Beleidsregel invoering en ontheffingen blauwe zone

Besluit

  • 1.

    De “Beleidsregel enquêtering en ontheffingen blauwe zones” in te trekken.

  • 2.

    De “Beleidsregel invoering en ontheffingen blauwe zone” vast te stellen met daarin de volgende wijzigingen:

    • Art. 2: In de potentiële blauwe-zonegebieden neemt het college een voorwaardelijk positief besluit tot invoering van een blauwe zone. Hierna wordt een enquête gehouden onder de betrokken bewoners. Invoering is het uitgangspunt, tenzij uit de enquête blijkt dat:

      • de respons ten minste 40% bedraagt, en

      • minimaal 60% van de respondenten tegen invoering stemt.

    • Art. 3: In de overige gebieden neemt het college een voorwaardelijk besluit tot invoering van een blauwe zone. Hierna wordt een enquête gehouden onder de betrokken bewoners. Het nee-tenzij-principe geldt: invoering vindt alleen plaats indien uit de enquête blijkt dat:

      • de respons ten minste 40% bedraagt, en

      • minimaal 60% van de respondenten voor invoering stemt.

Artikel 1 — Begripsomschrijvingen

  • a.

    blauwe zone: een parkeerschijfzone als bedoeld in artikel 25 van het RVV 1990, aangeduid met bord E10 uit bijlage 1 van het RVV 1990

  • b.

    parkeerschijf: een vastgesteld model parkeerschijf als bedoeld in de artikelen 1 t/m 5 van het Besluit parkeerschijf

  • c.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan voor onmiddellijk in-/uitstappen of laden/lossen

  • d.

    ontheffing: toestemming van het college om zonder tijdsduurbe-perking in een blauwe zone te parkeren

  • e.

    bewonersontheffing: ontheffing zoals bedoeld in artikel 5

  • f.

    bedrijfsontheffing: ontheffing zoals bedoeld in artikel 6

  • g.

    houder: degene op wiens naam het kenteken geregistreerd is volgens het RDW

  • h.

    motorvoertuigen: inclusief brommobielen zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990

  • i.

    ontheffinghouder: natuurlijke of rechtspersoon aan wie een ontheffing is verleend

  • j.

    RVV 1990: Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

  • k.

    sector: kleinst mogelijke gebied waarbinnen een blauwe zone kan worden ingevoerd

Artikel 2 — Proces voor de invoering van blauwe zones binnen aangewezen potentiële blauwe zonegebieden

  • 1.

    In de gebieden die zijn aangemerkt als ‘potentiële blauwe zone-gebieden’ zoals opgenomen in de ‘Parkeernota Visie- en Ambitie-document’ (Heerlen, 22 maart 2016) én in bijlage 1 behorende bij deze beleidsregels, kan overgegaan worden tot invoering van een blauwe zone overeenkomstig de werkwijze rondom de aanpak van parkeerproblematiek in woonwijken zoals uiteengezet in de ‘Kader-stelling parkeeraanpak’ en de ‘Menukaart Parkeeroplossingen’.

  • 2.

    De invoering van een blauwe zone geschiedt op basis van een voorwaardelijk positief besluit van het college van burgemeester en wethouders. De invoering vindt uitsluitend plaats indien uit de bewonersraadpleging niet blijkt dat een meerderheid zich tegen de invoering verzet.

  • 3.

    De bewonersraadpleging wordt uitgevoerd middels een enquête, waarin inwoners binnen het betreffende gebied de mogelijkheid hebben hun bezwaar tegen invoering van de blauwe zone kenbaar te maken.

  • 4.

    De invoering van de blauwe zone is het uitgangspunt, tenzij uit de enquete blijkt dat:

    • de respons ten minste 40% bedraagt, én

    • minimaal 60% van de respondenten tegen invoering stemt.

  • 5.

    Het enquêtegebied wordt gedefinieerd als logisch aaneengesloten compartimenten of sectoren binnen het aangewezen potentieel blauwe zonegebied

  • 6.

    Bewoners binnen het betrokken gebied krijgen eens per drie jaar de mogelijkheid zich via een enquête uit te spreken over de even-tuele invoering van een blauwe zone

Artikel 3 — Proces voor de invoering van blauwe zones binnen overige gebieden

  • 1.

