kleiner dan bij de locatie aan de Randweg waarbij een beperkt aantal parkeerplaatsen aanwezig is. Op wijkniveau blijft het effect op gelijk niveau.
5.1 het stimuleren en het faciliteren in het gebruik van elektrische rijden draagt bij aan de milieudoelstellingen en het verbeteren van de luchtkwaliteit;
5.2 de gemeente Alblasserdam wil het elektrisch rijden stimuleren door, binnen vastgestelde beleidsregels, medewerking te verlenen aan gekwalificeerde marktpartijen voor het plaatsen van oplaadpunten in de openbare ruimte, met daarbij gereserveerde parkeerplaatsen voor het opladen van de elektrische voertuigen; de oplaadpalen en de exploitatie van de oplaadpalen is een verantwoordelijkheid van het betreffende bedrijf; dit verkeersbesluit gaat uitsluitend over het aanwijzen van parkeerplaatsen die alleen gebruikt mogen worden voor het opladen van elektrische voertuigen; dit verkeersbesluit heeft geen betrekking op oplaadpalen en/of andere zaken omtrent de oplaadpalen;
5.3 de kans op overige overlast, hinder of schade door dit verkeersbesluit is niet aanwezig of verwaarloosbaar;
5.4 de nieuwe locatie aan de H.j. de Haanstraat is op dit onderwerp vergelijkbaar met de locatie aan de Randweg. Verplaatsingen van de locatie heeft op dit onderdeel geen negatieve gevolgen.
6.1 dit verkeersbesluit heeft geen gevolgen voor de aantasting van het karakter of van de functie van objecten of het gebied.
6.2 de nieuwe locatie aan de H.J. de Haanstraat is op dit onderwerp vergelijkbaar met de locatie aan de Randweg. Verplaatsingen van de locatie heeft op dit onderdeel geen negatieve gevolgen.
Het is dan ook gewenst om aan de H.J. de Haanstraat twee parkeerplaatsen aan te wijzen als parkeergelegenheid voor uitsluitend gebruik voor het opladen van elektrische voertuigen en aan de Randweg tussen de H.J. de Haanstraat en de Batavierstraat de parkeergelegenheid voor het opladen van elektrische voertuigen op te heffen.
Een verkeersbesluit wordt na overleg genomen.
Conform artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer is er overleg geweest met de korpschef van het betrokken regionale politiekorps.
De politie heeft op 1 mei 2024 een schriftelijk algemeen advies gegeven voor het aanwijzen van parkeerplaatsen voor elektrisch rijden en gaat daarmee akkoord met dit verkeersbesluit.
"...* De locatie van een te realiseren parkeerplaats ten behoeve van een oplaadpunt voor elektrische voertuigen wordt voorzien van bord E8c conform bijlage 1 van het RVV 1990 (Parkeergelegenheid alleen bestemd voor het opladen van elektrische voertuigen).
* Als het een haaks parkeervak betreft, wordt het bord geplaatst aan de kopse kant van de parkeerplaats. Bij een langsparkeervak wordt deze geplaatst op het trottoir aan het begin van het vak (vanuit de rijrichting gezien) haaks op de rijbaan. Bij bord E8c staat in de uitvoeringsvoorschriften BABW niet vermeld dat dit bord ook evenwijdig aan de weg geplaatst mag worden, maar dit valt wel logischerwijze op te maken uit de structuur van de verkeerswetgeving (de uitvoeringsvoorschriften BABW zijn nog niet aangepast na invoering van bord E8c van bijlage 1 van het RVV 1990).
* Bij 2 parkeervakken wordt het bord geplaatst te midden daarvan met daarbij toegevoegdhet onderbord waarop 2 pijlen naar de parkeerplaatsen wijzen; bekend als bordnummer OB504.
* Uiteraard het nadrukkelijke advies om het parkeervak duidelijk als zodanig in te richten met belijning en/of gebruikmaking van afwijkende kleur en materiaal bestrating (conform richtlijnen). ..."
Vanuit de gemeente is dit politieadvies in de afweging meegewogen waarbij vanuit de gemeente in eerste instantie de voorkeur uit gaat naar alleen het toepassen van de benodigde borden. Het toepassen van dubbele maatregelen (zoals markering of afwijkende kleur) heeft niet de voorkeur. Indien in de praktijk blijkt dat naast de benodigde borden ook aanvullende maatregelen zoals markering en/ of afwijkende kleur wenselijk zijn dan kan dit eventueel op een later moment alsnog als extra toegevoegd worden. Bij plaatsing van de borden wordt rekening gehouden met de opmerkingen van de politie. De borden worden geplaatst conform de wetteljke regelgeving. Dit kan ook zijn met twee afzonderlijke borden per parkeervak. Dit kan duidelijker wanneer het twee van de vier parkeerplaatsen betreft.
Op grond van voorgaande overwegingen is de gemeente tot het besluit gekomen om aan de H.J. de Haanstraat twee parkeerplaatsen aan te wijzen als parkeergelegenheid voor uitsluitend gebruik voor het opladen van elektrische voertuigen en aan de Randweg tussen de H.J. de Haanstraat en de Batavierstraat de parkeergelegenheid voor het opladen van elektrsiche voertuigen op te heffen. De maatregel wordt op straat aangeduid conform de wettelijke bepalingen, zoals het verkeersbord E8c (parkeergelegenheid alleen bestemd voor het opladen van elektrische voertuigen) en eventueel een onderbord met pijlen die verwijzen naar de betreffende parkeervakken.
College van burgemeester en wethouders van Alblasserdam
Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen zes weken na dag van bekendmaking bezwaar worden gemaakt. Het bezwaarschrift moet gericht worden aan: college van burgemeester en wethouders van Alblasserdam, Postbus 2, 2950 AA Alblasserdam.
Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en het volgende te bevatten:
a. naam en adres van de indiener;
c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;
d. de gronden van het bezwaar;
e. de locatie(s) waartegen het bezwaar is gericht.
Daarnaast kan een verzoek om voorlopige voorziening worden ingediend bij de Voorzieningenrechter van de Arrondissementsrechtbank binnen het rechtsgebied waarin de indiener van het bezwaarschrift zijn woonplaats heeft. Voor het verzoek zal griffierecht worden geheven
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-415458.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.