Omgevingsvisie Heerlen

Het College van de Gemeente Heerlen, gelezen de tekstinhoud van het ontwerp van de Omgevingsvisie Heerlen 2050 - Een oude stad met een jong hart van 10‑12‑2024. 

Overwegende dat:

  • Op 1 januari 2024 de Omgevingswet in werking is getreden.

  • Op 1 januari 2027 de gemeente verplicht is om een gebiedsdekkende omgevingsvisie te hebben gepubliceerd in het omgevingsloket.

 

Gelet op de artikelen 2.4 en 16.26 van de Omgevingswet, artikel 10.7 van het Omgevingsbesluit en afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel I

In te stemmen met het ontwerp "Omgevingsvisie Heerlen 2050 - Een oude stad met een jong hart" zoals opgenomen in Bijlage A.

Artikel II

Het ontwerp van de omgevingsvisie vrij te geven voor inspraak conform artikel 16.26 van de Omgevingswet.

Aldus vastgesteld door het College van de Gemeente Heerlen, 10‑12‑2024.

Burgemeester en wethouders van Gemeente Heerlen

Bijlage A Bijlage bij artikel I

Omgevingsvisie Heerlen 2050 - Een oude stad met een jong hart

1 Inleiding

1.1 Voorwoord

Heerlen 2050: Pionier in balans en bloei

Heerlen is een unieke stad, met een inspirerend Romeins, middeleeuws, en modern verleden, een veelbelovende toekomst, en veerkrachtige inwoners die soms dwars tegen de stroom in zichzelf en de stad vooruit stuwen. Dat is een bron van grote trots. En trots, zo gonst het van Heerlen-Noord tot Heerlen-Zuid, is de brandstof van onze inhaalrace. Gericht op onze leefomgeving schetst de voorliggende omgevingsvisie zowel de finish van die inhaalrace als de route ernaartoe. 

Als de mijnsluitingen onze stad 50 jaar geleden een diepe sociaal-ruimtelijke wond toe dienden, dan wordt de komende 25 jaar een periode van definitief herstel. Zichtbaar, voelbaar herstel. Met groenstructuren die het prachtige landschap dat Heerlen omringt de stad in dragen, zodat de weergaloze Brunssummerheide binnen handbereik voelt zodra je het Maankwartier uitloopt. Met gemengde buurten in balans, waarin iedereen, van starter tot senior, een thuis kan vinden. Met veilige wijken, omzoomd door biodivers groen en verbonden door fiets- en wandelroutes, die tezamen een coherent stedelijk mozaïek vormen. Met een mijnsteenberg en heuvels die boven de toegankelijke beekdalen uittorenen en uitzicht bieden op verduurzaamde mijnkoloniën, de tot natuur- en recreatiegebied herontwikkelde Sibelcogroeves als groen-blauwe poort van Heerlen-Noord, en op een spoorlijn die Eindhoven en Aken eindelijk met een intercity verbindt. Met een uniek cultureel profiel, waarin Romeinse resten en murals moeiteloos samengaan. Met een dynamische, circulaire economie ingebed in Parkstedelijke en (Eu)regionale samenhang, waarin niet alleen het bruisende onderwijscluster in het stadscentrum en de florerende bedrijventerreinen aan de stadsranden, maar ook MKB’ers een sleutelrol vervullen. En met een stevig, stimulerend sociaal vangnet dat álle Heerlenaren in staat stelt op een wezenlijke manier deel uit te maken van het verhaal van onze stad.

De route naar deze toekomst is complex en bepaald niet zonder obstakels. De ingezette beweging van krimp naar groei en bloei vereist evenveel integraliteit als focus, evenzeer identiteitsbehoud als pioniersgeest. Het houden van deze precaire balans is misschien wel de kern van de Heerlense opgave de komende decennia. En hoewel er beslist tegenslagen zullen zijn, beschikken Heerlen en de Heerlenaren ruimschoots over de veerkracht die nodig is om deze opgave te doen slagen. Samen met bestaande en nieuwe partners, van regio tot Rijk, gaan we de komende decennia de enorme potentie van onze stad verzilveren. Want Heerlen is allang niet meer die stad zonder plan. Heerlen is een stad met een wil. Die wil is de kern van de overkoepelende visie die voor u ligt, en wijst de weg naar verwezenlijking in de komende 25 jaar. 

Casper Gelderblom

Wethouder, portefeuillehouder omgevingsvisie

Francine Houben

Architect en stedenbouwkundige, verantwoordelijk voor het inspirerende handvest “Perspectief op Noord”

1.2 Uit liefde voor de stad en haar bewoners

De omgevingsvisie is de visie op de (fysieke) leefomgeving van Heerlen. Het zijn immers de mensen die de stad maken. Mensen van jong tot oud, van alle achtergronden en kenmerken. De Heerlenaren met hun specifieke kracht en talenten, en natuurlijk ook met hun uitdagingen. De omgevingsvisie moet de randvoorwaarden bieden om talenten verder te ontwikkelen en uitdagingen aan te pakken. 

De Heerlenaar is gevormd door zijn omgeving en turbulente geschiedenis. Heerlen, met haar mooie beekdalen, is een stad die grenst aan het groene Heuvelland. Ontstaan als Romeinse nederzetting Coriovallum, die in de Middeleeuwen het Landsfort Herle werd en groot is geworden door de mijnbouw. De mijntijd heeft grote invloed gehad op onze stad en gemeenschap. De Heerlense samenleving was een smeltkroes van toegestroomde mijnwerkers, die van aanpakken wisten en goed samenwerkten. Die open houding is nog steeds kenmerkend. Door de snelle mijnbouwontwikkeling groeide ook de stad in sneltreinvaart, steeds met oog voor allerlei moderne vernieuwingen. Deze historie is nog altijd voelbaar en zichtbaar.

De Heerlenaar ondervond echter ook nadelen van de mijnbouw. De gemiddelde gezondheid was duidelijk slechter dan in andere beroepen en de sluiting van de mijnen leidde tot massaontslag, waarbij het vanuit Den Haag beloofde vangnet van vervangende werkgelegenheid goeddeels ontbrak De klap was zo groot, dat de naweeën in delen van de stad nog steeds aanwezig zijn. Dat geldt voor de mens, maar ook voor de omgeving, zoals mijnschade aan woningen. Tegelijkertijd heeft zowel het DNA van de stad – Heerlen is open, vastberaden, creatief, eigenzinnig en veerkrachtig -  als de ruimtelijke omgeving heel veel potentie. Die kracht willen we benutten. Daarvoor is herstel nodig, vanuit sociaal-ecologische opgaven, in de ruimtelijke omgeving. Met een nieuw, stevig en gezond investeringsklimaat als resultaat. 

We willen dat iedereen prettig in Heerlen kan leven, met alles wat daar bij hoort: jong, oud en alles ertussen in moet in Heerlen met plezier kunnen wonen, werken, ondernemen, ontspannen, leren, winkelen, recreëren, sporten, spelen, inspireren, ontmoeten en zich ontplooien. Dat vertaalt zich bijvoorbeeld naar een fijn en betaalbaar huis, in een aangename en gezonde omgeving. Openbare ruimte die schoon, heel en veilig is, waar men elkaar kan ontmoeten. Gezonde, biodiverse flora en fauna in een robuuste groenstructuur waar het voor dieren en planten goed toeven is, waar ook mensen zonder de natuur te verstoren kunnen bewegen en ontspannen. Voldoende en kwalitatief goed onderwijs als basis om een goed bestaan te kunnen opbouwen. Werkgelegenheid in verschillende sectoren, zodat er voor iedereen een interessante baan te vinden is en onze economie weerbaar is. Een rijk cultuuraanbod als inspiratie en ontspanning. Voorzieningen voor het verenigingsleven, zoals buurthuizen en sportclubs. Een aantrekkelijk winkelaanbod en goede zorg, van ziekenhuis tot thuiszorg tot een volwaardig ziekenhuis – waar we voor zullen blijven knokken. Goede contacten met de buren van Heerlen, ook de naburige steden. Een omgeving die duurzaam is ingericht, zodat ook de volgende generatie Heerlenaren er fijn leeft. 

In de omgevingsvisie zetten we het welzijn van zowel samenleving als natuurlijke omgeving  centraal. Uiteraard zijn er soms botsende belangen. We hebben nou eenmaal een bedrijvenpark en snelweg nodig voor de economie en om werkgelegenheid te bieden. Tegelijkertijd zijn ondernemers op zoek naar mogelijkheden om te verduurzamen. Dat is cruciaal om veilig te stellen dat de groei en bloei die Heerlen doormaakt de draagkracht van de natuur niet overschrijdt en de omgeving minder last heeft van bijvoorbeeld geluid of fijnstof. Mensen willen graag een baan hebben, maar ook gezonde lucht en een ongestoorde slaap. En zo zijn er heel veel voorbeelden. Het gaat erom de optimale balans te vinden en samen te werken bij het vinden van mogelijkheden en oplossingen. 

Het overkoepelende doel is dat iedere inwoner een goed leven kan hebben in onze stad in harmonie met haar of zijn sociale en ecologische omgeving: gelukkig, gezond, veilig en met voldoende mogelijkheden om zich te kunnen ontplooien. We willen in 2050 graag onze achterstanden hebben ingelopen, zodat we als stad goed scoren op allerlei ranglijsten: gezondheid en inkomen rond het landelijke gemiddelde. Zodat Heerlen weer duurzaam kan groeien, in kwaliteit, in welzijn en in (brede) welvaart. 

In de volgende hoofdstukken is beschreven wat de kracht van Heerlen is, welke uitdagingen onze stad heeft en wat ons verhaal is, onze visie op de toekomst. Daarbij komen tal van onderwerpen aan bod. Vaak hebben ze raakvlakken met elkaar, en moeten verschillende zaken in de toekomst verder worden uitgewerkt. Ook moet er ruimte zijn voor ontwikkelingen die we nu nog niet kunnen voorspellen. Als we 25 jaar terug kijken, waren veel huidige technologieën er nog helemaal niet. Als we 25 jaar vooruit kijken, zullen zaken als kunstmatige intelligentie onze wereld zeker hebben beïnvloed. Hoe, dat weten we nog niet. Wat we wel weten, is dat we met onze typisch Heerlense open blik onze uitdagingen enthousiast zullen aangaan.

1.3 Wat is een omgevingsvisie?

De omgevingsvisie is een instrument uit de Omgevingswet. Deze wet is op 1 januari 2024 in werking getreden. De Omgevingswet regelt het beheer en de ontwikkeling van onze fysieke leefomgeving. Hiervoor golden allerlei losse wetten en regels, wat tot een onoverzichtelijk geheel leidde. Daarom zijn nu de regels voor onder andere wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water gebundeld in één wet. Dit maakt het mogelijk om regels meer in samenhang in te richten. 

De Omgevingswet stelt gemeenten en andere overheden bovendien in staat om meer lokaal maatwerk te leveren bij het inrichten van hun fysieke omgeving. Ze kunnen regels die voorheen nationaal golden, nu lokaal toepassen. Dit vraagt om een andere werk- en denkwijze van onze gemeente, maar ook van andere overheden, burgers en bedrijven. Integrale afweging van initiatieven en het geven van vertrouwen zijn sleutelbegrippen. Het doel en de meerwaarde van een initiatief in de fysieke leefomgeving moet centraal staan. Dus in plaats van de vraag: ‘mag het wel?’ stellen we nu de vraag: ‘draagt het plan bij aan een goede inrichting van onze omgeving?’.  

De Omgevingswet bevat een aantal instrumenten waarmee overheden de doelen van de wet in de praktijk kunnen brengen. Deze instrumenten worden de ‘kerninstrumenten’ genoemd. Eén van de (verplichte) instrumenten voor gemeenten, die voortvloeit uit de Omgevingswet, is de omgevingsvisie. In de omgevingsvisie zetten we ‐ samen met onze inwoners, ondernemers, partners en gebruikers - de integrale koers uit op weg naar 2050, gericht op een fysieke leefomgeving waarin mensen gelukkiger, gezonder en veiliger zijn. De bestaande kwaliteiten en opgaven vormen daarbij het vertrekpunt. Tegelijkertijd willen wij met een heldere visie aangeven waar we met onze gemeente op de langere termijn naartoe willen. De omgevingsvisie vormt hiermee een ideaalbeeld van wat de gemeente in 2050 wil zijn, maar het is ook een realistisch verhaal, want het gaat in op de hoofdopgaven in de komende jaren. 

Doorwerking beleidscyclus
afbeelding binnen de regeling

De omgevingsvisie biedt bovendien een ‘flexibel raamwerk’ (met ‘spelregels’) voor nieuwe ontwikkelingen met heldere uitgangspunten voor alle partijen. Het is de toetssteen voor het gemeentelijk bestuur waarlangs plannen, projecten en initiatieven zullen worden gelegd. Tegelijkertijd is het een enthousiasmerende uitnodiging naar de samenleving. Kortom, het is een ‘integraal inspiratie- en afwegingskader’ en een opmaat voor de andere kerninstrumenten, zoals het omgevingsplan.

Wij zien de omgevingsvisie als vliegwiel om de eerste stappen richting de toekomst te zetten en duidelijk te maken welke vervolgstappen nodig zijn. Het is dan ook belangrijk de omgevingsvisie te plaatsen in het geheel van de beleidscyclus. Zelfs wanneer de omgevingsvisie ‘af’ is, zal deze om de zoveel tijd geactualiseerd moeten worden. Als langjarige, coherente en realistische toekomstvisie moet de omgevingsvisie de herdefinitie, nieuwe identiteit en de toekomst van Heerlen ondersteunen. Nu de Heerlense lente heeft ingezet, moet de stad bij het maken van haar keuzes prioriteit geven aan visies en programma's die voor de langere termijn zijn en voor 'de gemeente als geheel' van bepalend voordeel (sociaal-economisch en anderszins) zijn, en als zodanig het incidentele ontstijgen. Het streven is een ontwikkeling in gang te zetten, die zoveel mogelijk de vigerende initiatieven en plannen dienstbaar maakt aan een universele toekomstvisie die daarmee versterkt wordt. Een dergelijke visie uitwerken is onze grootste opgave voor de komende jaren. Dit vergt interdisciplinair denken, verbinden en vindingrijkheid.

1.4 Hoe zijn we te werk gegaan?

We zijn het maakproces van de omgevingsvisie begonnen door eerst goed te kijken wat de kernkwaliteiten van Heerlen zijn, wat er op de stad afkomt en wat er al aan (door de gemeenteraad vastgesteld) beleid ligt. Deze brede analyse is gedaan door een integraal projectteam, aangevuld vanuit de participatie met inwoners, ondernemers en maatschappelijke partners (zie hieronder). De kwaliteiten van Heerlen, die samen de ‘kracht van Heerlen’ vormen, zijn opgeschreven in hoofdstuk 2. Op basis van gesprekken met het college en de directie hebben we de gewenste koers voor de lange termijn opgehaald.

Vervolgens beschrijven we de opgaven en aandachtspunten voor de toekomst. Dit zijn lokale en autonome ontwikkelingen, maatschappelijke trends en andere aandachtspunten waarop we willen of moeten inspelen. Voor zover we die op dit moment kunnen voorzien. Voor veel van deze aandachtspunten hebben we al beleid en soms gaat het om zaken die doorlopend aandacht behoeven. Toch is het belangrijk alle aandachtspunten op een rijtje te zetten, zodat we deze integraal mee kunnen nemen bij het opstellen van de omgevingsvisie. Door de integrale benadering van de omgevingsvisie kunnen immers nieuwe kansen aan het licht komen. De opgaven voor de toekomst zijn op basis van gesprekken met bestuurders en medewerkers van de gemeente vertaald in een duidelijke visie voor Heerlen in 2050. Daarbij is het participatietraject een rijke bron van inspiratie geweest.

 Planning omgevingsvisie
afbeelding binnen de regeling
Figuur 1

 

Participatie van inwoners en andere belanghebbenden

We hebben Heerlenaren, maatschappelijke organisaties en de regio- en ketenpartners bij de totstandkoming van de omgevingsvisie betrokken. Op tal van momenten en in diverse vormen konden zij meepraten en -denken over de kwaliteiten van Heerlen en de toekomstwensen.

Het participatietraject rondom de omgevingsvisie is afgetrapt door de verschillende wijken in te trekken. Hier zijn verschillende interviews gehouden met mensen op straat over hun toekomstdromen voor Heerlen. 

Tijdens de stakeholdersbijeenkomst gingen de maatschappelijke organisaties en de regio- en ketenpartners vervolgens met elkaar het gesprek aan over belangrijke thema's voor de toekomst van Heerlen. De belangrijkste thema's zijn vervolgens per groep geformuleerd in een 'visiestatement’ waarin staat hoe Heerlen er in 2050 uitziet.  

Ook zijn er vier stadsdeelbijeenkomsten georganiseerd. Hier gingen bewoners met elkaar in gesprek over de vraag aan welke onderdelen van de leefomgeving de gemeente Heerlen de komende jaren moet werken. Bewoners konden aangeven wat er moet veranderen in hun buurt en in de stad als geheel. De centrale vraag van de gesprekken was, net als tijdens de stakeholdersbijeenkomst: “Wat zijn uw dromen voor Heerlen in de nabije en verre toekomst?” 

Bovendien konden mensen een digitale enquête invullen. Daar is goed gebruik van gemaakt. Bij elkaar hebben meer dan 2.600 inwoners, ondernemers en belanghebbenden die betrokken zijn bij hun stad, hebben meegewerkt aan het participatietraject door deze inbreng of door deel te nemen aan één van de bijeenkomsten. Aanvullend zijn interviews uitgevoerd met vertrokken, teruggekeerde en nieuwe Heerlenaren, nog meer jongeren, basisschoolkinderen, leden van het meeleespanel, leden van de ziel van Heerlen en met niet-Nederlanders. Het participatietraject heeft mooie inzichten en ideeën opgeleverd.  Er zijn zes kernthema's geïdentificeerd die volgens inwoners, ondernemers en belanghebbenden van belang zijn voor de toekomst van Heerlen. Deze thema’s komen terug in hoofdstuk 5 waarin we beschrijven hoe we onze visie op Heerlen in 2050 gaan bereiken. De inbreng van de participatie is op de volgende pagina visueel samengevat.

1.5 Leeswijzer

Deel I van de omgevingsvisie bevat de hoofdstukken 1 tot en met 4. In hoofdstuk 2 leest u de kracht van Heerlen. Dit vertelt wie we als gemeente zijn en waar onze kernkwaliteiten liggen. Dit zijn belangrijke uitgangspunten voor de omgevingsvisie. In hoofdstuk 3 worden de uitdagingen van Heerlen behandeld. In hoofdstuk 4 wordt de visie op Heerlen in 2050 gepresenteerd: Het verhaal van Heerlen. Dat is onze ambitie en het streefbeeld waar we naartoe werken. 

Deel II van de omgevingsvisie bestaat uit de thematische uitwerking. Hoofdstuk 5 beschrijft per thema welke acties we moeten uitvoeren om te komen tot de visie zoals beschreven in hoofdstuk 4. Tot slot leest u in hoofdstuk 1 van de bijlagen hoe we werken in de beleidscyclus.

Uitkomst participatie
afbeelding binnen de regeling
Figuur 2

2 De kracht van Heerlen

2.1 Inleiding

Het is belangrijk de omgevingsvisie op te bouwen vanuit de identiteit en kernkwaliteiten van Heerlen omdat deze het minst veranderlijk zijn en dus een solide basis bieden voor het vervolg. In het kader hiernaast is dat uitgelegd.

Identiteiten en kernkwaliteiten

In de geest van de Omgevingswet gaan we op zoek naar kwaliteiten en identiteiten, de lijnen uit het verleden (om te verrijken en) door te trekken naar de toekomst, van groot naar klein te werken - en andersom - en onderscheid te maken in koersen voor verschillende (deel)gebieden met een eigen karakter.

De omgevingsvisie bouwen we in de regel op vanuit de kern die bestaat uit de belangrijke identiteiten en kernkwaliteiten van Heerlen (zie onderstaand figuur). Deze zijn het minst veranderlijk en dus het langst houdbaar.

Identiteiten en kernkwaliteiten
afbeelding binnen de regeling

We beschrijven in de omgevingsvisie welke beleidsdoelstellingen en eventueel uitvoeringsgerichte stappen de gemeente nastreeft om die kwaliteiten en identiteiten te beschermen en waar mogelijk te verrijken. Wanneer de omgevingsvisie de komende jaren geactualiseerd wordt, blijven de identiteiten en kernkwaliteiten van Heerlen als het goed is min of meer gelijk. Beleidsdoelstellingen die bijdragen aan deze identiteit en kernkwaliteiten veranderen sneller, bijvoorbeeld door het wisselen van raad en college, of op basis van monitoring en evaluatie. De buitenste ring kent de grootste dynamiek: Initiatieven komen immers op dagelijkse basis op de gemeente af.

2.2 Een stad die haar nek uitsteekt

Een stad die haar nek uitsteekt
afbeelding binnen de regeling

Van oudsher zijn de mensen in Heerlen gewend de mouwen op te stropen en aan de slag te gaan. In de tijd van de mijnen, maar ook nu nog. Niet kletsen, maar aanpakken. Dat is de mentaliteit en tevens de basis van de sterke vernieuwingsdrang en experimenteerdrift. 

Na een onstuimige economische groei, waarin Heerlen in de jaren vijftig uitgroeide tot de op één na rijkste stad van Nederland, volgde met het sluiten van de mijnen een plotseling verlies van werkgelegenheid. Doordat de economie te zwaar op één pijler rustte, was dit een grote sociale en economische klap voor de stad. Ondanks dat het lang geleden is, werkt het nog steeds door in de samenleving van Heerlen. Vooruitgang is  veel te lang veel te weinig terecht gekomen bij mensen die het écht nodig hebben en dat is niet rechtvaardig. Heerlen is als nooit tevoren klaar voor ontwikkeling. Verbreding van de economische structuur, om weerbaar te zijn bij conjuncturele golfbewegingen, is daarom een blijvende opgave.

Zoals gezegd, komen we van ver maar werken we hard aan verbetering, waarbij we de nadruk op het welzijn van onze inwoners leggen. ‘Operatie Hartslag’ was een belangrijk keerpunt in de strijd tegen (drugs)criminaliteit en de maatschappelijke uitwassen daarvan. Onder de noemer ‘Heerlen Inclusieve Stad’ helpen we alle Heerlenaren om deel te nemen aan het maatschappelijk leven. Trajecten zoals IBA Parkstad, de gebiedsgerichte aanpak van de sociaaleconomische problemen in het Nationaal Programma Heerlen-Noord (zie kader), het Verbond voor Energierechtvaardigheid (zie kader), de transitie van het centrum en de beweging van het onderwijs naar de binnenstad, het economische cluster medische logistiek en de Smart Services Campus zijn voorbeelden van een bijzondere aanpak en een brede samenwerking. Andere recente opgaven zijn de landelijke transities op het gebied van duurzaamheid, maar ook het slechten van de grensbarrières is een belangrijke opgave. Deze opgaven, maar ook andere opgaven, komen in hoofdstuk 3 in meer detail aan bod.

Wat dat betreft is Heerlen een veerkrachtige stad die een positieve beweging opzoekt in de transitie van een krimpende regio. Dit maakt de weg vrij voor een nieuw elan in de stad. Heerlen zet fors in op cultuur. Cultureel centrum SCHUNCK, festival Cultura Nova, Street Art, International Breakdance Event; Pionier in stad maken met lef en durf.

Nationaal Programma Heerlen-Noord 

Heerlen-Noord is een prachtig gebied met een rijke historie. Maar het is ook een gebied met grote uitdagingen. De afgelopen decennia is veel geïnvesteerd in het wegwerken van sociale-, economische- en gezondheidsachterstanden. Ook is er ingezet op het verbeteren van de woon- en leefomgeving. Dit heeft zeker effect gehad, maar toch zijn de verschillen nog steeds groot; al jaren is Heerlen-Noord aanvoerder van de ‘verkeerde’ lijstjes.

In het Nationaal Programma Heerlen-Noord werken bewoners, bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties de komende 25 jaar samen aan een betere toekomst voor Heerlen-Noord. De volgende ambitie staat centraal in het Nationaal Programma Heerlen-Noord: “De volgende generatie jeugd groeit gezonder op, heeft betere ontwikkelkansen, heeft meer werkperspectief en een fijnere leef- en woonomgeving. We groeien met Heerlen-Noord naar het Nederlands gemiddelde.”

In het programma wordt gewerkt aan vijf samenhangende thema’s:

  • a.

    Gezondheid: Ouders/verzorgers zijn veerkrachtig in staat hun kinderen gezond op te laten groeien, het aandeel kinderen en jongeren dat zich mentaal en fysiek gezond voelt groeit naar het landelijke gemiddelde. 

  • b.

    Veiligheid: Bewoners zijn weerbaar tegen criminaliteit en de leefbaarheid en sociale veiligheid stijgt naar het landelijk gemiddelde. 

  • c.

    Leren: Ieder kind gaat kansrijk van start, kan gebruik maken van een intensief en passend taal- en ontwikkelaanbod en kan hun talenten ontwikkelen. 

  • d.

    Werken: Het aandeel mensen in de bijstand en werkenden in armoede daalt naar het landelijk gemiddelde. 

  • e.

    Wonen: Het aandeel bewoners woonachtig in passende, duurzame en betaalbare woningen groeit naar het landelijke gemiddelde en de fysieke inrichting van Heerlen-Noord draagt bij aan een gezonde leefomgeving.

Voor de levenskansen en gezondheid van de volgende generaties mag het niet uitmaken of je in Heerlen-Noord of ergens anders in Nederland geboren wordt. We gaan voor gelijke kansen voor iedereen. 

Het Nationaal Programma Heerlen-Noord is onderdeel van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Dit programma is gestart om in 20 kwetsbare wijken in Nederland de leefbaarheid te verbeteren. Heerlen Noord is één van die wijken. Samen met het Rijk zorgt de gemeente voor een integraal uitvoeringsprogramma waarin staat hoe de komende jaren de leefbaarheid verbeterd gaat worden. Met een krachtige samenwerking van bewoners, scholen, woningcorporaties, gemeente, Rijk, zorgverzekeraar, GGD, ondernemers en andere maatschappelijke organisaties uit het gebied wordt geïnvesteerd in een generatielange aanpak.

Verbond voor Energierechtvaardigheid

De gemeente Heerlen vindt het belangrijk om iedereen te helpen bij energiebesparing en verduurzaming, maar heeft extra aandacht voor kwetsbare inkomensgroepen. Aan de andere kant raakt de crisis ook mensen die net geen recht hebben op de energietoeslag. Daarom heeft de gemeenteraad ingestemd met een voorstel om budget beschikbaar te stellen voor aanvullende maatregelen tegen energiearmoede waarvan een bredere groep kan profiteren.

 

 

Een stad van maatschappelijke voorzieningen
afbeelding binnen de regeling
Figuur 3.1
De kracht van Heerlen
afbeelding binnen de regeling
Figuur 3.2

2.3 Een groene stad van bijzondere vormen

Een groene stad van bijzondere vormen
afbeelding binnen de regeling



Heerlen ligt op een bijzondere plek, tegen het Heuvelland en ingeklemd tussen de Caumerbeek en de Geleenbeek. Deze blauwe linten, aangevuld door verschillende bronbeekjes, verbinden de stad met het groene buitengebied. Dat groene buitengebied bestaat uit een diversiteit aan landschappen. 

De Brunssummerheide (Natura 2000-gebied) in het oosten en een beekdalenlandschap (met het Natura 2000-gebied Geleenbeekdal) in het westen, met bijzondere cultuurhistorische waarden en het laaggelegen kasteelstadje Hoensbroek. Het plateaulandschap (onderdeel van het Nationaal Landschap Zuid-Limburg) aan de noord- en zuidzijde, dat reikt tot in het stedelijke weefsel en zorgt voor de karakteristieke hoogteverschillen in Heerlen. 

Daarnaast heeft Heerlen ook een bijzondere geomorfologische opbouw; er ligt een mijngangenstelsel onder de grond en de bodem is rijk aan delfstoffen. 

De sterke groenstructuren van het landschap, gecombineerd met nieuwe groen- en parkstructuren in de stad door het verwijderen van ongebruikte gebouwen, creëert een samenspel van ‘park’ en ‘stad’. Het beekstelsel van de Caumerbeek is de groene ruggengraat die zorgt voor de groene dooradering van Heerlen en een verbinding met grotere groenbieden als het Geleenbeekdal en de Brunssummerheide. De groene beekdalen zijn ook kansrijke waterbergingsgebieden als spons voor de stad. Met de komst van de Parkstadroute wordt het natuurgebied bovendien beter ontsloten en recreatief verbonden met de rest van Parkstad.

De kracht van Heerlen
afbeelding binnen de regeling
Figuur 4

 

Een stad van groene kwaliteiten
afbeelding binnen de regeling

 

Heerlen is van oudsher een stad van transformaties. Er zijn vier belangrijke cultuurhistorische periodes die medebepalend zijn geweest voor de ontwikkeling van de stad. Ten eerste het stichten van de Romeinse stad Coriovallum, met het Romeinse badhuis als de belangrijkste getuige en een monument van (inter)nationale allure. Na de Romeinse tijd ontstond middeleeuws Heerlen rond het zogenaamde Landsfort Herle, waarvan de contouren nog zichtbaar zijn rond de Pancratiuskerk. Heerlen en omgeving kennen verder een grote dichtheid aan kastelen en buitenplaatsen uit deze periode, waaronder kasteel Hoensbroek. In de omgeving en in Heerlen zelf zijn veel archeologische vondsten gedaan die dateren uit die tijd.

afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling

  

afbeelding binnen de regeling

Heerlen groeide uit tot een stad in de mijnperiode, een periode die een allesbepalende stempel op de stad zou drukken. De mijnbouwperiode, met een snelle economische groei, is zeer bepalend geweest voor de ruimtelijke opbouw en het huidige beeld van de stad. Rondom de mijnzetels (het hoofdgebouw van de mijn) en oude gehuchten ontstonden hele woonwijken voor de mijnwerkers. De stad is hierdoor niet gegroeid vanuit een concentrische ontwikkeling rond één centrum, maar is gefragmenteerd van opbouw. De mijnwerkers waren afkomstig van het platteland. De nieuwe wijken werden ingericht naar het idee van tuindorpen. Er was veel ruimte voor groen en de wijken hadden een duidelijke verbinding met het platteland. Zo zouden de mijnwerkers zich hier thuis voelen, was de gedachte. Elke wijk had een eigen school, kerk en winkels.

Tuindorpen

Het idee van tuindorpen, of tuinwijken of -steden, is ontstaan aan het eind van de 19e eeuw. Veel mensen trokken in die tijd naar de steden om te gaan werken in de fabrieken. De stad werd steeds drukker en de levenstandaard was slecht. De tuindorpen moesten hierin een oplossing bieden. Dit zijn wijken met een dorps karakter en veel groen. De grondlegger van de tuindorpen is Ebenezer Howard, die inspiratie ontleende aan utopische invloeden; sociale balans, duurzame energie en balans met de natuur speelden een prominente rol in zijn ontwerpen. De architect Jan Stuyt, die zich liet inspireren door Howard, ontwierp ook verschillende mijnkoloniën in Heerlen en Parkstad. De utopische invalshoek van Howard moest in Stuyts ontwerpen vaak wijken voor een combinatie van bedrijfseconomische overwegingen van de mijnindustrie en het conservatieve keurslijf van de katholieke kerk. De komende decennia hebben we echter een kans om de utopische wortels van de tuindorpgedachte in ere te herstellen in Heerlen. Die kans willen we met beide handen aangrijpen.

De radiaalwegen die de dorpskernen met elkaar verbonden, werden dichter bebouwd tot bebouwingslinten. De komst van de mijnindustrie betekende ook de aanleg van (spoor)wegen en omdat de snelgroeiende samenleving ook in haar levensonderhoud moest kunnen voorzien, kwamen er kantoren, warenhuizen, winkels, banken en uitgaansgelegenheden. Heerlen transformeerde van een dorp naar een stad. Door de gigantische bouwactiviteit en welvaart rond de mijnindustrie (einde 19e eeuw en eerste helft van de 20e eeuw) heeft Heerlen veel modernistische architectuur voortgebracht met Frits Peutz als belangrijkste exponent en gebouwen zoals SCHUNK, de Stadsschouwburg en de Royal. 

