Gemeente Meierijstad – Verzamel verkeersbesluit uitbreiding laadnetwerk: fase B3, batch 3c.

Aanwijzen van 14 parkeerplaatsen voor het op- en bijladen van elektrische auto’s.

 

 

 

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Meierijstad:

 

Nummer besluit: 2932391

Gelet op:

  • de bepalingen van artikelen 2, 15 en 18 van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna te noemen: Wvw 1994);

  • de bepalingen van artikelen 8, 12, 14 en 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (hierna te noemen: BABW);

  • de bepalingen van artikel 24, lid 1, sub d ten 2e van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (hierna te noemen: RVV 1990);

  • de mandaatregeling van burgemeester en wethouders van Meierijstad dat de bevoegdheid voor het nemen van dit verkeersbesluit op grond van de geldende mandaatregeling is gemandateerd aan de medewerker verkeer van het atelier Openbaar Gebied;

Overwegende dat:

  • het elektrisch rijden zorgt voor verbetering van de luchtkwaliteit en een stillere leefomgeving;

  • het stimuleren van elektrisch rijden bijdraagt aan het behalen van de doelstellingen uit het klimaatakkoord van Parijs;

  • de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL) onderdeel is van het klimaatakkoord van Parijs.

  • in de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL) onder andere is opgenomen dat de ontwikkeling van laadinfrastructuur geen belemmering mag vormen voor de groei van het aantal elektrische auto’s;

  • het stimuleren van elektrisch vervoer bovendien een randvoorwaarde is voor de Nederlandse overheid om de klimaatdoelstellingen te halen;

  • de provincies Noord-Brabant en Limburg invulling willen geven aan de doelstellingen en vereisten zoals opgenomen in de Nationaal Agenda Laadinfrastructuur en hiervoor overeenkomsten namens de deelnemende gemeenten hebben gesloten;

  • steeds meer inwoners en bezoekers van de gemeente Meierijstad beschikken over een elektrische auto en de algemene verwachting is dat het aantal elektrische auto’s de komende jaren toeneemt;

  • gebruikers zonder laadmogelijkheid op privéterrein, voor het op en bijladen van hun elektrische auto’s aangewezen zijn op een openbare laadvoorziening;

  • met de groei van het aantal elektrische auto’s de verwachting is dat uitsluitend vraag gestuurde plaatsing (plaatsing naar aanleiding van een aanvraag) van openbare laadpalen niet langer voldoet vanwege de lange doorlooptijden;

  • de gemeente Meierijstad in samenwerking met de plankaartontwikkelaar, 791 potentiële locaties heeft ingetekend op de plankaart op basis van vooraf vastgestelde eisen, zoals ruimtelijke geschiktheid, aansluitmogelijkheden op het laagspanningsnet, eigendomsrechten, afstand tot bomen en algemene (technische) eisen van de Charge Point Operator;

  • de provincies Noord-Brabant en Limburg namens de gemeente Meierijstad met Charge Point Operator Vattenfall een concessieovereenkomst is aangegaan voor “plaatsing en exploitatie van slimme laadinfrastructuur”;

  • de Charge Point Operator diverse signalen heeft ontvangen waar behoefte is aan uitbereiding van het laadnetwerk;

  • daarnaast de Charge Point Operator op basis van gebruikscijfers een laaddrukanalyse heeft uitgevoerd van Best Presterende Locaties (BPL);

  • de Charge Point Operator op basis van genoemde signalen en laaddrukanalyse, 7 locaties heeft geselecteerd;

  • de gemeente Meierijstad tot de conclusie is gekomen dat de Charge Point Operator door toepassing van deze methode voldoende heeft aangetoond dat er op de locaties, zoals weergegeven in de bijlage, behoefte is aan de realisatie van openbare laadpalen voor het op- en bijladen van elektrische voertuigen en dat deze locaties aan de criteria voldoen;

  • de gekozen locaties in eigendom zijn bij de gemeente Meierijstad;

  • alle locaties betrekking hebben op wegen als bedoeld in artikel 18, lid 1 onder d van de Wvw 1994;

  • gelet op bovengenoemd artikel het college van burgemeester en wethouders van Meierijstad bevoegd is een verkeersbesluit te nemen voor deze wegen;

  • deze door het college gereserveerde parkeerplaatsen met openbare laadpalen bedoeld zijn voor het parkeren van een elektrische auto, uitsluitend als deze auto wordt aangesloten aan het oplaadpunt bij de parkeerplaats;

  • zonder het nemen van aanvullende verkeersmaatregelen de laadpalen niet gebruikt kunnen worden indien hier niet-elektrische voertuigen geparkeerd staan;

  • het vanwege het beschikbaar houden van laadinfra van belang is om situaties te voorkomen, waarbij bestuurders van elektrische voertuigen mogelijk alternatieve wijzen van opladen gaan zoeken, dan wel alternatieve locaties op de openbare weg, waarbij de veiligheid op de weg en het beschermen van weggebruikers in het geding komt conform artikel 2, lid 1, sub a en b van de Wvw 1994;

