Gemeenteblad van Zaltbommel
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Zaltbommel | Gemeenteblad 2025, 382995 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Zaltbommel | Gemeenteblad 2025, 382995 | beleidsregel |
Beleidsregels uitwegen gemeente Zaltbommel 2025
Aanleiding en doel van de beleidsregels
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaltbommel (hierna: de gemeente) stelt vast dat er behoefte bestaat aan heldere uitleg over de wijze waarop vergunningaanvragen voor uitwegen worden beoordeeld.
In artikel 2:12 van de Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: APV) is vastgelegd dat voor het aanleggen, wijzigen of gebruiken van een uitweg een vergunning vereist is. De APV benoemt ook de gronden waarop een vergunning kan worden geweigerd. Om te zorgen voor een eenduidige, transparante en zorgvuldige besluitvorming zijn deze beleidsregels opgesteld. Ze bieden aanvragers vooraf duidelijkheid over de voorwaarden en uitgangspunten die worden gehanteerd bij de beoordeling van een aanvraag voor een uitweg.
Een uitweg (ook wel inrit, uitrit of oprit genoemd) is een verbinding tussen een privéperceel en de openbare weg, waardoor voertuigen het terrein kunnen in- en uitrijden. Dit geldt alleen voor verbindingen die bedoeld zijn voor (motor)voertuigen. Een voetpad of tuinpad vanaf een perceel naar de openbare weg of het trottoir wordt niet gezien als een uitweg. Deze beleidsregels zijn daarop niet van toepassing.
Voor het aanleggen of gebruiken van een uitweg is toestemming nodig, vaak moet de openbare ruimte worden aangepast door een stoeprand te verlagen of verharding aan te leggen. Er zijn ook voorbeelden waarbij de uitweg niet aangelegd hoeft te worden en/of fysiek waarneembaar is in het straatwerk, bijvoorbeeld bij directe aansluiting op de openbare weg. Ook in die gevallen is er een uitwegvergunning vereist.
Voor het aanleggen of veranderen van een uitweg is een omgevingsvergunning vereist. Dit is bepaald in artikel 2:121 van de APV. Deze omgevingsvergunning wordt op grond van artikel 22.8 in samenhang met artikel 5.1. eerste lid, onder a van de Omgevingswet aangeduid als “omgevingsvergunning voor de uitwegactiviteit”. De vergunning wordt aangevraagd via het Omgevingsloket: www.omgevingsloket.nl
Een aanvrager mag de uitweg niet zelf aanleggen in de openbare ruimte. De gemeente zorgt voor de aanleg van de uitweg vanaf het privéperceel tot aan de openbare weg, ook als er bijvoorbeeld een sloot of watergang overbrugd moet worden. De aanvrager is zelf verantwoordelijk voor de aanleg van de uitweg op het privéperceel.
Als de aanvrager niet de eigenaar is van het perceel waarvoor de uitweg wordt aangelegd, moet de eigenaar schriftelijk toestemming geven. Deze verklaring moet worden toegevoegd aan de vergunningsaanvraag.
Wanneer een uitweg over een watergang of dijklichaam wordt aangelegd, moet de aanvrager ook toestemming hebben van waterschap Rivierenland.
De omgevingsvergunning moet door de aanvrager bij de provincie Gelderland worden aangevraagd als de uitweg uitkomt op een provinciale weg.
Voor uitwegen die afwijken van de standaardsituatie wordt geadviseerd om vooraf contact op te nemen met de gemeente. Zo kunnen de mogelijkheden en voorwaarden tijdig worden besproken.
Voor de beoordeling van de aanvraag worden de volgende uitgangspunten en randvoorwaarden gehanteerd:
Woonperceel met 2 voertuigen (naast elkaar):
Gecombineerde uitweg voor twee aangrenzende woonpercelen
Als twee uitwegen van aangrenzende woonpercelen zodanig dicht bij elkaar liggen dat de opgaande en neergaande trottoirbanden tegen elkaar aan komen te liggen, worden deze uitgevoerd als één gecombineerde uitweg.
Een perceel dat wordt gebruikt voor bedrijfsactiviteiten.