De explosieve groei van woonwijken, elk met eigen voorzieningen rondom de voormalige mijnzetels, geeft de stad in de basis een decentraal of multipolair karakter. Doordat de mijnzetels op zichzelf waren gericht, met de rug naar elkaar toe, ontstonden daartussen open groene structuren. De nattere beekdalen bleven vrij van bebouwing. In de mijnperiode zijn veel beken gebruikt voor afvalwaterafvoer en overkluisd. De Caumberbeek is sindsdien grotendeels hersteld. Die confrontaties tussen park en stad zijn zo kenmerkend voor Parkstad. De belangrijkste identiteitsdragers uit het mijnbouwtijdperk zijn, met uitzondering van de karakteristieke mijnwerkerswijken en enkele monumentale gebouwen, echter verdwenen. Wel zijn oude mijngroeven nog zichtbaar in het landschap. Het Maankwartier is een volgende moderne stap in de transitie van de stedelijke identiteit van Heerlen.

De kracht van Heerlen | Waar komen we vandaan?
afbeelding binnen de regeling
Figuur 5
De kracht van Heerlen | Een bijzondere opbouw
afbeelding binnen de regeling
Figuur 6

2.4 Centrumstad en economische motor van Parkstad

Centrumstad en economische motor van Parkstad
afbeelding binnen de regeling

Heerlen is de centrumstad van Parkstad-Limburg, een agglomeratie van 250.000 inwoners. Heerlen zelf telt anno 2024 ongeveer 87.000 inwoners en is na Maastricht en het stedelijk gebied Sittard-Geleen de derde stad van Zuid-Limburg. Er werken in Heerlen ruim 57.000 mensen (Heerlen aan het werk, 2023); dit is meer dan de helft van de werkgelegenheid in Parkstad. 

De binnenstad van Heerlen is de huiskamer van een kwart miljoen Limburgers. Een herkenbaar centrum met goede voorzieningen voor winkels, kantoren, horeca en cultuur, waarin levendigheid en leefbaarheid zorgen voor een unieke dynamiek. Deze mix, gecombineerd met een multimodale ontsluiting via spoor en (internationale) autowegen, levert gunstige voorwaarden voor het vervullen van de rol van ‘Parkstad City’.

Heerlen is met een filmhuis, theater, poppodium en een breed cultureel aanbod het culturele hart van Parkstad. Daarnaast is Heerlen een belangrijke regionale evenementenstad met een breed scala aan evenementen, activiteiten, wedstrijden, een goed lopend theater en veel straatkunst. Voor elk wat wils en goed bezocht door de Heerlenaar en bezoekers van verder weg. De cultuur- en erfgoedsector is bloeiende in Heerlen en er wordt volop ingezet op de verdere uitbouw van het culturele leven.

Heerlen-Centrum is bovendien één van de belangrijkste werklocaties in de gemeente. Hier concentreren zich de meeste banen in een relatief klein gebied waarvan de sectoren detailhandel en horeca belangrijke werkverschaffers zijn. In en direct rondom het centrum liggen ook een aantal grote en kleinere kantoren. De Woonboulevard Heerlen staat bekend als euregionaal koopicoon. 

Daarnaast huisvest Heerlen (boven)regionale voorzieningen onder andere in de gezondheidszorg. De zorg concentreert zich in de zorgvallei met het Zuyderland Medisch Centrum, de Mondriaan-kliniek en de Zorgacademie. Belangrijke zorgverleners zoals Sevagram en revalidatiekliniek Adelante zijn ook in Heerlen gevestigd.

Verder kent Heerlen een sterk onderwijs- en kenniscluster. Op de onderwijscampus liggen Zuyd Hogeschool, Vista College (MBO), Sintermeerten College en de Open Universiteit. Verspreid over de stad liggen diverse andere scholen voor voortgezet onderwijs die samen de regionale onderwijsfunctie vervullen.

Een relatief nieuwe en veelbelovende ontwikkeling is de Brightlands Smart Services Campus. Dit is een belangrijk kenniscluster voor digitale ontwikkeling en zakelijke dienstverlening. Hierin werken allerlei bedrijven samen met de Open Universiteit, de Universiteit Maastricht en Zuyd Hogeschool om slimme oplossingen voor toekomstige vraagstukken te ontwikkelen, denk aan kunstmatige intelligentie (AI). De Smart Service Campus bevindt zich in het centrum en in een aantal andere grootschalige kantoren in de directe omgeving en is in korte tijd een belangrijke economische drager geworden. De verwachting is dat die in de toekomst verder in belang gaat toenemen.

Tot slot is er in het meest zuidelijke deel van Heerlen maakindustrie op de Beitel en een grote concentratie van ‘Medtech & Logistics’ op de bedrijventerreinen Avantis en Trilandis. In korte tijd is dit uitgegroeid tot het grootste logistieke cluster van Europa op het gebied van producten in ‘care, cure en pharma’. Hier zijn diverse wereldwijde spelers in de medisch-technologische bedrijvigheid gevestigd om vanuit Parkstad hun logistieke activiteiten uit te voeren. De uitstekende bereikbaarheid en nabijheid van diverse vliegvelden maakt dat deze bedrijven zich in Heerlen vestigen. Zo worden vanuit Heerlen en Parkstad diverse producten waaronder pacemakers en insulinepompen verzonden naar heel Europa. 

Heerlen is bovendien de oostelijke stad in de stedelijke regio Zuid-Limburg midden in de Euregio (Maastricht-Aken-Hasselt-Luik) En ligt hiermee op een strategische plek in Zuid Limburg nabij Aken. Bijzonder is dat Zuid-Limburg zich midden in het Europese netwerk van Vlaamse Ruit, Ruhrgebied en Randstad bevindt en ook liggen er stedelijke gebieden vlak over de grens. Het versterken van agglomeratiekracht binnen de Euregio biedt potentieel enorme kansen, niet alleen op economisch vlak. De Euregio zou kunnen functioneren als een Daily Urban System met diverse kennisinstituten en een grote arbeidsmarkt. Heerlen is dan ook goed bereikbaar via de weg en het spoor, ook vanuit de Euregio[1]. Het Maankwartier in het Centrum is een multimodaal knooppunt met een aantrekkelijke uitstraling als toegangspoort tot de stad. Daarnaast zijn we ook een grensgemeente met veel potentie vanwege het interessante achterland, dat uitstekend verbonden is via autowegen. Aken als kennisstad met de uitmuntende en grote technische universiteit (RWTH) en als sterke culturele en economische regio ligt op een steenworp afstand.

 

De kracht van Heerlen | Diverse bedrijvigheid
afbeelding binnen de regeling
Figuur 7

 

De kracht van Heerlen | Centrumstad van Parkstad
afbeelding binnen de regeling
Figuur 8

[1]Euregio is een samenwerkingsverband tussen regio’s uit verschillende Europese landen. In Europa zijn verschillende Euregio’s. Heerlen behoort tot de Euregio Maas-Rijn, met de steden Luik, Hasselt, Maastricht en Aken.

3 De uitdagingen in Heerlen

3.1 Inleiding

Heerlen heeft de laatste jaren hard gewerkt aan een levendige, aantrekkelijke en mooie leefomgeving voor de inwoners, bedrijven en ondernemers, maatschappelijke organisaties en de bezoekers van de gemeente. Maar er moet ook nog veel gebeuren. Mede uit de gesprekken met mensen in de wijken bleek dat belangrijke opgaven spelen, waar een passende aanpak voor nodig is. Daarom hebben we het perspectief van inwoners, ondernemers en maatschappelijk partners op die (maatschappelijke) opgaven richting 2050 hieronder beschreven. Deze opgaven staan ook in beleidsstukken op nationaal, provinciaal en regionaal niveau, zoals de Nationale Omgevingsvisie (NOVI), de gebiedsuitwerking van de NOVI voor Zuid-Limburg (NOVEX), de Provinciale Omgevingsvisie, Panorama Zuid-Limburg, het Regionaal Afstemmingskader Parkstad en de Strategische Agenda Parkstad 2023. Die hebben we daarom ook beschreven.

We realiseren ons dat we lang niet alle opgaven kunnen voorzien; crisissen volgden zich de afgelopen jaren sneller en veelvuldiger op dan ooit. Ook in de toekomst zullen onvoorziene omstandigheden ons pad kruisen. Hoe het ook zij, we gaan deze opgaven met vertrouwen aan en zullen ons telkens inzetten voor de op dat moment meest passende, kwalitatieve en duurzame oplossingen.

3.2 Onze mensen: Vitaal, leefbaar en gezond Heerlen

Inleiding

Idealiter is de stad leefbaar en zijn de mensen vitaal en gezond. Op dit gebied liggen er in Heerlen dringende opgaven, zoals de sociale problematiek, een slechte (ervaren) gezondheid, een relatief laag opleidingsniveau, een relatief hoge werkloosheid, een te laag regionaal inkomen en wegtrekkende hoger opgeleide jongeren. De kwaliteit, het achterstallig onderhoud en de slechte isolatie van vele woningen, dragen evenmin bij aan een gezond leefklimaat. Door klimaatverandering hebben we daarnaast te maken met steeds warmere zomers, waardoor er meer hittestress wordt ervaren. Bij kwetsbare mensen kan dit een nadelige invloed op hun gezondheid hebben.

Gelijke kansen

Er is sprake van een sociale, maatschappelijke en economische kloof met de rest van Nederland. Dit gat blijkt moeilijk te dichten. De sociaalmaatschappelijke achterstanden, zoals onderwijsachterstanden, slechtere (ervaren) gezondheid (zie figuur 9 links), lager inkomensniveau (zie figuur 9 rechts) en gevoelens van onveiligheid, van vandaag de dag zijn hardnekkig, diepgeworteld en worden aan opeenvolgende generaties doorgegeven. Relatief veel kinderen groeien op in armoede of krijgen te maken met jeugdhulp.

 Het aandeel inwoners met een goede ervaren gezondheid[1] (links) en het aandeel huishoudens met een bijstandsuitkering [2] (rechts).
afbeelding binnen de regeling
Figuur 9

 

De opgaven zijn duidelijk groter in het noordelijk deel van de stad (ook wel ‘boven het spoor’ in de volksmond genoemd) en concentreren zich daar in de wijken waar de eerdergenoemde sociaalmaatschappelijke achterstanden het grootst zijn. Deze ruimtelijke spreiding vindt zijn oorsprong in de historische verdeling van de mijnwerkerswijken. 

De Heerlenaren erkennen deze opgaven ook. Zij geven aan gevoelens van onveiligheid te ervaren mede vanwege (drugs)criminaliteit, agressie en afval op straat. De jeugd krijgt extra aandacht bij het aanpakken van de problematiek en het oplossen van de sociaaleconomische- en gezondheidsachterstanden. Vanuit de regio wordt al gewerkt vanuit het principe dat problemen opgelost moeten worden door een veilige basis te bieden aan de jeugd. Met een langdurige aanpak en inzet op een vitale samenleving onder meer via het Nationaal Programma Heerlen-Noord, het regionaal uitvoeringsprogramma VIE en het Zuid-Limburgse Trendbreukprogramma willen we de bestaande achterstanden doorbreken.

 

“In Heerlen vind ik de slecht onderhouden stoepen, de gaten in de wegen en het rondslingerende afval het minst fijn.” 

– Bewoner uit Heerlerbaan-Schil

 

 

“Ik voel mij in bepaalde delen van Heerlen onveilig en vermijd het om daar (alleen) te lopen.” 

– Inwoner

 

Demografische ontwikkelingen

Ontwikkelingen zoals vergrijzing, ontgroening en veranderende huishoudens zetten door. Deze ontwikkelingen zorgen ervoor dat de al bestaande druk op de woningmarkt nog groter wordt. Op dit moment is er te weinig passend woningaanbod door een mismatch tussen kwalitatieve vraag en aanbod. Met andere woorden, er zijn wel woningen - maar niet de juiste. Inwoners kunnen daardoor geen passende woning vinden. Hoewel recent Woonbehoefteonderzoek aantoont dat de gezonde groeiambitie die Heerlen heeft omarmd zeker haalbaar is, laten prognoses vooralsnog zien dat de bevolkingsontwikkeling in Heerlen richting 2050 negatief uitvalt.

Dit krimpscenario is zeer onwenselijk. Het steeds verder afnemen van het aantal inwoners zou grote gevolgen hebben voor het voorzieningenaanbod en daarmee ook voor de leefbaarheid. Dit heeft een weerslag op de mentale en fysieke gesteldheid en ontwikkelmogelijkheden van onze inwoners. Vanuit Parkstad waarin wij deelnemen, maar ook op basis van nationaal beleid, willen we het tij keren en daarmee inzetten op groei, zowel kwalitatief als kwantitatief.   

De vergrijzing heeft grote gevolgen voor onze economie en samenleving. De verwachting is dat de vergrijzing de vraag naar zorg verder doet toenemen, maar ook verandert. Dit betekent een extra grote behoefte aan personeel. Om de samenleving in balans te houden, is het belangrijk om de werkzame beroepsbevolking en arbeidsparticipatie op niveau te houden. 

 

“Huur- en koopwoningen beter mixen binnen één buurt en ook hoger- en lager opgeleiden beter mixen binnen één buurt.” 

– Bewoner uit Heerlerbaan-Centrum

 

Daarnaast wordt er op landelijk niveau op gestuurd dat mensen langer thuis blijven wonen. Het realiseren van voldoende levensloopbestendige woningen, zowel in de koop- als de huursector, is daarom de komende jaren een grote opgave. Hierin moeten we ook rekening houden met de veranderende zorgvraag waarbij de gezondheidszorg steeds dichter naar de inwoner wordt gebracht. Denk hierbij aan (ook ingrijpende) behandelingen die in de thuissituatie worden uitgevoerd zoals het ondergaan van chemokuren.

Afbrokkeling van de verenigingsstructuur

Veel inwoners zijn lid van een sport- of culturele vereniging en ontmoeten elkaar bij verenigingsactiviteiten. Daarmee vormen verenigingen de smeerolie van de samenleving en vervullen ze ook een rol in het versterken van de zelf- en samenredzaamheid van onze inwoners. Tegelijkertijd brokkelt de vroegere verenigingsstructuur af. Het is steeds moeilijker om burgers te vinden die zich structureel willen inzetten voor buurt- en wijkgerichte activiteiten en verenigingen.

[1] RIVM Buurtatlas; https://buurtatlas.vzinfo.nl/#ervaren_gezondheid

[2] Parkstad in cijfers, sociale zekerheid; https://parkstad.incijfers.nl/dashboard/sociale-zekerheid

3.3 Onze leefomgeving: Dé tuinstad van Parkstad

Inleiding 

Voor het welzijn is een fijne leefomgeving heel belangrijk. Het hebben van een passende woning heeft grote invloed op het welbevinden. Daarnaast hebben het milieu en het groen invloed op de gezondheid. Zonder natuur kunnen wij niet leven. Wij zijn er zelf deel van en stellen tegelijkertijd die natuur zwaar op de proef. 

In onze huidige tijd worden we geconfronteerd met uitdagingen die ons dwingen zorgvuldig na te denken over de manier waarop we groeien en ontwikkelen. Materiaalschaarste zet ons voor een realiteit waarin grondstoffen niet onbeperkt beschikbaar zijn, terwijl de noodzaak tot klimaatadaptatie vraagt om aanpassingen die onze leefomgeving toekomstbestendig maken.

Dit stelt grenzen aan wat mogelijk is, maar biedt tegelijkertijd een kans om anders te kijken naar groei. Door duurzame en circulaire principes centraal te stellen, kunnen we deze grenzen niet alleen erkennen, maar ook benutten als leidraad voor vernieuwing. Het is een pad dat ons niet alleen de plicht, maar ook de mogelijkheid biedt om met creativiteit en verantwoordelijkheid vorm te geven aan een duurzamere toekomst.

Vergroening speelt een cruciale rol in het vormgeven van deze toekomst. Het gaat hierbij niet alleen om het letterlijk groener maken van onze leefomgeving door bijvoorbeeld het aanplanten van bomen, maar ook om een fundamentele transitie in hoe we produceren en consumeren. Vergroening is niet louter een ecologische noodzaak, maar ook een kans om veerkrachtige en mooie gemeenschappen te creëren. 

Transformatie groevegebieden

Een spectaculair heidelandschap bij Heerlen ligt op slechts 1500 meter van het Maankwartier. Daarnaast heeft Heerlen -met name aan de noordkant- een groot potentieel aan natuurelementen van geweldige kwaliteit, die nu nog als losse flodders verborgen, onbereikbaar of nauwelijks 'dienend' zijn ingericht. 

En deze onbekende, maar ongewoon mooie vijvers, beken en plassen liggen pal naast de armste wijken. 

Heerlen beschikt in het noordelijk deel over een aantal zandgroevegebieden. Deze zijn belangrijke leveranciers van zilverzand, maar zijn ontoegankelijk voor bewoners. Daarnaast zorgen de zandgroevegebieden voor overlast, met name door op en af rijdende vrachtwagens die het zand vervoeren. Het transformeren van de groevegebieden biedt verschillende mogelijkheden voor onze samenleving, bijvoorbeeld in de vorm van de recreatie en ontspanning, omdat het tegen de Brunssummerheide aan ligt en deels onder water staat.

Natura 2000-gebieden onder druk

Groen is heel belangrijk voor onze inwoners. Heerlen is een groene stad en beschikt over veel natuurgebieden waaronder het Imstenraderbos, het Geleenbeekdal en Terworm, het Caumerbeekdal en het Aambos. Tegelijkertijd hebben de natuurgebieden het moeilijk en neemt de biodiversiteit er af. Ruimtelijke ontwikkelingen en klimaatveranderingen zijn hier de voornaamste oorzaak van. Door klimaatverandering hebben we namelijk steeds vaker te maken met extreme hitte, lange perioden van droogte en piekbuien. Dit heeft een negatief effect op onze omgeving en brengt de leefbaarheid en gezondheid van onze inwoners in gevaar. Door meer ruimte te bieden aan groen en water kunnen deze negatieve effecten verlicht worden. Vanuit de samenleving wordt veel waarde gehecht aan het groen en wordt het versterken ervan gezien als een belangrijke opgave om de leefbaarheid te verhogen. Het belang van klimaatadaptatie wordt door alle overheidslagen benadrukt. Dit is terug te zien in de NOVI en het Regionaal Afstemmingskader Parkstad.

 

“Het altijd goed om méér groen te krijgen. Gelukkig is Heerlen hier al goed mee bezig! Daarnaast hebben we nog altijd het Aambos; het Central Park van Heerlen.” 

– Bewoner uit Heerlen-Centrum

Het Geleenbeekdal heeft daarnaast ook te maken met een slechte grondwaterkwaliteit en voldoet niet aan de normen van de Kaderrichtlijn Water (KRW). De hoge concentraties voedingsstoffen in het water hebben een negatieve invloed op de ontwikkeling van natuurgebieden. Voor het verbeteren van de grondwaterkwaliteit ligt de verantwoordelijkheid bij de provincie.

Bodem kwaliteiten en opgaven

Een groot deel van Nederland ligt onder NAP. Mede door klimaatverandering hebben deze delen van Nederland te maken met bodemdaling. Zuid-Limburg, en daarmee ook Heerlen, vormt hierin een uitzondering. In Heerlen stijgt de bodem en dit biedt vele kansen voor lokale-, regionale- en nationale ontwikkelingen. Maar de ondergrond kent nog meer kwaliteiten, zoals drinkwater, bodemenergie en klimaatadaptatie. Dat neemt niet weg dat deze kwaliteiten ook grote opgaven met zich meebrengen. Zo kunnen huidige en nieuwe ondergrondse functies (zoals mijnwater) de druk op de ondergrond vergroten en kunnen verkeerde keuzes uit het verleden en in de toekomst het aanpassingsvermogen verminderen. Dit is terug te zien bij piekbuien in de kwetsbare beekdalen. Om onze bodem te beschermen, in Heerlen, maar ook in de rest van Nederland, heeft het rijk ‘water en bodem sturend’ gemaakt bij ruimtelijke ontwikkelingen. Nieuwe functies mogen daardoor alleen plaatsvinden als dit past bij de bodem en deze niet (verder) aantast.

 

“Het zou mooi zijn als mensen wat meer groen in hun tuin hebben. Nu zijn veel tuinen compleet betegelt of liggen ze vol met grind. Daarnaast is veel van het groen vervuild met plastic en hondenpoep. Langs de wegen zou ik ook graag meer aankleding zien, zoals bloemenbakken in lantarenpalen of ‘slaloms’ met groen erin. Kleine dingetjes maken al een groot verschil.” 

– Bewoner uit Molenberg

 

Verandering in de woningmarkt en woonbehoefte

Voor onze inwoners is het enorm belangrijk dat zij goed kunnen wonen. Dit staat onder druk van demografische en maatschappelijke ontwikkelingen, zoals huishoudensontwikkeling, ontgroening, vergrijzing,  individualisering, afnemend aantal vrijwilligers en verruiming van de actieradius. Nieuwe wettelijke kaders en ontwikkelingen in het onderwijs hebben daarnaast ook grote invloed op de maatschappelijke voorzieningen en accommodaties. 

Huishoudensontwikkeling, de ontwikkeling waarbij de huishoudensamenstelling verandert, vraagt om transformatie van onze woningvoorraad. De vraag naar eengezinswoningen verschuift naar kleinere en levensloopbestendige woningen in alle segmenten. Op de langere termijn heeft de woningmarkt vooral te maken met grote kwalitatieve opgaven. Door de vergrijzing, maar ook vanwege de individualisering en het grote aantal Heerlenaren in een kwetsbare positie, wordt zoals hiervoor aangegeven, de vraag naar maatschappelijke ondersteuning, zorg en dagbesteding groter. Ontgroening zet daarnaast druk op het aanbod van en het aantal scholen, speelvoorzieningen en aanverwante activiteiten.

Zoals gezegd, is op de lange termijn een kwalitatieve impuls van de woningvoorraad nodig, maar ook nu staan we al voor een grote opgave. De huidige woningvoorraad is verouderd en eenzijdig en sluit niet meer goed aan bij de huidige en toekomstige behoefte van de inwoners. Zo is er meer behoefte aan:

  • a.

    gerenoveerde en verduurzaamde woningen

  • b.

    huurwoningen voor middeninkomens;

  • c.

    extra sociale huurwoningen (ook tijdelijk); 

  • d.

    levensloopbestendige woningen. 

 

Doordat het aanbod en de vraag niet op elkaar aansluiten ontstaat op sommige plekken leegstand. Zowel onze inwoners als Parkstad benadrukken de noodzaak de woningvoorraad te verduurzamen. Zo hebben ook veel woningen een laag energielabel, waardoor de maandelijkse energiekosten hoog zijn. De verduurzamingsopgave draagt niet alleen bij aan het wooncomfort van onze inwoners, maar is ook goed voor het milieu. Tegelijkertijd is bij het isoleren van de woning aandacht nodig voor hittestress binnenshuis. Zo wordt voorkomen dat tijdens warme zomerdagen de woning teveel opwarmt, omdat de warmte er niet meer uit kan.

 

“In het centrum en daaromheen, op de plekken van leegstaande, vervallen of te slopen panden, meer sociale woningbouw toevoegen zonder verlies van groen. Dus geen uitbreiding op plekken waar geen bebouwing staat.” 

– Bewoner uit Meezenbroek-Schaesbergerveld-Palemig

Kwalitatief goede woningbouwplannen

Om in te spelen op de uitdagingen van de stad is het van groot belang dat Heerlen een woningbouwprogrammering kent die zowel de kwantitatieve als kwalitatieve ambities op woongebied van de stad reflecteert. De afgelopen jaren hebben we gezien dat een gebrek aan kwantitatieve programmering de stad op slot dreigde te zetten, en te weinig ruimte liet voor kwalitatieve initiatieven. Nieuw woonbehoefteonderzoek creëert meer ruimte aan de kwantitatieve kant, die benut moet worden door sterk en streng te sturen op kwalitatief goede plannen - zowel qua product als qua doelgroep. Op deze weg zal de stad door moeten om gewenste woonontwikkelingen te faciliteren, bijvoorbeeld door gebruik te maken of juist afscheid te nemen van de onbenutte bestemmingsplancapaciteit (nu omgevingsplan) die niet meer gewenst en uitvoerbaar is (binnen tien jaar). Dit geldt met name op het gebied woningen en winkels.

Knooppuntontwikkeling

Momenteel wordt er veel ingezet op knooppuntontwikkeling in het mobiliteitsnetwerk (TOD). Dit betekent dat er om het gebruik van openbaar vervoer te stimuleren, vooral rondom stations wordt verstedelijkt. Die duurzame groei vraagt stevige investeringen in infrastructuur en voorzieningen voor die toekomstige bewoners van onze stad. Daarom moet kwalitatieve woningbouw hand in hand gaan met de verbetering en vergroening van de openbare ruimte, zijn maatschappelijke en culturele voorzieningen onlosmakelijk met die opgave verbonden en zetten we volop in op de vestiging van onderwijsinstellingen als bron van nieuwe dynamiek en trots in onze binnenstad.

Autogebruik

De mobiliteitssector is verantwoordelijk voor een substantieel aandeel van de co2 emissie van Heerlen. Dit betreft zowel logistiek en distributie als ook autogebruik. 

Ook de dichtheid van personenauto’s per km2 is zeer hoog met 999 personenauto's per km² land, vs 265 gemiddeld in Nederland.

Volgens de Corona Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022 voldoet in Nederland gemiddeld 47,5% van de volwassenen van 18 jaar en ouder  aan de beweegrichtlijnen. In Heerlen is dit ‘slechts’ 37,9%. Gezond bewegen is daarmee een opgave.

Het autogebruik in onze regio is bovengemiddeld hoog. Uit enquêtes weten we dat voor boodschappen doen 65% van de mensen de auto neemt, tegenover 35% landelijk. In het beleid staan echter de fiets, voetganger en het openbaar vervoer op de eerste plek. Maar ook (vracht)auto’s blijven een rol vervullen.

 

“Ik ben zelf een fervent automobilist, maar als Heerlen daadwerkelijk succesvol wil worden dan dient het lef te tonen met betrekking tot het weren van auto's. Zet maximaal in op compact wonen, voetganger vrije zones, fietsen, superieur OV en heel veel groen (in plaats van extra wegdek en parkeerplaatsen!). Jonge mensen zullen dan vanzelf de stad komen versterken met levendigheid, inzichten en hoogwaardige kennis.” 

– Bewoner uit Nieuw Lotbroek

Wandelen en fietsen

Er wordt veel gewandeld in Heerlen, maar het gebruik van de fiets blijft ver achter op de regio en het landelijk gemiddelde. Dit komt onder andere door het gebrek aan veilige, goede en doorlopende (snel)fietsroutes. Daarnaast is de fietsparkeergelegenheid in diverse winkelclusters benedenmaats.

Ruimtevraag van de energietransitie

In 2050 moet de energievoorziening in Nederland bijna helemaal duurzaam en CO2-neutraal zijn. Hiervoor is het nodig om duurzame energie op te wekken door middel van wind en zon en de overgang te maken naar duurzame aardgasvrije warmtealternatieven. De energie- en warmtetransitie kost ruimte, zowel in opwekfaciliteiten als in kabels en leidingen in de bodem, die nodig zijn om de energie te vervoeren. Een goede ruimtelijke inpassing hiervan is één van de grote opgaven. Tegelijkertijd zijn er belangrijke meekoppelkansen, omdat de ingrepen in de openbare ruimte kansen bieden om deze klimaatadaptief en meer biodivers in te richten onder andere door deze te vergroenen. Dit heeft eveneens een gunstige effect op de aantrekkelijkheid en beleving van de buitenruimte.

De energietransitie stelt ons ook voor een aantal andere belangrijke opgaven waaronder de groeiende netcongestie. Daarom moet het elektriciteitsnet worden verzwaard en op plaatsen vernieuwd. Ongeacht de komst van warmtenetten legt Enexis in alle gevallen ‘all electric’ aan waarbij de energievraag volledig elektrisch ingevuld wordt.

Netcongestie betekent letterlijk: file op het elektriciteitsnet. Het treedt op als de volledige capaciteit van het net is bereikt. Netbeheerders kunnen hierdoor niet meer altijd de groeiende vraag naar stroom blijven leveren. De infrastructuur van ons elektriciteitsnet is door de versnelde energietransitie verouderd. Het is dus een distributievraagstuk.

Het elektriciteitsnet in Nederland staat al langer onder druk. Dit komt vooral door de snelle opkomst van hernieuwbare energie en de elektrificatie van de industrie. Denk aan wind- en zonneparken, laadinfrastructuur en warmtepompen. Te veel stroom van deze opwekkers vindt plaats op hele zonnige dagen maar ook winderige dagen. Hoe meer zon en wind, hoe groter de kans dat netcongestie optreedt. Daarnaast komt het ook door de toenemende energievraag en nieuwe bedrijven. Op het moment dat de vraag naar het transport van elektriciteit (zowel bij de aanbieder als de afnemer) groter is dan de transportcapaciteit van het net is er sprake van netcongestie.

Circulaire economie

De omslag van een lineaire economie waarin we grondstoffen gebruiken, producten maken en deze vervolgens weggooien, naar een circulaire economie waarin we producten blijven hergebruiken, er geen afval meer is en kringlopen gesloten zijn, is iets wat zowel op regionaal, provinciaal als nationaal niveau de aandacht heeft. Dit vraagt niet alleen om een andere manier van bedrijfsvoering, maar ook om een andere manier van omgaan met onze producten en ons afval. Voor de omslag naar een circulaire economie is meer ruimte nodig voor bedrijfsactiviteiten zoals reparatie, delen, recycling, de verwerking van (bio)grondstoffen en de benodigde transportinfrastructuur. Dit vraagt om een juiste afweging bij het transformeren of invullen van beschikbare ruimte.

Kiezen we daarboven voor sociale circulariteit, dan is zelfontwikkeling een feit, met onderwijs en arbeid voor en door de stad, en daarmee een gezonde toekomst voor Heerlen ingezet.

3.4 Onze economie: Centrumstad van Parkstad

Inleiding

Naast een goede leefomgeving is het voor onze inwoners van belang passend werk te hebben. Dat kan zijn als ondernemer, als zzp’er of in loondienst. De opgave is om een welvarende stad te worden en te blijven, waar iedereen een goed bestaan voor zichzelf kan opbouwen. Dat is in Heerlen niet zo vanzelfsprekend. Na de mono-economie van de mijnen blijft het belangrijk om de economische basis te verbreden in harmonie met de natuurlijke omgeving. Enkele grote instellingen worden aangestuurd vanuit elders, waardoor er altijd een zeker risico is dat deze ten prooi vallen aan een centralisatietrend (als bijvoorbeeld het hoofdkantoor wordt verplaatst). In dat opzicht is de stad nog steeds kwetsbaar. We willen graag dat er een breed palet aan bedrijven en instellingen is zodat onze economie weerbaar is en tegenslagen kan opvangen. 

Mismatch op de arbeidsmarkt

In Heerlen is er sprake van een mismatch tussen de vraag uit de markt en het aanbod aan werknemers. Er is een tekort aan passend opgeleide werknemers terwijl er een relatief grote groep minder goed opgeleide mensen rond moet komen van een uitkering. De opgave is om niet alleen een stevige economische structuur te hebben, maar ook een goed en passend aanbod aan opleidingen. Soms worden oplossingen voor de banenmismatch ook belemmerd door de landsgrenzen. Met name in de NOVI en NOVEX is er de komende jaren aandacht voor het wegnemen van procesmatige-, juridische-, infrastructurele- en andere grensbelemmeringen. 

Vanuit de samenleving wordt benadrukt dat het belangrijk is om aandacht te hebben voor het type bedrijvigheid dat we willen aantrekken. Bedrijven waar veel vraag is naar specifiek personeel, wat niet ingevuld kan worden door onze inwoners, draagt niet bij aan de brede welvaart van onze samenleving. Ook is het belangrijk om te focussen op de jeugd, omdat hier veel potentie ligt. Jongeren trekken nu vaak weg als ze gaan studeren en komen vervolgens (vooralsnog) te zelden terug (terwijl dat in andere gemeenten vaak wel het geval is). We moeten ervoor zorgen dat Heerlen aantrekkelijk blijft voor jongeren zodat ze na hun studie ook hier kunnen werken.

