Subsidieregeling bewonersinitiatieven veiligheid Den Haag 2025

Toelichting

In Den Haag zijn georganiseerde groepen bewoners actief die een bijdrage leveren aan de veiligheid en leefbaarheid in hun directe leefomgeving. In lijn met het Integraal Veiligheidsbeleid 2023-2026 (RIS313807) stimuleert en faciliteert de gemeente de bewonersinitiatieven veiligheid in de stad. Zo kunnen deze initiatieven in afstemming met de gemeente, politie, handhaving en andere partners een bijdrage blijven leveren aan de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt of wijk.

Deze subsidieregeling volgt de in 2024 geëvalueerde Subsidieregeling stimulering bewonersinitiatieven veiligheid Den Haag 2020 (RIS304618) op. Naar aanleiding van deze evaluatie is ervoor gekozen om de subsidieregeling te vereenvoudigen. Zo is het begrip bewonersinitiatieven veiligheid uniform gemaakt waardoor er geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen nachtpreventie, straatvertegenwoordigers en buurtpreventie- of buurtinterventieteams. Hierbij is de beschikbare subsidie voor deze verschillende projecten gelijkgetrokken naar één maximale hoogte. Daarnaast ontstaat er meer ruimte voor bewonersinitiatieven om te bepalen wat nodig is voor het initiatief. Met deze subsidieregeling worden subsidies direct vastgesteld om de administratieve lasten te verminderen.

Besluitvorming

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020,

besluit vast te stellen de navolgende Subsidieregeling bewonersinitiatieven veiligheid Den Haag 2025:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

- ASV:	Algemene subsidieverordening Den Haag 2020;
- Awb:	Algemene wet bestuursrecht;
- partners:	partners waar het bewonersinitiatief veiligheid mee afstemt en misstanden aan meldt, waaronder gemeente en politie, alsook andere mogelijke partners zoals woningcorporaties, ondernemersvereniging, bewonersorganisatie en handhaving;
- bewonersinitiatief veiligheid:	groep van minimaal acht deelnemers, georganiseerd in een rechtspersoon zonder winstoogmerk, die herkenbaar voor partners en andere bewoners op straat, een bijdrage levert aan de leefbaarheid en veiligheid in de directe leefomgeving;
- college:	college van burgemeester en wethouders van Den Haag;
- deelnemer:	bewoner die structureel op vrijwillige basis deelneemt aan een bewonersinitiatief veiligheid;
- directe leefomgeving:	straat, buurt, wijk of het stadsdeel in Den Haag waar de bewoners die deelnemen aan het bewonersinitiatief veiligheid wonen;
- misstanden:	verschillende situaties, zoals overlast, meldingen over de openbare ruimte of onveilige situaties, waar die negatief kunnen bijdragen aan de leefbaarheid of veiligheid in de directe leefomgeving;
- samenwerkingsafspraken:	in het door het college vastgestelde formulier Samenwerkingsafspraken vastgelegde afspraken tussen het bewonersinitiatief veiligheid, de gemeente, de politie en andere partners die minimaal eens in de drie jaar worden geactualiseerd en ondertekend.

Artikel 1:2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.

Artikel 1:3 Doel van de subsidie

• 1. Het doel van de subsidieregeling is het stimuleren van bewonersinitiatieven veiligheid in Den Haag.

• 2. Het achterliggende maatschappelijke doel van de subsidieregeling is het bevorderen van de leefbaarheid en veiligheid in de Haagse wijken.

Artikel 1:4 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor de volgende activiteiten:

• a. bewonersinitiatieven veiligheid die:

  1° het gehele kalenderjaar minimaal één keer per week met minimaal 2 deelnemers, in hun directe leefomgeving op straat aanwezig zijn en misstanden melden bij gemeente en politie;

  2° invulling geven aan de gemaakte samenwerkingsafspraken; en

  3° op eigen initiatief minimaal één keer per jaar fysiek overleggen met de gemeentelijke stadsdeelorganisatie en andere belangrijke partners;

  b. het opstarten van het bewonersinitiatief veiligheid als bedoeld in onderdeel a.

Artikel 1:5 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen zonder winstoogmerk.

Artikel 1:6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

• 1. De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 1:4.

