Subsidieregeling dorps- en wijkvisies maatregel 14 Eemsdelta

Subsidieregeling dorps- en wijkvisies Maatregel 14 Eemsdelta

Burgemeester en wethouders van de gemeente Eemsdelta;

Overwegende dat het gewenst is om bewonersinitiatieven te ondersteunen die bijdragen aan de uitvoering van dorps- en wijkvisies en daarmee aan de leefbaarheid, duurzaamheid en sociale cohesie in de gemeente Eemsdelta;

Overwegende dat deze regeling wordt getroffen in het kader van Maatregel 14 van het programma Nij Begun, waarin middelen beschikbaar zijn gesteld voor leefbaarheid en wijkontwikkeling in aardbevingsgebieden;

Overwegende dat zij op grond van artikel 156 van de Gemeentewet en artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Eemsdelta bevoegd zijn nadere regels te stellen waarin de te subsidiëren activiteiten, de doelgroepen en de verdeling van de subsidie per beleidsterrein worden beschreven;

Gelet op artikel 2, derde lid, artikel 3 en artikel 6, tweede lid van de Algemene subsidieverordening Eemsdelta en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Subsidieregeling dorps- en wijkvisies Maatregel 14 Eemsdelta

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

 

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    Aanvraag: een Aanvraag als bedoeld in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    Aanvrager: een rechtspersoon zonder winstoogmerk (zoals een stichting, vereniging of coöperatie) die een Aanvraag indient op grond van deze regeling en handelt binnen het doel en de voorwaarden van deze regeling.

  • 3.

    ASV: de Algemene subsidieverordening gemeente Eemsdelta 2021;

  • 4.

    Budget voor dorpen en wijken: het budget dat op grond van Maatregel 14 van het programma Nij Begun door de gemeenteraad beschikbaar is gesteld aan dorpen en wijken in de gemeente Eemsdelta.

  • 5.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eemsdelta.

  • 6.

    Dorpsvisie: een door een dorp of wijk opgestelde langetermijnvisie die voldoet aan de vastgestelde criteria daarvoor waarin de wensen, opgaven en plannen van het dorp zijn vastgelegd, inclusief een uitvoeringsparagraaf, begroting en aantoonbaar draagvlak. Waar ‘Dorpsvisie’ wordt genoemd, worden zowel dorps- als wijkvisies bedoeld.

  • 7.

    Handgeld: een eenmalig bedrag van maximaal € 5.000 dat zonder projectplan kan worden aangevraagd voor kleinschalige voorbereidingsactiviteiten, zoals bijeenkomsten of zaalhuur.

  • 8.

    Maatregel 14: de maatregel binnen het programma Nij Begun die zich richt op het verbeteren van leefbaarheid en sociale cohesie in dorpen en wijken.

  • 9.

    Nij Begun: het programma van Rijk en regio voor herstel en toekomst van Groningen en Noord-Drenthe, waaruit deze regeling voortkomt.

  • 10.

    Ondersteunende instelling: een organisatie met rechtspersoonlijkheid, gevestigd in de gemeente Eemsdelta, die zonder winstoogmerk ondersteuning biedt bij het uitvoeren van activiteiten en projecten uit Dorpsvisies. Deze kan tevens optreden als penvoerder namens bewoners of een bewonersorganisatie, mits aantoonbaar gemandateerd.

  • 11.

    Trekkingsrecht: het bedrag dat op grond van een door het College vastgestelde verdeelsleutel beschikbaar is voor een dorp of wijk, zoals opgenomen in de bijlage bij deze regeling.

Voor het overige zijn de begripsbepalingen zoals opgenomen in de ASV van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2 Toepassingsbereik

 

  • 1.

    Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies uit het budget voor dorpen en wijken (50%) van Maatregel 14, zoals vastgesteld in het raadsbesluit van 23 oktober 2024.

  • 2.