Ruimtegebrek op en veroudering van bedrijventerreinen

We zien dat op bestaande bedrijventerreinen ruimte is voor revitalisering en herontwikkeling, omdat veel panden niet meer geschikt zijn voor een nieuwe invulling. Naast personeelstekorten kampen bedrijven ook met ruimtetekorten. Met name bedrijven in de MedTech en hoogwaardige logistiek zoeken extra ruimte ter versterking van hun bedrijfsvoering, onder andere om de gewenste transitie op het gebied van energie en circulaire economie mogelijk te kunnen maken. Tot 2030 wordt een vraag verwacht in heel Parkstad van 50 tot 70 hectare, waarvan een deel in bestaande bedrijfspanden geaccommodeerd kan worden (veelal revitalisering, sloop en nieuwbouw). Voor de periode 2030-2040 verwachten we een aanvullende ruimtevraag van 40 hectare.

Het bieden van voldoende ruimte is van groot belang voor het vitaal houden van deze bedrijven en daarmee het bieden van werkgelegenheid en het wegwerken van de sociaaleconomische achterstanden. Zowel vanuit de gemeente als de regio is er aandacht voor deze ontwikkeling en wordt er gekeken hoe bestaande bedrijven geherstructureerd kunnen worden, zodat het ruimtegebruik efficiënter wordt.

Kantoorlocaties

In en rondom Heerlen-Centrum liggen verschillende grootschalige kantoorlocaties. De vraag naar dit type kantoren neemt daarentegen al jaren af en sinds de coronapandemie veranderd dit nog steeds. Daarnaast moeten kantoorgebouwen energiezuinig zijn van de wetgever: een deel van onze kantorenvoorraad is zodanig verouderd, dat die geen toekomst meer heeft. Tegelijkertijd willen we voldoende aanbod houden voor nieuwe kantoorgebruikers of voor vervangende kantoorbehoefte van ondernemers.

Vanuit de samenleving is er wel een toenemende vraag naar nieuwe en flexibele werklocaties, zoals kantoorruimtes, waar functies samenkomen en synergie kan ontstaan. Met name nieuwe horecavormen in het centrum kunnen deze synergie faciliteren. Locaties waar ruimte en tijd optimaal worden benut, zoals horecazaken die overdag worden benut als werklocatie en ‘s avonds dienstdoen als restaurant of grandcafé, zijn voorbeelden van nieuwe horecavormen.

Digitalisering en AI

We kunnen nog niet voorspellen welke vlucht de ontwikkeling van Artificial Intelligence gaat nemen en hoe zich dat zal vertalen in de fysieke omgeving. Inwoners mogen erop vertrouwen dat we ons goed voorbereiden op dit soort belangrijke trends. 

Boodschappenwinkels: tegenstrijdige belangen en leefbaarheid

Heerlen kent historisch een zeer fijnmazig netwerk aan (kleine) boodschappenwinkels. De moderne consument wil daarentegen steeds meer gemak en een breed aanbod in één winkel (‘one stop shopping’). Deze winkels, met name supermarkten, hebben hierdoor te maken met een veranderende consumentenvraag, concurrentie en digitalisering. Dat leidt tot grotere winkels en met name grotere supermarkten. Het gevolg hiervan is dat supermarkten zich niet meer op buurtniveau, maar op wijkniveau of zelfs stadsdeelniveau oriënteren. Dus grotere winkels, maar minder in aantal en minder dichtbij. Bovendien kunnen grotere winkels door schaalvoordelen vaak wat lagere prijzen rekenen dan kleine buurtwinkels. 

 

“Een supermarkt die voor iedereen lopend te bereiken is.” 

– Bewoner Zeswegen-Nieuw Husken

Heerlen-Centrum als traditionele koopstad staat onder druk

 

“Er moet meer aandacht aan de stad worden besteed zoals meer horeca, uitgaansgelegenheden, leuke winkels en fijne pleintjes met groen. Maak van de stad één geheel, bijvoorbeeld door alle gebouwen in het centrum in Caribbean kleuren te schilderen. Dan komen er meer toeristen en dat is goed voor de economie en werkgelegenheid. Geef laaggeletterden een kans in dit project en betrek jongeren om hangjeugd tegen te gaan. Heerlen heeft zo veel mogelijkheden om haar slechte imago kwijt te raken en zichzelf op de kaart te zetten!” 

– Bewoner uit Heerlerheide-Passart

Heerlen-Centrum heeft decennialang een duidelijk rol vervuld als koopstad voor heel Parkstad. Dit leidde lange tijd tot het bijbouwen van veel nieuwe winkelpanden, een groeitrend die niet alleen in Heerlen speelde. Deze groei is abrupt afgekapt door de bankencrisis van 2008 en de kredietcrisis van 2012. Doordat de koopkracht in die jaren instortte, werd er minder besteed. Hierdoor was het kernwinkelgebied ineens te groot. De snelle ontwikkeling van online shopping heeft de leegstand nog eens verder versterkt (zie figuur 11). Daarbovenop kwamen de effecten van de coronacrisis die (tijdelijk) tot een extra dip in het aantal bezoekers heeft geleid. Inmiddels gaat het de goede kant op wat betreft de bezoekersaantallen en zitten we inmiddels bijna op hetzelfde niveau als voor de coronacrisis. 

 

Aandeel leegstand verkooppunten[1].
afbeelding binnen de regeling
Figuur 10

 

 

“Wij hebben een prachtige en druk bezochte woonboulevard, maar in de stad is vooral leegloop. Heerlen centrum mag daarom wel wat meer winkels aantrekken waardoor de stad aantrekkelijker wordt voor mensen van buitenaf. Het eerste uur gratis parkeren was ook een groot succes. Soms als ik even snel iets wil ophalen in de stad dan mis ik dat wel en ga ik niet of bestel ik weer online.” 

– Bewoner uit Meezenbroek-Schaesbergerveld-Palemig

Sinds 2005 is al voorzichtig ingezet op het wat compacter maken van het uitgestrekte kernwinkelgebied. Dit is in de Structuurvisie Heerlen 2035 en in de Structuurvisie Ruimtelijke Economie Zuid-Limburg (SVREZL) verder doorgezet als aanpassing op de veranderde economische situatie. Daarbij is verschil gemaakt tussen het kernwinkelgebied en de aanloopstraten. We zijn voorzichtig met het nog verder inkrimpen, omdat dit het risico vergroot dat het kernwinkelgebied onder de kritische massa terecht komt en té klein wordt om het hoofdwinkelcentrum voor heel Parkstad te zijn. De kunst is om de juiste balans te vinden tussen een voldoende robuust en aantrekkelijk kernwinkelgebied en de overige functies die een binnenstad kenmerken.

Een aantrekkelijke en kwalitatief hoogwaardige openbare ruimte is niet zaligmakend, maar wel belangrijk voor het kernwinkelgebied en het horecagebied. Bovendien vormt het de verbinding met allerlei andere functies, zoals cultuur, kantoren en dienstverlening. Het wordt op deze manier ook aantrekkelijker om in de binnenstad te wonen. Wonen in de binnenstad kan een positieve impact hebben op het vergroten van de sociale controle en levendigheid, ook na winkelsluitingstijd.

Horeca

We hebben de afgelopen jaren gezien dat leegstaande winkelpanden in het centrum worden ingevuld door horeca. Hierdoor heeft de binnenstad, meer dan voorheen, een verblijfsfunctie gekregen: mensen gaan naar de stad voor een totaalbeleving. Toch is de marktruimte voor horeca min of meer verzadigd. Dit neemt niet weg dat we in Heerlen bepaalde gebieden hebben aangemerkt als horecaclusters die elkaar kunnen versterken doordat ze elk een net ander karakter hebben. Zowel overwegend anders in het type horeca (brasserie, lunchroom, restaurant of nachtcafé) als de plek in de stad die verschilt. In de wijken zien we een afname van de traditionele buurtcafés, snackbars en cafetaria’s.

Kansen voor de vrijetijdseconomie

 

“In mijn vrije tijd is er weinig te doen in Heerlen, met name na sluitingstijd van de winkels. Ook is er weinig aanbod voor kinderen en jongeren.” 

– Bewoner uit Molenberg

Het verbeteren en versterken van de vrijetijdseconomie is op verschillende schaalniveaus als belangrijke opgave benoemd. Heerlen, maar ook de omgeving, heeft een rijke historie en beschikt over verschillende gebieden met hoge natuurwaarden en unieke landschappen. Hier liggen kansen om de landschappelijke kwaliteiten en de rijke historie van Heerlen, zowel voor onze inwoners als voor onze bezoekers, beter te benutten en beter beleefbaar te maken. 

Het ontsluiten en geschikt maken van groengebieden voor inwoners en bezoekers is werk dat aantrekkelijk en eenvoudig is, maar wel verantwoordelijk en dus in regie en samenhang moet worden uitgevoerd. Daarbij kunnen gebieden een thema krijgen waarmee een doelgroep extra wordt aangesproken. Door de verspreide ligging van deze natuurplaatsen aan elkaar te verbinden met nieuwe natuur (dus niet met wegen) van tenminste zo’n 100 meter breed, ontstaan routes die alle thema's aan elkaar vlechten en er voor vele soorten mensen vele bestemmingen en belevingssferen ontstaan. Als deze verbindingen strategisch worden gemaakt, worden daarmee ook wijken aantrekkelijker. Dit zal op meerdere plaatsen een verandering van de verkeersstructuur vragen, hetgeen een mooie gelegenheid is om het oude stedenbouwkundige model te corrigeren. Groevegebieden vormen een uniek en uitzonderlijk mooi decor dat nergens in Nederland te vinden is en bieden de bezoeker datgene, dat Heerlen mist: open water. 

Verbind deze elementen met nieuwe werkgelegenheid i.s.m. de bovengrondse praktijkschool, het techniekcollege en Yuverta en dagjesmensen worden door tal van initiatieven van alle gemakken voorzien.

Onze cultuurhistorie is goed voelbaar in de mijnkoloniën, waarvan een aantal de status van beschermd stadsgezicht hebben. Maar ook in andere rijksmonumenten zoals de diverse voormalige watermolens langs de beken is dit goed zichtbaar.

Op cultureel gebied is Heerlen ook een voorloper. Het culturele aanbod, inclusief evenementen en cultuurhistorie, is volop aanwezig, maar wordt nog niet in de volle breedte door iedereen even sterk beleefd. In een samenleving die sterker het accent legt op beleving, kan het cultuuraanbod een onderscheidende rol spelen. 

Een sterke concentratie aan cultureel aanbod is te vinden in en rondom Heerlen-Centrum. Uniek is het Thermenmuseum langs de Via Belgica, evenals het voormalige Landsfort Herle rondom de Pancratiuskerk. De bekendheid en de beleefbaarheid zijn echter nog niet optimaal. Hier is dus nog iets te winnen om ook bezoekers van verder weg aan te trekken als onderdeel van de vrijetijdseconomie.

[1] Parkstad in cijfers, economie; https://parkstad.incijfers.nl/dashboard/economie

3.5 Afstemmingskader Parkstad

Veel van de in dit hoofdstuk geschetste uitdagingen gelden voor de hele regio Parkstad en zijn in dat verband ook al eerder onderkend. Daarom heeft Parkstad het Regionaal Afstemmingskader GOVI’s Parkstad ‘PARKSTAD 2040; een grenzeloos perspectief’ opgesteld (zie bijlage voor een uitsnede). De Versie: 1.0 – Bouwsteen voor de Gemeentelijke Omgevingsvisies is vastgesteld door de Bestuurscommissie Ruimte & Mobiliteit en de Gemeenteraden. Dit regionaal afstemmingskader bevat het toekomstperspectief voor de leefomgeving van Parkstad richting 2040 en is de regionale bouwsteen voor de zeven gemeentelijke omgevingsvisies. Het is geen hard kader met strikte planologische sturingsprincipes, maar juist een inspirerend vergezicht gericht op het samenbrengen van kwaliteiten en opgaven op alle schaalniveaus. Met dit vergezicht schetsen de zeven gemeenten ook de belangrijkste ambities en ontwikkelingen waar ze samen mee aan de slag gaan in de omgevingsvisies. Aan de hand van dit vergezicht is het afwegingskader gemaakt. Dit helpt bij het bepalen of nieuwe ontwikkelingen met een regionaal belang passen in het overkoepelende doel. 

Parkstad Limburg

Stadsregio Parkstad Limburg is een bestuurlijke samenwerking van zeven gemeente. Onze gemeente werkt hier samen met de gemeente Beekdaelen, Brunssum, Kerkrade, Landgraaf, Simpelveld en Voerendaal. De regio zet zich in voor een duurzame economische, fysieke en sociale ontwikkeling, waardoor welvaart, welzijn, werkgelegenheid en voorzieningen zowel nu als op de langere termijn worden bevorderd en gewaarborgd. Dat wordt gedaan door: 

  • a.

    Het realiseren van een duurzaam economisch groeipotentieel door het creëren van nieuw perspectief en het verzilveren van kansen, ook grensoverstijgend.

  • b.

    Het realiseren van leefbare en gezonde wijken en kernen door het integreren van een sociale en fysieke aanpak op gebiedsniveau.

4 Visie op Heerlen

4.1 Inleiding

In hoofdstuk 2 en 3 hebben we gezien dat Heerlen vele kwaliteiten heeft om trots op te zijn en die we koesteren, maar ook dat er veel opgaven op de gemeente afkomen waar we iets mee moeten. Dit doen we op een Heerlen-eigen manier die past bij onze inwoners en ondernemers. Dat kan soms afwijken van ‘hoe we het altijd doen’. Daarom is het goed om los van de dagelijkse praktijk na te denken over de (verre) toekomst van Heerlen. Wij zien Heerlen in 2050 als ‘een oude stad met een jong hart!’. Hieronder beschrijven we onze visie op Heerlen, de wenselijke situatie, in 2050. Daarbij geven we ook aan welke opgaven we daarvoor hebben aangepakt. Hoe we dat gaan doen beschrijven we in de thematische uitwerking in het volgende hoofdstuk (5).

4.2 Heerlen in 2050; een oude stad met een jong hart!

Heerlen in balans

Anno 2050 is Heerlen een sociale en groene stad in balans, met een stralend centrum te midden van goed verbonden vitale buurten. We hebben een balans getroffen tussen samenleving en natuur, tussen materiële welvaart en immaterieel welzijn, tussen trots op een roemrijk verleden en zin in een lonkende toekomst. Na een opwaartse spiraal in de eerste helft van de 21e eeuw staat de stad gemiddeld tot hoog in landelijke lijstjes op het gebied van leefbaarheid, veiligheid, gezondheid en sociaaleconomische status. De rigoureus vergroende én verduurzaamde wijken van Heerlen worden stuk voor stuk bewoond door een veerkrachtige mix van jonge en oude inwoners, van huishoudens met dikke én smalle beurzen. Heerlen heeft haar positie als bruisend hart van Parkstad bestendigd en is uitgegroeid tot bloeiend Euregionaal knooppunt dat zich onderscheidt op tal van thema’s, van cultuur tot circulariteit. De rond de eeuwwisseling voorspelde demografische krimp is uitgebleven. Heerlen is meebewogen met de gematigde groei van de Nederlandse bevolking, en is mede dankzij groeimagneten als het Medtech cluster en de Brightlands Service Campus geleidelijk doorontwikkeld tot een stad van ruim 100.000 inwoners. 

Identiteit, van nul tot nu 

Vandaag de dag zijn de vier belangrijke cultuurhistorische periodes die, zoals beschreven in hoofdstuk 2, medebepalend zijn geweest voor de ontwikkeling van Heerlen goed zichtbaar. De komst van het Maankwartier, dat bekend staat als de vierde en daarmee de jongste belangrijke cultuurhistorische periode, aan het begin van de 21e eeuw was na de zware en turbulente tijden van de mijnbouwperiode een eerste moderne stap in de transitie van de stedelijke identiteit van Heerlen. De stationsomgeving is een symbool voor het vermogen van de stad om zichzelf steeds weer opnieuw uit te vinden. Dat geldt ook voor het zwembad in de Sint Franciscus van Assisikerk waarmee Heerlen een pagina in de Lonely Planet veroverde. De slagzin van het in 2050 met succes afgeronde Nationaal Programma Heerlen-Noord “Trots, als brandstof van onze inhaalrace”, benadrukt de kracht van de identiteit die is voortgekomen uit deze vier belangrijke bloeiperiodes. 

Een stad met een gouden rafelrand 

Begin twintiger jaren van de 21e eeuw werd Heerlen beschreven als een stad met een gouden rafelrand. Aan de ene kant was Heerlen een stad met heel veel sociaaleconomische uitdagingen en een getroebleerd verleden. De sociale structuur van de stad stond onder enorme druk en Heerlen prijkte bovenaan alle negatieve lijsten. De armoedecijfers waren hoog, en Heerlen was nationaal koploper in energiearmoede, wat betekende dat veel mensen in slechte huizen woonden, met hoge energierekeningen en weinig middelen voor de nodige verduurzamingsslag. Aan de andere kant en desondanks was het een stad met het vermogen om de bladzijde om te slaan en zichzelf opnieuw uit te vinden. In dat proces zat – en zit nog steeds – veel creativiteit, energie en lef om erbovenop te komen. Door middel van pionieren en een vechtersmentaliteit slaagde de stad er in op een solidaire manier de energietransitie vorm te geven en stapje bij beetje de sociaaleconomische achterstanden achter het fenomeen energiearmoede in te halen. Diezelfde mentaliteit zorgt ervoor dat Heerlen ook nu gewoon nog steeds beschikt over een hoogwaardig, volwaardig ziekenhuis dat heel Parkstad bedient. 

Trendbreuk begon bij de jeugd 

Voor Heerlen is een betere toekomst altijd bij haar jeugd begonnen. Niet voor niets investeren we al decennia lang in de best mogelijke omstandigheden voor kinderen. Wie in een liefdevol en veilig gezin opgroeit, heeft later de grootste kans op een gelukkig, liefdevol en succesvol leven. Daarom ondersteunen we nog altijd via onder andere ‘Kansrijk van Start’ jonge ouders vanaf het moment van een kinderwens tot het moment dat kinderen naar school gaan en laten we ook daarna niet los. We zien het onderwijs als dé plek om gelijke kansen te bevorderen en behandelen scholen en kinderen daarom juist ongelijk: kinderen die meer ondersteuning nodig hebben, krijgen extra hulp en aandacht. We zijn blij met iedereen die op eigen kracht kan zorgen voor veiligheid, gezondheid en ontplooiing, maar voor wie dat niet vanzelfsprekend is, staan we klaar om te helpen. Via Familiescholen ondersteunen we kinderen en gezinnen met onder meer armoedebestrijding en zorg. Apetrots zijn we bovendien dat alle Heerlense scholen een Rijke Schooldag bieden, met volop aandacht voor gezond eten, bewegen, cultuur en samenwerking met de buurt.

Vitaal, gezond en leefbaar Heerlen 

Ruimte voor positieve gezondheid 

In 2050 zijn de mensen uit Heerlen gezonder dan het gemiddelde van Nederland omdat, mede dankzij het succes van het Nationaal Programma Heerlen-Noord, de sociaaleconomische achterstanden zijn ingelopen, de basis op orde is en de basisvoorwaarden voor een gezonde leefomgeving altijd al aanwezig waren. Het groen is zoals gezegd altijd dichtbij: de beekdalen, de Brunssumerheide en de groene inrichting van de wijken en buurten dragen bij aan de positieve gezondheid en brede welvaart. Wel zijn die identiteitsdragers vanaf begin twintiger jaren versterkt door ze een duidelijker profiel mee te geven en ze aan elkaar te verbinden. Ook laten we in het groen het erfgoed, kunst en cultuur goed zien. 

Sociaal veilig 

Heerlen is anno 2050 ook een heel veilige stad. Dankzij grote inspanningen, ook in de landelijke lobby, zijn er extra politieagenten en BOA’s ingezet. Daarnaast is er strak gehandhaafd op diverse terreinen, waaronder in de fysieke leefomgeving via het goed inregelen van het omgevingsplan. Na een aantal jaren, toen de integrale aanpak van het Nationaal Programma Heerlen-Noord zich begon uit te betalen en meer mensen aan het werk gingen, nam de criminaliteit gaandeweg af tot een in Nederland gemiddeld tot laag niveau.

Vertrouwen 

Anno 2050 is het vertrouwen tussen de inwoners en het gemeentebestuur relatief groot. Zo is de opkomst bij verkiezingen al jaren gemiddeld tot hoog vergeleken met de rest van Nederland en weten inwoners uit alle lagen van de bevolking de gemeente goed te vinden. Inwoners worden structureel betrokken bij de ontwikkeling van beleid en plannen voor de toekomst. Hier krijgen ze de gelegenheid om mee te praten en mee te denken over de toekomst van Heerlen zodat er een breed gedragen verhaal ontstaat waar zowel de stad als haar inwoners en ondernemers achter staan. Het gestructureerd werken in de beleidscyclus geënt op de Omgevingswet die in 2024 in werking is getreden, biedt hiertoe ook volop de gelegenheid. Het betrekken van de samenleving bij onderwerpen zoals klimaatverandering is ook succesvol gebleken. Hier zijn innovatieve ideeën uit voort gekomen waar Heerlenaren al jaren met elkaar de vruchten van plukken.

Dé tuinstad van Parkstad 

Groen tot in het hart van de stad 

Door de ontstaansgeschiedenis van Heerlen, waarin diverse dorpen en mijnwerkerswijken aan elkaar zijn gegroeid, konden bezoekers zich aan het begin van de 21e eeuw soms nog moeilijk oriënteren. Anno 2050 vormen de beekdalen en andere groengebieden de juiste begeleiding om de weg door de stad te vinden. Ook de wijken en buurten zelf zijn zo rigoureus vergroend, met een fijnmazige dooradering, dat ze bijdragen aan biodiversiteit, gezondheid, klimaatadaptatie en bestrijding van hittestress. Ondanks de groei die Heerlen heeft doorgemaakt, vinden groen en bebouwing nog altijd een mooie, natuurinclusieve balans, waardoor het goed toeven is voor mensen én alle dieren. Nieuwe en verbeterde fiets- en wandelverbindingen door de groene aders maken de grote groenstructuren in en om de stad goed bereikbaar voor bewoners en recreanten. Vanuit het centrum en de wijken ben je in mum van tijd op de Brunssummerheide die zijn weg vindt tot in het hart van de stad. Heerlen kent ook vele prachtige groene, soms nog onbekende, plekken, meerachtige vijvers en beken. De natuurgebieden, de Caumerbeek en de Geleenbeek zijn volledig hersteld en beter zichtbaar gemaakt. Ook het groevegebied is na de exploitatie van zilverzand volledig getransformeerd tot een uniek groen- en waterrijk gebied met prachtige natuur, volop recreatiemogelijkheden en een sterke verknoping met de omliggende wijken. Door de verbeterde verbindingen tussen de stad en de omgeving is ook Kasteel Hoensbroek goed bereikbaar wat een positief effect heeft op de beleving van het groen en de cultuurhistorische waarden van Heerlen. 

Groen wordt hét verbindend element en daarmee tevens unique selling point van heel Heerlen!

Cultureel brandpunt

Voor kunst en cultuur ben je in 2050 in Heerlen aan het juiste adres. Dit vormt een groot deel van de identiteit van de stad. Door het brede culturele aanbod is Heerlen in de loop der jaren uitgegroeid tot culturele hoofdstad van zuidelijk Nederland. Er zijn culturele festivals, een drukbezocht theater en een poppodium dat bekend staat om zijn kwaliteit. Dankzij SCHUNCK, de stadsschouwburg, de Royal, het Maankwartier – en de gewaagde bouwwerken die volgden – is Heerlen een geliefd uitje voor liefhebbers van (moderne) architectuur. Het herontdekken van de culturele kwaliteiten van de stad en het centrum heeft ertoe geleid dat de unieke uitstraling overal zichtbaar en voelbaar is. Zo wordt de graffiti in de stad omarmd en als kunst beschouwd en is er op het gebied van kunst en cultuur invulling gegeven aan het voorheen ‘lege canvas’ van Heerlen. Daarnaast heeft Heerlen zich de afgelopen decennia verder ontwikkelt tot dé hiphop stad van de brede (Eu)regio.

Internationale netwerkstad

Nieuwe sociale netwerken 

Pioniersstad Heerlen heeft de capaciteit om zichzelf opnieuw uit te blijven vinden – een eigenschap die haar ook anno 2050 blijft vormen. Bijzonder daarbij is dat de situatie nu in veel opzichten ook weer elementen heeft van de situatie van vóór de mijnsluitingen: het gevoel van sociale cohesie, elkaar helpen en aangesloten zijn bij het verenigingsleven is in de loop van de jaren gebleven bij en gedragen door oudere inwoners en mede dankzij hen sterk gegroeid bij jongeren en relatieve nieuwkomers. Buurtvoorzieningen zijn teruggekeerd naar buurten en wijken die er eerder van verstoken waren en hebben eveneens bijgedragen aan de sociale cohesie. Ook zijn er energiecoöperaties opgebloeid, waarin Heerlenaren samen zorgdragen voor het onderhoud en de verbetering van volledig duurzame energievoorzieningen. De strijd tegen klimaatverandering en voor vergroening heeft gezorgd voor verbondenheid. 

Nieuwe fysieke netwerken 

Door de aanleg van nieuwe en logische verbindingen is de oriëntatie in de stad anno 2050 verbeterd, waardoor mensen zowel van binnen als van buitenaf nu gemakkelijk op de fiets of te voet de stad kunnen verkennen. Dankzij nieuwe overkluizingen vormt het spoor geen barrière meer en zijn de stadsdelen Heerlen-Noord en Heerlen-Zuid (fysiek en sociaal) naar elkaar toegegroeid. 

Grensoverstijgend samenwerken 

Heerlen ligt aan de rand van Nederland maar centraal in een grotere internationale regio met het Ruhrgebied en de omgeving Luik om de hoek, waarbinnen in totaal meer dan 30 miljoen mensen wonen. Die ligging wordt inmiddels optimaal benut door de uitstekende verbindingen en grensoverstijgende samenwerking. Er vindt uitwisseling van kennis en samenwerking met andere overheden over de grens plaats met Aken voorop. Dankzij de bloei van onder andere grensoverstijgende bedrijventerreinen en de dépendance van de RWTH in Heerlen, vindt er een sterke uitwisseling van kennis en mensen plaats. Hoogwaardige, snelle aansluiting op een Euregionaal (en vanuit de Euregio zelfs Europees) spoornetwerk biedt talloze mogelijkheden voor verdere samenwerking. 

Internationale kenniseconomie 

Heerlen onderwijsstad 

Anno 2050 heeft Heerlen alle kansen op het gebied van innovatie met beide handen aangepakt en gecombineerd met scholing en onderwijs. Ook hier zijn we begonnen bij de jeugd. Vanaf jonge leeftijd hebben we talentontwikkeling gestimuleerd, achterstanden bestreden en ondersteuning geboden daar waar dat nodig was en dit doen we nog steeds. We zetten daarmee maximaal in op het succesvol afronden van een schoolperiode met een startkwalificatie. Zo nemen alle jongeren volwaardig, zelfbewust, zelfstandig en in goed welbevinden deel aan de Heerlense samenleving en arbeidsmarkt en blijven ze zich doorontwikkelen. Daarom is het mbo, hbo en wo niet alleen meer voor studenten. De scholen zijn ook ontmoetings- en leerplekken voor volwassenen, bedrijven en maatschappelijke instellingen. 

In Heerlen zijn we al jaren voorlopers op het gebied van techniek, stedelijke transformatie, duurzaamheid, zorg, brede welvaart en veiligheid op alle niveaus. Dit gaat van mbo, hbo tot wo en van wetenschappelijk onderzoek tot het verzilveren van kennis en techniek. Onze internationale context en het gegeven dat we hier pionieren met transformaties op vele vlakken zorgt ervoor dat ook onderwijsinstellingen van over de grens onze regio en onze vraagstukken interessant vinden. De komst van de RWTH Aachen naar Heerlen begin twintiger jaren is wat dat betreft een opmaat gebleken. Vlak na de komst van de Akense universiteit, vonden ook de OU (Open Universiteit), de UM (Universiteit Maastricht) en Zuyd Hogeschool de weg naar het centrum van de stad. Tot op de dag van vandaag vindt er een succesvolle samenwerking en uitwisseling van kennis plaats tussen deze verschillende universiteiten en komen er jaarlijkse honderden studenten naar Heerlen. 

In de nabijheid van Heerlen, in de euregio, zijn aanvullend op de in Heerlen gevestigde (onderdelen van) onderwijsinstellingen nog onder andere de RWTH, Brightlands Maastricht Health en Chemelot campus Sittard gelegen. Hiermee is het beschikbare onderwijsaanbod zeer divers en compleet te noemen.

Slimme hoofden en handige handen 

In de technologie en logistiek hebben we gewerkt en werken we nog steeds aan vraagstukken op allerlei niveaus. Van Artificial Intelligence (AI), robotisering en digitalisering als wetenschapsgebieden, tot de toepassingen ervan in de maatschappij en het bedrijfsleven, tot het onderhouden en het bedienen van dit soort toepassingen in de fabrieken. Daarnaast is de sector in medische technologie en medische logistiek, dankzij de internationale ligging, toenemend zorggebruik en verbeterde technologie, het afgelopen decennia een groeibriljant gebleken die voor de hele regio economisch stuwend is. Excellent onderwijs en onderzoek zijn van levensbelang om de kenniseconomie draaiende te houden en de regio door te blijven ontwikkelen. Met de komst van de ‘Einstein Telescope’ maar ook vragen vanuit ASML en onze financieel administratieve clusters hebben bijgedragen aan dit belang. 

De economische as 

De economische as, die vanaf de woonboulevard tot in het zuidelijkste punt van de gemeente loopt, huisvest naast de nog steeds bloeiende woonboulevard meerdere grote bedrijven binnen de Brightlands Smart Services Campus, een uitgebreide onderwijsboulevard met onderwijsinstellingen op verschillende niveaus, een hoogwaardig technologisch bedrijventerrein,  een moderne zorgvallei, een industrieel cluster en tot slot de grote concentratie van medische logistiek. Deze as heeft Heerlen economisch op de kaart gezet. De digitalisering heeft hier een grote bijdrage aan geleverd door de nieuwe mogelijkheden op het gebied van medische technologie, smart services en AI. Het aantal hoogwaardige banen, alleen al in de medische sector, is door de jaren heen zo sterk gestegen, dat de stad veel meer kenniswerkers aan zich heeft kunnen binden. Deze ontwikkeling heeft daarnaast ruimte geboden voor de verduurzaming van bedrijven en processen en draagt bij aan de energietransitie. De energietransitie heeft gezorgd voor een nieuwe ‘groene economie’ en veel nieuwe groene banen. In deze ’bedrijfstak’ zijn we koploper in heel Nederland en zelfs Europa. Ook de groei van het toerisme en de vrijetijdssector is flink doorgezet. 

Toekomstbestendige woonomgeving 

Divers en inclusief woningaanbod 

Begin twintiger jaren werd de krimpgedachte ten grave gedragen en gaf de gemeente samen met maatschappelijke partners gestalte aan een nieuwe sociaal-ruimtelijke dynamiek in de stad. De woningvoorraad is nu, in 2050, kwantitatief en kwalitatief op orde. Door de ontwikkeling van de economische as zijn er niet alleen veel nieuwe banen bij gekomen voor Heerlenaren, maar ook voor mensen van buiten de gemeente. De woningvoorraad is behalve volledig duurzaam en klimaatadaptief daardoor ook groter en inclusiever geworden om de ruim 100.000 Heerlenaren in al hun verscheidenheid te accommoderen. 

Anno 2050 is niet alleen de woningvoorraad op orde, maar is ook de balans in het woonklimaat teruggekeerd. Dit werd bereikt met stevig volkshuisvestelijk beleid dat geen ruimte liet voor huisjesmelkers, en dat aanzette tot structurele verbetering van de samenstelling van wijken. De belangrijkste opgave hierbij was het ongedaan maken van de stelselmatige concentratie van kwetsbare groepen op dezelfde plekken in de stad, in samenwerking met de rest van de regio. Zo werden er in focuswijken woningen in het hogere segment gebouwd en in veerkrachtigere wijken juist sociale en betaalbare woningen. Een effectief instrument hiervoor bleken de zogenaamde “(Park)stadshuwelijken” – verbindingen tussen méér en minder veerkrachtige wijken in Parkstad waarin parallel werd ontwikkeld om overal tot een gezondere sociale mix te komen. Nu, in 2050, hebben alle wijken een evenwicht gevonden tussen betaalbare woningen en woningen in het hogere segment en alles wat daar tussenin zit. Dit heeft samen met het hoge maatschappelijke voorzieningenniveau geleid tot een sterke sociale cohesie in de wijken en buurten.