Een perceel dat wordt gebruikt voor landbouwactiviteiten zoals gewasverbouw of veeteelt.
De breedte van een uitweg, inclusief kantopsluiting en "vleugels" (zie afbeelding 2), wordt gemeten op de perceelgrens tussen perceel en openbare ruimte, zoals weergegeven in afbeelding 3.
A. Ter voorkoming van gevaar voor het verkeer op de weg (artikel 2:12 lid 2a APV)
Verkeersveiligheid is een belangrijk criterium en een uitweg mag geen gevaarlijke situatie veroorzaken. Voor een veilig en efficiënt gebruik van de weg moeten de volgende punten in acht worden genomen:
Een uitweg moet zo worden aangelegd dat ze duidelijk herkenbaar is als uitweg en niet kan worden verward met een zijweg. Dit betekent dat het materiaal van de uitweg moet verschillen van dat van de rijbaan. Waar de uitweg een trottoir kruist, moet het trottoir worden doorgetrokken. De wegbeheerder bepaalt de specificaties voor het bestratingsmateriaal van het trottoir.
Vervolg A. Ter voorkoming van gevaar voor het verkeer op de weg (artikel 2:12 lid 2a APV)
B. Als de uitweg zonder noodzaak ten koste gaat van een openbare parkeerplaats (artikel 2:12 lid 2b APV)
Wanneer een uitweg wordt aangelegd, gaat dit veelal ten koste van parkeermogelijkheid in het openbaar gebied. Een uitweg moet qua ligging zo gesitueerd zijn, dat voor woningen maximaal één (ingerichte) parkeerplaats/parkeermogelijkheid in de openbare ruimte verloren gaat.
Dit geldt ook voor situaties waarin parkeren is toegestaan op de rijbaan, zonder dat daar parkeervakken zijn aangegeven.
C. Als door de uitweg het openbaar groen op onaanvaardbare wijze wordt aangetast (artikel 2:12 lid 2c APV)
Bescherming van groenvoorzieningen:
D. Als er sprake is van een uitweg van een perceel dat al door een andere uitweg wordt ontsloten, en de aanleg van deze tweede uitweg ten koste gaat van een openbare parkeerplaats of het openbaar groen (artikel 2:12 lid 2d APV).
Dit geldt ook voor situaties waarin parkeren is toegestaan op de rijbaan, zonder dat daar parkeervakken zijn aangegeven.
Aanleg en kosten van de uitweg
De uitweg van de openbare weg naar het privéperceel wordt aangelegd in elementenverharding, zoals betonstenen, tegels of gebakken klinkers. Elementenverharding is belangrijk voor de bereikbaarheid van kabels en leidingen, omdat deze verharding makkelijker te verwijderen is. Daarnaast zorgt het voor een esthetische en stedenbouwkundige inpassing in het straatbeeld.
Alle kosten die samenhangen met de aanleg van een uitweg zijn voor rekening van de aanvrager. Dit betreft niet alleen de leges en aanlegkosten, maar ook eventuele extra kosten, zoals het verplaatsen van straatmeubilair of andere noodzakelijke voorzieningen in de openbare ruimte.
Voor uitwegen binnen de bebouwde kom vraagt de gemeente een offerte op bij een aannemer. In deze offerte zijn alle relevante kosten opgenomen. De offerte wordt vervolgens verstrekt aan de aanvrager. Pas nadat de aanvrager het volledige bedrag aan de gemeente heeft betaald, geeft de gemeente opdracht aan de aannemer om de uitweg aan te leggen. Na de aanleg is de gemeente verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van het deel van de uitweg dat binnen de openbare ruimte valt.
Voor uitwegen buiten de bebouwde kom geldt dat de aanvrager – na toestemming van de gemeente – zelf een aannemer mag inschakelen voor de aanleg. Dit is pas toegestaan nadat de omgevingsvergunning definitief is verleend. Na de aanleg is de gemeente verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van het deel van de uitweg dat binnen de openbare ruimte valt.
Deze beleidsregels treden in werking op de na de bekendmaking in het gemeenteblad.
Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregels uitwegen gemeente Zaltbommel 2025
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-382995.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.