    De regeling is gebaseerd op artikel 3 van de ASV en vormt een nadere uitwerking daarvan.

  • 3.

    Deze regeling is uitsluitend van toepassing op activiteiten die bijdragen aan de uitvoering van een Dorpsvisie.

  • 4.

    Voor zover deze regeling niet voorziet, zijn de bepalingen van de ASV van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3 Doel

 

  • 1.

    Het doel van deze subsidieregeling is het stimuleren en mogelijk maken van activiteiten en projecten die voortkomen uit de Dorpsvisies, met als doel het versterken van de leefbaarheid en sociale cohesie in dorpen en wijken.

  • 2.

    De regeling draagt bij aan het herstel en de toekomstbestendigheid van de regio, mede in het licht van de maatschappelijke en fysieke gevolgen van gaswinning.

Artikel 4 Doelgroep

 

  • 1.

    Subsidie op grond van deze regeling kan uitsluitend worden verstrekt aan:

    • a.

      een rechtspersoon zonder winstoogmerk, zoals een stichting, vereniging of coöperatie, die is gevestigd in de gemeente Eemsdelta en activiteiten uitvoert die voortkomen uit een goedgekeurde Dorpsvisie;

    • b.

      een Ondersteunende Instelling die namens bewoners of een bewonersorganisatie optreedt, mits deze aantoonbaar is gemandateerd door het betreffende dorp of de wijk en voldoet aan de voorwaarden zoals opgenomen in deze regeling.

  • 2.

    De Aanvrager komt uitsluitend in aanmerking voor subsidie indien:

    • a.

      de rechtspersoon, haar bestuurders of vertegenwoordigers niet in verband zijn gebracht met of veroordeeld zijn wegens fraude, corruptie, witwaspraktijken of belangenverstrengeling;

    • b.

      de Aanvraag betrekking heeft op een activiteit die een collectief maatschappelijk belang dient en niet primair een individueel, commercieel of besloten belang.

Artikel 5 Toets instrumentkeuze

 

  • 1.

    Het College beoordeelt bij iedere Aanvraag of de voorgenomen activiteit naar haar aard en inhoud in aanmerking komt voor subsidieverstrekking of kwalificeert als een overheidsopdracht in de zin van de Aanbestedingswet 2012.

  • 2.

    Indien sprake is van een overheidsopdracht, wordt geen subsidie verstrekt. Het College kan in dat geval besluiten de activiteit door of namens de gemeente als opdrachtgever te laten uitvoeren, met inachtneming van de geldende aanbestedingsregels.

  • 3.

    Het College onderzoekt of er bij de voorgenomen subsidieverlening sprake is van omstandigheden die nadere afstemming of aanvullende toetsing vereisen. Mocht dit het geval zijn, dan worden deze meegewogen in het besluit.

Artikel 6 Voorwaarden voor subsidieverlening

 

Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt indien aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:

  • a.

    er is een Dorpsvisie opgesteld namens het betreffende dorp of de wijk en deze Dorpsvisie voldoet aan de vastgestelde criteria daarvoor zoals opgenomen in bijlage 2 bij deze regeling;

  • b.

    de aangevraagde activiteiten zijn opgenomen in de uitvoeringsparagraaf van de Dorpsvisie;

  • c.

    het initiatief levert aantoonbaar een bijdrage aan de fysieke en/of sociale leefbaarheid van het dorp of de wijk;

  • d.

    de activiteiten zijn uiterlijk op 31 december 2032 volledig uitgevoerd;

  • e.

    de Aanvraag bevat een sluitende begroting waarin alle relevante kosten zijn opgenomen, inclusief voorbereidingskosten, projectleiding, ontwerp, onderzoek, leges, opstalrecht en een post onvoorzien;

  • f.

    indien van toepassing, bevat de Aanvraag een onderhoudsparagraaf waarin structurele lasten zijn onderbouwd en voorzien van een dekkingsvoorstel;

  • g.

    de Aanvrager toont aan dat de bijdrage niet leidt tot structurele afhankelijkheid van subsidie na afloop van het project;

  • h.

    voorafgaand aan de indiening is afgestemd met de gemeente over mogelijke stapeling met andere financieringsbronnen.