Innovatieve woningbouw 

Heerlen beschikt anno 2050 over diverse woonmilieus: van hoog stedelijk wonen in het centrum tot ruim opgezet wonen in het groen. Daarnaast is er voldoende keuze tussen kwalitatief goede woningen, appartementen en eengezinswoningen en is ook hybride wonen mogelijk in Heerlen. De kwaliteit vertaalt zich ook naar de levensloopgeschiktheid van de woningen. Er zijn grote veranderingen en innovaties op het gebied van wonen en woningbouw doorgevoerd. Zo heeft de gemeente een grote rol gehad in het herstel van de woningmarkt. Bovendien is de gemeente voortvarend aan de slag gegaan met een brede herstructureringsslag. De leefbaarheid ging in herstructureringsgebieden zichtbaar vooruit doordat rotte plekken weg werden gewerkt, groenstructuren op grote schaal werden hersteld of nieuw werden aangelegd, en doordat er slim gemixt werd met woonsegmenten. Bij deze vernieuwingsslag werd zo veel mogelijk ingezet op innovatieve woon- en bouwvormen die energieneutraal en hittebestendig zijn. Het in Heerlen gevestigde Europees Centrum voor Circulaire Bouw en Transformatie vervulde een aanjagersrol tot ver in de Euregio. Optimale woonkwaliteit werd systematisch gekoppeld aan maximaal identiteitsbehoud in karakteristieke wijken als mijnkoloniën.

Samenwerking boven marktwerking in de zorg

Anno 2050 is Heerlen, meer dan ooit, een inclusieve stad. Dat ouderen, zorgbehoevenden en mensen met een beperking (langer) thuis blijven wonen, is ten opzichte van in de begin twintiger jaren, onder meer de gewenste uitkomst van de samenwerking in het zorglandschap. Het motto van deze samenwerking luidt: ‘Geen marktwerking, maar samenwerking in de zorg’. Dit is tot uitdrukking gebracht door de zorg en ondersteuning, waarvoor de gemeente verantwoordelijk is, zo veel mogelijk te organiseren via samenwerkingsverbanden. Hierbij wordt er met één contractpartner voor het zorg- en ondersteuningsaanbod gewerkt en wordt de samenwerking met ketenpartners veelvuldig gestimuleerd. Ook zijn er – met het oog op de vergrijzing, het streven naar inclusie en de wens dat mensen lang thuis blijven wonen – veel sociale en ruimtelijke aanpassingen in de omgeving gedaan en is het aantal levensloopbestendige woningen enorm gegroeid.

Gelukkig ouder worden 

Iedereen wil gelukkig ouder worden en waar kan dat beter dan in de eigen omgeving. De samenwerking in het zorglandschap werd gekoppeld aan vooruitstrevend ouderenbeleid, met warme aandacht voor onze oudere inwoners. Het Heerlense ouderenbeleid stelde de ouderen zelf centraal, hielp hen zo lang als mogelijk gelukkig thuis te laten wonen en hen tegelijkertijd volop in staat te stellen deel te blijven nemen aan de maatschappij. Op het moment dat ouderen niet meer zelfstandig thuis kunnen wonen, weten velen de weg te vinden naar het open Zorgbuurthuis. Het Zorgbuurthuis beschikt over een fijnmazig netwerk van zorg, begeleiding en maatschappelijke ondersteuning waar ouderen zo lang als mogelijk in hun eigen vertrouwde wijk of buurt kunnen blijven wonen. Om dit te realiseren werd in Heerlen ingezet op community building en "magic mix" in woon(zorg)complexen en wijken. Deze maatregelen en het creëren van groenvoorzieningen hebben een grote impact op de inclusiviteit en leefbaarheid van de wijken en de vitaliteit en positieve gezondheid van alle Heerlenaren. 

Energieneutraal, klimaatadaptief en duurzaam 

Energierechtvaardigheid

Een belangrijke Heerlense invulling van de energietransitie is het bereiken van energierechtvaardigheid. We zijn gegroeid van energiearmoede naar een situatie, in 2050, waarin iedereen recht heeft op betaalbare energie en deze ook krijgt. Dit heeft Heerlen samen met Parkstad bereikt door het nastreven van vier principiële doelstellingen: een betaalbare energierekening, een leefbare woonkamertemperatuur, een houdbare ecologische voetafdruk en democratisch zeggenschap over de energiehuishouding. Om deze zeggenschap te creëren en waarborgen, is halverwege de twintiger jaren een sociaal energiebedrijf opgericht. Daarnaast is er veel onderzoek verricht naar de ruimtelijke inpassing van duurzame energiebronnen en het uitrollen van een grootschalige collectieve warmtetransitie. Heerlense energie wordt anno 2050 volledig duurzaam opgewekt, nadat de stad in 2040 al energieneutraal werd. 

Van energierechtvaardigheid naar klimaatrechtvaardigheid 

Heerlen is niet gestopt bij energierechtvaardigheid, maar heeft dit verder opgewerkt tot ‘klimaatrechtvaardigheid’ door ook klimaatadaptatie, natuurinclusiviteit en circulariteit mee te nemen. Zo werd de huizenvoorraad verduurzaamd en volledig voorzien van materiaalpaspoorten om te borgen dat materialen zo veel mogelijk hergebruikt worden. Door de opgedane kennis op dit gebied is Heerlen uitgegroeid tot Euregionaal knooppunt voor circulaire bouwinnovatie. De woon- en buitenruimte zijn volledig klimaatadaptief ingericht en we hebben voorzieningen voor hoog water getroffen in de beekdalen en in nieuwe buffergebieden. Door vooruitstrevend dierenwelzijnsbeleid is de Heerlense samenleving veel meer in balans met de Heerlense natuur, heeft biodiversiteit weer op kunnen bloeien en worden dieren erkend en beschermd als volwaardig onderdeel van het weefsel van de stad. 

5 Thematische uitwerking

5.1 Inleiding

Het is nog geen 2050. Er moet veel gebeuren om de ambities waar te maken. Daarom hebben we in dit hoofdstuk het wensbeeld voor 2050 terugvertaald naar de acties van morgen. Deze hebben we ingedeeld aan de hand van het afstemmingskader van Parkstad, maar in een vereenvoudigde vorm (minder thema’s) en met eigen Heerlense benamingen, die zijn gebaseerd op de identiteit, de kwaliteiten en de opgaven van de stad.

afbeelding binnen de regeling

5.2 Vitaal, leefbaar en gezond Heerlen

5.2.1 Inleiding

Met een vitaal, leefbaar en gezond Heerlen (en Parkstad) zorgen we voor een betere sociaalmaatschappelijke situatie, een omgeving die veiligheid en positieve gezondheid centraal heeft staan en een voorzieningenaanbod dat past bij de regio. 

afbeelding binnen de regeling
5.2.2 Het kind voorop

Inleiding

Zoals gezegd worden de achterstanden vaak van generatie op generatie overgedragen. Om die spiraal te doorbreken leggen we de focus op kinderen en jongvolwassenen. We stellen ‘het kind voorop’, want de kinderen van nu zijn de toekomst. 

afbeelding binnen de regeling

 

Doorbreken van de sociaaleconomische en maatschappelijke achterstanden

Het doel van het jeugdbeleid is dat alle kinderen en jongeren gezond en veilig kunnen opgroeien, hun talenten kunnen ontwikkelen en naar vermogen kunnen participeren in de samenleving. Hierbij ondersteunen we jeugdigen en hun gezinnen zoveel als mogelijk preventief, en bieden we hulp dicht bij huis en samen met andere partners in het jeugddomein zoals voorschoolse opvang, onderwijs en huisartsen. De aanpak van ‘het kind voorop’ betekent letterlijk en figuurlijk ruimte aan kinderen bieden.

Alle kinderen en jongeren willen we maximale ontwikkelkansen bieden. Wij werken aan een zo optimale zorginfrastructuur door te zorgen voor een bereikbaar aanbod van sterke voorzieningen voor onderwijs, opvang en zorg, gericht op ontwikkelen, opvangen, zorgen en uitdagen van kinderen.

Het doorbreken van de sociaalmaatschappelijke achterstanden vraagt om acties achter de voordeur, passend onderwijs, gelijke kansen, het vergroten van de kansen op werk, het tegengaan van armoede en het vergroten van (positieve) gezondheid (zie ook paragraaf 5.2.4.). Er zijn echter ook minder zichtbare factoren die bijdragen aan het terugdringen van achterstanden, zoals de bereikbaarheid van voorzieningen. 

De samenleving heeft deze opgaven en ambities ook aangestipt en verwoord in de volgende kernthema’s die van belang zijn voor de toekomst van Heerlen.

‘Zorgen van nu, kansen voor de toekomst’

De samenleving legt de nadruk op het aanpakken van de huidige uitdagingen van Heerlen als vertrekpunt voor verbetering. Deze problemen, zoals rommel op straat, leegstand, gebrek aan betaalbare woningen, sociaaleconomische verschillen en gevoelens van onveiligheid, worden gezien als kansen om de stad positief te veranderen en de basis te leggen voor een betere toekomst.

‘Verkleinen van achterstanden’

Vanuit de samenleving wordt het verminderen van de sociaaleconomische verschillen in de stad benadrukt. Ideeën om dit aan te pakken zijn het vergroten en verstevigen van verbindingen binnen en tussen wijken, een betere spreiding van de bevolking over verschillende gebieden, inzet van buurtvaders en -moeders, en het bevorderen van werkgelegenheid en vakopleidingen.

Clustering van maatschappelijke voorzieningen

Versnippering van maatschappelijke voorzieningen willen we voorkomen. We willen ook  een goede bezettingsgraad en toegankelijkheid waarborgen. Daarom is clustering noodzakelijk, zodat deze voorzieningen ook levensvatbaar blijven. Er is al sprake van clustering in Brede Maatschappelijke Voorzieningen. Het is nu van belang dat voorzieningen multifunctioneel worden gebruikt en ruimten flexibel worden benut. Momenteel is echter nog sprake van tegengestelde belangen in de uitvoering. Daarom is het noodzakelijk om een balans te vinden tussen levensvatbare en goed bereikbare lokale voorzieningen enerzijds en clustering en modernisering anderzijds.

Zuid-Limburg

Als er niets verandert, wordt het aantal inwoners steeds lager (zie ook de Scenarioschets Narratief Parkstad op de volgende pagina). Ook neemt het aantal ouderen toe en het aantal jongeren af. Dat is een bedreiging voor de levensvatbaarheid van winkels en dus de leefbaarheid. Om dit tij te keren, hebben we twee actielijnen ingezet: enerzijds de ambitie om het aantal inwoners weer te laten toenemen, en anderzijds het herstructureren van de winkelvoorraad.

Met de Structuurvisie Ruimtelijke Economie Zuid-Limburg (SVREZL) streven de gemeenten in Zuid-Limburg naar een balans tussen de behoefte aan winkels in de wijk en de trend van schaalvergroting, waarbij winkels meer concentreren. Bestaande functies in de wijk kunnen samengebracht worden, waarbij een combinatie kan worden gemaakt van detailhandel, sociale activiteiten, sport of horeca. Door deze functies met elkaar te combineren ontstaan meerdere redenen om dit gebied te bezoeken, wat de vitaliteit ten goede komt.

Scenarioschets Narratief Parkstad

afbeelding binnen de regeling

 

Scenario A: Lichte bevolkingsdaling

Als we geen extra inspanning verrichten en de migratie niet (versterkt) doorzet. Sociale cohesie (met name in de zwakste) wijken, komt verder onder druk te staan. Gemengde wijken kunnen zeer waarschijnlijk niet gerealiseerd worden. We bereiken hierdoor wellicht de ondergrens van het bestaansrecht van voorzieningen. We vangen daarnaast de teruglopende beroepsbevolking niet geheel op waardoor de druk op de arbeidsmarkt toeneemt en de basis onder het faciliteren van nieuwe investeringen en initiatieven is dun. We versterken we de op het behoud van jong talent uit Parkstad. 

Scenario B: Forse bevolkingsdaling

Dit is een reëel risico als we de daling van de beroepsbevolking niet kunnen compenseren en wat doen de grote werkgevers die niet afhankelijk zijn van locatiefactoren in dat geval en wat is de toekomst van het MKB? Dit staat daarnaast nog los van het accommoderen van de additionele economische dynamiek waaronder de toenemende ruimtevraag op bedrijventerreinen. Hierdoor is het te verwachten dat jong talent vertrekt uit de regio. Het vertrek van bedrijven die niet afhankelijk zijn van locatiefactoren zou de neerwaartse spiraal versnellen. De kans is hierdoor nog groter dat we de ondergrens van het bestaansrecht van voorzieningen bereiken (of er doorheen zakken). De negatieve impact van scenario A wordt versterkt.

Scenario C: Stabilisatie

Om stabilisatie te kunnen realiseren moet de migratie (versterkt) doorgaan, bijvoorbeeld door hier bewust op te sturen. Daarbij denken we na over wie kan bijdragen aan onze toekomstige samenleving en is de integratie van migranten belangrijk. Een noodzakelijke bijdrage aan de arbeidsmarkt is om de netto afname van de beroepsbevolking op te vangen en daardoor een meer stabiele basis te realiseren onder het kunnen accommoderen van de economische dynamiek. Het huidige voorzieningenniveau blijft behouden en we sturen op meer menging in de wijken. We zetten ons daarnaast maximaal in om jong talent uit Parkstad te behouden.

Scenario D: Parkstad groeit

Om dit scenario, het gewenste scenario, te bereiken, moeten we ons vol durven in te zetten op de kansen van Parkstad. Om de groei te kunnen realiseren, moet de migratie versterkt doorgaan en moet hier bewust op gestuurd worden (net als in scenario C). We sturen op de nieuwe middenklasse door middel van gemengde wijken en het bedrijfsleven. Het aanbod en de kwaliteit van het voorzieningenniveau kan wellicht toenemen. Tot slot zetten we ons in dit scenario ook maximaal in op het behoud van jong talent uit Parkstad. 

(Sport)verenigingen als smeerolie van de samenleving

Veel inwoners van Heerlen zijn lid van een sport- of culturele vereniging en ontmoeten elkaar bij verenigingsactiviteiten. Doordat de vrijetijdsbesteding steeds individueler wordt staat de traditionele (sport)verenigingen onder druk. Nieuwe (individuele) sportconcepten nemen in populariteit toe en hebben een totaal andere ruimtevraag. Daarom creëren we voor alle Heerlenaren in de openbare ruimte en in moderne sportaccommodaties een beweegvriendelijke omgeving. Daarbij zoeken we de balans tussen vraag en aanbod en zorgen we voor een goede spreiding over de stad en waar mogelijk voor een clustering van verschillende voorzieningen. Het verhogen van de sport- en beweegdeelname zelf is alleen een grote uitdaging. Het vraagt om een wisselwerking tussen ondernemende en innovatieve sportaanbieders (verenigingen en anderen), de inzet van intermediairs zoals sportconsulenten en een actieve overheid die zorgt voor passend beleid.

5.2.3 Veiligheid op orde

Inleiding

Een veilige leefomgeving is belangrijk voor het welzijn in Heerlen. Ook inwoners benoemen gevoelens van onveiligheid en zien kansen om deze te veranderen. De omgevingsvisie spitst zich toe op de invloedmogelijkheden van de fysieke leefomgeving. Door het behouden en versterken van een aangename en veilige openbare ruimte willen we de gezondheid en het welbevinden van onze bewoners versterken. Ook hier geldt het thema ‘Zorgen van nu, kansen voor de toekomst’ als uitgangspunt.

afbeelding binnen de regeling

 

De aanpak Sociaal Veilig

 

“Wat betreft sociale veiligheid: Een beter ecosysteem van veiligheidsbronnen, zoals een bewonersapp, samenwerking met politie en buurtsurveillance.” 

– Bewoner uit Mariarade

Het is de uitdaging om participatie van burgers een belangrijke rol te laten spelen om overlast en leefstijl bespreekbaar te maken en samen werk te maken van de opgaven. De ‘aanpak Sociaal Veilig’ speelt hierin een cruciale rol en zorgt ervoor dat overlastsituaties vroegtijdig in beeld komen. Vervolgens kunnen we passend vanuit zorg en veiligheid reageren. 

Een veilige fysieke leefomgeving

Een veilige fysieke omgeving is een belangrijke voorwaarde voor een leefbare stad. Daarbij richten we ons op LPG-tankstations, laadpunten voor nieuwe energiedragers en evenemententerreinen nabij risicovolle locaties. Risicobronnen op gevoelige locaties krijgen geen toestemming tot wijziging of uitbreiding. We verlenen bovendien geen medewerking aan (doorontwikkeling van) kwetsbare objecten die niet binnen onze visie passen op dergelijke locaties. In het kader van ontwikkelingsgericht denken, blijft maatwerk (onder voorwaarden) mogelijk op het gebied van verantwoording van risico’s en als het maatschappelijk of economisch belang daarom vraagt. Gewilde ontwikkellocaties liggen bijvoorbeeld vaak aan een drukke weg of langs het spoor. De belangrijkste risicovolle bronnen zijn: 

  • Bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen (o.a. op industrieterreinen De Koumen, De Beitel);

  • De aardgastransportleidingen aan de noordoostkant en de zuidwestkant van Heerlen;

  • De snelwegen, de Euregioweg en spoorwegen;   

  • De groei van Chemelot.   

 

ZETA-richtlijnen als inrichtingsprincipe van de openbare ruimte

Bewoners zijn de experts van hun eigen woonomgeving. Zij weten wat speelt en waar waarde aan wordt gehecht. Voor grootschalige veranderingen in de openbare ruimte betrekken we hen dan ook. Verder passen we de ZETA-richtlijnen toe, die afkomstig zijn uit de methode Sociaal Veilig Ontwerp en Beheer[1]: Z: Zichtbaarheid, E: Eenduidigheid, T: Toegankelijkheid en A: Aantrekkelijkheid.

Sfeer en straatbeeld 

Zoals 'sfeer' is opgebouwd uit specifieke, waar te nemen elementen die een gemeenschappelijk gevoel kunnen veroorzaken, zo is de bedreiging daarvan ook opgebouwd uit elementen waaruit een algemene eigenschap gedestilleerd zal worden. Veiligheid heeft geen vorm; oogt voornamelijk als 'rust'. 

Onveiligheid heeft wel een vorm: zichtbare onveiligheid is een signaal; een ingebouwd alarm. 

Dat wat verstorend of negatief werkt op het algemene beeld zoals vuilnis, achterstallig onderhoud, een dichtgetimmerd deur, een nare geur, harde muziek, verwaarloosde situatie of wangedrag in onze nabijheid, heeft beduidend meer impact op de stemming dan elementen die een positieve kant van welbehagen veroorzaken. 

Visuele, negatieve signalen hebben een oorzaak die psychologisch is, te relateren aan persoonlijke sociale omstandigheden, eigenwaarde, kennis, vertrouwen en hoop.

Oplossingen daarvoor zijn geen stedenbouwkundige of logistieke opgaven, maar worden -begrijpelijk- wel steeds vanuit die hoek benaderd omdat het ontstane straatbeeld zo schrijnend en verontrustend is.

Het straatbeeld van Heerlen vertoont nog veel 'littekenweefsel'; cosmetische en bouwkundige ingrepen die de oorspronkelijke zorgvuldige architectuur aangetast hebben en als geheel het straatbeeld kil en verbrokkeld maken. Het met toewijding en empathie repareren en genezen van zulke oude schade, samen met bewoners, zal onmiddellijk zichtbaar resultaat opleveren om trots op te zijn.

Wij zien hier een uitdaging voor aan de oorsprong dienstbare architectonische ingrepen die het bestaande onroerend goed met kleine correcties -als een soort acupunctuur- in eerste lijn ontdoen van de littekens die door onzorgvuldig en pragmatisch handelen zijn ontstaan, of het corrigeren met slimme wijzigingen waardoor vergissingen juist als karakteristiek en zorgvuldig kunnen worden gelezen. Zo wordt het straatbeeld geheeld en daarmee wordt het woon- en investeringsklimaat snel beter. Hoop en vertrouwen zijn dan het zaaibed voor verdere verbetering. Deze methode is kostenefficiënt en zeer goed faseerbaar door prioritering van het meest storende, uiteindelijk naar het verbindende. Deze aanpak levert aanstekelijke oogst op. 

Vanuit milieuaspect is het behoud en de revisie van het bestaande een betere optie dan sloop en nieuwbouw. Zo behoudt men het goede en sloop alleen het hopeloze, dat vaak toch nog voor revisie interessant blijkt en de zichtbare historie wordt ermee gediend. We leren van de vergissingen van het verleden en herstellen die niet alleen, we zorgen voor een revisie, die een antwoord geeft op de uitdaging om datgene aan een pand te veranderen, waardoor het geheel een waardevollere bijdrage aan 'die plek' en straat als geheel biedt. 

Hier ligt een kans om van een zwak straatbeeld een kracht te maken: een nationaal voorbeeld van burgerparticipatie en zelfontwikkeling.

Nodig hiervoor is:

  • a.

    Collectiviteit veroorzaken: het leeuwendeel van eigenaars in een gebied moeten verleid worden om mee te werken aan straatbrede verbetering, want een enkeling gaat niet zijn pand opknappen als de buren dat niet ook doen, terwijl als de hele straat wil meewerken, de enkeling niet wil achterblijven.

  • b.

    Vrijwilligers en/of mensen met een betaalde opdracht; Het vrijblijvend maken van vele ontwerpen en voorstellen die eigenaars zullen overtuigen om mee te doen en die een straat of buurt ook echt warm kunnen krijgen voor een gemeenschappelijk project.

  • c.

    een groep vrijwilligers die willen meewerken om de buurt op te knappen

  • d.

    een gemeenschappelijke werkplaats waar gewerkt, gegeten, gefeest en geleerd kan worden.

  • e.

    Een goed voorbeeld is geleverd door Atelier Stadsrevisie, dat deze formule met succes heeft getest.

  • f.

    een subsidie structuur die bijdraagt in de kosten van herstel onder strikte voorwaarden.

Een verkeersveilige leefomgeving

In de mobiliteitstransitie moet aandacht komen voor de (laagdrempelige) bereikbaarheid van werk-, retail en schoollocaties en de leefbaarheid, waaronder de veiligheid (zie ook paragraaf 5.3.5), rondom die gebieden.

[1] Ook wel bekend als CPTED: Crime Prevention Through Environmental Design.

5.2.4 Gezonde basis

Inleiding

Een goede gezondheid wordt beschouwd als één van de belangrijkste factoren voor het welzijn en welbevinden van mensen. Hiertoe hebben wij als gemeente een verantwoordelijkheid t.a.v. gezondheidsbescherming en -bevordering. 

Wij zorgen voor onze eigen inwoners en werken, daar waar mogelijk, samen binnen Parkstad.

afbeelding binnen de regeling

 

Langer thuis wonen

Door veranderingen in het Rijksbeleid (de zogenoemde decentralisaties) zijn veel zorgtaken bij de gemeente terecht gekomen en is de inzet dat ouderen zo lang mogelijk (zelfstandig) thuis wonen. De uitdaging is daarom om zorg, welzijn en voorzieningen dichtbij en toegankelijk te houden. Derhalve willen wij meerdere Zorgbuurthuizen (laten) realiseren zodat inwoners in hun eigen wijk zolang mogelijk kunnen blijven wonen, voorzien van de juiste zorg. Daarnaast is de fysieke toegankelijkheid van de openbare ruimte (beweging stimuleren) en sociale toegankelijkheid (eenzaamheid voorkomen) belangrijk.

Positieve gezondheid 

Positieve gezondheid staat centraal in ons gezondheidsbeleid. Dit gaat over een andere kijk op gezondheid. De focus ligt niet op de afwezigheid van ziekte, klachten of beperkingen, maar op het vermogen van een persoon om met de fysieke, mentale en emotionele uitdagingen van het leven om te gaan. Het gaat om het versterken van de veerkracht van mensen, waarbij beweging, mentaal welbevinden, zingeving en deel uitmaken van een sociale gemeenschap belangrijke aspecten zijn. Ook de leefomgeving is hierop van invloed en daarmee op de gezondheidservaring van mensen (denk hierbij aan geluid en geur). Positieve gezondheid biedt daarmee een integrale kijk op gezondheid en de leefomgeving. We hebben de ambitie om de gezondheid en het welbevinden van onze bewoners te versterken door het behouden en creëren van een aangename en veilige omgeving die meer uitnodigt tot beweging, ontmoeting en ontspanning. Het gaat kortom om gezondheidsbescherming en gezondheidsbevordering.

Een gezonde samenleving

Om de gezondheid te kunnen beschermen, moeten de omgevingswaarden op orde zijn. In Heerlen houden we vast aan de WHO-normen voor onder meer lucht en geluid. Met name grote infrastructuurlijnen hebben invloed op de lucht- en geluidkwaliteit in aangrenzende gebieden. Rondom het spoorgebied kan overlast van geluid en trillingen de komende jaren verergeren, omdat het aantal treinen binnen het geluidplafond mag toenemen en een spoorverdubbeling gepland staat op het traject tussen Heerlen en Landgraaf. Onder andere door het stimuleren van langzaam verkeer en elektrificatie van voertuigen wordt ingezet op een verdere verbetering. We zetten in op rustige woonwijken met schone lucht. 

Beperkte overlast van bedrijven

Bedrijven in onze gemeente zorgen voor werkgelegenheid en verbeteren de economische positie van Heerlen, maar zij kunnen ook voor overlast zorgen. De meeste bedrijvigheid vindt plaats op bedrijventerreinen die ruimtelijk gescheiden zijn van de woongebieden, maar soms zijn ook in de woongebieden bedrijven te vinden. We verlenen medewerking  aan beginnende ondernemers in de woonomgeving mits het gaat om kleinschalige activiteiten die niet tot overlast leiden.

Een openbare ruimte die mentale en fysieke gezondheid stimuleert

Zoals gezegd gaat positieve gezondheid ook over gezondheids-bevordering. Bewegen en ontmoeten in de openbare ruimte kunnen hierin een belangrijke rol vervullen. Door aantrekkelijke wandel- en fietsverbindingen in de stad aan te leggen stimuleren we gezonde mobiliteit.

De buitenruimte is bovendien een belangrijke plek waar mensen elkaar ontmoeten. Dit kan positief bijdragen aan de gezondheid van mensen. Daarom vinden wij het belangrijk dat de inrichting van de openbare ruimte uitnodigt om er te verblijven. Hierbij creëren we aangename plekken op loopafstand waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Dit kan ook gevoelens van eenzaamheid verminderen. Denk aan voldoende bankjes, groen, maar ook aan een nette omgeving, waar geen rommel op straat ligt.

 

“Het is belangrijk dat er voorzieningen zijn voor de jeugd en dat deze worden afgestemd op de leeftijd van de doelgroep. Hangjongeren waren er vroeger ook, maar voor ons waren er wel voorzieningen waar we ons prima konden gedragen én waar er veel en leuk contact was met de wijkagent. “Speeltuin” Voetje van de gans, is met 10 jaar al “saai” te noemen. Betrek de jeugd en laat ze hierin meedenken en kiezen! Praat met ze op gelijk niveau, op straat, op “hun” plek, in plaats van op politiek niveau. Daar hebben de meeste nog geen interesse in.” 

– Bewoner uit Heerlerbaan-Schil



‘Basis op orde: Heerlen als schone en goed onderhouden stad’

De samenleving stelt voor om concrete verbeteringen aan te brengen die de leefbaarheid van Heerlen vergroten. Denk aan het opknappen van woningen, aanspreken van verhuurders en woningcorporaties om verantwoordelijkheid te nemen voor onderhoud en het aanpakken van afvalproblemen. De focus ligt op praktische en directe verbeteringen die het dagelijkse leven van bewoners positief beïnvloeden.

Daar waar mogelijk werken we met bewoners aan een aantrekkelijke en veilige leefomgeving. Niet alleen in de vorm van participatie, maar we doen ook beroep op onze inwoners om de leefomgeving heel, schoon en veilig te houden. Verder hebben we in het bijzonder aandacht voor voorzieningen voor jongeren. Voor deze groep ontbreken voldoende mogelijkheden.

‘Meer voorzieningen voor de jeugd’

Er moeten voldoende en passende voorzieningen voor kinderen en jongeren zijn om hun binding met Heerlen te versterken. Voorbeelden zijn speelvoorzieningen, opleidings- en werkgelegenheidskansen voor jongeren, en het actief betrekken van jongeren bij het creëren van gewenste voorzieningen.

 

“Jongeren hangen nu op speelplaatsen van kleine kinderen waardoor kinderen angstig zijn om nog buiten te komen. Er moet een plek komen waar jongeren zich fijn en veilig voelen om samen te komen.” 

– Bewoner uit Heerlerheide-Passart



Beweging levert een positieve bijdrage aan de fysieke gezondheid, zoals het verminderen van overgewicht en het verkleint de kans op (chronische) ziektes. Het zorgt voor ontspanning en de vermindering van stress. Verschillende manieren van bewegen zoals sporten, recreëren en buitenspelen, vragen om een functionele en aantrekkelijke openbare ruimte. Denk bijvoorbeeld aan de aanleg en verbreding van fietspaden die gescheiden zijn van wegen, waarbij de verbindingen goed op elkaar aansluiten. Belangrijk is dat deze goed zijn onderhouden en aantrekkelijk zijn door de situering in een meer groene omgeving. Hierbij streven we ernaar om de openbare ruimte beter toegankelijk te maken voor ouderen en mensen met een lichamelijke of visuele beperking. 

‘Nieuwe verbindingen’

Het draait om het creëren van verbindingen binnen en buiten Heerlen die de stad vooruit kunnen brengen. Zoals betere verbindingen tussen wijken, groene boulevards die verschillende gebieden verbinden, verbeterd openbaar vervoer en nieuwe soorten verenigingen die sociale cohesie bevorderen. Hierbij wordt de geschiedenis van Heerlen ingezet om een brug te slaan tussen het verleden en de toekomst (vooruit, met de kennis van toen).

Ruimtelijke (hoofd)structuren versterken we, leggen we aan of passen we aan, om betere verbindingen te maken binnen de wijk, de stad en de regio. Daarbij gaat het om verbindingen voor natuur, mobiliteit en ontmoeting. We vergroenen de wandel- en fietspaden om ze aantrekkelijker te maken en het gebruik ervan te stimuleren. Het aanbrengen van groen (en in het bijzonder bomen) verlaagt ook de gevoelstemperatuur in de buitenruimte tijdens warme zomerdagen. Door klimaatverandering komen deze steeds vaker voor (zie ook paragraaf 5.3.2). 

 

"Aan de buitenwijken wordt weinig gedaan. De groenvoorziening en het onderhoud van de stoepen is zeer slecht.” 

– Bewoner uit Heksenberg

‘Een groen Heerlen met volop recreatieve mogelijkheden’

We streven naar het behoud en de uitbreiding van het groen in Heerlen. Dit omvat het creëren van groene boulevards en recreatieve ruimtes. Daarom bestaat de wens om de Sibelcogroeve te benutten als recreatieplas en om bewoners te stimuleren om groenvoorzieningen aan te leggen en te onderhouden.

Samenwerking in de zorg

Voor een goede gezondheid zijn zorg en ondersteuning natuurlijk ook erg belangrijk. Deze worden steeds vaker buiten instellingen en kort bij de inwoner, het liefst thuis, georganiseerd. Daarmee komen ook de zorg en ondersteuning steeds meer midden in de samenleving en wordt er spaarzaam gebruik gemaakt van intramurale zorg. Dit betekent dat we ons meer richten op gezondheidsbevordering (zie hiervoor over positieve gezondheid) en het versterken van de zelfredzaamheid van onze inwoners en de inzet van informele zorg. Sociale en ruimtelijke aanpassingen stimuleren de positieve gezondheid van onze inwoners.

Bij (de uitvoering van) ons gezondheidsbeleid omarmen wij het uitgangspunt van samenwerking in plaats van marktwerking.

Zorgvoorzieningen in de Zorgvallei

In het kader van de vergrijzing zetten we in op sterke zorgvoorzieningen in de Zorgvallei. Door de ruimtelijke concentratie van zorg ontstaan samenwerkingskansen en nieuwe ontwikkelmogelijkheden. We bieden in de Zorgvallei blijvend ruimte aan de (boven)regionale, specialistische- en basiszorgvoorzieningen.

