Mandaatbesluit woonruimtebemiddeling 2025

Het college van burgemeester en wethouders van Maassluis;

 

overwegende dat

 

  • de gemeenteraad van Maassluis op 12 juni 2025 de Verordening woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2025 vastgesteld heeft en het college van burgemeester en wethouders gelet daarop op grond van artikel 8 van de Huisvestingswet 2014 onder meer bevoegd is om te beslissen op aanvragen om een huisvestingsvergunning en herhuisvestingsverklaringen te verlenen;

  • het om redenen van doelmatigheid wenselijk is mandaat te verlenen aan de directeur-bestuurders van de in de gemeente Maassluis actieve toegelaten instellingen als bedoeld in artikel 1 van de Woningwet, voor zover een huisvestingsvergunning wordt aangevraagd voor het in gebruik geven en nemen van woonruimte, in beheer van de desbetreffende toegelaten instelling en een herhuisvestingsverklaring verleend wordt aan een huurder van woonruimte van de desbetreffende toegelaten instelling;

Gelet op de Gemeentewet, de Huisvestingswet en afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Besluit:

 

Vast te stellen het Mandaatbesluit woonruimtebemiddeling 2025, luidende als volgt:

Artikel 1. Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • college van burgemeester en wethouders: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis;

  • gemandateerde: degene aan wie mandaat verleend is;

  • herhuisvestingsverklaring: een urgentieverklaring waarmee een woningzoekende is ingedeeld in de in artikel 3.4.7 van de Verordening woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2025 bedoelde urgentiecategorie ‘herhuisvesting bij sloop of ingrijpende verbetering’;

  • huisvestingsvergunning: de vergunning bedoeld in artikel 8 van de Huisvestingswet 2014;

  • mandaat: de bevoegdheid om in naam van het college van burgemeester en wethouders besluiten te nemen. Onder mandaat wordt tevens verstaan de bevoegdheid om in naam van het college van burgemeester en wethouders handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

  • ondergemandateerde: degene aan wie ondermandaat verleend is;

  • ondermandaat: de gemandateerde verleent voor een aan hem of haar gemandateerde bevoegdheid mandaat aan een ander;

  • urgentieverklaring: de beschikking waarmee het college van burgemeester en wethouders de woningzoekende indeelt in één of meer urgentiecategorieën, bedoeld in artikel 12, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014;

  • woningcorporatie: toegelaten instelling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Woningwet;

Artikel 2. Mandaat woningcorporaties

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders verleent aan de volgende personen mandaat voor het nemen van de het tweede lid genoemde besluiten en het verrichten van de in artikel 3 genoemde overige handelingen:

    • a.

      de directeur-bestuurder van woningcorporatie stichting Maasdelta Groep;

    • b.

      de directeur-bestuurder van woningcorporatie Waterweg Wonen.

  • 2.

    Het in het eerste lid bedoelde mandaat is verleend voor:

    • a.

      het beslissen op aanvragen om een huisvestingsvergunning, voor zover die huisvestingsvergunning aangevraagd wordt voor het in gebruik nemen van woonruimte die eigendom is van de woningcorporatie waarvan de gemandateerde directeur-bestuurder is; en

    • b.

      het verlenen van herhuisvestingsverklaringen, voor zover die verleend worden aan een huurder van een woonruimte die eigendom is van de corporatie waarvan de gemandateerde directeur-bestuurder is.

  • 3.

    De in het eerste lid genoemde gemandateerden kunnen aan één of meer medewerkers van hun woningcorporatie ondermandaat verlenen.

Artikel 3. Overige handelingen

Het in artikel 2 bedoelde mandaat is tevens verleend voor het verrichten van de volgende handelingen, ter voorbereiding of uitvoering van de in mandaat te nemen of genomen beslissingen:

  • a.

    het vaststellen van aanvraagformulieren;

  • b.

    het voeren van correspondentie;

  • c.

    het verzenden van ontvangstbevestigingen;

  • d.

    het verzoeken om aanvulling van een aanvraag als bedoeld in artikel 4:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

  • e.

    het de aanvrager in de gelegenheid stellen een zienswijze naar voren te brengen als bedoeld in artikel 4:7, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

  • f.

    het verdagen van de beslistermijn als bedoeld in artikel 4:14 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • g.

    de bekendmaking van het in mandaat genomen besluit.

Artikel 4. Ondertekening van een in mandaat genomen besluit

  • 1.

    In een mandaat of ondermandaat genomen besluit wordt als volgt ondertekend:

    Het college van burgemeester en wethouders van Maassluis,

    namens deze, [functieomschrijving gemandateerde of ondergemandateerde]

    [handtekening]

    [naam gemandateerde of ondergemandateerde]

  • 2.

    Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op correspondentie die verstuurd wordt ter verrichting van een in artikel 3 genoemde handeling waarvoor mandaat is verleend.

Artikel 5. Instructie voor uitoefening van het mandaat

Uitoefening van een bevoegdheid in mandaat of ondermandaat blijft achterwege als het te nemen besluit in strijd zou zijn met:

  • a.

    een door het college van burgemeester en wethouders aan de gemandateerde gegeven specifieke of algemene instructie; of

  • b.

    door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld beleid.

Artikel 6. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking één dag na bekendmaking in het Elektronisch Gemeenteblad.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit woonruimtebemiddeling 2025.

het college van burgemeester en wethouders van Maassluis,

de gemeentesecretaris,

ing. P.D. Verstoep

de burgemeester,

drs. J.G. de Vries

Naar boven