Beleidsregels verwaarloosde vaartuigen gemeente Harlingen 2025

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Harlingen;

 

gelet op artikel 4.4, artikel 4.6 en artikel 3.5 van de Havenverordening gemeente Harlingen 2020;

 

Overwegende dat het voor het veiligheid en aanzicht van de wateren in de gemeente wenselijk is beleidsregels vast te stellen;

 

Besluit vast te stellen:

 

de beleidsregels verwaarloosde vaartuigen gemeente Harlingen 2025.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze nadere regels en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    verwaarloosd vaartuig: een vaartuig dat sterk vervuild is of in een slechte staat van onderhoud verkeerd;

  • b.

    havenmeester: een functionaris, in dienst van de gemeente Harlingen of van Port of Harlingen, die belast is met het toezicht op het veilig en economisch gebruik van een haven;

  • c.

    ligplaats: de plaats aan een kade of steiger in het vaarwater dat eigendom is van de Gemeente Harlingen en in het beheer van de Port of Harlingen, waar een vaartuig tijdelijk of permanent wordt afgemeerd of aangelegd met een vergunning of een geldelijke vergoeding die wordt betaald aan de Port of Harlingen;

  • d.

    verwijdering: het fysiek weghalen van een vaartuig van een ligplaats door de gemeente of haar gemachtigden;

  • e.

    bestuursdwang: een herstelsanctie met een last tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding, waarbij de gemeente de bevoegdheid heeft om de last door feitelijk handelen ten uitvoer te leggen, als die last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd;

  • f.

    havengebied: het gebied zoals aangegeven in de havenverordening Harlingen 2020, waaronder ook vallen de binnen het havengebied gelegen bouwwerken als steigers, kademuren en de achterliggende terreinen en infrastructuur.

Artikel 2 Criteria verwaarloosd vaartuig

Er is sprake van een verwaarloosd vaartuig zoals bedoeld onder artikel 4.4 van de Havenverordening Harlingen 2020 indien:

 

  • a.

    het vaartuig geheel of gedeeltelijk is gezonken; of

  • b.

    wanneer er aan minimaal twee van de volgende criteria wordt voldaan:

    • 1.

      Aangroei van mos op (delen van) het vaartuig of andere plantengroei in of op het vaartuig;

    • 2.

      Ontbrekende onderdelen die essentieel zijn voor het functioneren en de voortstuwing van het vaartuig (mast, roer etc.);

    • 3.

      Ernstig beschadigde scheepsdelen;

    • 4.

      Overduidelijk slecht onderhoud van het vaartuig (zichtbaar door bijvoorbeeld afgebladerde verf, ernstig of uitgebreide roestvorming, gaten in romp of op het dek).

Artikel 3 Havenmeester

  • 1.

    De havenmeester is belast is met het toezicht op het veilig en economisch gebruik van het havengebied.

  • 2.

    De havenmeester beschikt over een registratiesysteem van de bezette ligplaatsen waarbij zaken zijn vastgelegd zoals naam en adresgegevens van de ligplaatshouders, duur van de ligging en betaalgegevens met betrekking tot liggeld.

  • 3.

    De havenmeester houdt een logboek bij van verwaarloosde vaartuigen met daarbij aangegeven welke problemen zich in welke mate voordoen en welke acties hierop reeds zijn ondernomen.

Artikel 4 Aanpak verwaarloosd vaartuig

  • 1.

    Indien de havenmeester vaststelt dat er sprake is van een verwaarloosd vaartuig als bedoeld in het tweede artikel zal de havenmeester in overleg gaan met de ligplaatshouder om tot een oplossing te komen, waarbij ook wordt vastgesteld of er mogelijk sprake is van sociale problematiek. Indien nodig zal er een medewerker van het sociaal gebiedsteam worden betrokken.

  • 2.

    Na dit gesprek zal er door de havenmeester een schriftelijke waarschuwing worden verzonden aan de ligplaatshouder en aangekleefd aan het vaartuig waarin een termijn van 6 weken wordt gegeven om verbeteringsmaatregelen te treffen. Wanneer er geen vast woonadres bekend is van de ligplaatshouder, zal de havenmeester de brief persoonlijk afgeven aan de ligplaatshouder, indien nodig zal hierbij een medewerker van het sociaal gebiedsteam aanwezig zijn.