Artikel 7 Hoogte van de subsidie

 

  • 1.

    De subsidie bedraagt per Aanvraag minimaal € 10.000.

  • 2.

    De maximale subsidie per Aanvraag bedraagt het Trekkingsrecht dat voor het betreffende dorp of de wijk is vastgesteld, zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling.

  • 3.

    Voor kleinschalige uitgaven kan een eenmalige subsidie in de vorm van Handgeld van maximaal€ 5.000 worden verstrekt. Voor deze Aanvraag is geen projectplan vereist. Verantwoording vindt achteraf plaats. Het verstrekte bedrag wordt in mindering gebracht op het Trekkingsrecht van het betreffende dorp of de wijk

Artikel 8 Aanvraagprocedure

 

  • 1.

    Een Aanvraag wordt schriftelijk ingediend bij het College met gebruikmaking van het daartoe vastgestelde aanvraagformulier.

  • 2.

    De Aanvraag bevat in ieder geval:

    • a.

      een omschrijving van de voorgenomen activiteiten;

    • b.

      de betreffende Dorpsvisie en uitvoeringsparagraaf van de Dorpsvisie, waarin de activiteiten zijn opgenomen;

    • c.

      een toelichting op de bijdrage aan de leefbaarheid en sociale cohesie;

    • d.

      een sluitende begroting en dekkingsplan, inclusief eventuele bijdragen van derden;

    • e.

      een tijdsplanning waaruit blijkt dat de activiteiten uiterlijk op 31 december 2032 zijn afgerond;

    • f.

      indien van toepassing, een schriftelijk mandaat van het dorp of de wijk aan de Ondersteunende Instelling.

  • 3.

    Voorafgaand aan de indiening van de Aanvraag vindt overleg plaats tussen vertegenwoordigers van het dorp of de wijk en de gemeente, om te bezien of (onderdelen van) de voorgenomen activiteiten mogelijk uit andere financieringsbronnen kunnen worden bekostigd.

  • 4.

    Stapeling van middelen uit deze regeling met andere subsidies of bijdragen is toegestaan, mits dit in de Aanvraag wordt onderbouwd.

  • 5.

    De Aanvraag wordt ingediend uiterlijk 8 weken vóór de startdatum van de voorgenomen activiteiten, tenzij het College in bijzondere gevallen een kortere termijn aanvaardbaar acht.

Artikel 9 Weigeringsgronden

 

Onverminderd de artikelen 9 en 10 van de ASV en artikel 4:35 van de Awb wordt de subsidie geweigerd indien:

  • a.

    de Aanvraag niet in overeenstemming is met een Dorpsvisie en bijbehorende uitvoeringsparagraaf;

  • b.

    de Aanvraag een festival, evenement of daarmee vergelijkbare activiteit betreft, tenzij de Aanvrager aannemelijk maakt dat de activiteit een duidelijke en aantoonbare bijdrage levert aan het versterken van de leefbaarheid en sociale cohesie in het dorp of de wijk.

  • c.

    het initiatief onvoldoende maatschappelijk belang dient of primair een individueel, commercieel of besloten belang vertegenwoordigt;

  • d.

    het Trekkingsrecht van het betreffende dorp of de wijk is uitgeput;

  • e.

    de bijdrage leidt tot structurele afhankelijkheid van subsidie, tenzij hiervoor aantoonbaar afspraken zijn gemaakt over structurele dekking;

  • f.

    de Aanvrager, haar bestuurders of vertegenwoordigers in verband zijn gebracht met of veroordeeld zijn wegens fraude, corruptie, witwaspraktijken of belangenverstrengeling;

  • g.

    de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd vergunningplichtig zijn en de vereiste vergunning niet is verleend;

  • h.

    de activiteiten niet toegankelijk zijn voor een breder publiek, tenzij dit naar het oordeel van het College voortvloeit uit de aard van de activiteit.