• 2. Niet voor subsidie in aanmerking komen:

  a. de kosten voor activiteiten die door de subsidieontvanger zijn gemaakt vóór de indiening van de aanvraag;

  b. vrijwilligersvergoedingen en de kosten voor de waardering van vrijwilligers die meer bedragen dan €25 per vrijwilliger;

  c. salariskosten, tenzij het college van oordeel is dat deze kosten noodzakelijk zijn voor het opstarten van een nieuw bewonersinitiatief veiligheid, dan geldt een maximum van 15% van het gesubsidieerde bedrag voor salariskosten van professionele ondersteuning; en

  d. vergoeding voor cursussen en trainingen.

Artikel 1:7 Hoogte van subsidie

• 1. Een subsidie voor de activiteiten onder artikel 1:4, sub a, bedraagt maximaal € 250,- per deelnemer, met een maximum van € 7.500,- per aanvraag per kalenderjaar.

• 2. Aanvullend op het eerste lid, kan voor activiteiten onder artikel 1:4, sub b, eenmalig een subsidie van maximaal € 2.500,- worden aangevraagd.

Artikel 1:8 Subsidieplafond

• 1. Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt per kalenderjaar een subsidieplafond van € 100.000,-.

• 2. Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

Artikel 1:9 Wijze van verdeling

• 1. Het college verstrekt de subsidie in volgorde van ontvangst van de aanvraag bij het college, totdat het vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

• 2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als tijdstip van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag volledig is aangevuld.

Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen

Artikel 2:1 Aanvraag subsidie

• 1. Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV legt de aanvrager de volgende gegevens over:

  a. lijst van deelnemers aan het bewonersinitiatief veiligheid;

  b. de meest actuele samenwerkingsafspraken met de partners waarmee wordt samengewerkt of afgestemd.

• 2. De aanvrager maakt voor de aanvraag gebruik van het door het college voor deze regeling vastgestelde digitale aanvraagformulier.

Artikel 2:2 Aanvraagtermijn

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV wordt een aanvraag om subsidie ingediend vanaf 1 november voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd tot uiterlijk 31 oktober van het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 2:3 Subsidievaststelling zonder verlening vooraf

Het college stelt de subsidie direct vast.

Hoofdstuk 3 Weigeringsgronden

Artikel 3:1 Weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 11, eerste, tweede en derde lid, van de ASV kan het college de subsidie weigeren als:

• a. de aanvrager al subsidie ontvangt voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten;

  b. de aanvraag wordt gedaan voor activiteiten die reeds in voldoende mate door anderen worden uitgevoerd;

  c. het niet aannemelijk is dat de activiteiten zullen worden georganiseerd zoals deze zijn beschreven in de aanvraag;

  d. de hoogte van de kosten waarvoor subsidie wordt aangevraagd niet evenredig is in verhouding tot het doel van deze subsidieregeling;

  e. de subsidie niet of in onvoldoende mate zal worden besteed aan de activiteiten waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld; of

  f. de aanvraag in strijd is met een wettelijk voorschrift.

Hoofdstuk 4 Verplichtingen en betaling

Artikel 4:1 Verplichtingen

Onverminderd de artikelen 12 en 14 van de ASV, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

• a. de subsidieontvanger is verplicht mee te werken aan de steekproefcontrole door het college om te beoordelen of de subsidie terecht is verstrekt;

  b. de aanvrager houdt zich aan de samenwerkingsafspraken met de partners; en

  c. de aanvrager evalueert in het jaar waar de subsidie op ziet de activiteiten en samenwerkingsafspraken met de belangrijkste partners en overlegt deze uiterlijk binnen drie maanden na het kalenderjaar waar de subsidie op ziet.

Artikel 4:2 Kostensoorten

Subsidie die bij de beschikking tot verlening verdeeld is over verschillende kostensoorten, mag van de ene kostensoort naar de andere kostensoort worden overgeheveld.

Hoofdstuk 5 Overige bepalingen

Artikel 5:1 Evaluatie

Het college evalueert deze subsidieregeling minimaal eenmaal in de vijf jaar.

Artikel 5:2 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 november 2025 en vervalt uiterlijk 31 december 2029.

Artikel 5:3 Intrekking

De Subsidieregeling stimulering bewonersinitiatieven veiligheid Den Haag 2020 wordt ingetrokken.

Artikel 5:4 Overgangsrecht

De bepalingen van de Subsidieregeling stimulering bewonersinitiatieven veiligheid Den Haag 2020 blijven van toepassing op subsidies die vóór 1 november 2025 zijn aangevraagd op basis van die subsidieregeling.

Artikel 5:5 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling bewonersinitiatieven veiligheid Den Haag 2025.

Den Haag, 2 september 2025

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

de secretaris,

Ilma Merx

de burgemeester,

Jan van Zanen