  • 3.

    Als na de verstreken termijn blijkt dat de overtreding nog niet ongedaan is gemaakt zal door de gemeente een voornemen tot last onder bestuursdwang worden verzonden, met daarin opgenomen wat de overtreding is, welke herstelmogelijkheden er worden verwacht en dat indien er binnen twee weken geen actie wordt ondernomen de last onder bestuursdwang zal worden toegepast.

  • 4.

    Als na de in het voornemen genoemde termijn blijkt dat de overtreding nog niet ongedaan is gemaakt zal de last onder bestuursdwang door de gemeente worden opgelegd, hierin krijgt de ligplaatshouder nog een periode van twee weken om de overtreding op te heffen.

  • 5.

    Wanneer er na het termijn als gegeven in de last onder bestuursdwang blijkt dat de overtreding niet ongedaan is gemaakt, zal er door de havenmeester worden overgegaan tot verwijdering van het vaartuig.

Artikel 5 Verwijdering verwaarloosd vaartuig

  • 1.

    Indien er geen gehoor wordt gegeven aan de last onder bestuursdwang zal de havenmeester in overleg treden met de gemeente om de procedure tot verwijdering van het vaartuig te starten. Er zal worden overgegaan tot verwijdering van het vaartuig indien:

    • a.

      Er door de havenmeester een schriftelijke waarschuwing is toegezonden aan de ligplaatshouder;

    • b.

      Er na her-controle blijkt dat er geen corrigerende maatregelen zijn getroffen en er daarom een voornemen tot last onder bestuursdwang is toegezonden aan de ligplaatshouder;

    • c.

      Er in de periode van het voornemen geen actie is ondernomen en er daarna een daadwerkelijke last onder bestuursdwang is opgelegd waarin nog een periode wordt gegeven om de overtreding op te heffen;

    • d.

      Er na deze periode blijkt dat niet is overgegaan tot hetgeen opgelegd in de last onder bestuursdwang.

  • 2.

    De havenmeester van de Port of Harlingen zal overgaan tot verwijdering en vernietiging van verwaarloosde vaartuigen onder afstemming met de gemeente en de regels die daarop van toepassing zijn.

  • 3.

    Indien de havenmeester inschat dat er sprake is van sociale problematiek zal er, voorafgaand aan de verwijdering van het vaartuig, worden overgegaan tot het zoeken van een oplossing voor de sociale problematiek door middel van afstemming tussen de havenmeester, het sociaal gebiedsteam van de gemeente Harlingen, mogelijke (zorg) instanties en de ligplaatshouder.

Artikel 6 Tijdelijke opslag en verkoop vaartuig

  • 1.

    De havenmeester van de Port of Harlingen is namens de gemeente Harlingen gerechtigd om het vaartuig te verplaatsen naar een tijdelijke opslagplaats en daar op te slaan voor een periode van 13 weken.

  • 2.

    De verwijderde vaartuigen worden bewaard op een daartoe aangewezen gemeentelijke bewaarplaats. De locatie van deze bewaarplaats wordt aan de ligplaatshouder bekendgemaakt en wordt vermeld in de kennisgeving van verwijdering.

  • 3.

    De gemeente betaalt in eerste instantie de kosten voor de verwijdering van het vaartuig, dit omvat de kosten voor transport en opslag. De hoogte van de kosten is afhankelijk van de situatie, waarbij onder andere de bewaartermijn en het type vaartuig een rol spelen.

  • 4.

    Wanneer het vaartuig door de ligplaatshouder wordt opgehaald uit de tijdelijk opslagplaats zullen de onder lid 3 vermelde kosten in rekening worden gebracht bij de ligplaatshouder.

  • 5.

    Wanneer het vaartuig niet uit de tijdelijke opslagplaats wordt opgehaald door de ligplaatshouder zal de havenmeester overgaan tot het openbaar verkopen van het vaartuig. De opbrengst van de verkoop van het vaartuig wordt verminderd met de kosten die de gemeente heeft gemaakt voor het wegslepen, opslag en verkoop van het vaartuig. Dit deel van de opbrengst komt toe aan de gemeente.