5.3 Dé tuinstad van Parkstad

5.3.1 Inleiding

De bijzondere locatie van Heerlen, tussen twee beekdalen en op de drempel van het Heuvelland, heeft het potentieel om groene kwaliteiten en de dynamiek van een stad in volle ontwikkeling met elkaar te verbinden. Tegelijkertijd behoort Heerlen tot één van de meest getroebleerde gebieden van het land. We hebben te maken met een kluwen van uitdagingen in het brede leef- en woonklimaat, van ondermijning tot woonoverlast en (energie)armoede. In het bijzonder in Heerlen-Noord, een gebied met ruim 55.000 inwoners. Daarom gaan we voor een structurele omkering van de leefbaarheid-veiligheid-situatie in de wijken.

We brengen de gewenste ontwikkelingen op het gebied van natuur, landschappelijke kwaliteit, archeologie, landbouw, klimaatadaptatie, wonen, energie en mobiliteit samen. Het gaat zowel over het stedelijk gebied als over het landelijk gebied, de grote natuurgebieden en de beekdalen die het groen en water de stad inbrengen. Het gaat over de relatie tussen stad en land en het belang van het landschap als onderlegger van de stad en haar bewoners.

afbeelding binnen de regeling
5.3.2 Groen verbindt

Inleiding 

Groen heeft een positief effect op de gezondheid en het gemoed van mensen. Groen heeft natuurlijk ook een waarde op zichzelf, namelijk als plek waar bomen, bloemen, planten en dieren een plek vinden.

 

“Ik mis in Heerlen een stadspark gericht op de nieuwe samenleving. Een samenleving van het thuiswerken, van papadagen, van mamadagen, van opa- en oma-dagen en van duurzaamheid. De verhuizing van de Open Universiteit naar het centrum zou bijvoorbeeld een mooie gelegenheid zijn om op de oude locatie dergelijke voorzieningen te creëren. Ook een sociale woonwijk mis ik. Een groene wijk waar senioren en jonge gezinnen wonen, waar arm en rijk samenwoont. Waar gemeenschappelijke binnen- en buitenvoorzieningen zijn waar mensen elkaar ontmoeten, zoals een tuin met speeltuin, een restaurantje en een sportgelegenheid.” 

– Bewoner uit Welten-Benzenrade
afbeelding binnen de regeling

 

De hoofdgroenstructuur van ‘park’ en ‘stad’

Het is belangrijk de hoofdgroenstructuur te versterken en beter te positioneren als uithangbord van ‘park’ en ‘stad’. Dit kan door het stedelijk weefsel en de groenstructuren beter te verweven en verbindingen te versterken. Dat helpt ook de biodiversiteit te verhogen en de hittestress te verminderen. Maar dat niet alleen. Groen heeft een enorme verbindende kracht die stadswijken weer kan verbinden, de balans in ons ooit natuurlijke landschap zo goed mogelijk herstelt en daarmee een nieuw sociaaleconomisch leefklimaat in werking stelt. Geen halve maatregelen. Heerlen gaat voor een statement: een rigoureuze vergroening die de wortels van het Limburgs landschap laat reiken tot diep in de Heerlense wijken. Dat doen we samen met mensen uit de wijk, voor de wijk. En met verbindingen naar alle facetten van hun leven, van rentmeesterschap tot werk (want groene banen zijn goede banen) tot gemeenschapszin.  Het groevegebied met de monumentale mijnsteenberg, de Brunssummerheide en onze beekdalen zijn uniek en waardevol voor de Heerlense identiteit. Om deze gebieden tot hun recht te laten komen, zullen deze verder versterkt en veel beter verbonden en vervlochten worden met de stad. Daarnaast hebben we ook aandacht voor bijzondere gebieden die geen aanvullende bescherming hebben.

Stadspark Het Caumerbeekdal

Heerlen heeft twee beekdalen met enorme potentie: de Caumerbeek en de Geleenbeek. In deze beekdalen zijn talloze mogelijkheden om ecologie, duurzaamheid, recreatie, economie en energie te ontwikkelen en te combineren. Het fysiek en mentaal ontsluiten van het Caumerbeekdal als groot stadspark vormt een belangrijke schakel in de hoofdgroenstructuur van Heerlen. Om de buurten die tot nu toe vrijwel afgekeerd liggen van de hoofdgroenstructuur naar de groenstructuur toe te keren, versterken we zowel de grote structuren, als de kleine haarvaatjes de wijk in. Dit draagt bij aan een betere ontsluiting van de hoofdgroenstructuur. Daarnaast verbetert dit de verbindende functie van het Caumerbeekdal als groene ruggengraat van de stad. Deze nieuwe robuuste groenstructuur biedt ruimte voor nieuwe functies en initiatieven zoals energieopwekking (zie ook paragraaf 5.3.4.) of stadslandbouw. We willen ons inzetten om de enkele agrarische bedrijven in Heerlen meer natuurinclusief en biologisch te krijgen. Daarnaast willen we, zoals hiervoor benoemd, experimenteren met stadslandbouw omdat hier kansen liggen om via beweging en goed voedsel de gezondheid van onze inwoners te bevorderen.

Groevegebied als recreatieve en groene verbindingszone

Door het zandgroevegebied te transformeren tot groene verbindingszone tussen de Brunssummerheide en de Caumerbeek geven we het als het ware ‘terug aan de omgeving’. Er wordt al druk gewerkt aan een innovatieve ontwerpstrategie waarbij gezocht wordt naar een balans tussen het unieke cultuurlandschap, nieuwe groenstructuren en andere functies zoals recreatie. Overigens zijn sommige zandgroeven overgedragen aan Natuur¬monumenten en zijn andere omgezet naar woningbouw. De Sibelcogroeve, in het bijzonder, kan herontwikkeld worden naar een groen-blauwe poort voor Heerlen-Noord. Met een combinatie van natuur en recreatie aan het water kan zo’n poort grote waarde toevoegen aan onze stad, en aantrekkingskracht uitoefenen op buurt, stad, en buitenwacht. Een waardevol referentiepunt hierbij is het Belgische Terhills. 

Beschermen van natuurgebieden

Het Natura 2000-gebied in het Geleendal en het Aambos staat in de belangstelling voor het organiseren van evenementen. Het is belangrijk dat hierbij rekening wordt gehouden met de natuurwaarden. De weergaloze Brunssummerheide verdient eveneens bescherming, en verdient het uitgelicht te worden als Nationaal Park van internationale ecologische en recreatieve allure. Specifiek heeft het deel van de heide rondom de Roode Beek baat bij herontwikkeling van de Sibelcogroeve zoals hierboven beschreven, omdat deze de druk op de Beek kan verminderen.

Een sterke samenhang tussen stad en landschap

Tot slot dienen we onze groen-blauwe structuren in te zetten om een sterke samenhang van de stad en een optimale verbinding tussen landschap, natuur en woongebieden binnen de stad te realiseren. Door in die structuren (recreatieve) langzaamverkeersverbindingen aan te leggen, dragen we bij aan de leefbaarheid, vitaliteit en gezondheid (zie ook paragraaf 5.2.4. en 5.3.5.).  Door brede, natuurlijke routes te koppelen aan de randen van de gemeente, kan heel Parkstad profiteren van deze ingrepen en zullen buurgemeenten stellig ons voorbeeld volgen. Zo zal een bezoeker tot in het centrum van de stad het gevoel krijgen dat Heerlen middenin een groen en Limburgs landschap ligt.

Herkenbaarheid

Met uitzondering van enkele karakteristieke mijnwerkerswijken, de mijnsteenberg en een mijnschacht van de Oranje-Nassaumijn zijn de meeste identiteitsdragers uit het mijnbouwtijdperk verdwenen. De ruimte die is ontstaan, biedt kansen om op een bijzondere manier gebouwen toe te voegen, te slopen of (experimenteel) te veranderen. In het laatste decennium is ingezet op straatkunst. De sterk diverse ontwikkelingen zijn enerzijds kenmerkend voor Heerlen, maar daardoor ontbreekt er soms een ruimtelijke herkenbaarheid. De uitdaging is om een balans te vinden tussen (cultuur-) historische waardevolle gebouwen en structuren en nieuwe ontwikkelingen.

Water en bodem sturend

De ondergrond is het fundament voor ons leven en vormt de basis in alle ingrepen die we doen in onze leefomgeving. Daarom hebben we in ons bodembeleid de volgende hoofddoelstelling geformuleerd die leidend is bij huidige en toekomstige ontwikkelingen: ‘De bodem in Heerlen wordt optimaal benut maar niet uitgeput, zodat ook in de toekomst de gevraagde maatschappelijke en ecologische diensten geleverd kunnen blijven worden’. Het is van belang dat gemeenten nadenken over het beschermen en het benutten van de kwaliteiten van de bodem. Zo is het bij bouwen van belang dat de chemische bodemkwaliteit past bij de functie, en bepaalt de draagkwaliteit óf en hoe erop gebouwd kan worden. 

Druk op de onderg

Het is al druk in de ondergrond en voor kabels en leidingen is nog meer ruimte nodig, bijvoorbeeld vanwege de energietransitie (zie ook paragraaf 5.3.4). Op verschillende locaties binnen Heerlen is bovendien sprake van bodemverontreiniging. In Heerlen is veel archeologisch erfgoed in de ondergrond te vinden. Deze vondsten willen we graag behouden op de plek waar ze zijn ontdekt, ook wel ‘in situ’ genoemd. Daarnaast houden we bij ontwikkelingen, met name in de gebieden rondom het station, rekening met het risico op de aanwezigheid van oorlogsresten. Dit alles vraagt om een functiegerichte aanpak. Daarin moet rekening worden gehouden met archeologisch erfgoed, verontreiniging en kabels en leidingen in de bodem. 

Klimaatadaptieve maatregelen voor een toekomstbestendige omgeving

Met name in stedelijke gebieden valt er veel winst te behalen met betrekking tot het klimaatadaptieve vermogen van de bodem. Specifiek beleid wordt ontwikkeld om hittestress en verdroging aan te pakken in belangrijke gebieden zoals het Geleenbeekdal en de Brunssummerheide, beide Natura 2000-gebieden.

Om klimaatbestendigheid te bevorderen, is een optimale sponswerking van de bodem van groot belang. Dit is een natuurlijk proces, maar onder andere door de hoge mate van verstening in het stedelijk gebied wordt dit bemoeilijkt. In de tweede plaats is het belangrijk om de lokale infiltratiecapaciteit van de huidige bodem beter te benutten. Op die manier zijn we minder afhankelijk van de sponswerking van onze leefomgeving. We streven ernaar om het hemelwater zoveel mogelijk te infiltreren op de plek waar het valt. Dit doen we door het toepassen van verschillende strategieën, zoals het benutten van de openbare ruimte voor de opvang van extreme buien en het afkoppelen van verhard oppervlak van de riolering. Ook bij (ver)nieuwbouw is het de eis dat al het nieuw of vervangen verhard oppervlak afgekoppeld moet worden. Intensieve betrokkenheid van inwoners, bedrijven en belangenorganisaties is essentieel bij het ontwikkelen van beleid en het uitvoeren van projecten. 

Om de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren, worden fysieke maatregelen genomen, zoals de herinrichting van het stedelijk (water)systeem. Zoals gezegd, omvat dit het vergroten van waterberging, het verminderen van verhard oppervlak en het toevoegen van meer groen om wateroverlast, verdroging en hittestress te verminderen en tegelijkertijd de biodiversiteit te vergroten. Daarnaast kan de energietransitie bijdragen aan klimaatadaptatie door koppelkanssen op te pakken als de grond op de schop moet. We lossen de kwetsbaarheid op voor wateroverlast na extremere buien van vitale objecten, infrastructuur en kwetsbare locaties door klimaatverandering.

Er wordt actief gewerkt aan bewustwording en samenwerking in de waterketen, waarbij inwoners en bedrijven worden betrokken. Dit omvat ook het stimuleren van afkoppeling van hemelwater en het ondersteunen van klimaatadaptieve buurtinitiatieven, zoals het vergroenen van tuinen en de buitenruimte.

De ambitie voor klimaatadaptatie is dat we vanaf 2020 klimaatadaptief handelen en we in 2050 een gezonde, klimaatbestendige en waterrobuuste stad zijn. 

 

“Er is (nog) veel te weinig groen in de stad. Vaak als er panden worden gesloopt, komen er nieuwe gebouwen voor terug. Soms ook met leegstand tot gevolg. Het zou veel aangenamer zijn om door de gehele stad alleen maar bomen, bloemen, planten, gras en bankjes aan te leggen. Dit oogt veel vriendelijker en uitnodigender dan alleen maar beton. In de warme zomermaanden helpt dit ook om de temperatuur in de stad minder te laten stijgen.” 

– Bewoner uit Heerlen-Centrum
5.3.3 Wonen als fundament
5.3.3.1 Inleiding

Heerlen is in transitie. Als gemeente geven we de volkshuisvestingsopgave prioriteit om zo richting een toekomstbestendige, duurzame, diverse en eerlijke woningvoorraad te bewegen.

We hebben als doel dat bewoners straks in betere woningen en in een prettigere en veiligere leefomgeving wonen. Met positieve gevolgen voor hun gezondheid en leefgenot en met betere kansen voor opgroeiende kinderen. Via nieuwbouw, transformatie en opgeknapte woningen ontstaat meer differentiatie van woningtypologieën en doelgroepen, zoals in de sectoren middenhuur en koop, waardoor een sterkere structuur ontstaat in de buurten en wijken.

afbeelding binnen de regeling
5.3.3.2 Samen werken aan sterke wijken

Met onze woonpartners, van woningcorporaties tot marktpartijen en bewonersorganisaties, koersen we in zowel stad als regio op gebalanceerde, gedifferentieerde, en dus sterke buurten en wijken. Door proactieve, regionaal afgestemde woningbouwprogrammering houden we de balans van onze wijken goed in de gaten. Zo sturen we erop dat het aandeel sociale huur in alle wijken in 2050 niet meer dan 15% afwijkt van het stadsbrede gemiddelde. Ook kiezen we ervoor huisvesting voor kwetsbare aandachtsgroepen niet langer toe te voegen in buurten waar de leefbaarheid al onder druk staat – en waar mogelijk zelfs actief dergelijke huisvesting en gerelateerde voorzieningen “af te stapelen”. 

Tegelijkertijd zetten we ook in op de kracht van onderop; door ontmoeting en betrokkenheid kunnen inwoners een niet te evenaren bijdrage leveren aan de saamhorigheid en samenhang van hun leefomgeving. Door hen hierin te faciliteren, proberen we dit sociale vermogen samen met onze partners optimaal te benutten. 

5.3.3.3 Herstructureringsplan fysiek Heerlen

Inleiding

De herstructurering van de bestaande woonwijken naar een toekomstbestendige, diverse en eerlijke woningmarkt in combinatie met werken aan een groene omgeving en goede mobiliteit is een complex en uitdagend proces. De problematiek is breed en veelzijdig. Terwijl de herstructurering urgent is, zal de aanpak zich over jaren uitspreiden.

In Heerlen hebben we een stadsbrede visie voor de herstructurering (zie ook hoofdstuk 4) en een stadsbrede aanpak (zie ook paragraaf 5.3.2 en 5.3.3). Voor de uitvoering zoeken we naar concretisering, integraliteit, flexibiliteit en differentiatie per deelgebied waarin we kiezen voor een organische aanpak. 

De herstructurering van Heerlen, Heerlen-Noord en de verschillende wijken, gaat in de loop van de komende 30 jaar via projecten en programma’s invulling krijgen, telkens vanuit de actuele inzichten. De meerjarenaanpak van de herstructurering vraagt om goede sturing, een lange adem en draagvlak van bewoners en partners. De afbeelding hiernaast (figuur 12) geeft het herstructureringsgebied Heerlen weer met daarin te onderscheiden Heerlen-Noord en Heerlen-Zuid.

Herstructureringsgebied gemeente Heerlen
afbeelding binnen de regeling
Figuur 11Gegevenshuis, april 2024

 

Fysieke herstructureringsopgave 

Dit herstructureringsplan geeft de kaders voor de ontwikkeling van de beoogde stedelijke vernieuwing zoals beschreven in voorgaande hoofdstukken. Met deze herstructurering geven we uitvoering aan de plannen voor wonen, de energietransitie, de fysieke leefomgeving en mobiliteit. Dit doen we in de context van Heerlen als vitale, leefbare en gezonde stad, Heerlen als tuinstad van Parkstad en Heerlen als centrumstad en economische motor van Parkstad. We zorgen voor aansluiting met de verschillende aanpakken voor het verbeteren van de sociale en economische infrastructuur in het gebied.

Het herstructureringsplan voor Heerlen biedt een leidraad voor een duurzame en inclusieve ontwikkeling van de stad waarbij ook aandacht is voor de unieke karakteristieken van de wijken en de stad.

Concreet richt de herstructurering van de stedelijke vernieuwing zich op:

  • a.

    Revitaliseren van verouderde wijken en buurten door middel van inponden, renoveren en verduurzamen van woningen, transformatie van gebouwen, verbetering van openbare ruimtes en aanleg van groenvoorzieningen;

  • b.

    Herbestemmen van leegstaande panden naar wonen;

  • c.

    (Vervangende) nieuwbouw van woningen voor beoogde doelgroepen;

  • d.

    Verbeteren van de bereikbaarheid en mobiliteit door investeringen in openbaar vervoer, fietsinfrastructuur en verkeersveiligheid.

De herstructurering in Heerlen-Noord en Heerlen-Zuid wordt in nauwe verbinding opgepakt. Tenslotte hebben we een woonopgave voor Heerlen als geheel. We willen toekomstbestendige, betaalbare en duurzame woningen voor alle inwoners en een gemengde samenstelling van wijken. Met de herstructurering hebben we oog voor de ‘stadshuwelijken’, verbindingen tussen méér en minder veerkrachtige wijken in Heerlen. Bij de aanpak van wijken in Heerlen-Noord en Heerlen-Zuid zal gekeken worden naar parallelle ontwikkelingen om overal tot een gezondere sociale mix te komen.

Woonopgave Heerlen-Noord

Voor Heerlen-Noord zijn al een aantal concrete plannen voor de herstructurering van woonbuurten uitgewerkt voor de komende tien tot vijftien jaar. De prioritaire wijken en buurten zijn in beeld als ook de particuliere woningen en corporatiewoningen die onderdeel zijn van de herstructureringsopgave. Ook het vastgoed dat in aanmerking komt voor renovatie en verduurzaming is bekend. Er is een Rijkssubsidie ontvangen voor onder andere de volkshuisvestingsopgave (toekenning vanuit Volkshuisvestingsfonds voor tranche 2021 en 2023) en de aanpak van de openbare ruimte bij een aantal nieuwbouwplannen (toekenning vanuit de Woningbouwimpuls 2024). De eerste projecten voor de wijkaanpak en voor nieuwbouw, renoveren en verduurzamen van woningen zijn gestart of bevinden zich in de laatste voorbereiding, zoals voor de wijken GMS, Slakhorst, Vrieheide, Versiliënbosch en Meezenbroek. Ook is er een start gemaakt om de komende jaren kantoorgebouwen te transformeren naar betaalbare koop- en huurwoningen. 

Corporaties hebben daarnaast een opgave met betrekking tot renovatie en (vervangende) nieuwbouw van hun woningen en zijn een belangrijke partner in de gebiedsontwikkeling.

 

Particulier vastgoed in Heerlen-Noord gescoord naar mate van problematisch qua lage WOZ-waarde, laag energielabel en onveiligheid in de buurt 
afbeelding binnen de regeling
Figuur 12Springco, april 2023

In de Routekaart Heerlen-Noord van oktober 2021 staat het 25 jaren perspectief beschreven, onder andere op het gebied van wonen en leefomgeving, waar we naar toewerken met Heerlen-Noord. Het Toekomstplan van het Nationaal Programma Heerlen-Noord 2022-2027 (december 2022) laat zien hoe de woonopgave past in de integrale aanpak met de leefgebieden leren, werken, gezondheid en veiligheid.

Woonopgave Heerlen-Zuid

De herstructureringsplannen voor Heerlen-Zuid betreffen onder andere de wijkenaanpak in Heerlerbaan en Molenberg en de (extra) nieuwbouw in het centrum en in de omliggende wijken. Daarnaast zijn er een aantal leegstaande panden beoogd om te transformeren naar woningen. De komende tijd wordt het huidige vastgoed dat onderdeel is van de herstructureringsaanpak Heerlen-Zuid in kaart gebracht. Dit betreft zowel de problematische woningen als de naar woningen te transformeren panden. 

Stakeholders en de Wijkontwikkelingsmaatschappij (WOM)

De fysieke herstructurering betreft brede projecten op het gebied van volkshuisvesting. Op gebieds- en wijkniveau worden hiervoor afspraken gemaakt tussen de gemeente, de woningcorporaties, de Alliantie Heerlen-Noord en de marktpartijen. Op dit moment wordt de basis gelegd voor een Wijkontwikkelingsmaatschappij (WOM) om de stedelijke vernieuwingsaanpak te bevorderen en dit herstructureringsplan uit te voeren. We willen in de WOM samenwerken met de corporaties ten aanzien van de vastgoedopgave. De WOM start zijn werkzaamheden met de opgave in Heerlen-Noord. 

Bij onze aanpak houden we rekening met relevante wet- en regelgeving, zoals het gemeentelijk omgevingsplan, bouwvoorschriften, milieueisen en erfgoedbescherming, om ervoor te zorgen dat het herstructureringsplan in overeenstemming is met de geldende wetten en normen.

Financiën

Het herstructureringsplan vereist een mix van publieke en private financiering, waaronder subsidies, investeringen van lokale overheden, leningen en participatie van investeerders en ontwikkelaars. Per project of deelprogramma werken we met een gedetailleerde begroting en kostenraming om de benodigde financiële middelen te bepalen.

Een circulaire omgeving

In de omslag naar een kwalitatief goed woningbestand zet Heerlen in op innovatieve woon- en bouwvormen, bijvoorbeeld door middel van circulaire methoden. Om overlast tijdens bouw- of ontwikkelwerkzaamheden te beperken, benutten we koppelkansen. Door bijvoorbeeld bij ingrepen in de wijken en buurten meerwaarde te creëren door naast woningbouw ook een bijdrage te leveren aan thema’s zoals hittestress, klimaatadaptatie, biodiversiteit, gezondheid en ruimtelijke kwaliteit.

Een kwalitatieve en kwantitatieve woningvoorraad

De huidige woningvoorraad is in veel buurten sterk verouderd en eenzijdig. De mijnwerkerswijken zijn belangrijke identiteitsdragers, maar daar voldoen woningen niet aan de moderne eisen. Door duurzaamheid, woonkwaliteit en maximaal identiteitsbehoud hand in hand te laten gaan, ontstaan wijken die aantrekkelijk zijn om in te wonen én die hun geschiedenis vergulden. Het centrum en de woonwijken staan hierdoor op verschillende schaalniveaus voor de vraag hoe de woonomgeving leefbaar en toekomstbestendig blijft. Ingrepen in de woningenvoorraad (sloop, nieuwbouw, behoud, renovatie, verduurzaming, hittebestendigheid, herbestemming, herwaardering en hergebruik) zijn nodig om vraag en aanbod zowel kwantitatief als kwalitatief beter op elkaar af te stemmen, ook in de regionale context.  

In Zuid-Limburg en Heerlen dreigt bevolkingsafname. Deze afname kan zorgen voor een neerwaartse spiraal, waarin het draagvlak voor voorzieningen en bedrijvigheid steeds verder afneemt. Om het tij te keren, wil Heerlen de komende jaren inzetten op een versterking van de samenleving en de leefomgeving door met kwantitatieve en kwalitatieve ingrepen de bevolking te laten groeien tot minimaal 100.000 inwoners in 2050. Vanuit klimaatverandering en zeespiegelstijging is het ook vanuit landelijk perspectief zinvol om de potentie van Zuid-Limburg als hooggelegen gebied te benutten. Het intercitystation van Heerlen is al een belangrijk regionaal vervoersknooppunt, met directe verbindingen naar steden zoals Eindhoven, Maastricht en Aken. De huidige capaciteit van het station biedt ruimte voor een aanzienlijke toename van reizigers, waardoor de stad meer inwoners kan verwelkomen zonder dat er direct uitbreiding van het OV-netwerk nodig is. De compacte stadsstructuur van Heerlen biedt een extra voordeel. Veel voorzieningen, zoals scholen, winkels en gezondheidszorg, liggen op loop- of fietsafstand. De auto zal niet gemist worden.

Om de ruimtelijke ongelijkheid en daarmee de concentratie van kwetsbare inwoners tegen te gaan, moet er een gelijke spreiding komen van sociale huurwoningen over de stad en de regio. In focuswijken[1] bouwen we bewust in het hogere segment en in veerkrachtige wijken hebben we aandacht voor sociale en betaalbare woningen. Voor de verduurzaming van woningen is het belangrijk dat er aandacht is voor de betaalbaarheid hiervan en het voorkomen van energiearmoede. Om een sociaal veilige omgeving te bevorderen bekijken we nieuwe woonbuurten en herstructureringsbuurten door de ogen van de methode Sociaal Veilig Ontwerp en Beheer (zie ook paragraaf 5.2.3). Ook in gebiedsvisies wordt deze methode toegepast.

Spreiding naar draagkracht

In de huidige samenleving is het waarborgen van inclusiviteit en sociale samenhang een belangrijke opgave, zeker in het domein van huisvesting. De spreiding van aandachtsgroepen (bijvoorbeeld mensen met een laag inkomen, arbeidsmigranten of personen met zorgbehoeften) over gemeenten en wijken speelt hierin een cruciale rol. Het gelijkmatig verdelen van de verantwoordelijkheden voor deze groepen bevordert niet alleen een eerlijke verdeling van kansen, maar draagt ook bij aan de leefbaarheid en stabiliteit van buurten.

Waar aandachtsgroepen te sterk worden geconcentreerd in specifieke wijken of gemeenten, ontstaan sociale spanningen. Deze leiden tot overbelasting van lokale voorzieningen, polarisatie en een afnemende kwaliteit van de leefomgeving. 

Het succes van de spreiding van aandachtsgroepen naar draagkracht vraagt om een gezamenlijke inspanning van alle betrokken partijen: gemeenten, woningcorporaties, zorginstellingen en inwoners. Alleen door samenwerking en het hanteren van principes zoals de fair share-gedachte, kan een inclusieve en leefbare samenleving worden gerealiseerd waarin iedereen een eerlijke kans krijgt en de balans in wijken wordt hersteld.

Samen staan wij aan de lat voor een meer rechtvaardige en duurzame toekomst. Daarvoor is een integrale aanpak cruciaal, waarin huisvesting hand in hand gaat met zorg, ondersteuning en sociale participatie en toegang tot betere kansen op werk, onderwijs en sociale netwerken.

 

“Als er meer seniorenwoningen worden gebouwd, zullen meer senioren verhuizen. Zo komen er woningen vrij voor jonge stellen. Dat vind ik een goede zaak.” 

– Bewoner Zeswegen-Nieuw Husken

Door demografische en maatschappelijke veranderingen (zoals vergrijzing en gezinsverdunning) ontstaat de behoefte aan bepaalde (vernieuwende) woonvormen onder andere voor  jongeren en studenten en levensloopbestendige woningen voor ouderen. Hier is momenteel een tekort aan. We dragen zorg voor eerlijke verhuur van woningen. We stellen regels voor goed verhuurderschap en beschermen woningzoekenden, huurders en arbeidsmigranten.

Kleinschalige economische activiteiten (vrije beroepen en consumentverzorgende bedrijfsactiviteiten) kunnen samengaan met de woonfunctie en hoeven geen afbreuk te doen aan het karakter van een woongebied, mits de kleinschaligheid in de hand kan worden gehouden. Bedrijvigheid kan zelfs een positieve bijdrage leveren aan de leefbaarheid in een woongebied. 

Transformatie en inbreiding

Het vastgoedaanbod blijft groter dan de vraag. Hierdoor ontstaat leegstand van panden (commercieel, maatschappelijk en particulier vastgoed). Deze leegstand zorgt voor verloedering, een onaantrekkelijke uitstraling en gevoelens van onveiligheid bij onze inwoners. Transformatie of sloop van leegstaande panden kan een oplossing bieden. Voor deze locaties of gebieden dient een nieuwe functie gevonden te worden. De opgave is niet om alles met bebouwing te vullen, maar om te voorzien in een zo sterk mogelijke structuur op strategische locaties (centrum en beeldbepalende locaties).

Tussen het Maankwartier en het groene Heuvelland ligt een stadsdeel vol potentie. In dit gebied koersen wij de komende decennia op een groei van ruim 5000 woningen in alle segmenten en voor bestaande en nieuwe Heerlenaren. Jonge gezinnen, studenten, creatievelingen en medewerkers van bedrijven en instellingen in de brede Euregio gaan in Heerlen hun thuis vinden. Wij willen hen een stad bieden waar het goed wonen, werken en genieten van een rijk cultureel leven is. Een leefbare, veilige buurt is daarvoor in alle gevallen essentieel.

Aansluiting met grootschalige woningbouw rondom openbaar vervoersknooppunten

De bovenstaande ambitie van minimaal 5000 extra woningen, en daarmee de schaalsprong naar ruim 100.000 inwoners, sluit aan op de landelijke en regionale trends. Vanwege een groot landelijk tekort aan woningen zet het Rijk in op de realisatie van 981.000 woningen tot 2030. De Woondeal Limburg heeft betrekking op de bouw van 26.550 nieuwe woningen tot 2030, waarvan een derde sociale huur en een derde in het betaalbare segment. De provincie Limburg heeft aangegeven om daar bovenop 20.000 nieuwe woningen extra te willen bouwen. Volgens afspraken tijdens het Bestuurlijk Overleg Woondeal van november 2023 is de Woondeal Limburg herijkt met 3.000 nieuwe woningen tot 2030. In het kader van de grootschalige woningbouw heeft het Rijk de Limburgse gemeenten en de provincie uitgedaagd om te komen tot één samenhangende ambitie voor wonen, werken, mobiliteit, voorzieningen en de openbare ruimte binnen een straal van circa anderhalve kilometer rond de zes intercity stations van Limburg.

Heerlen geeft invulling aan de extra woningen rondom de openbaar vervoersknooppunten binnen twee lijnen. Voor het sociale deel ligt de focus op de herprogrammering van buurten met veel sociale huurwoningen in Heerlen-Noord naar de stationsomgeving. Met name langs de verkeersas van het station richting het Heuvelland zijn op verschillende plekken relatief weinig sociale huurwoningen. Door deze herprogrammering ontstaat er lucht en ruimte in het noorden van de stad voor onder andere de spreiding van doelgroepen wat bijdraagt aan een grotere veerkracht en leefbaarheid. De tweede lijn biedt een perspectief waarin (groene) ruimte, internationale ligging, betaalbaarheid en een hoogwaardig voorzieningenniveau samen komen. Hiermee wordt er met de ingezette groei ook ingezet op het aantrekken van structuurversterkende nieuwkomers uit de nabijgelegen steden zoals Aken en Maastricht maar ook uit de Randstad. Dit omdat de groeimogelijkheden daar beperkter zijn dan in Heerlen.

Het succes van deze inzet, de extra woningambitie rondom openbaar vervoersknooppunten, is onlosmakelijk verbonden met de brede kwaliteitsimpuls die in de stationsomgeving al is ingezet. Denk aan de (door)ontwikkeling van het Romeins Museum, het Royal-Rivoli en het Centrumbad in de Sint-Franciscus van Assisikerk. Ook de beweging van het onderwijs naar de binnenstad en het opwaarderen van de openbare ruimte door deze te vergroenen, klimaatadaptief in te richten en de toepassing van het principe water en bodem sturend behoren tot deze kwaliteitsimpuls.

[1] Heerlen-Noord bestaat uit 14 wijken met 56.000 inwoners. Doordat het gebied dusdanig groot is, worden vanuit het Nationaal Programma Heerlen-Noord iedere vijf jaar focuswijken aangewezen. Met een integrale aanpak op het gebied van gezondheid, veiligheid, leren, werken en wonen worden hier verbeteringen in de wijk gerealiseerd.

5.3.4 De Heerlense energietransitie

Inleiding

Duurzaamheid is in de regio geconcretiseerd in drie thema’s die nu verder vorm krijgen in afstemming met het proces van de Regionale Energiestrategie (RES): energietransitie, klimaatadaptatie (zie ook paragraaf 5.3.2) en circulaire economie.