  • i.

    de voorgenomen activiteit kwalificeert als een aanbestedingsplichtige overheidsopdracht.

Artikel 10 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

 

  • 1.

    Voor subsidie komen uitsluitend kosten in aanmerking die:

    • a.

      noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de activiteiten zoals opgenomen in de Aanvraag;

    • b.

      aantoonbaar zijn gemaakt ná indiening van de Aanvraag, tenzij het College vooraf schriftelijk anders heeft bepaald;

    • c.

      niet reeds op andere wijze zijn gefinancierd of vergoed.

  • 2.

    De kosten moeten rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de activiteiten en kunnen onder meer bestaan uit voorbereidingskosten, projectleiding, ontwerp, onderzoek, leges, opstalrecht en communicatie.

  • 3.

    Structurele lasten (zoals beheer, onderhoud of exploitatie) komen alleen voor subsidie in aanmerking indien hiervoor in de Aanvraag een sluitende dekking is opgenomen.

Artikel 11 Verdeling van het subsidieplafond

 

  • 1.

    Het subsidieplafond voor deze regeling bedraagt € 49.040.000.

  • 2.

    Het College verdeelt het beschikbare budget op basis van het per dorp of wijk vastgestelde Trekkingsrecht, zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling.

  • 3.

    Aanvragen worden behandeld in volgorde van ontvangst, tenzij het College op grond van het algemeen belang anders beslist.

Artikel 12 Bevoorschotting en betaling

 

  • 1.

    Ter voorkoming van onnodige voorfinanciering door de Aanvrager, kan het College bij subsidieverlening een voorschot verstrekken, mits sprake is van een sluitende en realistische begroting die aansluit bij de aard en omvang van de activiteiten en de liquiditeitsbehoefte van de Aanvrager.

  • 2.

    De bevoorschotting geschiedt ambtshalve en wordt opgenomen in de subsidiebeschikking. In de beschikking worden het totaalbedrag, het voorschotpercentage en het termijnschema expliciet vermeld.

  • 3.

    Bij subsidies tot en met € 20.000 wordt het volledige subsidiebedrag in één keer als voorschot verstrekt, uiterlijk binnen 30 dagen na de subsidiebeschikking.

  • 4.

    Bij subsidies van meer dan € 20.000 en tot en met € 100.000 wordt het subsidiebedrag in maximaal twee gelijke termijnen verstrekt: de eerste termijn binnen 30 dagen na de beschikking, de tweede termijn zes maanden later, tenzij het College anders bepaalt op basis van de liquiditeitsbehoefte.

  • 5.

    Bij subsidies van meer dan € 100.000 wordt het subsidiebedrag in kwartaaltermijnen verstrekt, waarbij per kwartaal minimaal 25% beschikbaar wordt gesteld, tenzij het College anders bepaalt op basis van de liquiditeitsbehoefte.

  • 6.

    Het College kan nadere informatie of onderbouwing verlangen bij voorschotten boven € 70.000 of bij aanvragen met meerdere termijnen of complexe begrotingsstructuren.

  • 7.

    Het voorschot mag nooit hoger zijn dan de daadwerkelijk subsidiabele kosten, noch het in de beschikking toegekende subsidiebedrag overschrijden.

  • 8.

    Het College kan het voorschot geheel of gedeeltelijk opschorten of stopzetten indien:

    • a.

      sprake is van surseance van betaling, faillissement of conservatoir beslag;

    • b.

      de Aanvrager zijn verplichtingen uit de regeling of beschikking niet nakomt;

    • c.

      er gegronde redenen zijn om te twijfelen aan de voortgang of doelmatigheid van de uitvoering.

