Verkeersbesluit diverse verkeersmaatregelen Schoterkwartier

Nr. 2023/1876802

Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem,

gelet op de Wegenwet, de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994), het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990), het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) en de Uitvoeringsvoorschriften van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: Uitvoeringsvoorschriften BABW).

Overwegende:

dat het voormalige Deliterrein is gesitueerd tussen de Siantarstraat, Floresstraat, Spaarndamseweg, de Transvaalstraat en de Delistraat;

dat op het terrein de fase 2 van woningbouw, genaamd het Schoterkwartier, gerealiseerd wordt en aansluit op de Transvaalstraat en voor voetgangers op het Papoeaplein;

dat het Schoterkwartier gelegen komt binnen de bebouwde kom van Haarlem;

dat het Papoeaplein een openbare weg zal betreffen en daarom in beheer komt bij de gemeente Haarlem;

dat het Papoeaplein een weg wordt als bedoeld in artikel 18, lid 1 onder d van de WVW 1994;

dat gelet op bovengenoemd artikel het college van burgemeester en wethouders van Haarlem bevoegd is verkeersbesluiten te nemen voor deze weg;

dat de bevoegdheid voor het nemen van verkeersbesluiten door het college van burgemeester en wethouders van Haarlem is gemandateerd aan de afdelingsmanager Beheer en Beleid Openbare Ruimte, waarbij ondermandaat is verleend aan de Teammanager bereikbaarheid;

dat de gemeentelijke wegencategorisering van Haarlem op 25 april 2024 door de gemeenteraad is vastgesteld in de Beleidsnotitie Afweging 30km/u;

dat deze categorisering aansluit op de categorisering, zoals bedoeld in het landelijke beleid Duurzaam Veilig;

dat de Transvaalstraat gecategoriseerd is als erftoegangsweg binnen de bebouwde kom, waarop een maximumsnelheid van 30 km/u geldt;

dat het Papoeaplein gecategoriseerd wordt als erftoegangsweg binnen de bebouwde kom en de weg daarmee deel zal uitmaken van het verblijfsgebied;

dat de verblijfsfunctie op een erftoegangsweg prevaleert boven de verkeersfunctie;

dat op 21 maart 2023 door het college het bestemmingsplan Deliterrein-Schoterkwartier fase 2 is vastgesteld;

dat naar aanleiding van ingediende zienswijzen aanvullend onderzoek is gedaan naar acht verschillende ontsluitingsmogelijkheden van de parkeergarage van het Schoterkwartier;

dat daarbij de korpschef van de politie om advies is gevraagd;

dat uit het mobiliteitsonderzoek van 8 maart 2023 blijkt dat de Transvaalstraat en Delistraat/Gedempte Schalkburgergracht alsmede de overige wegvakken in de omgeving van het plangebied in het huidige profiel over voldoende capaciteit beschikken om het extra verkeer als gevolg van de woningen veilig af te wikkelen;

dat hieruit gebleken is dat twee van de acht varianten veilig en geschikt zijn voor de ontsluiting van de parkeergarage, waarbij variant 1 de voorkeursvariant is.

dat hierbij zoveel mogelijk rekening is gehouden met de aangedragen zorgen en wensen uit de zienswijzen en daarmee de belanghebbenden zijn gehoord;

dat de overige varianten niet gewenst zijn omdat ze niet verkeersveilig zijn en/of uitnodigen tot gebruik maken van verboden rijrichtingen, vanwege aanzienlijke aanpassingen aan de verkeerscirculatie in de wijk, de infrastructuur en de verkeersregelinstallatie;

dat de Transvaalstraat een buurtontsluitingsfunctie heeft waarbij het extra verkeer voldoende afgewikkeld kan worden zonder dat er een infrastructurele aanpassing benodigd is;

dat er op een erftoegangsweg maximaal 4.000 motorvoertuigbewegingen per etmaal mogelijk is, waarbij de toename van het verkeer op de Transvaalstraat maximaal 2.100 motorvoertuigbewegingen zal bedragen en daarmee ver onder het maximum voor een erftoegangsweg blijft;

dat voor de omliggende wegvakken het maximum aantal motorvoertuigbewegingen dat bij de gegeven wegcategorisering past acceptabel blijft en daarmee een veilige verkeersafwikkeling bereikt wordt;

dat de gemeente samen met de korpschef van de politie definitief hebben besloten om de verkeersafwikkeling van het Schoterkwartier volledig te laten plaatsvinden op de Transvaalstraat waardoor de Siantarstraat en het Papoeaplein als woonstraten worden ontzien;

dat bovenstaande besloten is op basis van de wensen uit de zienswijzen, de huidige situatie en de verkeersberekeningen, waarbij de toename van het verkeer in kaart is gebracht;

dat door de leefbare inrichting van de openbare ruimte van het Schoterkwartier het gewenst is dat er een verkeerscirculatie plaatsvindt waarbij de bereikbaarheid van de te bouwen parkeergarage zo min mogelijk invloed heeft op de openbare ruimte die fiets- en voetgangersvriendelijk is;

dat de openbare ruimte fiets- en voetgangersvriendelijk wordt ingericht rondom de parkeergarage door middel van het instellen van voetgangerszones;

dat bovenstaande wordt aangegeven door het plaatsen van borden G7zb en G7ze van bijlage 1 van het RVV 1990 bij de toegang vanaf de Spaarndamseweg ter hoogte van huisnummer 380, bij de toegangen met aansluiting op het Papoeplein en de toegang vanaf de Transvaalstraat;