  • gebruikers niet de vrijheid hebben om op een willekeurige locatie op te laden, maar zijn aangewezen op een parkeerplaats met een laadvoorziening, deze verkeersmaatregelen strekken tot het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer, conform artikel 2, lid 1, sub d. van de Wvw 1994;

  • ter waarborging van de bruikbaarheid daarvan, gelet op artikel 2 lid 1, sub c. van de Wvw 1994, het noodzakelijk is om twee parkeerplaatsen aan beide zijden van de openbare laadpaal aan te wijzen als parkeergelegenheid die enkel bestemd is voor het opladen van elektrische voertuigen;

  • gelet op artikel 2, lid 2, sub a. van de Wvw 1994 deze verkeersmaatregelen eveneens strekken tot het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade, alsmede de gevolgen voor het milieu (zoals in de Wet milieubeheer);

  • bovenstaande doelen bereikt kunnen worden door het plaatsen van verkeersbord E08c van Bijlage 1 van het RVV 1990 met het onderbord OB504 waarop twee pijlen ter aanduiding waar elektrisch voertuigen opgeladen kunnen worden;

  • dit gebruik geregeld is in artikel 24, lid 1, sub d ten 2e van het RVV 1990, c.q. dat de bestuurder zijn voertuig niet op een parkeergelegenheid mag parkeren op en andere wijze of met een ander doel van op het bord of onderbord is aangeduid;

  • gelet op artikel 12 van het BABW voor het plaatsen van verkeersbord E08c met het onderbord OB504 een verkeersbesluit vereist is;

  • gelet op artikel 15, lid 1 van de Wvw 1994 een verkeersbesluit vereist is op grond waarvan de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het BABW opgenomen verkeerstekens en onderbord(en) een gebod of verbod ontstaat, of wordt gewijzigd;

  • gelet op artikel 14 van het BABW de plaatsing van het onderbord in dit verzamelbesluit tot uitdrukking worden gebracht, zoals bedoeld in artikel 8 van het BABW;

  • gelet op artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met de gemandateerde van de politie;

  • hoewel de verhouding tussen parkeerplekken en het aantal auto's of woningen gelijk blijft, het plaatsen van een exclusief voor elektrische auto’s bestemde openbare laadpaal kan leiden tot verminderde flexibiliteit en zodoende als een toename van parkeerdruk kan worden ervaren, deze nadelige gevolgen echter als ondergeschikt worden beschouwd ten opzichte van doelstellingen als het behalen van milieuvoordelen, het waarborgen van de verkeersveiligheid, het verbeteren van de beschikbaarheid van openbare laadpalen en het faciliteren van de transitie naar elektrisch rijden, vooral gezien de urgentie van het klimaatprobleem en de rol van elektrisch rijden bij het verminderen van broeikasgasemissies. Het college heeft daarom besloten dat bovengenoemde belangen op grond van artikel 2 van de WVW 1994 zwaarder wegen dan het belang van beschikbare parkeerplaatsen voor niet-elektrische voertuigen;

  • het treffen van een verkeersmaatregel bovendien een normale maatschappelijke ontwikkeling is waarmee een ieder kan worden geconfronteerd en waarvan eventuele nadelige gevolgen in beginsel voor rekening van betrokkenen behoren te blijven.

  •  

  • nemen, gelet op het voorgaande, de volgende

B E S L U I T E N:

  • 1.

    14 parkeerplaatsen, zoals op de situatietekeningen in de bijlage weergegeven, gelegen nabij Meester van der Lindenstraat 7, 5469 GH, Erp, Grooteakker 12, 5463 LJ Erp, Ruys de Beerenbrouckstraat 14, 5491 DW, Sint-Oedenrode, Marijnenstraat 14, 5491 CT, Sint-Oedenrode, Buitendreef 167, 5463 LC, Veghel, De Dintel 4, 5463 NR Veghel, Laan van Henkenshage 5, 5492 BH, Sint-Oedenrode aan te wijzen als parkeerplaatsen bestemd voor het opladen van elektrische voertuigen door plaatsing van bord E8c van Bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en onderbord OB504 (twee schuine pijlen), inclusief het aanbrengen van vakmarkering voor zover niet aanwezig.

Bijlagen:

  • Situatietekening

  •  

  •  

Veghel, 17 september 2025

Namens burgemeester en wethouders,

W. vd Schans

Medewerker verkeer

 

Bezwaar en voorlopige voorziening

Tegen dit besluit kunt u en kunnen andere belanghebbenden op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit bezwaar aantekenen bij het college van burgemeester en wethouders , Postbus 10.001, 5460 DA te Veghel.

Het bezwaarschrift moet zijn gemotiveerd en ondertekend.

Als u het besluit wilt laten schorsen kunt u een voorlopige voorziening (schorsing) aanvragen bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant, sector bestuursrecht, Postbus 90125, 5200 MA ‘s-Hertogenbosch. Bij dit verzoek dient een afschrift van het ingediende bezwaarschrift te worden overgelegd. Voor het instellen van genoemd verzoek is een griffierecht verschuldigd.

U kunt ook digitaal een verzoek indienen bij genoemde rechtbank via www.loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht

 

 

 

Naar boven