  • 9.

    Op gemotiveerd verzoek van de Aanvrager kan het College het voorschotritme of -percentage éénmalig aanpassen, mits dit bijdraagt aan de continuïteit van de uitvoering en disproportionele financiële nadelen voorkomt.

  • 10.

    Afwijkingen van dit artikel zijn uitsluitend toegestaan indien dit noodzakelijk is voor een doelmatige uitvoering van de activiteiten en in overeenstemming is met de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit.

Artikel 13 Vaststelling en verantwoording

 

  • 1.

    De Aanvrager dient binnen 12 weken na afronding van de gesubsidieerde activiteiten een verzoek tot subsidievaststelling in, vergezeld van:

    • a.

      een inhoudelijk verslag waarin wordt toegelicht in hoeverre de voorgenomen doelen en activiteiten zijn gerealiseerd;

    • b.

      een financiële verantwoording met een overzicht van de gemaakte kosten en inkomsten, onderbouwd met betaalbewijzen en facturen;

    • c.

      indien van toepassing, een toelichting op afwijkingen ten opzichte van de oorspronkelijke begroting.

  • 2.

    Vanaf het moment van subsidieverlening tot aan de afronding van de activiteiten wordt jaarlijks vóór 15 februari een voortgangsverantwoording ingediend, bestaande uit een beknopt inhoudelijk en financieel overzicht.

  • 3.

    Indien de gesubsidieerde activiteiten niet of niet volledig zijn uitgevoerd, of indien blijkt dat de subsidie is besteed in strijd met de voorwaarden van deze regeling, kan het College besluiten de subsidie geheel of gedeeltelijk in te trekken of terug te vorderen.

Artikel 14 Hardheidsclausule

 

  • 1.

    Het College kan, in afwijking van één of meer bepalingen in deze regeling, besluiten tot een afwijkende toepassing indien strikte toepassing zou leiden tot een kennelijk onredelijke of onbillijke uitkomst voor de Aanvrager.

  • 2.

    Afwijking is uitsluitend mogelijk van de volgende artikelen en leden van deze regeling: · Artikel 6, onder a (Dorpsvisie conform criteria);

    • -

      artikel 6, onder b (activiteiten opgenomen in uitvoeringsparagraaf);

    • -

      artikel 6, onder d (uiterste uitvoeringsdatum van activiteiten);

    • -

      artikel 7, lid 3 (vereisten bij kleinschalige aanvragen);

    • -

      artikel 8, lid 5 (indieningstermijn van de aanvraag);

    • -

      artikel 12, leden 3 t/m 5 (standaardtermijnen voor bevoorschotting);

    • -

      artikel 13, lid 2 (jaarlijkse voortgangsverantwoording).

  • 3.

    Een beroep op dit artikel dient gemotiveerd te worden ingediend en wordt beoordeeld op basis van de beginselen van proportionaliteit, subsidiariteit en doelmatigheid. Het besluit tot afwijking wordt schriftelijk gemotiveerd.

Artikel 15 Slotbepalingen

 

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking en vervalt op 31-12-2030, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidies die vóór die datum zijn verleend, totdat deze volledig zijn vastgesteld en verantwoord.

  • 2.

    Het College kan deze regeling tussentijds wijzigen indien:

    • a.

      zich onvoorziene omstandigheden voordoen die aanpassing noodzakelijk maken;

    • b.

      uit de uitvoering blijkt dat de regeling niet doeltreffend of doelmatig is;

    • c.

      dit noodzakelijk is op grond van gewijzigde wet- of regelgeving.

  • 3.

    In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het College.

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van Eemsdelta op 26 augustus 2025.

Ben Visser

(burgemeester)

Klaas van der Wal

(secretaris)

Bijlage 1: Overzicht Trekkingsrecht

Bijlage2: Criteria voor het opstellen van Dorpsvisie

Naar boven