    In gebieden die niet zijn aangemerkt als potentieel blauwe zonegebied, wordt via een enquête onderzocht of voldoende draagvlak bestaat

  • 2.

    Invoering vindt alleen plaats indien:

    • de respons ten minste 40% bedraagt, én

    • minimaal 60% van de respondenten vóór invoering stemt.

  • 3.

    Het enquêtegebied bestaat uit logisch aaneengesloten sectoren

  • 4.

    Elke drie jaar kunnen belanghebbenden zich via enquête uitspre-ken over invoering

Artikel 4 — Parkeertijden blauwe zone

De tijdstippen waarop parkeren met een parkeerschijf of de onthef-fing-plicht van toepassing is, worden bepaald in overleg met de belanghebbenden (bewoners en ondernemers).

Artikel 5 — Regels aanvragen bewonersontheffing

  • 1.

    Een bewoner die woonachtig is in een blauwe zonegebied dat is ingevoerd op basis van het proces zoals vermeld in artikel 2 en/of 3, komt in aanmerking voor een bewonersontheffing

  • 2.

    Een bewonersontheffing moet worden aangevraagd op een daarvoor vastgesteld aanvraagformulier

  • 3.

    De toetsing van de aanvraag vindt plaats aan de hand van:

    • aanvraagformulier

    • Basisregistratie Personen (BRP)

    • kentekengegevens van het RDW

  • 4.

    Bij een lease-/bedrijfsauto moet bij het aanvraagformulier een contract / bedrijfsverklaring worden gevoegd waaruit blijkt dat de aanvrager de contracthouder / berijder is van het opgegeven auto-kenteken

Artikel 6 — Regels aanvragen bedrijfsontheffing

  • 1.

    Een bedrijf of instelling dat gevestigd is op een adres binnen een blauwe zonegebied dat is ingevoerd op basis van het proces zoals vermeld in artikel 2 en/of 3, komt in aanmerking voor een bedrijfs-ontheffing

  • 2.

    Een bedrijfsontheffing moet worden aangevraagd op een vastge-steld aanvraagformulier

  • 3.

    Toetsing vindt plaats op basis van het formulier, RDW-kentekens en KvK-inschrijving

  • 4.

    Bij lease-/bedrijfsauto: contract of verklaring waaruit blijkt dat aanvrager berijder is

    Indien een werknemer een privévoertuig gebruikt: bedrijfsverkla-ring vereist

Artikel 7 — Geldigheid ontheffingen blauwe zone

  • 1.

    Bewonersontheffing: geldig voor blauwe zone binnen de sector waar de bewoner woont en waarvoor de ontheffing is verleend

  • 2.

    Bedrijfsontheffing: geldig voor blauwe zone binnen de sector waar het bedrijf of instelling gevestigd is en waarvoor de ontheffing is verleend

Artikel 8 — Aantal te verlenen ontheffingen

  • 1.

    Per woonadres: onbeperkt aantal bewonersontheffingen

  • 2.

    Per bedrijf of instelling: maximaal 15 bedrijfsontheffingen

Artikel 9 — Nadere regels ontheffingen

  • 1.

    De ontheffing wordt verleend op een kenteken

  • 2.

    De ontheffing bevat maximaal één kenteken

  • 3.

    Bij wijziging van voertuig: houder is zelf verantwoordelijk voor het laten wijzigen van het kenteken

Artikel 10 — Geldigheid en parkeerduur ontheffingen

  • 1.

    Ontheffingen worden verleend voor onbepaalde tijd

  • 2.

    Intrekking is mogelijk bij gewijzigde omstandigheden (verhuizing, verkoop voertuig, overlijden, misbruik)

  • 3.

    Parkeren met ontheffing is toegestaan tijdens vastgestelde parkeertijden, zonder tijdslimiet

Artikel 11 — Hardheidsclausule

Het college is bevoegd, in gevallen waarin toepassing van dit besluit naar zijn oordeel tot een bijzondere hardheid leidt, af te wijken van het bepaalde in deze beleidsregels. Verzoeken hiervoor dienen schriftelijk en gemotiveerd te worden ingediend

Aldus besloten tijdens de vergadering van het college van burgemeester en wethouders der gemeente Heerlen van 26 augustus 2025.

de burgemeester,

drs. R. Wever

de secretaris a.i.,

drs. R. van Wuijtswinkel

Bijlage 1: Potentiële blauwe zonegebieden

 

Naar boven