De verduurzamingsopgave is een ruimtelijke en financiële opgave van formaat die we samen oppakken. Daarbij kijken we slim naar (meervoudig) ruimtegebruik, technische eisen zoals netcapaciteit, veiligheid in het kader van waterstof en biomassa (zie ook paragraaf 5.2.3) en het versterken van groen-blauwe structuren. Water en bodem sturend en het karakter van onze omgeving, het verhaal van Heerlen, is bepalend voor wat er mogelijk is. Dat stuurt daarmee ook de mogelijkheden voor vormen van energieopwekking en geschikte locaties.

afbeelding binnen de regeling

Energieneutraal in 2040

Heerlen wil in 2040 energieneutraal zijn. Om dit doel te bereiken, passen we verschillende strategieën toe. We zetten in op duurzame alternatieven voor aardgas. Hoewel hybride oplossingen (zoals een hybride warmtepomp in combinatie met een cv-ketel op aardgas) als tussenoplossing worden beschouwd, dragen ze wel bij aan CO2-reductie, maar zijn ze niet voldoende om de uiteindelijke doelstelling te behalen. Om buurten aardgasvrij te maken, wordt werk met werk gecombineerd. Als er veranderingen in de openbare ruimte nodig zijn (zoals herinrichting), grijpt Heerlen direct kansen aan om groenvoorzieningen, biodiversiteit, beweging, milieu en het klimaat te stimuleren of te verbeteren. Bij grootschalige nieuwbouw of renovatie worden isolerende maatregelen getroffen die vereist zijn voor het aardgasvrije warmtealternatief. Naast technische en bouwkundige aspecten hebben we ook oog voor sociale koppelkansen, waarbij de gezondheid een belangrijke plek inneemt. Dit omvat bijvoorbeeld het tegengaan van energie-armoede en hittestress en de toename van het maatschappelijk bewustzijn over de energietransitie. De urgentie moet toenemen om lusten en lasten goed te verdelen. Ongeveer 57% van de woningen in Heerlen dateert uit de periode tot 1974. Veel van deze woningen zijn vanwege hun leeftijd toe aan renovatie wat kansen biedt voor het treffen van energiemaatregelen. 

Tot slot zoeken we ook naar de optimale mix van warmteoplossingen waarbij we rekening houden met onder andere het woningtype, de mate van isolatie en de warmtevraag van de woningen en gebouwen. De onderzoeken naar de haalbaarheid van aardgasvrije oplossingen zijn tot dusver te grofmazig om tot definitieve keuzes te komen. Op basis van de Transitievisie(s) Warmte starten we per 2024 met de zogenaamde buurt- of gebiedsgerichte aanpak. Het doel van de aanpak is om per buurt of gebied een uitvoeringsplan op te stellen, waarin na een gedegen haalbaarheidsanalyse en afstemmingsproces met partners de definitieve keuzes worden beschreven en waarin duidelijkheid ontstaat over de rol en verantwoordelijkheden van alle betrokken partijen om deze mogelijk te maken. In het omgevingsplan maken we het qua regelgeving mogelijk om ook het gemeentelijk vastgoed te verduurzamen.

Een circulaire economie

Circulaire productontwikkeling wordt nu nog maar mondjesmaat opgepakt door het lokale MKB. We zetten in op het verminderen van afval in openbare ruimte, het verder verhogen van huishoudelijke afvalscheiding (80% van restafval wordt nu gescheiden ingeleverd) en een andere omgang met grondstoffen en deelplatformen. We hebben ook aandacht voor het gebruik van materiaal dat lang meegaat, zodat we dit minder snel hoeven te vervangen. Samen met het Europees Centrum voor Circulaire Bouw en Transformatie zetten we in op circulair bouwen. Daarnaast zetten we ook in op het delen van kennis en ervaring en met circulair inkopen streven we naar het maken van een zo groot mogelijke impact op het Maatschappelijk Verantwoord Inkopen. 

Kwalitatieve inpassing van de energietransitie

De energietransitie krijgt op allerlei manieren vorm en zal ook steeds meer een (zichtbare) plek krijgen in onze leefomgeving. De inpassing van zonnepanelen op gebouwen en in open gebieden, windturbines en andere ingrepen moet zoveel mogelijk gebeuren binnen het karakter en de kwaliteit van onze omgeving (het verhaal van Heerlen) en de ruimte die daarvoor nodig is in de ondergrond. Het gaat daarbij om ruimtelijke kwaliteit en om het bestaansrecht en de kwaliteit van landbouwgebieden en natuur.

Aanpak van netcongestie

Particulieren en andere kleinverbruikers maken gebruik van het laagspanningsnet. In Heerlen ligt 1500 km laagspanningsnet, waarvan 300 km moet worden verzwaard. Daarnaast zijn er op dit moment 405 transformatorhuisjes in Heerlen, maar de verwachting is dat er de komende tien tot vijftien jaar nog ruim 400 transformatorhuisjes nodig zijn. Doordat we steeds meer energie verbruiken en opwekken, kunnen steeds mindere woningen aangesloten worden op één transformatorhuisje. 

Bedrijven en andere grootverbruikers zijn aangesloten op het middenspanningsnet. Doordat er geen nieuwe aansluitingen meer mogelijk zijn op plekken voor bedrijven moet ook dit netwerk uitgebreid worden. Daarnaast vindt er onderzoek plaats naar alternatieve oplossingen in de vorm van energiehubs. Daarbij werken bedrijven samen om energie lokaal op te wekken en te verdelen.

Druk op de ondergrond voor kabels en leidingen

Met het oog op grote opgaven zoals netcongestie, is ruimte, met name in de drukke binnenstedelijke ondergrond, een aandachtspunt. De verwachting is dat het aantal kabels en leidingen met een kwart tot een derde toeneemt. Daarnaast bevinden sommige duurzame energiebronnen, zoals bodemenergie, zich in de ondergrond. Door rekening te houden met de locaties waar bodemenergiesystemen kunnen komen, kunnen problemen tussen systemen voorkomen worden en is het gebruik van bodemenergie efficiënter.

Ontwikkelingen zoals vergroening en de aanplant van bomen in de openbare ruimte kan conflicteren met de kabels en leidingen. Het reguleren van de druk op en in de ondergrond kan door middel van wortelgeleidende oplossingen, maar ook duidelijke afspraken over wegprofielen en het toezicht hierop zijn belangrijk. Ook moet er gekeken worden naar de verkoop van snippergroen aan particulieren om toe te voegen aan hun tuin, omdat dit snippergroen in de toekomst ook ruimte kan bieden aan de inpassingen van extra nutsvoorzieningen. Een visie op ondergrondse en bovengrondse infrastructuur kan helpen bij het reguleren van werkzaamheden en het creëren van inzicht. We kunnen als gemeente onze regierol pakken door de ordening van de ondergrond en bovengrond via regulering in het omgevingsplan vast te leggen.

5.3.5 Moderne mobiliteit

Inleiding

Heerlen moet haar strategische ligging, (inter)nationaal en regionaal, benutten. De samenwerking en relatie met de stedelijke clusters Maastricht en Sittard-Geleen moet steeds meer gericht zijn op complementariteit in plaats van concurrentie. Samen werken we aan een zo compleet mogelijk aanbod in één sterk Limburg. Niet overal hetzelfde doen, elkaar iets gunnen en ieder vanuit de eigen aanwezige kracht en bij de stad passend profiel werken aan een duurzame stedelijke ontwikkeling. 

afbeelding binnen de regeling

 

Een aantrekkelijke, bereikbare en herkenbare binnenstad

Binnen Parkstad ziet men elkaar nog vaak als concurrent op het gebied van winkelen en voorzieningen. Dit staat haaks op de ambities uit het Parkstad-samenwerkingsverband. Het is belangrijk om de afspraken een doorvertaling te geven in de praktijk en samen te werken aan één aantrekkelijke regionale binnenstad met Heerlen-Centrum als stedelijke woonkamer, economische motor, cultureel brandpunt en toegangspoort van Parkstad met uitgebreide regionale voorzieningen. Het aantrekkelijk, bereikbaar en herkenbaar houden van het centrum is essentieel om dit te behouden. We staan voor de uitdaging om het centrum van Heerlen verder te ontwikkelen als centrum van Parkstad, in een compacte vorm gegeven de verschillende uitdagingen. Dit kan alleen succesvol gebeuren via een ontwikkelperspectief dat uitgaat van kwaliteiten en door samen te werken met overheden, ondernemers, bewoners en de vastgoedeigenaren en ontwikkelaars zodat ook voor hen nieuw perspectief ontstaat. Daar horen de culturele partners bij zoals het theater, Poppodium Nieuwe Nor en SCHUNK. 

Een bereikbare werk-, woon- en cultuurstad

Onze wegenstructuur is ontstaan en afgestemd op de economische hoogtijdagen een aantal decennia geleden en is sterk gericht op autoverkeer. De opgave is een transitie naar gezonde en duurzame mobiliteitsstructuren die voor iedereen goed toegankelijk zijn. Dat vraagt om bewustwording, ander mobiliteitsgebruik, grotere verkeersveiligheid om ruimte te bieden aan langzaam verkeer en een goede bereikbaarheid door middel van duurzame (openbaar vervoers)netwerken.

Heerlen moet goed bereikbaar blijven als werk-, woon- en cultuurstad. Hiervoor zijn slimme integrale concepten en de verduurzaming van mobiliteitsvormen noodzakelijk. Dat vraagt om een andere omgang met mobiliteit, zoals anders reizen, multimodale knooppuntontwikkeling, versnelling en elektrificatie van langzaam verkeer en de invoer van meer deelconcepten. Ook nieuwe vormen van ruimtegebruik zoals laadpleinen en stadsdistributiehubs en een andere veiligheidsbenadering door het gebruik van alternatieve brandstoffen, zwaardere elektriciteitsnetten en batterijen vragen om een andere omgang met mobiliteit. 

De mobiliteitstransitie

In de mobiliteitstransitie moet aandacht komen voor de (laagdrempelige) bereikbaarheid van werk-, retail en schoollocaties en de leefbaarheid, waaronder de veiligheid (zie ook paragraaf 5.2.3.), rondom die gebieden. Er zijn verschillende wijken met een groot risico op mobiliteitsarmoede (een gebrek aan vervoersmogelijkheden), waar een laag inkomen en slechte gezondheid samenhangen met een grotere afstand tot openbaar vervoerlocaties en voorzieningen zoals winkels en huisartsen. Daarnaast zorgt autoverkeer momenteel voor overlast en onveilige situaties rondom scholen.   

Stimuleren van het fietsgebruik

Wij willen de verblijfskwaliteit van de buitenruimte verbeteren, zodat deze aantrekkelijker wordt voor fietsers en mensen eerder te voet gaan. Beweging heeft namelijk een positieve impact op de gezondheid. Het vergroenen van langzaamverkeersroutes kan hier een belangrijke bijdrage aan leveren. Vooral het fietsgebruik blijft achter. 

Aantrekkelijke en veilige (snel)fietsroutes binnen de regio verdienen daarom prioriteit, maar dienen ook aan te sluiten op netwerken buiten de regio. Hiermee willen we het fietsgebruik stimuleren omdat dit verschillende voordelen heeft. Zo draagt fietsen bij aan meer beweging, een goede gezondheid en is de fiets een duurzaam vervoersmiddel. Dat neemt niet weg dat de ruimte goed bruikbaar en uitnodigend moet zijn voor mensen die slecht ter been zijn.

Versterken van de binnenstedelijke- en de Euregionale verbindingen

Er moet een betere en directe fiets- en openbaar vervoerverbinding komen tussen Heerlen-Noord en Heerlen-Zuid, zodat de bedrijvigheid in Heerlen-Zuid voor inwoners binnen 20 minuten bereikbaar is. 

Ook op Euregionaal niveau willen we de verbindingen versterken. Daarom zetten we in op een nieuwe intercity-verbinding met Aken en pakken we andere belemmeringen in grensoverstijgende mobiliteit aan. Het frequent rijden van de Drielandentrein en snelbusverbindingen die de niet met het spoor verbonden werklocaties verbindt met de stations en steden zijn hier voorbeelden van. Tot slot maken we ook slim gebruik van data en spelen hiermee in op ontwikkelingen op het gebied van digitale mobiliteit. Data gebruiken we om de reis efficiënter en prettiger te laten verlopen, bijvoorbeeld door verschillende mobiliteitsvormen, zoals de trein en de bus, goed op elkaar aan te laten sluiten.

5.4 Centrumstad en economische motor van Parkstad

5.4.1 Inleiding

Dit deel gaat over het op nieuwe manieren benaderen van opgaven op het gebied van economie, kennis, grensoverstijgend samenwerken en digitalisering. Kortom, het gaat om het aanpakken van bestaande en nieuwe uitdagingen op een Parkstad-eigen en Heerlen-eigen manier.

afbeelding binnen de regeling
5.4.2 Regionale arbeidsmarkt en banenmotor

Binnen de regionale arbeidsmarkt kunnen enkele belangrijke ‘ecosystemen’ worden benoemd: de zorg, de medtech en de admintech. Daarnaast zijn ook de sectoren retail en vrijetijdseconomie een grote banenmotor.

afbeelding binnen de regeling

MedTech & Logistics

Medtech & Logistics is een stevig cluster en heeft de ambitie en potentie om verder te groeien. Van de 5.300 banen nu naar 12.000 in de toekomst. Deze banen zijn evenwichtig gespreid over het MBO- en HBO-niveau. Met dit cluster wordt gewerkt aan een gezamenlijk plan om deze ontwikkeling mogelijk te maken. Hierin focussen we op een viertal aandachtsgebieden: infrastructuur, imago & communicatie, onderwijs en arbeidsmarkt. Binnen de thema’s onderwijs en arbeidsmarkt zetten we in op talentontwikkeling; het creëren van kansen voor onze jeugd, voor werkenden maar zeker ook voor onze inwoners die nu nog een afstand tot de arbeidsmarkt ervaren.

De Zorgsector

Het cluster ‘zorg’ blijft ook voor de toekomst een belangrijke drager van werkgelegenheid in de regio. Door vergrijzing en vervangingsvraag blijft een grote behoefte aan arbeidskrachten op alle niveaus bestaan. Innovatie en toepassing van technologische oplossingen is noodzakelijk om ook in de toekomst de benodigde zorg te kunnen bieden. Hier liggen dus kansen voor slimme hoofden en ook voor handige handen.

Admintech: De Brightlands Smart Services Campus

De Brightlands Smart Service Campus (BSSC) op het APG-terrein heeft een belangrijke functie in de verbinding tussen bedrijfsleven, onderwijs en overheid (Triple Helix) op regionaal schaalniveau. Het innovatieve karakter draagt bij aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor nieuwe bedrijven. Daarmee hebben we in Heerlen een bijzonder goede infrastructuur om digitale innovaties te realiseren. Zo beschikken we op de Campus over het Techruption programma, het Urban Data Center en de Public Service Lab. Programma’s waar we zelf bestuurlijk en financieel bij betrokken zijn en in participeren. De Campus heeft daarnaast als speerpunt het thema ‘Brede Welvaart’ gekozen om zo beter aan te sluiten bij de actualiteit en de relevantie van de economische en bestuurlijk behoefte in de regio. 

De situering in de groene zone langs de N281 leent zich goed voor een functionele en ruimtelijke doorontwikkeling. Daarbij moeten opgaven rondom bereikbaarheid goed aangepakt worden. Bovendien kunnen waardevolle (fysieke) verbindingen worden gelegd met de binnenstad aan de ene zijde en de natuurzone aan de andere zijde. De campus kan op deze wijze de ontbrekende schakel vormen die zowel de fysieke-, als functionele structuur en samenhang van de stad versterkt. Door de vernieuwende behoeften die de Campus zal generen, kunnen verschillende gebieden de noodzakelijke transitie doormaken.

Digitalisering van onze economie

Digitalisering van de economie en technologische ontwikkelingen brengen kansen en uitdagingen met zich mee. Denk daarbij aan de inwerkingstelling van het huidige 5G-netwerk en opvolgende netwerken, de opkomst en mogelijkheden van ‘Artificial Intelligence’ en de mogelijke slimme toepassingen in onze leefomgeving (het zogenoemde ‘smart-city concept’). 

Het 5G-netwerk biedt veel kansen op het gebied van datagebruik, snelheid en digitale toepassingen. Het is gebleken dat het 5G-netwerk een veel grotere dichtheid van zendmasten heeft dan voorgaande netwerken. Bij opvolgende netwerken houden we rekening met de mogelijke maatschappelijke weerstand tegen het netwerk en dat eventuele zendmasten een plek moeten krijgen.

Veel werkgelegenheid in de retail en vrijetijdseconomie

Verder zijn de sectoren retail en vrijetijdseconomie belangrijk voor de werkgelegenheid, met name in Heerlen-Centrum. We zien een lichte verschuiving plaatsvinden van banen in de retail naar horeca en cultuur. Onze inzet in het centrum is niet alleen gericht op het faciliteren van de multifunctionele ontmoetingsplaats, maar ook het behoud van de aanwezige banen. Tot slot is de Woonboulevard Heerlen een sterke werkgelegenheidsconcentratie in de retail. Deze bevindt zich in de landelijke top 5. Een eventuele uitbreiding van de woonboulevard is niet uitgesloten, maar dit moet wel goed onderbouwd worden en ruimtelijk inpasbaar zijn.  

5.4.3 Slimme hoofden en handige handen

Inleiding

Heerlen heeft een uitstekend onderwijsaanbod, van basisscholen en voortgezet onderwijs tot diverse vakopleidingen en wetenschappelijk onderwijs. Toch lukt het niet altijd om studenten na afronding van hun opleiding in de stad of regio te houden. Ook blijkt dat niet alle (potentiële) werknemers een opleiding hebben die goed aansluit bij de vraag vanuit de werkgevers. Daarom zetten wij in op nieuwe mogelijkheden om werk en werkzoekenden dichter bij elkaar te brengen. 

afbeelding binnen de regeling

 

Ruimte voor onderwijs

Steeds vaker bieden scholen ruimte aan ontplooiingsmogelijk­heden. Daarnaast vervullen ze een centrale schakel in de maatschappij en neemt de vraag naar een samenhangend aanbod van opvang, educatie, zorg, ondersteuning en vrije tijd toe. We bieden ruimte aan het onderwijs om in te kunnen spelen op toekomstige ontwikkelingen en onderwijsvragen.

Qua huisvesting van onderwijsinstellingen spelen we in op (zich ontwikkelende) eisen op het gebied van duurzaamheid en binnenklimaat (BENG, Frisse Scholen klasse B). Waar mogelijk verminderen van (toekomstige) over- of ondermaat van de onderwijsgebouwen. Daarnaast gelijktijdig oplossen van specifieke huisvestingsvraagstukken die spelen (Herlecollege, Grotiuscollege, Vrijeschool Parkstad).

Praktijkgerichte scholing

Door de ontwikkeling van de Bovengrondse Vakschool (BVS) tot een robuuste schakel in de regionale ontwikkelinfrastructuur, voorzien we in de noodzakelijke praktijkgerichte scholing van mensen met een zekere afstand tot de arbeidsmarkt. Door een hechte, structurele samenwerking met het bedrijfsleven en het onderwijs kunnen passende praktijkleerroutes worden uitgezet. Zo ontsluiten we ook een leven lang ontwikkelen voor deze doelgroep.

Win-Win

Werken, al dan niet met behoud van uitkering, aan de ontwikkeling van zichzelf en van elkaar, begeleid door vakmensen binnen alle geboden disciplines die beschikken over goede pedagogische eigenschappen. Zij worden op hun beurt begeleid door mensen die deze pedagogische eigenschappen monitoren en verbeteren. Kinderopvang, warm eten met elkaar, culturele en sociale evenementen moeten tot verbindingen leiden die lang aanhouden en isolement tegengaan; men krijgt hier als het goed werkt het gevoel, een aangename levensfase te doorlopen. Door hun inspanningen niet enkel te beschouwen als leerproces waarbij een leerling metselen na beoordeling van zijn muurtje dat weer moet afbreken om morgen een ander met dezelfde stenen aan het werk te zien gaan, maar deze vaardigheden in de praktijk te leren op plekken waar deze later van kan zeggen: 'kijk, dit heb ik gemaakt'. 

Zo werken we aan een nieuw economisch en sociaal-cultureel klimaat ontstaan dat werkeloosheid bestrijdt, mensen in hun persoonlijke ontwikkeling steunt, grondwaarden herstelt, vertrouwen wekt en een nieuw imago geeft aan Heerlen; de kern en vaandeldrager van Parkstad.

Een grensoverstijgende kennisregio

Wij zien een belangrijke economische kans bij het vitaliseren van onze grensligging. 

Het gaat hierbij feitelijk over de driehoek Luik-Eindhoven-Aken als centrum binnen een Europese regio met tientallen miljoenen inwoners.

Specifiek verwachten wij de relatie met Aken verder uit te kunnen bouwen waarbij we vooral kansen zien bij het nastreven en vormen van een grensoverstijgende kennisregio. De technische universiteit in Aken (RWTH) is één van de grootste en beste technische universiteiten van Duitsland en groter dan de drie Nederlandse bij elkaar. De opening van de dependance van RWTH Aken in Heerlen-Centrum sluit hier goed op aan. 

5.4.4 (Euregionale) economische clusters

Inleiding

Tot de economische clusters behoren bedrijventerreinen, kantoren en winkelgebieden. Waar kantoren en bedrijven vaak alleen een economische functie vervullen, ligt dat voor winkelgebieden wat genuanceerder. Met name boodschappencentra in de wijken hebben een sterke leefbaarheidscomponent. 

afbeelding binnen de regeling

 

Toekomstbestendige winkels, kantoren en bedrijventerreinen 

Met name winkels en kantoren hebben te kampen met een overaanbod en leegstand. Voor bedrijventerreinen geldt dit inmiddels minder. Het overaanbod zorgt ervoor dat de concurrentie te hevig is en er een reëel risico is dat er geen goede verdeling van winkels en kantoren overblijft. Clustering van met name winkels is belangrijk, omdat winkels beter kunnen overleven in samenhang met andere winkels. De moderne consument komt doorgaans liever naar een winkelcluster met een compleet aanbod. Zo kan bijvoorbeeld een bakker naast een supermarkt een graantje meepikken van de vele klanten die afkomen op de supermarkt. Hetzelfde geldt voor kledingwinkels in de binnenstad.

Daarnaast is structurele leegstand van winkels en kantoren, vooral op prominente zichtlocaties, een bedreiging voor de aantrekkelijkheid van deze gebieden. Leegstand is ‘besmettelijk’ waardoor het de levensvatbaarheid van nog goed draaiende winkels op lange termijn ook kan aantasten. Daarmee staat ook de leefbaarheid, met name in de wijken, onder druk. 

Omdat dit probleem in vrijwel heel Zuid-Limburg speelt, hebben alle gemeenten een gezamenlijke aanpak opgesteld. Met deze aanpak willen we een kwalitatief hoogwaardig leef-, werk- en vestigingsklimaat bieden voor nu en in de toekomst. Onderdeel daarvan is het behoud van het voorzieningenaanbod en de leefbaarheid. Dit doen we door de toekomstbestendige hoofdstructuren vast te leggen en te versterken, inclusief de mogelijkheid om kwalitatieve toevoegingen te faciliteren. Verder verdunnen we de bestaande vastgoedvoorraad daar waar sprake is van een overschot en verminderen we stap-voor-stap de ongewenste planvoorraad buiten de hoofdstructuur. Nieuwe initiatieven worden afgestemd met de (sub)regio. 

Regionale economische visies waaronder de Structuurvisie Ruimtelijke Economie Zuid-Limburg (SVREZL) worden niet ter discussie gesteld en  blijven van kracht na vaststelling van de omgevingsvisie. Daarnaast blijven bestaande beleidsvisies van de gemeente en van de stadsregio Parkstad Limburg overeind, net als de uitwerkingen hiervan. Bij de actualisatie van deze visies kunnen mogelijk nieuwe accenten worden gekozen die ook bij de toekomstige actualisatie van de Omgevingsvisie worden meegenomen (en andersom).

Behoud van het Euregionale koopicoon Woonboulevard Heerlen

Onze Woonboulevard is na 25 jaar nog steeds één van de best draaiende meubelboulevards van Nederland. Het biedt werkgelegenheid aan ongeveer 1.000 mensen en de leegstand is erg laag. In de Structuurvisie Ruimtelijke Economie Zuid-Limburg (SVREZL) is de mogelijkheid opgenomen om onder voorwaarden uitbreiding mogelijk te maken. Uiteraard worden daarbij ook andere factoren, zoals de bereikbaarheid, meegenomen.

Vitale boodschappencentra in de wijken

Voor de leefbaarheid is het van belang dat er voldoende en complete boodschappenvoorzieningen dicht bij de mensen zijn. Er is een duidelijk verschil tussen de behoefte van de drukbezette, mobiele consument en de minder mobiele en oudere inwoner die steeds langer zelfstandig moet blijven wonen. Daarbij komt ook de economische haalbaarheid voor de ondernemers. De marktruimte voor supermarkten is in economische zin oververzadigd, terwijl het aanbod aan boodschappenwinkels in de beleving van de consument alleen maar afneemt. Om een goede balans te vinden in deze lastige spagaat, is in de SVREZL aangewezen welke wijkwinkelcentra in ieder geval tot de hoofdstructuur behoren. Daarnaast moet het overaanbod en de leegstand worden aangepakt.

Versterking van de kantorenmarkt

Heerlen is onbetwist de belangrijkste kantorenstad binnen de stadsregio Parkstad Limburg. Grote spelers zoals APG, de Brightlands Smart Services Campus, het CBS en de GGD zijn allemaal in en rond het centrum gevestigd. Voor zelfstandige grootschalige kantoren is het centrum volgens consistent beleid de primaire vestigingslocatie. Hier moet dus voldoende courant en gevarieerd kantooraanbod beschikbaar blijven en niet alleen grootschalig maar ook kleinschalig. Ook voor nieuwe en innovatieve kantooractiviteiten moet er ruimte zijn.

In de jaren '90 is er veel grootschalige kantoorruimte bijgebouwd, maar de vraag hiernaar is de afgelopen jaren afgenomen. De gemeente heeft een deel van de overtollige kantoorruimten gesaneerd. Daarnaast zijn er vanuit de eigenaren diverse transformatieverzoeken voor te grote of incourante kantoorgebouwen. Veelal gaat het dan om de transformatie naar woningen.

Eenandere ontwikkeling is het veranderende rijksbeleid naar ‘Elke Regio telt’. Onderdeel hiervan is de mogelijkheid om rijksdiensten te spreiden over het land. In dat geval kan het zijn dat er nieuwe kantoren naar Heerlen komen, die bij voorkeur, passend binnen het beleid, in en rond het centrum worden gehuisvest.

Het kantorenbeleid richt zich op de aanpassing van de kantorenvoorraad met restricties voor nieuwe toevoegingen. Daarbij gaat het om zelfstandige kantoren. Heerlen kent ook (grootschalige) kantoorgebouwen die als nevenfunctie bij bedrijvigheid dienen. Het is belangrijk om in te spelen op de veranderende vraag en om de kwaliteit van kantoorgebouwen te verbeteren. 

Toekomstbestendige bedrijventerreinen

Onze bedrijventerreinen zijn, met name door de snelle ontwikkeling van het medtech-cluster op de bedrijventerreinen Avantis, Trilandis en De Beitel, snel volgeraakt. Daarnaast kent Heerlen vele kleine en grote bedrijventerreinen. Deze vormen een belangrijke ruggengraat voor de werkgelegenheid en voorzien in ongeveer 25% van het totale aantal banen. Om voldoende ruimte te houden voor de uitbreiding van zittende bedrijven en vestiging van nieuwe bederijven zetten we vooral in op herstructurering en revitalisering van de bestaande terreinen.

Daarnaast is voldoende ruimte nodig voor de transitie van bedrijventerreinen in het kader van circulaire economie en de energietransitie. Denk aan het plaatsen van batterijen, gezamenlijke laadpleinen, het opslaan van circulaire bouwmaterialen enz. De herstructurering en revitalisering van bedrijventerreinen én mogelijke uitbreidingsruimte van bedrijven(terreinen) voeren wij uit aan de hand van een overkoepelende bedrijventerreinenvisie en zogenaamde ontwikkel- en/of gebiedsvisies voor de desbetreffende bedrijventerreinen.

Daarnaast werken we samen met de overige Parkstad-gemeenten bij het zoeken naar uitbreidingsruimte. De markt voor bedrijven beperkt zich niet tot één gemeente, maar is meer regionaal van aard. Om die reden wordt er nauw samengewerkt bij de marketing en acquisitie richting bedrijven.

5.4.5 Binnenstad, cultuur(historie) en toerisme

Inleiding

Het is belangrijk om te werken aan één aantrekkelijke regionale binnenstad met Heerlen-Centrum als stedelijke woonkamer, economische motor, cultureel brandpunt en toegangspoort van Parkstad en met uitgebreide regionale voorzieningen. Het aantrekkelijk, bereikbaar en herkenbaar houden van het centrum is essentieel. 

afbeelding binnen de regeling

 

Een aantrekkelijke, bereikbare en herkenbare binnenstad

We staan voor de uitdaging om het centrum van Heerlen verder te ontwikkelen als centrum van Parkstad, maar in een compacte vorm gegeven de verschillende uitdagingen. Dit kan alleen succesvol gebeuren via een ontwikkelperspectief dat uitgaat van kwaliteiten en door samen te werken met overheden, ondernemers, bewoners en de vastgoedeigenaren en ontwikkelaars zodat ook voor hen nieuw perspectief ontstaat. Daar horen uiteraard ook de culturele partners bij zoals het theater, Poppodium Nieuwe Nor en SCHUNK. 

We zorgen dat het vestigingsklimaat van het centrum aantrekkelijk blijft. Het centrum is immers hét visitekaartje en de belangrijkste multifunctionele ontmoetingsplaats. De winkelfunctie voor recreatief winkelen staat onder druk, maar is nog steeds het belangrijkste bezoekmotief. Door andere functies zoals horeca en cultuur te versterken en nieuwe functies zoals onderwijs toe te voegen, ontstaat er een levendigere mix.

Daarnaast is het tegengaan van verloedering van leegstaande panden van belang voor het imago van het centrum en het aantrekken van publiek. Door het aantrekken van nieuwe functies, kan de leegstand worden getransformeerd en ontstaat er een nieuwe dynamiek.

De kernkwaliteiten van het centrumgebied, zoals de historische gelaagdheid, de reeks van pleinen en pleintjes en het rijkdom aan contrasten, kunnen nog sterker over het voetlicht worden gebracht. Tegelijkertijd kan nieuwe kwaliteit, zoals groen en het karakter ‘Pionier in stadmaken met lef en durf’ worden toegevoegd.

Een goede bereikbaarheid is van belang voor het aantrekken van nieuwe ondernemers, maar ook voor (potentiële) werknemers. Daarnaast is het van belang om de bereikbaarheid van Heerlen als centrumstad voor bezoekers goed te houden.

Onderwijs naar de binnenstad

Verschillende onderwijsinstellingen hebben serieuze interesse om zich (weer) te vestigen in de binnenstad. Het gaat dan zowel om verschillende scholen voor het voortgezet onderwijs, alsook Zuyd hogeschool en de Open Universiteit. Met de aanwezigheid van leerlingen, studenten en docenten ontstaat er meer levendigheid op straat. Daarnaast krijgt onze jeugd een betere band met de binnenstad, wat op termijn kan bijdragen aan de afweging om in Heerlen te blijven wonen en werken. Deze ontwikkeling is een fundamentele gamechanger voor de gehele binnenstad en zal daarmee een vliegwiel zijn waarmee eerdere en toekomstige investeringen nog beter zullen renderen. 

De meest concrete plannen betreffen Zuyd Hogeschool. Een locatie in het hart van het stadscentrum, meer concreet het bouwblok Promenade I, past bij hun visie. Hier wil Zuyd Hogeschool een duurzaam, eigen, nieuw en iconisch gebouw neerzetten; een gebouw dat een vertaalslag vormt van haar onderwijsvisie en aantrekkelijk werkgeverschap. Het bouwblok Promenade I ligt centraal in het centrum, waarmee centrumvoorzieningen in brede zin in de directe nabijheid aanwezig zijn zoals het openbaar vervoersknooppunt, culturele instellingen, horeca en groen- en parkvoorzieningen. De beoogde transformatie van dit naar huisvesting voor de hogeschool met bijbehorende voorzieningen zorgt voor meer levendigheid. Om ervoor te zorgen dat het in de avonden ook levendig is, zijn er plannen voor een andere inrichting. Daarbij hoort ook een commerciële plint met detailhandel, horeca, commerciële dienstverlening, leisure en creativiteit. Verder wordt gedacht aan een betere dooradering van het gebied door middel van nieuwe openbare ruimte. Ook woningen zijn mogelijk in dit bouwblok. 