  • 6.

    Het vaartuig wordt vernietigd indien verkoop van het vaartuig niet opweegt tegen de gemaakte kosten.

Artikel 7 Evaluatie

  • 1.

    Tussen de havenmeester en de gemeente is er minimaal tweemaal per jaar overleg om te komen tot afname van de hoeveelheid verwaarloosde vaartuigen. Hierbij wordt ingegaan op de inhoud van het bijgehouden logboek. Namens de gemeente is hierbij ook een medewerker van het sociaal gebiedsteam aanwezig.

  • 2.

    Het door de havenmeester bijgehouden logboek wordt tijdens het overleg met de gemeente gedeeld.

Artikel 8 Hardheidsclausule

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen van een of meerdere artikelen of artikelleden van deze beleidsregels afwijken indien strikte toepassing ervan zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

  • 2.

    Bij de toepassing van het eerste lid worden alle relevante feiten en omstandigheden van het individuele geval zorgvuldig afgewogen en wordt aangegeven op welke gronden is afgeweken van de beleidsregels.

Artikel 9 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze beleidsregels kunnen door het college van burgemeester en wethouders te allen tijde worden herzien of aangepast.

  • 2.

    De ligplaatshouder wordt geacht op de hoogte te zijn van deze beleidsregels en zich eraan te houden bij het afmeren en onderhouden van zijn vaartuig op gemeentelijke ligplaatsen.

  • 3.

    Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 10 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels verwaarloosde vaartuigen gemeente Harlingen 2025’.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Harlingen,

C.M. Sjerps

Burgemeester

S.C. van Gent

Secretaris

Toelichting  

Aanleiding

In 2021 heeft het college van B&W besloten tot het opstellen van een havenvisie en ligplaatsenbeleid voor de gemeentelijke binnenwateren. Het rapport ‘Analyse binnenwateren Harlingen’ heeft daarbij als grondslag gediend bij het besluit. De havenvisie is vervolgens vastgesteld in 2022 door de gemeenteraad, echter aan het ligplaatsenbeleid is toen nog geen concreet vervolg gegeven.

 

Inmiddels wordt het ligplaatsenbeleid opgesteld met als doel dit in 2025 door het college te laten vaststellen. Onderdeel daarvan zal zijn hoe om te gaan met verwaarloosde schepen. In de vastgestelde havenvisie is dit als volgt omschreven in het actieplan: ‘beleidsregels opstellen om verwaarloosde/overlast veroorzakende schepen te weren’. In dit beleidsstuk wordt de beleidsregels hiervoor uiteengezet.

 

Aard van de problematiek

Op verschillende ligplaatsen in de stadshavens liggen verwaarloosde vaartuigen. Op basis van een inventarisatie blijkt het probleem zich vooral te concentreren op de Franekertrekvaart en in enige mate aan de Bolswardervaart. Daarnaast zijn er verspreid binnen de singels (o.a. Zuidergrachtswal en Rozengracht) incidentele gevallen geconstateerd. Deze binnenwateren zijn in kadastraal eigendom van de gemeente, waarbij het beheer door het havenbedrijf Port of Harlingen wordt uitgevoerd (met uitzondering van de commerciële jachthaven zoals Leeuwenbrug en HWSV). Uit een opgave van de Port of Harlingen blijkt dat van de geïnventariseerde verwaarloosde vaartuigen bekend is wie de eigenaar is. Ook blijkt dat jaarlijks het verschuldigde liggeld wordt afgedragen.

 

Definitie/criterium verwaarloosde vaartuigen

Verwaarloosde vaartuigen zijn te definiëren als vaartuigen, waaronder wrakken en klusboten, die zodanig onvoldoende zijn beschermd tegen water- en weersinvloeden dat de instandhouding van het schip in gevaar komt. Tevens zijn vaartuigen als verwaarloosd aan te merken als sprake is van gedeeltelijke afbraak, instorting, ernstige beschadiging of verstorende veranderingen van de buitenzijde van de boot.

 

De aard en mate van verwaarlozing is uiteenlopend en in meerdere gevallen is er ook een combinatie als gevolg van een sociale problematiek zoals illegale bewoning en ongewenste ontmoetingsplekken. In die situaties kan er ook overlast ontstaan voor de omgeving.

 

Wettelijk kader

In de geldende Havenverordening van de gemeente Harlingen zijn diverse artikelen opgenomen op grond waarvan handhavende maatregelen kunnen worden getroffen. Zo stelt artikel 4.4 dat de gemeente verwaarloosde vaartuigen die het aanzicht of directe leefomgeving aantasten kan verwijderen of dat er herstelmaatregelen worden opgelegd. Ten aanzien van het uitvoeren van werkzaamheden aan boten stelt artikel 4.6 van de verordening dat deze werkzaamheden geen schade, gevaar of hinder mogen veroorzaken. Tot slot stelt artikel 3.5 van de Havenverordening dat het onder meer verboden is om een schip op een ligplaats te gebruiken als woonschip.

 

Met het opnemen van deze beleidsregels wordt beoogd het uiterlijk aanzien van de stad en het milieu te beschermen. In dat beeld passen vaartuigen in ernstig verwaarloosde staat niet. Het verwijderen van dergelijk vaartuigen dient echter meerdere doelen, te weten:

 

  • 1.

    Verbeteren van het aanzien van de stad

    Door verwaarloosde vaartuigen of vaartuigen met ernstig achterstallig onderhoud te verwijderen van de kades wordt gezorgd voor een nettere aanblik van de wateren van Harlingen;

  • 2.

    Verbetering van de veiligheid op het water

    Verwaarloosde vaartuigen kunnen sneller losraken of zinken. Als dat het geval is vormen ze een risico voor overige watergebruikers of kunnen ze mogelijk milieuschade veroorzaken. Dat is te voorkomen door de vaartuigen op te knappen of te verwijderen;

  • 3.

    Voorkomen van misbruik

    Uit het (recente) verleden zijn meerdere gevallen bekend van het gebruik van vaartuigen als ongewenste overnachtingslocatie en/of woonplek . Hoewel dit niet allemaal verwaarloosde of slecht onderhouden vaartuigen waren is bij deze categorie wel de kans op misbruik groter. Ook zijn er situaties aanwezig waarbij het vaartuig als regelmatige ontmoetingsplek wordt gebruikt met ongewenste omgevingsoverlast tot gevolg.

Wijze van aanpak

Uitgangspunt is dat de havenmeester beschikt over een registratiesysteem van de bezette ligplaatsen waarbij zaken zijn vastgelegd zoals naam en adresgegevens van de ligplaatshouder, duur van de ligging en betaalgegevens met betrekking tot liggeld. Met dit systeem is het mogelijk om in gesprek te gaan met ligplaatshouders als daartoe aanleiding is, bijvoorbeeld in geval van achterstallige betalingen maar ook als blijkt dat het vaartuig in verwaarloosde toestand verkeert.

 

Eerst stelt de havenmeester vast dat het vaartuig al enige tijd in verwaarloosde staat verkeerd en dat er geen verbetering optreedt. De havenmeester gaat in overleg met de ligplaatshouder over een mogelijke oplossing en er volgt een schriftelijke waarschuwing dat binnen bepaalde termijn de situatie moet zijn verbeterd. Indien die termijn zonder verbetering is verstreken gaat de havenmeester in overleg met de gemeente om de procedure middels last onder bestuursdwang te starten om het vaartuig te verwijderen.

 

Van belang is met name ook dat er in een vroegtijdig stadium wordt vastgesteld dat er mogelijk sprake is van sociale problematiek. In dat geval zal de oplossing vooral moeten worden gezocht middels vroegtijdige afstemming tussen de havenmeester met het sociaal gebiedsteam van de gemeente, mogelijk andere (zorg)instanties en met de ligplaatshouder. De oplossing moet dan eerst worden gezocht in oplossing van de sociale problematiek voordat er tot een mogelijke verwijdering van het verwaarloosde vaartuig wordt overgegaan.

Naar boven