Voornemen een overeenkomst te sluiten tot verkoop van de bloot eigendom van het perceel grond gelegen Hofweg 24 te Spijkenisse

Didam I-arrest en Didam II-arrest

De Hoge Raad heeft op 26 november 2021 het zogenaamde “Didam I”-arrest gewezen. Dit arrest bevestigt dat gemeenten in Nederland bij het aangaan en uitvoeren van privaatrechtelijke overeenkomsten ten aanzien van openbare gronden transparant moeten handelen en mededingingsruimte moeten bieden. Dit zodat iedere gegadigde kenbaar kan maken dat ook zij in aanmerking komt voor de betreffende ingebruikgeving. Op 15 november 2024 heeft de Hoge Raad het zogenaamde Didam II-arrest gewezen. De Hoge Raad concludeert met betrekking tot overtreding van de Didam-regels in relatie tot het bepaalde in artikel 3:40 BW dat een dergelijke overtreding, ongeacht of deze voor of na het eerste Didam-arrest heeft plaatsgevonden, de rechtsgeldigheid van gesloten overeenkomsten niet aantast.

Met deze publicatie geeft de gemeente uitvoering aan het arrest van de Hoge Raad van 26 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1778) alsmede het arrest van 15 november 2024 (ECLI:NL:HR:2024:1661).

Voorgenomen verkoop

De gemeente Nissewaard is voornemens het bloot eigendom te verkopen van het perceel grond kadastraal bekend gemeente Spijkenisse, sectie E, nummer 4209, groot 8.130 vierkante meter, en het perceel kadastraal bekend gemeente Spijkenisse, sectie E, nummer 5435, groot 2.156 vierkante meter, plaatselijk bekend Hofweg 24 te 3208 LE Spijkenisse aan de erfpachter die het recht van erfpacht heeft op voornoemd perceel.

Motivering

Gelet op het voorgaande is de gemeente Nissewaard van oordeel dat er op grond van objectieve, redelijke en toetsbare criteria slechts één serieuze gegadigde in aanmerking komt voor de voorgenomen verkoop. De gemeente Nissewaard voert hiertoe de navolgende argumenten aan:

Op de erfpacht zijn de Algemene Bepalingen voor voortdurende erfpacht 1978 van de gemeente Spijkenisse van toepassing verklaard. Op grond van deze bepalingen heeft de huidige erfpachter de mogelijkheid om het bloot eigendom aan te kopen; een beroep op deze mogelijkheden is dan ook gedaan door de huidige erfpachter c.q. aspirant-koper. Dit recht is overeengekomen ruim voordat het Didam-arrest is gewezen. Het niet nakomen van dit recht zou leiden tot schending van het vertrouwensbeginsel en onevenredig financieel nadeel omdat de aspirant-koper investeringen heeft gedaan met het oog op een toekomstige aankoop.

Voorts stimuleert de gemeente volledig eigendom voor zittende erfpachters in verband met het verkrijgen van een (nieuwe) financiering. Verkoop aan een andere partij dan de erfpachter zou leiden tot een particuliere grondeigenaar. Dit leidt tot onzekerheid bij de erfpachter. Ook zal sprake zijn van een lastige dan wel onmogelijke financiering van het erfpachtrecht omdat banken een strenger beleid voeren bij particuliere erfpacht.

Op grond van deze omstandigheden wijkt de gemeente af van de beide Didam arresten en zal de gemeente aan andere gegadigden in dit geval geen mededingingsruimte bieden.

Reactie

De gemeente Nissewaard zal drie weken na de datum van deze publicatie overgaan tot het sluiten van een overeenkomst, tenzij zich voordien een andere partij als gegadigde meldt.

Indien u zich niet kunt verenigen met het voornemen, dan dient u dit uiterlijk 20 kalenderdagen na datum van publicatie kenbaar te maken door middel van een gemotiveerd bericht aan grondzaken@nissewaard.nl onder vermelding van “DIG0053270”. Na onze gemotiveerde reactie op uw bericht kunt u binnen een termijn van 7 kalenderdagen een kort geding aanhangig maken bij de rechtbank Rotterdam. Indien u één van beide termijnen ongebruikt laat verstrijken, vervalt uw recht om in rechte op te komen tegen de voorgenomen rechtshandeling. Tegen deze voorgenomen rechtshandeling kunnen geen zienswijzen, bezwaren of beroep in de zin van de Algemene wet bestuursrecht worden ingediend dan wel ingesteld.

Voor nadere inlichtingen kunt u zich melden bij de gemeente Nissewaard, F. Rensen, Adviseur Grondzaken (f.rensen@nissewaard.nl).

Let op: (ruimtelijke) bezwaren tegen het voornemen een overeenkomst te sluiten tot gebruik en het vestigen van een zakelijk recht van opstal met erfdienstbaarheden vallen niet onder deze procedure en zijn voor de gemeente geen aanleiding om terug te komen op het voornemen een overeenkomst te sluiten tot gebruik en het vestigen van een zakelijk recht van opstal met erfdienstbaarheden als in deze kennisgeving beschreven. De (eventuele) bezwaren dienen betrekking te hebben op het uitgangspunt dat de opstalhouder de enige serieuze gegadigde is die in aanmerking komt. Tevens dienen de (eventuele) bezwaren te worden onderbouwd met een motivatie waarom een ander dan de opstalhouder hiervoor in aanmerking wenst te komen.

Naar boven