Zichtbare en beleefbare cultuurhistorie

Heerlen is zoals gezegd een gemeente met een rijk verleden. Cultuurhistorische waarden, onder andere van het Romeins-, Middeleeuws- en Mijnverleden, moeten beter beschermd, zichtbaar en beleefbaar worden. Voorbeelden van deze cultuurhistorische waarden zijn archeologie, historische gebouwen, bouwwerken, funerair erfgoed, stedenbouwkundige structuren en landschapsstructuren en -elementen. Maar ook de verhalen van Heerlen (Geschiedenis op straat) gaan we beter vertellen. Cultureel erfgoed speelt een belangrijke rol in het beleven van een stad of regio. Het vormt vaak de bepalende factor in de regionale of lokale identiteit. Dit geldt in de eerste plaats voor de bewoners van het gebied. Zij voelen zich prettiger als de omgeving een eigen DNA heeft.

Heel Heerlen graaft

‘Heel Heerlen graaft’, september 2023, is een initiatief van de stad Heerlen in samenwerking met het Thermenmuseum, Constructing The Limes (C-Limes), de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en de Universtiteit Utrecht. Inwoners kregen de kans om onder leiding van een archeoloog zelf op zoek te gaan naar archeologische resten in hun achtertuin of openbare plaatsen in de stad. Dit pilotproject was een groot succes. Door het stimuleren van dit soort projecten kunnen we het draagvlak van de archeologie in eigen stad vergroten.

Vanuit economisch perspectief kan cultureel erfgoed beschouwd worden als kapitaalgoed met een potentieel hoge economische waarde. Door het potentieel van de archeologie te gebruiken, willen we de (vrijetijds)economie versterken. Ook de naadloze integratie van landschappelijke en stedelijke kwaliteit vormt de basis voor een toekomstbestendige recreatie en toerisme. Hierbij staan intrinsieke kwaliteit, beleving, verleiding en ondernemerschap voorop. 

afbeelding binnen de regeling

Herbestemming van monumenten en cultuurhistorisch erfgoed

Naast het beschermen van het archeologische en cultuurhistorisch erfgoed is het doel om deze te ontsluiten als bron van het ‘gemeenschappelijke geheugen’. Ook het versterken van de uitstraling van het erfgoed en de omgeving waarin ze zich bevinden is hier onderdeel van. De jaren van krimp hebben ervoor gezorgd dat monumenten of locaties die bescherming verdienen vanwege hun cultuurhistorische belang, zoals kerken, leegstaan. Het herbestemmingsvraagstuk is in Heerlen en de Parkstad regio daarom groter dan elders. De mijnsteenbergen zijn één van de weinig overgebleven elementen uit de mijnbouwtijd en vormen een karakteristieke verbinding met andere mijnbouwgebieden in de Euregio. De steenbergen kunnen nog veel meer ingezet worden als symbool voor een grenzeloze regio (zie ook paragraaf 5.4.).

 

“Leegstand van winkels en verloedering van gevel- en winkelaanzichten moet aangepakt worden. Leegstand is de medeverantwoordelijkheid van bedrijfspandeigenaren en moet tegengegaan worden in samenwerking met de gemeente of initiatiefnemers. Het zou daarnaast verboden moeten zijn om panden met een sfeerbepalend aanzicht te verwaarlozen of lang leeg te laten staan.” 

– Bewoner Heerlen-Centrum

Door de ruimtelijke ingrepen in de jaren ’60 is de intimiteit en kleinschaligheid van de oude historische binnenstad vervangen door grote open ruimtes en betonnen gebouwen. Deze ruimtelijke kwaliteit wordt nu als kil en sfeerloos ervaren. Om dit tegen te gaan, kunnen pandeigenaren in Heerlen-Centrum gebruik maken van het gevelrenovatiefonds dat bestemd is voor het opknappen van verloederde winkelpuien.

Talentontwikkeling voor jong en oud

Heerlen wil met het cultuurbeleid cultuur dichter bij de inwoners brengen, erfgoed meer zichtbaar maken, talent ontwikkelen en ruimte bieden voor experiment. Heerlen investeert al jaren in cultuur en cultureel erfgoed en zet daar ook de komende jaren volop op in. De ‘Culturele Agenda 2022-2026’ is daar de uitwerking van. Met ons cultuurbeleid willen we drempels verlagen en zo veel mogelijk inwoners vertrouwd maken met de Heerlense culturele instellingen en met het verhaal van onze stad. We zorgen er, bijvoorbeeld via Rijke Schooldagen, voor dat kinderen hun talenten op het gebied van cultuur, sport of andere thema's kunnen ontdekken en ontwikkelen. Dit doen we door een breed en gevarieerd aanbod aan activiteiten aan te bieden.

Een breed en toegankelijk cultuuraanbod

 

“Als ik Heerlen in één woord moet omschrijven, is dat kunst/art. Graffiti wordt hier omgezet naar prachtige kunst en is door de hele stad te vinden. Daarnaast is hier veel oog en steun voor kunstenaars in elke vorm.” 

–  Inwoner Zeswegen-Nieuw Husken

De culturele infrastructuur in en om het centrum is waardevol voor de identiteit en beleefbaarheid van onze gemeente en speelt een belangrijke rol in bijvoorbeeld educatie. Het gaat onder andere om het theater, de bibliotheek, de verschillende musea en podia. Cultuur is overal en dichtbij. Dat is ons doel. Het stimuleren van bijvoorbeeld kunst in de openbare ruimte, met name Street Art, geeft kwaliteit, identiteit en inspiratie aan de stad en past bij het DNA van Heerlen. We streven naar een breed en toegankelijk cultuuraanbod voor alle Heerlenaren, ongeacht leeftijd of achtergrond. Iedereen verdient de mogelijkheid om kennis te maken met diverse disciplines van kunst en cultuur en iedereen moet de kans krijgen om zijn of haar talenten te ontwikkelen. We blijven inzetten op ‘Cultuureducatie met Kwaliteit’ via het programma ‘Pit Cultuurwijzer’ om cultuureducatie te verankeren in het onderwijs. We bevorderen de deskundigheid van de leerkrachten en docenten en verbeteren de samenwerking tussen de verschillende culturele organisaties. We nemen de drempels weg die het scholen moeilijker maken om onze culturele instellingen te bezoeken. Dat doen we onder meer door de ‘Cultuurbus’ en de ‘Kinder Cultuur Week’.

Een stevige culturele basisinfrastructuur

Heerlen voelt zich ook verantwoordelijk voor het in stand houden van een culturele basisinfrastructuur (culturele instellingen). We willen niet alleen een stad zijn waar cultuur mogelijk wordt gemaakt, maar waar cultuur ook daadwerkelijk gemaakt wordt en talenten ontwikkeld worden. We maken de beweging van een culturele naar een creatieve stad. Daarom zetten we, naast een stevige basisinfrastructuur, in op het versterken van het productieklimaat. Zo bieden we ruimte voor talent en talentontwikkeling en een betere verbinding tussen amateur- en professionele kunsten. De diversiteit van de stad verdient een brede benadering, waarbij amateurkunsten en professionele organisaties elkaar versterken.

Heerlen als een volwaardige Euregionale bestemming

Leisure is een groeiende economische motor met een ‘toeristisch product’ dat snel in aanzien groeit. Met een grensoverstijgend belang op het snijvlak tussen het Duitse achterland en het klassieke Heuvelland, en met een eigen onderscheidend aanbod zijn er veel kansen voor de toekomst. We positioneren Heerlen en Parkstad als een volwaardige bestemming in Zuid-Limburg.

We versterken de schakels tussen Heerlen en het omliggende Euregionale landschap en maken daarmee de verhalen en toeristisch-recreatieve kernkwaliteiten beter beleefbaar. Deze schakels zijn onder andere de kastelen Hoensbroek, Terworm en Schaesberg, het Imstenraderbos, het groevegebied tussen Palemig - Heksenberg en Park Gravenrode. De schakels vormen in zichzelf (potentieel) aantrekkelijke recreatiegebieden voor de inwoners van de Parkstad, maar trekken ook mensen vanuit de Euregio. Hiermee verbinden we de vrijetijdseconomie aan de kwaliteit van het Zuid-Limburgse en Euregionale landschap en dragen vanuit de vrijetijdseconomie bij aan het bewaken en verhogen van de kwaliteit van het landschap. We brengen daarnaast ook een betere balans aan tussen de vraag naar en het aanbod van verblijfsaccommodaties, zowel kwalitatief als kwantitatief.

Branding en citymarketing

Op het gebied van branding en citymarketing kan onder meer de cultuursector flink versterkt worden. Evenementen worden steeds meer vormgegeven als commercieel marktsegment en hierop moet worden ingespeeld met een onderscheidend aanbod, zodat er economisch van geprofiteerd kan (blijven) worden. Om die reden moet het culturele profiel beter worden verwerkt in de evenementen en evenementen moeten onderling beter worden afgestemd.

5.5 Omgevingsvisiekaart

In de paragrafen hiervoor zijn de ambities en gewenste ontwikkelingen voor de gemeente Heerlen toegelicht in tekst, beeld en kaartmateriaal. Hieruit hebben we de belangrijkste ontwikkelingen vertaald naar de omgevingsvisiekaart die hieronder te zien is. Deze kaart moet worden gezien als visiekaart en niet als bestemmingsplankaart (of omgevings-plankaart). Een omgevingsvisie is namelijk niet juridisch bindend voor de burger en heeft daarom geen harde begrenzingen. Wel laat de kaart goed zien wat onze ambities zijn voor het behoud en de ontwikkeling van de gemeente Heerlen.

afbeelding binnen de regeling
afbeelding binnen de regeling

6 Werken in de beleidscyclus

6.1 Inleiding 

In dit hoofdstuk beschrijven we hoe we de visie willen operationaliseren. Als gemeente staan we hiervoor niet alleen zelf ‘aan de lat’. Samen met onze inwoners, ondernemers, maatschappelijke organisaties en partners gaan we aan de slag om de omgevingsvisie Heerlen uit te voeren. Hierom beschrijven we in sommige gevallen ook wat er moet gebeuren om een project of ontwikkeling van de grond te krijgen, zodat dit betrokken kan worden in gesprekken over initiatieven.

In dit hoofdstuk beschrijven we verder de doorwerking van de omgevingsvisie in de andere Omgevingswet-instrumenten. Daarnaast geven we aan hoe we als gemeente de uitvoering van onze gestelde ambities in de visie gaan monitoren en hoe we omgaan met het actualiseren van de visie. 

6.2 Sturingsfilosofie 

Het uitgangspunt van de Omgevingswet is ontwikkelingen mogelijk maken en tegelijkertijd de kwaliteit van de leefomgeving waarborgen. Met de omgevingsvisie laten we inhoudelijk op hoofdlijnen zien hoe we in Heerlen initiatieven willen ondersteunen waarmee tegelijkertijd een bijdrage wordt geleverd aan de kwaliteit van de leefomgeving. Met deze visie als onderlegger gaan we daar de komende tijd concreet mee aan de slag. De concrete uitwerking van de omgevingsvisie hangt ook af van de rol die de gemeente aanneemt. We hebben als overheid diverse rollen en sturingsfilosofieën tot onze beschikking.  

Rollen

Er zijn vier benaderingen van sturing. In elk van de vier benaderingen gaat het om overheidssturing, in die zin dat de overheid doelen formuleert en die probeert te realiseren in interactie met de omgeving. De aanduidingen in de kwadranten geven accenten aan in de rolopvatting en geen scheidingen. Zo wil de ‘Netwerkende Overheid’ óók prestaties leveren en ook zorgvuldig en duidelijk de kaders stellen net als de ‘Rechtmatige Overheid’. 

 

afbeelding binnen de regeling

We hebben als gemeente hoge ambities om de democratie van onderaf beter te faciliteren, meer gebiedsgericht en van buiten naar binnen te werken. Dit past goed bij de geest van de Omgevingswet. Deze visie sluit goed aan bij de 'netwerkende' en 'responsieve' overheid. Hierbij staat 'van buiten naar binnen werken' centraal en draagt de samenleving initiatieven aan. Dat is voor ons een belangrijke leidraad. We zetten daarom in op alliantievorming, het zoeken naar partners om gezamenlijke doelen of belangen te behalen. Dit doen we met een relatiegerichte houding en we moedigen actief burgerschap aan. De ontwikkeling naar een meer netwerkende en responsieve overheid is ook een organisatorische opgave.

Dit neemt niet weg dat het belangrijk is te benoemen dat we op verschillende thema's en/of gebieden verschillende sturingsfilosofieën nodig zullen hebben om het gewenste resultaat te behalen. Op onderdelen zal er dus een andere sturingsfilosofie gekozen kunnen worden. We werken dit verder uit bij concrete projecten. 

De sturingsfilosofie gaat overigens niet alleen over de rolneming van de gemeente ten opzichte van de samenleving maar ook over de rolneming van de raad ten opzichte van het college. In Heerlen vinden we het belangrijk dat de raad na vaststelling nauw betrokken blijft bij de uitvoering van de visie. 

6.3 Operationalisering in Omgevingswetinstrumenten

Relatie met ow-instrumenten

De Omgevingswet voorziet in een zestal Omgevingswet-instrumenten waarvan de omgevingsvisie, het omgevingsplan en de omgevingsprogramma’s de belangrijkste beleidsmatige instrumenten zijn. De omgevingsvisie heeft een duidelijke relatie met de overige Omgevingswet-instrumenten.  

De Omgevingswet gaat namelijk uit van beleidsontwikkeling op basis van de beleidscyclus. De verschillende instrumenten worden in samenhang ontwikkeld en actief gemonitord en aangescherpt. De omgevingsvisie vormt de eerste stap in deze cyclus en is een dynamisch document dat we als gemeente samen met betrokkenen blijven aanscherpen.  

Perspectieven op overheidssturing. 
afbeelding binnen de regeling
 Figuur 13.Bron: gebaseerd kwadrantenmodel Nederlandse school voor openbaar bestuur. Van der Steen et al 2015

Omgevingsplan

Belangrijk is de bepaling in de Omgevingswet dat een gemeente één omgevingsplan kent. Dit betekent in principe dat het systeem zoals we dat nu kennen, verschillende bestemmingsplannen voor het stedelijk- en het buitengebied, niet meer aan de orde zal zijn. Ook alle onderdelen uit de verordeningen die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving, moeten in het omgevingsplan worden opgenomen. Het omgevingsplan is het enige kerninstrument uit de Omgevingswet dat de burger, bedrijven, andere overheden en de gemeente bindt. De omgevingsvisie is zelfbindend: ze bindt alleen het bestuursorgaan (bevoegd gezag) dat het document heeft vastgesteld. De omgevingsvisie wordt zodanig opgesteld dat de stap naar het omgevingsplan beleidsmatig relatief eenvoudig is te maken. We hebben namelijk in deze omgevingsvisie al de kernkwaliteiten en beleidsprioriteiten van Heerlen als geheel - en per deelgebied - opgenomen die in het omgevingsplan verder uitgewerkt kan worden. Het doel is dat in het omgevingsplan een deel van de verzoeken snel kan worden afgedaan en dat voor een deel een nadere afweging nodig is. Als een initiatief niet blijkt te passen in het omgevingsplan, dan kan hiervan afgeweken worden en kunnen we terugvallen op de omgevingsvisie. Hiervoor zal het integrale inspiratie- en afwegingskader in deze paragraaf worden opgenomen. Dit is het kwalitatieve kader waarmee de gemeenteraad de beoordeling van initiatieven in vertrouwen loslaat aan het college van burgemeester en wethouders. 

Omgevingsprogramma

De omgevingsvisie stelt ambities voor de toekomst en formuleert hiervoor het strategisch beleid aan de hand van kaders en richtlijnen. Gewenste verdere uitwerking van het strategisch beleid kan op tactisch/ operationeel niveau plaatsvinden via het (vrijwillige/onverplichte) programma-instrument. De integrale afweging vindt op hoofdlijnen plaats in de omgevingsvisie, in de programma’s wordt daarop voortgeborduurd en worden de lijnen voor de uitvoering uitgezet. Het omgevingsprogramma is een flexibel instrument dat de gemeente kan toepassen in verschillende fasen van de beleidscyclus. Een programma heeft verschillende kenmerken en is zelfbindend. Het wordt vastgesteld door het college. Deze kunnen gebiedsgericht of thematisch van aard zijn. Momenteel beoogt de gemeente te werken aan de volgende programma’s:  

  • a.

    Warmteprogramma. Het is verplicht een dergelijk programma te maken. In de praktijk gaat het om de uitbreiding van de Transitievisie Warmte (TVW) met een aantal wettelijk omschreven onderdelen.De huidige vastgestelde TVW 2.0 is conform de uitgangspunten van een warmteprogramma vastgesteld en mag worden gehanteerd als warmteprogramma onder de Omgevingswet.

  • b.

    Programma Geluid: De agglomeratie Heerlen/Kerkrade is aangewezen als agglomeratie als bedoeld in Omgevingsregeling. Dit betekent dat de gemeente Heerlen een geluidprogramma moet maken. In de praktijk komt dit erop neer dat het actieplan geluid, waaraan nu gewerkt wordt, als programma in de zin van de Omgevingswet moet worden vastgesteld. In het actieplan Geluid is een aanvullend toetsingskader voor het omgevingsplan opgenomen met het doel om verslechtering van het woon -en leefklimaat te voorkomen. 

  • c.

    Programma Energie-infrastructuur

  • d.

    Programma Hittebestendigheid en droogte

Omgevingswaarden 

De Omgevingswet biedt de mogelijkheid om in het omgevingsplan voor de gehele gemeente omgevingswaarden vast te leggen. Bijvoorbeeld ten aanzien van de uitstoot van schadelijke stoffen, de productie van geluid of andere vormen van hinder of mogelijke overlast. In dat geval is ook een programma verplicht. In dat geval ligt het voor de hand dit in de omgevingsvisie al aan te geven. Vooralsnog zien wij echter geen noodzaak om omgevingswaarden te stellen. Mocht in de toekomst blijken dat bepaalde ‘doelen’ niet worden gehaald dan kunnen we alsnog overwegen om in het omgevingsplan omgevingswaarden vast te stellen en deze te koppelen aan een programma. Dit is ook een aspect wat aan bod komt bij de monitoring en evaluatie van deze eerste omgevingsvisie. 

Uitzondering op de regel dat we geen omgevingswaarden stellen, zijn de geluidproductieplafonds (gpp) in elk geval voor industrieterreinen in het actieplan/programma geluid. Die gpp’s zijn te beschouwen als omgevingswaarden, die in het omgevingsplan van Heerlen moeten landen. 

Uitvoeringsprogramma 

De omgevingsvisie gaat uit van realisatie van initiatieven door eenieder die in de gemeente Heerlen woont, werkt of recreëert of er op een andere manier bij betrokken is. Als gemeente stimuleren en ondersteunen (leveren van kennis, zorgen voor verbinding) we initiatieven die bijdragen aan de beleidskeuzes per thema en gebiedsprioriteiten in deze omgevingsvisie. De gezamenlijk gestelde waarden zijn de basis geweest voor het beschrijven van de beleidsdoelstellingen uit deze visie en voor het formuleren van gebiedsgerichte uitgangspunten. In de uitvoering geven we daadwerkelijk vorm aan de gestelde ambities in de praktijk. Naar wens vindt de uitwerking plaats in thematische of gebiedsgerichte omgevingsprogramma’s (programma’s in de zin van de Omgevingswet).   

Inspiratie- en afwegingskader 

De omgevingsvisie wordt uitgevoerd door het opstellen van het omgevingsplan en programma’s, maar is op zichzelf ook een instrument voor het toetsen van nieuwe ontwikkelingen. Hierbij hanteren we als gemeente de ‘Ja, mits - benadering’ uit de Omgevingswet. Het is van belang daarbij de balans tussen borgen van kwaliteiten en ruimte bieden voor ontwikkelingen inzichtelijk te maken. De volgende beginselen uit de Omgevingswet en afwegingsprincipes uit de NOVI zijn nuttige algemene kaders.  

Milieubeginselen Omgevingswet en Afwegingsprincipes NOVI: 

  • Het voorzorgsbeginsel;

  • Het beginsel van preventief handelen;

  • Het beginsel dat milieuaantastingen bij voorrang aan de bron bestreden moeten worden;

  • Het beginsel dat de vervuiler betaalt;

  • Combinaties van functies gaan voor enkelvoudige functies; 

  • Kenmerken en identiteit van een gebied staan centraal en;

  • Afwenteling op volgende generaties wordt voorkomen. 

Aanvullend op deze algemene kaders bieden het integrale afwegingskader en de afwegingskaders voor de deelgebieden uit de omgevingsvisie inhoudelijke en gebiedsgerichte richting voor initiatieven. Richting voor de nadere uitwerking in programma’s en het omgevingsplan alsmede een toetsing van de wenselijkheid van een nieuwe ontwikkeling.

6.4 Lokale en regionale samenwerking

De ontwikkelingen in Heerlen staan natuurlijk niet op zichzelf. Ook in de regio vinden allerlei ontwikkelingen plaats die van invloed kunnen zijn op onze gemeente. Daarom hebben we actief contact met buurgemeenten, de provincie Limburg en ketenpartners en nemen we deel aan verschillende regionale samenwerkingsverbanden. In hoofdstuk 2 is gereflecteerd op een aantal belangrijke regionale visies van onze partners. Samen met die partners blijven we werk maken van belangrijke regionale opgaven. Alle aangrenzende gemeenten waren uitgenodigd om deel te nemen aan ketenpartnersessies tijdens de totstandkoming van deze omgevingsvisie. Daarnaast hebben ze allemaal een uitnodiging gekregen om te reageren op de omgevingsvisie tijdens de inzageperiode. 

6.5 Grond en financiën

Financiële uitvoerbaarheid 

De gemeente Heerlen heeft in de omgevingsvisie ambities en opgaven opgenomen waarvoor investeringen nodig zijn. De financiële uitvoerbaarheid hiervan is dynamisch en voortdurend aan verandering onderhevig. Enerzijds is dit omdat nog niet alle ambities zijn uitgewerkt. Anderzijds is dit het geval, omdat er in de loop der tijd vaak ook projecten afvallen en/of nieuwe projecten bijkomen. Ook de daadwerkelijke kosten en opbrengsten van projecten kunnen veranderen op basis van prijsontwikkelingen en aangescherpte eisen en regelgeving. Het is dan ook belangrijk om de financiële uitvoerbaarheid - op basis van dit soort nieuwe inzichten en projecten - periodiek te evalueren, te actualiseren en waar nodig bij te stellen. Op projectniveau maakt de financiële uitvoerbaarheid deel uit van het omgevingsplan. 

Kostenverhaal en verevening

De gemeente zal als trekker van de in deze omgevingsvisie genoemde opgaven (een deel zal door andere partijen worden uitgevoerd) delen hiervan bekostigen. Ontwikkelaars van bouwlocaties hebben echter ook profijt van die investeringen. Hieronder staat beschreven hoe het kostenverhaal in de Omgevingswet is geregeld.

Kostenverhaal in de Omgevingswet

Wetgeving rondom kostenverhaal en verevening staat in de aanvullingswet Grondeigendom die is opgenomen in de Omgevingswet. Met de Aanvullingswet grondeigendom wil de wetgever het instrumentarium voor faciliterend grondbeleid verbeteren en meer rekening houden met de diverse ontwikkelopgaves waarin het eindbeeld onzeker is, waaronder organische gebiedsontwikkeling. Het instrumentarium bestaat twee hoofdgroepen, elk verdeeld naar twee subgroepen:

  • Regulier kostenverhaal (wettelijke plicht om dit toe te passen):

    • Bij integrale ontwikkeling;

    • Bij organische ontwikkeling.

  • Kostenverhaal van financiële bijdragen (wettelijke bevoegdheid om dit toe te passen):

    • Bij integrale ontwikkeling;

    • Bij organische ontwikkeling.

 

Voor de beide hoofdgroepen geldt ook nog dat het zowel privaat- als publiekrechtelijk toegepast kan worden.

Indien de gemeente straks wenst te beschikken over de publiekrechtelijke mogelijkheid voor kostenverhaal voor financiële bijdragen, dan is de reikwijdte beperkt tot de limitatieve categorieënlijst uit de Algemene Maatregel van Bestuur ‘Financiële bijdragen’. De financiële bijdragen kunnen gevraagd worden voor ontwikkelingen als kwalitatieve verbeteringen van landschap, natuur, water of de stikstofbalans, de aanleg of aanpassingen van infrastructuur en daartoe benodigde voorzieningen. Anterieur kunnen ook andere bijdragen worden gevraagd. In beide gevallen moet de functionele samenhang van de projecten waarvan een bijdrage wordt gevraagd en de projecten waarvoor een bijdrage wordt gevraagd onderbouwd worden in de omgevingsvisie of in een programma. 

De gemeente Heerlen heeft ervoor gekozen de onderbouwing in een afzonderlijk, nog op te stellen, ‘programma kostenverhaal’ op te nemen. 

Wet voorkeursrecht gemeenten

Voor Promenade I heeft een aanwijzing op basis van de Wet voorkeursrecht gemeenten plaatsgevonden op 27 september 2022. Het gebied Wet voorkeursrecht gemeenten is opgenomen in de afbeelding op de volgende pagina (figuur 15). De beoogde transformatie van PromVoor Promenade I heeft een aanwijzing op basis van de Wet voorkeursrecht gemeenten plaatsgevonden op 27 september 2022. De uitwerking van de beleidsuitgangspunten uit deze omgevingsvisie voor dit plangebied in een programma zal in de loop van 2025 plaatsvinden. Daarbij wordt ernaar gestreefd een programma uiterlijk op 21 december 2025 vast te stellen, zodat voorzetting grondslag voor het voorkeursrecht na vaststelling van het programma tot op het moment van aanpassing van het omgevingsplan voor dit plangebied (gedurende opnieuw een termijn van maximaal 3 jaar) is gewaarborgd. 

Kaart Promenade I wet voorkeursrecht gemeenten 
afbeelding binnen de regeling
Figuur 14Gegevenshuis, 2022

 

6.6 Een levend document

Handhaving 

Handhaving is onderdeel van de beleidscyclus. Het staat in het kwadrant linksboven samen met evaluatie en monitoring. Handhaving zorgt ervoor dat illegale activiteiten worden opgespoord en worden tenietgedaan. Zonder handhaving is een omgevingsplan een papieren tijger. Illegale praktijken leiden tot rechtsongelijkheid en kunnen de achteruitgang van de kwaliteit van een gebied bespoedigen. Dit is in sommige delen van Heerlen extra relevant. Het is daarom belangrijk genoeg middelen voor handhaving te reserveren. Bovendien is het belangrijk om bij het opstellen van regels in het omgevingsplan na te gaan of die regels handhaafbaar zijn. Als dit niet het geval is moet de vraag worden gesteld of die regels dan moeten worden opgenomen. Wellicht zijn er andere middelen (subsidie, educatie) om hetzelfde te bereiken. 

Monitoring en evaluatie

Met de omgevingsvisie hebben we als gemeente een koers en een integraal afwegingskader voor de inrichting van onze fysieke leefomgeving. We beschouwen de omgevingsvisie, en in het verlengende daarvan alle Omgevingswetinstrumenten, als levende documenten. De wereld verandert continu en daarom moeten we dus ook regelmatig onze instrumenten herijken. Liggen we nog op koers, zijn er nieuwe ontwikkelingen waar we rekening mee moeten houden, halen we onze ambities wel met onze huidige aanpak? Met een monitoringssysteem houden we als gemeente zicht op de voortgang van onze koers. Het gebruikmaken van meetbare indicatoren is een logische stap bij de verdere aanscherping van de omgevingsvisie.  

Er is geen wettelijke actualiseringstermijn meer zoals dat bij de structuurvisie en bestemmingsplannen wel altijd het geval was. Op enig moment zullen we tot de conclusie komen dat een bepaald thema toch nog onvoldoende is uitgewerkt of dat de situatie voor een gebied dusdanig is veranderd dat herziening van de visie nodig is. We kiezen als gemeente voor een actualiseringscyclus van eens per raadscyclus om de omgevingsvisie voldoende scherp en bij de tijd te houden. Op termijn bekijken we of dit een passende frequentie is.

Bijlage II Bijlage

1 Uitsnede Regionaal Afstemmingskader Parkstad

afbeelding binnen de regeling

2 Participatieverslag

2.1 Participatietraject Omgevingsvisie gemeente Heerlen

Uitkomsten van het participatietraject voor de Omgevingsvisie van gemeente Heerlen

afbeelding binnen de regeling

Publicatiedatum: 26 september 2023

2.2 Inhoudsopgave

1. Inleiding

2. Samenvatting resultaten participatietraject           

3. Visualisatie van ideeën en wensen van bewoners voor de toekomst van Heerlen 

4. Overzicht van belangrijke thema’s voor de toekomst van Heerlen volgens professionals

5. Zes belangrijke kernthema’s voor de toekomt van Heerlen

  • Zorgen van nu, kansen voor de toekomst

  • Basis op orde: Heerlen als schone en goed onderhouden stad

  • Nieuwe verbindingen

  • Een groen Heerlen met volop recreatieve mogelijkheden

  • Verkleinen van achterstanden

  • Meer voorzieningen voor de jeugd                

2.3 Inleiding

De gemeente Heerlen stelt samen met inwoners, ondernemers en organisaties in de stad een Omgevingsvisie op. Dat is een visie over wat voor stad Heerlen in de toekomst wil zijn. Om te achterhalen wat belangrijke aandachtspunten zijn, heeft de gemeente Heerlen aan inwoners, ondernemers en organisaties (belanghebbenden) om hun mening gevraagd.

Waar moet de gemeente Heerlen de komende jaren aan werken? Wat moet er veranderen in wijken en de gemeente Heerlen als geheel? 

De gemeente heeft voor dit participatietraject verschillende activiteiten georganiseerd waar mensen hun wensen en ideeën konden delen: 

  • Online vragenlijst (29 maart tot 14 april 2023) Via deze weg hebben meer dan 2.600 inwoners hun reactie achtergelaten. 

  • Gesprekken op straat (6 februari 2023) We hebben 17 bewoners op straat gesproken. Van deze gesprekken is een video gemaakt. 

  • Stakeholderbijeenkomst (20 april 2023) Op de bijeenkomst waren 37 professionals en ondernemers werkzaam in Heerlen aanwezig, van 29 verschillende organisaties en bedrijven.

  • Bewonersbijeenkomsten (25 mei, 1 juni, 8 juni, 15 juni 2023) Er hebben vier gesprekken in verschillende stadsdelen plaatsgevonden, waaraan 51 bewoners hebben deelgenomen. 

 

Alle verslagen van de bijeenkomsten, de uitkomsten van de online vragenlijst en de video van de gesprekken op straat zijn te bekijken op www.heerlen.nl/omgevingsvisie.

Via de Stadskrant, de webpagina (www.heerlen.nl/omgevingsvisie) en sociale media hield de gemeente Heerlen belanghebbenden op de hoogte van hun mogelijkheden om mee te denken. 

Overzicht van wensen en ideeën 

In dit document zijn de wensen en ideeën van inwoners, ondernemers en belanghebbenden verzameld. Hun input is zo mogelijk gevisualiseerd. Daarnaast zijn er uit een uitgebreide analyse van alle input, 6 thema’s gekomen die belangrijk zijn voor de toekomst van Heerlen. Dit is voor de gemeente belangrijke inbreng bij het opstellen van de Omgevingsvisie. 

2.4 Samenvatting resultaten participatietraject

Het participatietraject voor de Omgevingsvisie van Heerlen heeft mooie inzichten en ideeën opgeleverd. Meer dan 2.600 inwoners, ondernemers en belanghebbenden die betrokken zijn bij hun stad, hebben hieraan meegewerkt. Er zijn zes kernthema's geïdentificeerd die volgens inwoners, ondernemers en belanghebbenden van belang zijn voor de toekomst van Heerlen.

Het eerste thema, ‘Zorgen van nu, kansen voor de toekomst’, legt de nadruk op het aanpakken van de huidige uitdagingen van Heerlen als vertrekpunt voor verbetering. Deze problemen, zoals rommel op straat, leegstand, gebrek aan betaalbare woningen, sociaal-economische verschillen en gevoelens van onveiligheid, worden gezien als kansen om de stad positief te veranderen en de basis te leggen voor een betere toekomst.

