De burgemeester van Amsterdam
Overwegende:
dat de burgemeester van Amsterdam op grond van artikel 2.24 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), juncto artikel 151c Gemeentewet, de bevoegdheid heeft om te kunnen besluiten tot plaatsing van een camera voor een bepaalde duur ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats als dat naar haar oordeel noodzakelijk is in het belang van de handhaving van de openbare orde;
Proportionaliteit
Uit politie-informatie over de omgeving van het Merwedeplein, blijkt dat op 9 juli 2024 en 4 augustus 2024 incidenten hebben voorgedaan, waarbij het beeld van Anne Frank is beklad. Deze incidenten hebben een grote maatschappelijke impact teweeggebracht. Naar aanleiding van deze incidenten zijn eerder zowel vanuit de gemeente als de politie maatregelen getroffen. De bekladding heeft geleid tot gevoelens van onveiligheid. Deze onveiligheidsgevoelens zijn nog steeds aanwezig. Cameratoezicht blijft daarom essentieel.
Subsidiariteit / andere maatregelen
Ter handhaving van de openbare orde op bovengenoemde locatie zijn de volgende maatregelen getroffen:
- -
De politie heeft extra aandacht voor de locatie.
Belangenafweging
Het inzetten van cameratoezicht is in aanvulling op de bestaande maatregelen noodzakelijk ter handhaving van de openbare orde.
De burgemeester heeft het belang van een effectieve handhaving van de openbare orde enerzijds en de daarmee gepaard gaande mogelijke inperking van het recht op privacy anderzijds tegen elkaar afgewogen. In die afweging moet aan het algemene belang om de verstoring van de openbare orde te herstellen meer gewicht worden toegekend dan aan het belang om geen inmenging te dulden in de privacy.
De burgemeester volgt de (verstoringen van de) openbare orde op en rond het Merwedeplein permanent en het besluit tot het instellen van cameratoezicht zal onmiddellijk worden ingetrokken indien het cameratoezicht niet meer noodzakelijk is voor de handhaving van de openbare orde.
Besluit
Gelet op artikel 151c Gemeentewet juncto artikel 2.24 APV;
Brengt ter algemene kennis dat zij op 4 september 2025 heeft besloten: