Kennisgeving voorgenomen verkoop van cultuurgrond nabij de Rooijendijk in Nunspeet

 

De gemeente Nunspeet is voornemens de cultuurgronden gelegen nabij de Rooijendijk te Nunspeet, kadastraal bekend gemeente Nunspeet, sectie L nummer 4640, circa groot 01.59.95 ha., nummer 4851, circa groot 01.54.63 ha. en nummer 245, circa groot 02.37.10 ha., tezamen circa groot 05.51.68 ha. te verkopen. De voorgenomen verkoop vindt plaats tegen een marktconforme prijs.

De gemeente Nunspeet is van oordeel dat in dit kader geen mededingingsruimte door middel van een selectieprocedure hoeft te worden geboden nu bij voorbaat vaststaat, dat mag worden aangenomen dat op grond van objectieve, toetsbare en redelijke criteria slechts één serieuze gegadigde in aanmerking komt voor de aankoop van deze onroerende zaken. De koper van de vorengenoemde onroerende zaken beschikt namelijk over gronden in de toekomstig woningbouwlocatie ’t Hul-Noord. De koper is alleen bereid om deze gronden in ’t Hul-Noord aan de gemeente te verkopen als koper in de gelegenheid wordt gesteld om de vorengenoemde cultuurgronden aan Rooijendijk van de gemeente te kopen. Het betreft dus een koppeltransactie (package deal).

De koper compenseert hiermee het verlies van gronden in ’t Hul-Noord die hij beschikt en gebruikt in het kader van zijn agrarische bedrijfsvoering. De koper waarborgt met de koppeltransactie dat zijn agrarische bedrijfsvoering met de cultuurgronden aan Rooijendijk op vergelijkbare en toekomstbestendige wijze kan worden voortgezet.

Een belanghebbende die het hier niet mee eens is en onder dezelfde omstandigheden meent aanspraak te kunnen maken op deze verkoop, dient binnen 20 kalenderdagen, ingaande op de dag na de datum van deze publicatie, een kort geding aanhangig te maken bij de bevoegde voorzieningenrechter; het kort geding is aanhangig vanaf het moment dat de dagvaarding voor de deurwaarder is betekend. Bij gebreke van een tijdig ingesteld kort geding vervalt het recht tegen al het voornoemde in rechte op te komen en/of daarop enige vordering tot schadevergoeding of welke andere aanspraak dan ook te baseren, althans heeft een belanghebbende zijn of haar rechten daarop verwerkt. De gemeente en de private contractpartij zouden immers onredelijk worden benadeeld indien pas na deze (duidelijk kenbaar gemaakte) termijn alsnog tegen het voornemen respectievelijk het aangaan van de betreffende overeenkomst zou worden opgekomen.

 

Naar boven