Het tweede thema, ‘Basis op orde: Heerlen als schone en goed onderhouden stad’, stelt voor om concrete verbeteringen aan te brengen die de leefbaarheid van Heerlen vergroten. Denk aan het opknappen van woningen, aanspreken van verhuurders en woningcorporaties om verantwoordelijkheid te nemen voor onderhoud en aanpakken van afvalproblemen. De focus ligt op praktische en directe verbeteringen die het dagelijkse leven van bewoners positief beïnvloeden.

Het derde thema, ‘Nieuwe verbindingen’, draait om het creëren van verbindingen binnen en buiten Heerlen die de stad vooruit kunnen brengen. Zoals betere verbindingen tussen wijken, groene boulevards die verschillende gebieden verbinden, verbeterd openbaar vervoer en nieuwe soorten verenigingen die sociale cohesie bevorderen. Hierbij wordt de geschiedenis van Heerlen ingezet om een brug te slaan tussen het verleden en de toekomst (vooruit, met de kennis van toen).

‘Een groen Heerlen met volop recreatieve mogelijkheden’ , het vierde thema, streeft naar het behoud en de uitbreiding van het groen in Heerlen. Dit omvat het creëren van groene boulevards en recreatieve ruimtes, zoals de wens om de Sibelcogroeve te benutten als recreatieplas en het stimuleren van bewoners om groenvoorzieningen te initiëren en te onderhouden.

Het vijfde thema, ‘Verkleinen van achterstanden’, benadrukt het verminderen van sociaaleconomische verschillen in de stad. Ideeën om dit aan te pakken zijn het vergroten en verstevigen van verbindingen binnen en tussen wijken, een betere spreiding van de bevolking over verschillende gebieden, inzet van buurtvaders en -moeders, en het bevorderen van werkgelegenheid en vakopleidingen.

Tot slot vraagt het zesde thema, ‘Meer voorzieningen voor de jeugd’, om voldoende en passende voorzieningen voor kinderen en jongeren om hun binding met Heerlen te versterken. Voorbeelden zijn speelvoorzieningen, opleidings- en werkgelegenheidskansen voor jongeren, en het actief betrekken van jongeren bij het creëren van gewenste voorzieningen.

afbeelding binnen de regeling
2.5 Visualisatie van ideeën en wensen van bewoners voor de toekomst van Heerlen

In de afbeelding op de volgende pagina zijn de wensen en ideeën over de toekomst van Heerlen van bewoners die aanwezig waren bij de 4 buurtbijeenkomsten in Hoensbroek, Heerlerheide, Heerlen-Zuid en Heerlen-Centrum samengevat. De ideeën en wensen komen voort uit de drie overkoepelende thema’s die belangrijk zijn voor de Omgevingsvisie en centraal stonden tijdens de bijeenkomsten. Deze thema’s zijn: Economie & Mobiliteit, Leefbaarheid & Gezondheid, Natuur & Cultuur. De lengte van de staven geven weer hoe belangrijk de deelnemers ieder onderwerp vonden: hoe langer de staaf, hoe belangrijker het onderwerp.

afbeelding binnen de regeling
2.6 Overzicht van belangrijke thema’s voor de toekomst van Heerlen volgens professionals

Uit de bijeenkomst met professionals (stakeholders) die werkzaam zijn in Heerlen kwamen 7 thema’s die volgens de aanwezigen belangrijk zijn voor de toekomst van Heerlen. Per thema zijn toekomstwensen geformuleerd voor Heerlen in 2050. Hieronder is een overzicht van deze thema’s en bijbehorende toekomstwensen opgenomen. 

1. Inclusie & Participatie

  • In 2050 is Heerlen een stad met gelijke kansen voor iedereen. Een inclusieve stad waar wijken met elkaar verbonden zijn en elkaar versterken. Waar mensen met verschillende achtergronden in saamhorigheid met elkaar leven.

  • In 2050 is er in Heerlen nog meer ruimte voor bewonersparticipatie en het stimuleren hiervan.

 

2. Unieke identiteit & Verbindingen 

  • In 2050 is Heerlen een unieke stad, die uitgaat van zijn eigen krachten en een unieke identiteit heeft.

  • In 2050 is Heerlen een stad waarin veel geïnvesteerd is en nog steeds wordt.

  • In 2050 is Heerlen een stad die voorbij grenzen gaat met veel (inter)nationale connecties en verbindingen in de regio.

 

3. Wonen & Huisvesting

  • In 2050 is Heerlen een stad met diversiteit in huisvesting in elke wijk.

 

4. Voorzieningen voor de jeugd

  • In 2050 is Heerlen een aantrekkelijke stad voor de jeugd door het aanbod van goede voorzieningen.

 

5. Werk & Ondernemerschap 

  • In 2050 is Heerlen een stad met veel werkgelegenheid dichtbij huis.

  • In 2050 is Heerlen een aantrekkelijke stad voor ondernemers om te vestigen.

 

6. Natuur & Landschap 

  • In 2050 is Heerlen een duurzame stad waar flink in de energietransitie is en wordt geïnvesteerd.

  • In 2050 zijn bodem en water leidend, zodat er klimaatadaptief wordt gehandeld in Heerlen.

  • In 2050 is er in Heerlen overal groen dichtbij huis. Niet alleen om de stad klimaatbestendig in te richten, maar ook om ontmoeting te stimuleren.

 

7. Bereikbaarheid & Mobiliteit

  • In 2050 is Heerlen een goed bereikbare stad met een goede infrastructuur. Zo is de stad voor iedereen goed toegankelijk.

2.7 Zes belangrijke kernthema’s voor de toekomst van Heerlen

We hebben goed geluisterd naar bewoners, ondernemers en professionals. Als het aan hen ligt, moet er bij het maken van plannen voor de toekomst van Heerlen aandacht worden besteed aan de volgende zes thema’s: 

  • Zorgen van nu, kansen voor de toekomst

  • Basis op orde: Heerlen als schone en goed onderhouden stad

  • Nieuwe verbindingen 

  • Een groen Heerlen met volop recreatieve mogelijkheden 

  • Verkleinen van achterstanden

  • Meer voorzieningen voor de jeugd

Zorgen van nu, kansen voor de toekomst

Je kunt het niet over de toekomst van Heerlen hebben, zonder de problemen van nu te negeren. Tijdens het gehele participatietraject werd vaak benadrukt dat Heerlen voor een paar grote uitdagingen staat, die op korte termijn moeten worden aangepakt. De zorgen die nu spelen, kunnen worden gezien als vertrekpunt voor verbetering. Oftewel: kansen voor de toekomst. 

De zorgen van nu zijn:

  • Rommel op straat en verloedering;

  • Leegstand en te weinig winkelaanbod;

  • Sociaal economische achterstanden tussen mensen en wijken; 

  • Gevoel van onveiligheid;

  • Gebrek aan voorzieningen. Het gevoel dat er te weinig is in Heerlen;

  • Mensen zitten vast in de problemen van nu en daardoor is het moeilijk om over de toekomst na te denken;

  • Algehele ontevredenheid;

  • Spanning tussen schaamte en trots als het om Heerlen gaat. Schaamte om de grote uitdagingen waar Heerlen voor staat en trots op het unieke karakter en de rijke historie van Heerlen.

 

afbeelding binnen de regeling

Basis op orde: Heerlen als schone en goed onderhouden stad

Het aanpakken van de zorgen die leven onder bewoners van Heerlen zijn de verbeteringen waar bewoners, ondernemers en professionals naar verlangen. Onderstaande verbeterpunten zijn geen grote dromen, maar verbeteringen (quick wins) die ervoor zorgen dat de leefbaarheid van Heerlen vergroot wordt.

Heerlen kan een schone en goed onderhouden stad worden, door: 

  • Woningen op te knappen en verhuurders en woningcorporaties aan te spreken op hun verantwoordelijkheid om woningen te onderhouden;

  • Geen afval en rommel in wijken en de natuur;

  • Onderhoud van de openbare leefomgeving;

  • Aanpakken van veiligheid en armoede, bijvoorbeeld door het inzetten van buurtvaders of -moeders. 

 

afbeelding binnen de regeling

 

Nieuwe verbindingen

Op bijeenkomsten en in gesprekken op straat ging het vaak over verbindingen. Verbindingen binnen Heerlen op bijvoorbeeld sociaaleconomisch vlak, maar ook verbindingen tussen Heerlen en de regio. Verbindingen die Heerlen vooruit brengen. In de toekomst zien bewoners, ondernemers en professionals Heerlen als een verbonden stad. 

Toekomstige nieuwe of betere verbindingen voor Heerlen zijn:

  • Verbindingen tussen wijken waardoor er één Heerlen ontstaat. Dit vraagt om een betere verbinding tussen Heerlen Noord en Zuid en het gevoel dat Heerlen meer is dan alleen het centrum;

  • Een groene strook door heel Heerlen heen biedt kansen om verschillende wijken te verbinden. Deze groene strook zou huidige groene gebieden in Heerlen kunnen verbinden. Als een soort groene boulevard door heel Heerlen heen;

  • Goed en betaalbaar openbaar vervoer en deelmobiliteit zorgen ervoor dat bewoners van Heerlen zich makkelijk kunnen verplaatsen binnen Heerlen. Ook als dit niet vanzelfsprekend voor hen is, doordat ze bijvoorbeeld niet zo veel geld hebben; 

  • Verbindingen binnen de regio: een goede verbinding met het openbaar vervoer tussen Heerlen, Maastricht en Sittard én een goede verbinding tussen Heerlen en Duitsland (Euregio);

  • Nieuwe soort verenigingen kunnen voor sociale cohesie zorgen. In het verleden was het verenigingsleven heel belangrijk voor Heerlen. ‘Nieuwe soort’ verenigingen kunnen ook in deze tijd voor saamhorigheid en verbondenheid zorgen. Denk aan een vereniging waar kan worden gegamed of waar je leert om DJ te worden;

  • Verbinding tussen de geschiedenis van Heerlen en het heden is belangrijk. Veel bewoners zijn trots op de geschiedenis van Heerlen als mijnstad en ook op het Romeinse verleden. Bewustzijn van de geschiedenis is voor veel mensen een bron van trots. De uitdaging is om niet te blijven hangen in het verleden, maar een doorvertaling te maken van de geschiedenis naar het heden. Om Heerlen verder te brengen. 

 

afbeelding binnen de regeling

 

Een groen Heerlen met volop recreatieve mogelijkheden 

Heerlen is al erg groen. Dit groene karakter kan in de toekomst worden uitgebreid, benadrukt en beter onderhouden. Het groene karakter van Heerlen is een bron van trots en waardering onder Heerlenaren. In de toekomst is Heerlen nóg groener en biedt Heerlen ruimte aan allerlei verschillende recreatiemogelijkheden. 

Groene en recreatieve kansen voor Heerlen: 

  • Groene boulevard/strook/slinger door heel Heerlen vanuit het stationsgebied, die wandel- en fietsroutes verbindt;

  • Sibelcogroeve als recreatieplas;

  • Urban omgeving gebruiken als recreatieplekken en het urban karakter van Heerlen omarmen;

  • Eigen initiatief stimuleren van bewoners en verenigingen voor het initiëren van groenvoorzieningen en het onderhouden ervan. 

 

afbeelding binnen de regeling

Verkleinen van achterstanden

Tijdens alle participatiebijeenkomsten werd door bewoners, ondernemers en professionals benadrukt dat de sociaal economische verschillen in Heerlen groot zijn. In de toekomst willen zij dat de achterstanden in Heerlen verkleind worden. 

Strategieën om achterstanden te verkleinen: 

  • Verbindingen binnen wijken en tussen wijken vergroten; 

  • Betere spreiding van mensen over verschillende wijken in heel Heerlen;  

  • Buurtvaders en -moeders inzetten om het gevoel van veiligheid en saamhorigheid te vergroten; 

  • Meer werk in de regio creëren. Ondernemerschap tegen leegstand, vakopleidingen voor praktisch geschoolden en functies voor hoogopgeleiden. 

 

afbeelding binnen de regeling

Meer voorzieningen voor de jeugd

Door voldoende en aantrekkelijke voorzieningen voor kinderen en jongeren, zorg je voor binding met Heerlen. Er moeten volop kansen zijn voor de jeugd in de toekomst, op allerlei vlakken. Denk aan wonen en werken, maar ook aan vrije tijd. Zorg ervoor dat jongeren zich kunnen vermaken en dat ze niet wegtrekken uit Heerlen. Geef ze de kans op een woning en een baan. 

Aantrekkelijke voorzieningen voor de jeugd: 

  • Speelvoorzieningen voor kinderen;

  • Opleidingen, banen en woningen voor jongeren en starters;

  • Vraag aan jongeren van nu: wat voor voorzieningen willen jullie hebben? En doe daar iets mee.

 

afbeelding binnen de regeling

 

3 Aanvullende participatie-activiteiten

3.1 Inleiding

In deze bijlage staan de uitkomsten van verschillende activiteiten die zijn uitgevoerd als aanvulling op het participatietraject rondom de Omgevingsvisie voor Heerlen. Het doel was om moeilijker bereikbare doelgroepen te consulteren en een aantal uitkomsten van het participatietraject bij hen te toetsen.

1. Gesprek met 4 energiecoaches (16 juni 2023)

2. Gesprekken met 2 leden van Ziel van Heerlen (31 augustus 2023)

3. Straatinterviews in Heksenberg, Beersdal, Zeswegen, Eikenderveld en Heerlen-Centrum met 19 volwassenen en 5 jongeren (14 november 2023)

4. Straatinterviews in Heksenberg, Beersdal, Zeswegen, Eikenderveld en Heerlen-Centrum met 19 volwassenen en 5 jongeren (14 november 2023)

5. Groepsgesprek met 7 leerlingen uit leerlingenraad bassischool (7 november 2023)

6. Gesprekken met 2 leden van meeleespanel voor laaggeletterden (22 november 2023)

7. Telefonische interviews met 6 bewoners die zijn vertrokken, teruggekeerd of nieuw zijn komen wonen in Heerlen (februari 2024)



De uitkomsten uit deze activiteiten zijn hieronder gekoppeld aan eerder opgehaalde thema’s uit het participatieverslag van de Omgevingsvisie.

3.2 Zorgen van nu, kansen voor later

Dit thema legt de nadruk op het aanpakken van de huidige uitdagingen van Heerlen als vertrekpunt voor verbetering. Deze problemen, zoals rommel op straat, leegstand, gebrek aan betaalbare woningen, sociaaleconomische verschillen en gevoelens van onveiligheid, worden gezien als kansen om de stad positief te veranderen en de basis te leggen voor een betere toekomst.

Dit thema hebben we veel zien terugkomen tijdens de aanvullende participatie-activiteiten. Met name het veiligheidsgevoel, de leegstand (en aanpak van verloedering) en de rommel op straat kwamen vaak terug in de gesprekken. Men noemde in het bijzonder uitdagingen voor Heerlen in Heerlen-Noord, op het gebied van achterstanden en armoede. Daar moeten huizen woonvriendelijker en comfortabeler worden gemaakt, en gebeuren ook al goede dingen zoals ontbijt voor de jeugd op school. Zeswegen is een wijk waar zorgen over heersen. Daar wonen veel mensen met een uitkering die niet kunnen werken of ziek zijn en verdwijnt de buurtsupermarkt waardoor mensen verder moeten reizen voor boodschappen. Naast deze zorgen, wordt door jong en oud genoemd dat ze de sfeer in hun wijk en de vriendelijkheid van de mensen op straat waarderen. 

De hoeveelheid leegstand, verloedering en achterstallig onderhoud van gevels in het centrum is een gedeelde zorg, ook omdat het niet gezellig en aanlokkelijk is. En hoewel er al minder junkies en drugsdealers zijn dan vroeger, ligt daar volgens bewoners nog steeds een uitdaging. Er werd een nieuw project genoemd dat al positief bijdraagt, het gevelverbeterfonds, waarmee de gemeente ondernemers kan ondersteunen om de binnenstad aantrekkelijker te maken. Een ander idee is om oude kantoorgebouwen in het centrum op te knappen tot woningen, en zo meer mensen naar het centrum te halen. 

Ook wordt (het behoud van) werkgelegenheid voor hoog opgeleiden genoemd als kans, omdat dit momenteel minder wordt en mensen daarom wegtrekken. Het vertrek van DSM en de onzekerheid over het behoud van het ziekenhuis werken daarbij niet mee. Een uitbreiding aan opleidingsmogelijkheden wordt ook als kans genoemd, waarmee meer (jonge) mensen naar de stad worden getrokken. In lijn daarmee wordt de startersregeling genoemd als positieve ontwikkeling. Ook is het vertrouwen in de gemeente onder sommigen gegroeid:

afbeelding binnen de regeling

Op het gebied van veiligheid is ook nog ruimte voor verbetering: “in de avond kijk je toch vaak over je schouder”. Een concreet idee daarvoor is om de verlichting in de stad te verbeteren. Meer handhaving wordt ook als goede oplossing gezien. Niet alleen volwassenen, maar ook jonge kinderen kennen een gevoel van onveiligheid. Het is thuis onderwerp van gesprek. Ze geven aan liever binnen te blijven, dan buiten te spelen in de wijkspeeltuin, omdat ze zich geïntimideerd voelen door oudere jeugd.

3.3 Basis op orde: Heerlen als schone en goed onderhouden stad

Dit thema stelt voor om concrete verbeteringen aan te brengen die de leefbaarheid van Heerlen vergroten. Denk aan het opknappen van woningen, aanspreken van verhuurders en woningcorporaties om verantwoordelijkheid te nemen voor onderhoud en aanpakken van afvalproblemen. De focus ligt op praktische en directe verbeteringen die het dagelijkse leven van bewoners positief beïnvloeden.

Iedereen is het erover eens: Heerlen moet veilig, schoon en goed onderhouden zijn. Op het gebied van wonen werd ontevredenheid geuit over het onderhoud van appartementen door de woningcorporatie: “ze knappen het alleen op als er nieuwe bewoners komen”. Ook zijn de zorgen over woningtekorten toegenomen. Ouderen zitten vast omdat ze niet kunnen doorstromen, terwijl jongeren jaren op woningen moeten wachten. Het herbestemmen van bestaande ruimtes en het gericht bouwen voor ouderen en starters (bijvoorbeeld tiny houses) werd hier als oplossing genoemd. Naast verantwoordelijkheid bij de verhuurders en woningcorporaties, wordt deze ook voor een deel bij de gemeente gelegd: 

afbeelding binnen de regeling

Er werd gepleit voor het behoud van het ziekenhuis“Zorg voor elkaar is prima, maar mensen worden ouder en krijgen steeds meer gebreken, dus ergens houdt het op”. Een ziekenhuis in eigen stad is extra belangrijk voor mensen die geen geld hebben om te reizen. De plannen voor een zwembad werden genoemd als positief punt, door jong en oud, en zeker voor mensen die geen geld hebben om naar Hoensbroek de rijden.

In het kader van voorzieningen werd het belang van een supermarkt in de buurt (behouden) meermaals genoemd. Het weghalen van supermarkten en winkels neemt ook een belangrijke sociale functie in de buurt weg. Over het algemeen zijn de (voormalig) bewoners tevreden over de voorzieningen in de stad, met voldoende cultureel aanbod en uitgaansgelegenheden. Wel missen sommigen een stukje communicatie over de voorzieningen en activiteiten, zodat ze weten wanneer leuke activiteiten plaatsvinden. Gratis parkeervoorziening wordt genoemd als een gemis.

3.4 Nieuwe verbindingen

Dit thema draait om het creëren van verbindingen binnen en buiten Heerlen die de stad vooruit kunnen brengen. Zoals betere verbindingen tussen wijken, groene boulevards die verschillende gebieden verbinden, verbeterd openbaar vervoer en nieuwe soorten verenigingen die sociale cohesie bevorderen. Hierbij wordt de geschiedenis van Heerlen ingezet om een brug te slaan tussen het verleden en de toekomst (vooruit, met de kennis van toen).

Betere verbindingen tussen de wijken zijn belangrijk, want met name ouderen kunnen zich moeilijk verplaatsen. Hierbij gaat het dus om fysieke en infrastructurele verbindingen. Ook werd vaak genoemd dat het openbaar vervoer toegankelijk moet zijn voor eenieder. Dat betekent dat het goedkoper moet zijn en dat er meer mogelijkheden van openbaar vervoer worden aangeboden. Het aanbieden van meer gratis parkeerplaatsen werd ook meermaals genoemd. Het valt op dat daarnaast werd benadrukt dat er aandacht moet zijn voor het individuele karakter van de wijken. Het hoeft dus niet allemaal ‘één Heerlen’ te worden. Ook leek er niet per se behoefte te zijn aan een rijker verenigingsleven. Er zijn eigenlijk al best veel verenigingen waar je je bij kunt aansluiten, maar het is lastig om vrijwilligers en deelnemers hiervoor aan te trekken. Daarnaast zou volgens sommigen meer diversiteit in wijken goed zijn, om mensen samen te brengen en voor elkaar te zorgen. Gevoel van betrokkenheid kan vanuit scholen worden gestimuleerd. Een nieuwkomer in Heerlen koos bewust ervoor om naar Heerlen te verhuizen vanwege de keuze in basisscholen. Daarbij trok ook de diversiteit aan mensen haar aan:

afbeelding binnen de regeling

 

De bereikbaarheid en ligging ten opzichte van grote steden (Maastricht, Aachen, Luik, Brussel en Keulen) en Duitsland en België werd als positief punt genoemd in sommige gesprekken. Verbinding met de geschiedenis van Heerlen kwam weinig terug tijdens de gesprekken, behalve met de leden van de Ziel van Heerlen. Andere mensen spraken wel over het verleden, bijvoorbeeld dat drugsoverlast al is afgenomen sinds de opknapbeurt van het station. De leden van de Ziel van Heerlen hadden veel inbreng over het meenemen van de historie van Heerlen naar de toekomst, en dat verleden als kracht te gebruiken. Maar ze noemen ook de achterstand die de stad nog heeft in te halen: 

afbeelding binnen de regeling

 

De Ziel van Heerlen deelde ook concrete ideeën over verbindende zones tussen verschillende gebieden en wijken, waaronder:

 

  • Caumerbeekdal 

Als je Heerlen-Noord wilt opwaarderen, dan moet er ook een gevoel van trots op de stad ontstaan. En moeten er ook fysieke verbindingen zijn. Het Caumerbeekdal is een historische, groene verbinding met een geweldige mogelijkheid om ‘bijna voor niks’ een fiets- en wandelpad te maken. Als je nu van kasteel Hoensbroek naar Heerlen moet via de drukke wegen rond de woonboulevard, dan gaan mensen niet. Met de opkomst van de e-bikes wordt de route door het Caumerbeekdal bereikbaar en kom je uit bij het Maankwartier of bij het stadspark Oranje Nassau.” De oproep is om prioriteit te maken van het fietspad langs de Caumerbeek, mede in het licht van de bereikbaarheid van bedrijven in Heerlen-Zuid door werknemers in Heerlen-Noord.

  • Willemskwartier

De Ziel heeft ook een plan voor het Willemskwartier. Het plan is om daar ook het mijnverleden te laten zien, waar o.a. nog enkele supermarkten en een moskee voortkomen uit de laatste mijnwerkers die uit het Rif-gebergte van Marokko werden gehaald om zo de mijnen overeind te houden. “Maak op de eerste en tweede verdieping studio’s voor starters, net afgestudeerden en zet op de begane grond zoveel mogelijk supermarktjes (niet als nu!) met exotische groente en fruit buiten, met dynamiek. Hier kun je gericht op werven, waardoor je een boulevard creëert van exotische restaurantjes. Om zo ook een verbinding te maken tussen het Maankwartier en Heerlen-Noord. Maak een leuke tegenhanger van het centrum, geen concurrent.”

 

  • Oranje Nassaupark als verbinder tussen noord en zuid. Het stadspark Oranje Nassau mag van de Ziel dé ontmoetingsplek worden voor mensen uit Heerlen-Noord en het centrum. À la Westerpark in Amsterdam, waar mensen met de fiets en minibarbecue met hele families hangen, kinderen voetballen, ouders die praten. En mensen vanuit het centrum die daar op zondagmiddag naartoe kunnen lopen.

 

  • Dingertuin

De Ziel noemt het vernieuwen van de Dingertuin als kans om de Brightlands Smart Services Campus te verbinden aan de binnenstad. “Werken in Heerlen is voor veel mensen van 20-30 km verderop nog steeds vreemd. Voor mensen die op de campus werken, nodigt de nieuwe Dingertuin, die ingericht moet worden als openbaar park, uit om richting binnenstad te lopen. Daarnaast wil APG hun grootste kantine gaan openstellen voor iedereen, ook voor de toekomstige dependance van de universiteit van Maastricht. De technische school zou gebruikt kunnen worden voor laboratoria. De campus krijgt daarmee een boost voor onderwijs, werkgelegenheid en voor Heerlen zelf. Verder is het idee om de parkeerplaatsen van het APG in het weekend te laten gebruiken door dagjesmensen. De herinrichting is meteen een kans om iets aan de geluidsoverlast van de autoweg te doen.” Naast deze hedendaagse verbindingen zien ze ook kansen in een brug slaan met het mijnverleden van de Dingertuin. “De link met het koloniaal verleden kan het venster nog verder verbreden. Benut de kans om ook dit verleden te vertellen in de tuin en maak de pararellen zichtbaar met het mijnverleden, de plantages in Indië en Zuid-Afrika.”

De (voormalige) bewoners dragen verschillende wensen uit voor Heerlen. Een thema hierin is groei op het gebied van innovatie, kennis en meer werkgelegenheid voor hoger/theoretisch opgeleiden. De bijkomende wens is dat meer mensen zich zullen vestigen in Heerlen en de stad nieuw leven ingeblazen wordt. Ook samenhorigheid en betrokkenheid van inwoners is een wens: 

afbeelding binnen de regeling

De Ziel van Heerlen benadrukt ook dat het belangrijk is om mensen naar Heerlen te trekken om Heerlen zelf, en niet om dicht bij Maastricht te wonen.

3.5 Een groen Heerlen met volop recreatieve mogelijkheden

Dit vierde thema, streeft naar het behoud en de uitbreiding van het groen in Heerlen. Dit omvat het creëren van groene boulevards en recreatieve ruimtes, zoals de wens om de Sibelcogroeve te benutten als recreatieplas en het stimuleren van bewoners om groenvoorzieningen te initiëren en te onderhouden.

Groen is belangrijk, maar lijkt in de aanvullende gesprekken ondergeschikt aan de thema’s veiligheid en een schone, goed onderhouden stad. Veel van de bevraagden vinden dat er eigenlijk al veel groen is in Heerlen en dat er niet per se nieuwe dingen moeten worden aangelegd. Het kan wel meer gepromoot worden. En hulp bij het opstarten en ondersteunen van wijkgerichte groene initiatieven zou fijn zijn. Daarnaast moet ook goed worden gekeken naar het duurzaam onderhouden van het groen. Mensen sloegen aan op de groeve als recreatieplas: dat wordt al lang beloofd. De jonge kinderen (groep 5 t/m 8) hadden relatief het meest oog voor groen en vinden het milieu echt belangrijk. Vier van de vijf jongeren in de straatinterviews vonden duurzaamheid een belangrijk onderwerp, en dan met name een groenere omgeving met minder auto’s en minder zwerfvuil.

3.6 Verkleinen van achterstanden

Dit thema benadrukt het verminderen van sociaaleconomische verschillen in de stad. Ideeën om dit aan te pakken zijn het vergroten en verstevigen van verbindingen binnen en tussen wijken, een betere spreiding van de bevolking over verschillende gebieden, inzet van buurtvaders en -moeders, en het bevorderen van werkgelegenheid en vakopleidingen.

In het participatietraject rondom de Omgevingsvisie is gesproken over verbindingen binnen en tussen wijken. Dit kwam wat minder expliciet naar voren in de aanvullende gesprekken. Wel werd genoemd dat alle kinderen recht moeten hebben op gezond eten en veilig (openbaar) vervoer. Over de spreiding van de bevolking en het inzetten van buurtvaders en moeders is niet gesproken. Er werd door een bewoner wel gesproken over het creëren van werk en meer inzetten op vakmanschap. Men hecht waarde aan een rechtvaardige verdeling van belastinggeld/uitkeringen. Ook aanvullende parkeerplekken dichtbij winkels zouden wenselijk zijn, voor mensen die slecht ter been zijn.

Uit gesprekken met kinderen blijkt dat zij wensen hebben met betrekking tot een groter gebied dan alleen Heerlen. De kinderen wensen vrede, de bestrijding van ziektes, geld voor de zorg, lagere prijzen, minder plastic (o.a. in de oceaan), dat mensen zich nergens voor hoeven te schamen en heel belangrijk is veiligheid. 

In het kader van verkleinen van achterstanden is met vier energiecoaches gesproken. Zij hebben ervaringen met mensen die (voor zover bij de gemeente bekend) maximaal 120-130% boven de bijstandsnorm aan inkomen hebben. Ze ontvingen €250,- (e-knip) om spullen bij de bouwmarkt te kopen om de energierekening laag te houden. Daarnaast werd hen gratis advies van een energiecoach aangeboden. Hierbij ervaarden de energiecoaches veel wantrouwen: “maar ze genoten wel van de aandacht en een gesprekje”. De energiecoaches constateerden bij deze doelgroep (financiële) stress, sociaal isolement en psychische kwetsbaarheid: “Bij 9 van de 10 mensen spelen andere problemen dan alleen energiearmoede”. Ook is er sprake van een informatieachterstand met betrekking tot energiemaatregelen: “Iedereen gaat alles dicht maken, dus er is geen ventilatie meer: 9 van de 10 schimmelgevallen is gedrag-gerelateerd”.

Bovengenoemde doelgroep zijn voornamelijk ouderen, die ooit een woning hebben kunnen kopen en extreem verbruik hebben omdat woningen niet onderhouden zijn. Huurders zijn gewend zuinig te zijn, onder hen is voornamelijk de financiële stress gestegen omdat de kosten onbetaalbaar zijn geworden. Waar mensen het meest mee geholpen zijn, zal volgens de energiecoaches erg verschillen. Mensen wil gehoord en gezien worden, vinden het fijn als iemand langskomt. Het is belangrijk dat mensen die geen perspectief meer hebben (met hun goedkeuring) worden doorverwezen naar de juiste hulpinstanties. 

3.7 Meer voorzieningen voor de jeugd

Dit laatste thema vraagt om voldoende en passende voorzieningen voor kinderen en jongeren om hun binding met Heerlen te versterken. Voorbeelden zijn speelvoorzieningen, opleidings- en werkgelegenheidskansen voor jongeren, en het actief betrekken van jongeren bij het creëren van gewenste voorzieningen.

Dit is een thema dat vaak is benoemd, maar je ziet dat er eigenlijk vaak óver jongeren wordt gesproken en minder met jongeren. We hebben een jongerenwerker gesproken en een jongere, die beiden (terecht) aangaven dat het heel verschillend is wat ‘jongeren’ willen. Je moet echt voor verschillende doelgroepen voorzieningen ontwikkelen waar zij zich mee kunnen identificeren en waar ruimte is voor zelfontplooiing. Ouderen vinden dan weer dat er veel georganiseerd wordt voor jongeren is en dat het aanbod voor ouderen meer mag.

De wensen van kinderen omvatten een breed scala aan voorzieningen voor (vooral) oudere kinderen, daarbij rekening houdend met verschillen in identiteit. Er moet ruimte zijn voor creatieve en culturele initiatieven. Een jongere sprak de wens uit naar een divers winkelaanbod (niet alleen de bekende merken). Dit is ook gelinkt aan de eigen identiteit. Daarnaast was er een sterke behoefte aan meer saamhorigheid en contact tussen jongeren in de buurt, bijvoorbeeld door samen iets te bouwen. Dan wordt het ook minder snel kapot gemaakt. Over het algemeen waren ze enthousiast over meedenken met de gemeente, met de voorkeur voor persoonlijk contact boven digitale interactie. Basisschoolleerlingen gaan naar het centrum voor de winkels, de bibliotheek, eten/restaurants, optredens, het (thermen)museum, activiteiten en de bioscoop. Ongeveer de helft van de leerlingen vindt het Maankwartier mooi, de andere helft is er minder positief over.

De plekken waar de kinderen later willen wonen zijn vrij divers. Twee kinderen willen wel in Heerlen blijven wonen, met name omdat familie in Heerlen woont. Een aantal kinderen zoekt het iets verderop, vanwege familie of omdat ze daar ooit gewoond hebben. En sommige kinderen deelden de wens om in het buitenland te gaan wonen.

Naar boven