dat met de realisatie van haakse parkeervakken in de parkeergarage het verkeersveilig en toegankelijk blijft voor fietsers om in twee richtingen de parkeergarage in- en uit te gaan;

dat in verband met bovenstaande op het Papoeaplein ten behoeve van het verkeersveilig ontsluiten van de woonstraat er eenrichtingsverkeer vanuit de zijde van de Transvaalstraat wordt ingesteld;

dat het eenrichtingsverkeer door middel van het plaatsen van borden C2 en C3 van bijlage 1 van het RVV 1990 op de kruising van het Papoeaplein met de Transvaalstraat tot de kruising van de Siantarstraat met de Delistraat wordt ingesteld;

dat het gewenst is om het verkeer vanuit de parkeergarage nabij het kruispunt Spaarndamseweg-Transvaalstraat-Waarderbrug op de Transvaalstraat rechtsaf te laten rijden, zodat het kruispunt Spaarndamseweg-Transvaalstraat-Waarderbrug niet extra wordt belast door verkeer komende vanuit de parkeergarage;

dat aan bestuurders die vanaf deze uitgang van de parkeergarage het kruispunt met de Transvaalstraat naderen een eenrichtingsweg (naar rechts) wordt aangegeven op het bord C4 van bijlage 1 van het RVV 1990, waarbij middels een onderbord een uitzondering hierop wordt gemaakt voor fietsers en bromfietsers en deze te plaatsen aan de overzijde van de parkeergarage;

dat op basis van de wenselijke variant uit het mobiliteitsonderzoek en het bijkomende verkeer vanuit de parkeergarage de ontsluiting van de parkeergarage bij de ingang ter hoogte van de Transvaalstraat 12 er eenrichtingsverkeer wordt ingesteld vanaf de Transvaalstraat;

dat op grond van bovenstaande door middel van het plaatsen van bord C2 en C3 van bijlage 1 van het RVV 1990 een eenrichtingssituatie geldt bij de ingang van de parkeergarage ter hoogte van de Transvaalstraat 12;

dat met het instellen van het eenrichtingsverkeer en tweerichtingsverkeer bij de in- en uitgang van de parkeergarage en op het Papoeaplein er bijgedragen wordt aan de leefbaarheid en verkeersveiligheid met name voor voetgangers en fietsers op het Schoterkwartier en het Deliterrein;

dat gelet op artikel 12 van het BABW voor het plaatsen of verwijderen van de borden C2, C3 en C4 van bijlage 1 van het RVV 1990 een verkeersbesluit is vereist;

dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 de hiervoor benoemde verkeersmaatregel strekt tot het verzekeren van de veiligheid op de weg en het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer in het geding komt met uitvoeren van de hiervoor benoemde verkeersmaatregel;

dat gelet op alle voorgaande overwegingen het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer ondergeschikt is aan het verzekeren van de veiligheid op de weg en het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

dat gelet op artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met de gemandateerde van de politie;

dat de politie heeft ingestemd met de hierna genoemde verkeersmaatregelen.

Het besluit:

Het college van burgemeester en wethouders van Haarlem besluit:

- door middel van het plaatsen van de borden C2 en C3 met onderbord OB54 van bijlage 1 van het RVV 1990 eenrichtingsverkeer in te stellen op het Papoeaplein vanaf de kruising met de Transvaalstraat richting de Delistraat;

- door middel van het plaatsen van bord C4 met onderbord OB54 van bijlage 1 van het RVV 1990 een eenrichtingsweg in te stellen op de Transvaalstraat aan de overzijde van de uitgang van de parkeergarage ter hoogte van huisnummer 6;

- door middel van het plaatsen van 6 borden G7zb en 6 borden G7ze van bijlage 1 van het RVV 1990 voetgangerszones in te stellen rondom de parkeergarage bij de toegang vanaf de Spaarndamseweg ter hoogte van huisnummer 380, bij de toegangen met aansluiting op het Papoeplein en de toegang vanaf de Transvaalstraat;

- een en ander overeenkomstig in de bijgevoegde situatieschets.

Aldus vastgesteld op 26 augustus 2025 te Haarlem

Namens het college van burgemeester en wethouders van Haarlem,

Hellen Jennissen

Teammanager Bereikbaarheid, Afdeling Beheer en Beleid Openbare Ruimte

Dit besluit treedt in werking na bekendmaking in het Gemeenteblad. Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na publicatie van dit besluit in het Gemeenteblad bezwaar maken bij burgemeester en wethouders van Haarlem, Postbus 511, 2003 PB te Haarlem. Het bezwaarschrift moet de naam en het adres vermelden van degene die bezwaar maakt, zijn ondertekend en de datum vermelden waarop het is opgesteld. Daarnaast verzoeken wij u om ook uw telefoonnummer en/of e-mailadres te vermelden. Dit maakt het makkelijker om contact met u op te nemen over uw bezwaarschrift. In het bezwaarschrift moet ook worden aangegeven tegen welk besluit bezwaar wordt gemaakt en waarom het bezwaar wordt gemaakt. Door het indienen van het bezwaarschrift wordt dit besluit niet opgeschort. Bij een spoedeisend belang kan degene die een bezwaarschrift heeft ingediend een voorlopige voorziening vragen aan de voorzieningenrechter van de rechtbank, sector bestuursrecht, postbus 1621, 2003 BR te Haarlem. Bij het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening moeten griffierechten worden betaald.