Bekendmaking voornemen tot verkoop perceel Swalmen, sectie B, nummer 4626 (gedeeltelijk) gelegen nabij Tolhuisweg 2 te Swalmen

De Hoge Raad heeft op 26 november 2021 het Didam-arrest gewezen (ECLI:NL:HR: 2021:1778). In dit arrest is bepaald dat een overheidslichaam dat een onroerende zaak wil verkopen, aan (potentiële) gegadigden de gelegenheid moet bieden om mee te dingen naar deze onroerende zaak indien er meerdere gegadigden zijn voor de aankoop of redelijkerwijs te verwachten is dat er meerdere gegadigden zijn.

Deze mededingingsruimte hoeft niet te worden geboden als bij voorbaat al vaststaat of mag worden aangenomen dat op grond van objectieve, toetsbare en redelijke criteria slechts één serieuze gegadigde in aanmerking komt voor de verkoop.

 

Adres: (nabij) Tolhuisweg 2 te Swalmen.

 

Percelen: Swalmen, sectie B, nummer 4626 (gedeeltelijk), totaal groot circa 163 m2.

 

De eigenaar van Tolhuisweg 2 is de enige serieuze gegadigde

De gemeente is van oordeel dat uitsluitend de eigenaar van het bedrijfspand gelegen aan de Tolhuisweg 2 te Swalmen in aanmerking komt voor aankoop van het genoemde perceelgedeelte. Dit oordeel is gebaseerd op de ligging van het perceel, waarbij de eigenaar van Tolhuisweg 2 als voornaamste direct aangrenzende eigenaar geldt.

De koper wenst het bedoelde perceelgedeelte aan te kopen ten behoeve van de realisatie van een parkeerterrein ten behoeve van bezoekers van het pand Tolhuisweg 2 te Swalmen.

De gemeente wenst bovengenoemde perceelgedeelte enkel te verkopen en in eigendom over te dragen aan de aangrenzend eigenaar om deze ontwikkeling mogelijk te maken.

De beoogde koper is daarmee de enige partij die na aankoop van het perceelgedeelte het parkeerterrein kan realiseren. Om deze reden wordt geen verdere mededingingsruimte geboden in lijn met het Didam-arrest.

 

Vervaltermijn

Bent u het niet eens met dit voornemen, dan dient u uiterlijk binnen 20 dagen na publicatie van dit voornemen (tot en met 29 september 2025) een kort geding tegen dit voornemen te starten bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg.

Bij gebreke van een tijdig gestart kort geding, vervalt het recht tegen al het voornoemde in rechte op te komen en/of daarop enige vordering tot schadevergoeding of welke andere aanspraak dan ook te baseren, althans kunt u daar geen beroep meer op doen.

De gemeente en de beoogde koper zouden immers onredelijk worden benadeeld indien pas na deze (duidelijk) kenbaar gemaakte termijn van 20 dagen alsnog tegen (een van) deze voornemens zou worden opgenomen.

Naar boven