Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Mook en Middelaar 2025

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Mook en Middelaar:

Gelet op het advies van de Adviescommissie Omgevingskwaliteit d.d. 2 april 2025;

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet,

 

Besluit de:

 

'Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Mook en Middelaar 2025'

 

vast te stellen.

 

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1  

Deze regeling verstaat onder:

  • a.

    Monumenten: zaken, objecten of terreinen die zijn geplaatst op het gemeentelijk erfgoedregister/gemeentelijke monumentenlijst zoals bedoeld in onze gemeentelijke erfgoedverordening.

  • b.

    Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een begrotingsjaar krachtens de voor dat jaar geldende begroting, ten hoogste beschikbaar is voor het totaal toe te kennen subsidie krachtens deze regeling.

  • c.

    Eigenaar: de natuurlijke- of rechtspersoon die krachtens een zakelijk recht het genot heeft van een monument.

  • d.

    Onderhoud: werkzaamheden die noodzakelijk zijn om een monument in goede staat te brengen dan wel in de bestaande staat te houden en/of toekomstig groot onderhoud en kostbare restauraties te voorkomen of te verminderen.

  • e.

    Restauratie: werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van een monument en die het onderhoud, bedoeld in artikel 1 onder d van deze regeling te boven gaan.

  • f.

    Instandhouding: onderhouds- of (kleine) restauratiewerkzaamheden die noodzakelijk zijn om een monument in goede staat te houden dan wel als zodanig in stand te houden én kostbare grootschalige restauraties voorkomen.

  • g.

    Verduurzaming: maatregelen die het energiegebruik verlagen én de instandhouding van het monument bevorderen.

Artikel 2  

De gemeenteraad stelt jaarlijks bij de behandeling van de begroting het subsidieplafond vast, welk besluit bekend wordt gemaakt in het Gemeenteblad als bedoeld in artikel 12 lid 1 Bekendmakingswet en/of in het gemeentelijke huis-aan-huisblad.

Artikel 3  

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om in het belang van de monumentenzorg en met inachtneming van het bepaalde in deze regeling subsidie toe te kennen, zulks ter bevordering van het in stand houden van het monument.

Artikel 4  

Burgemeester en wethouders kunnen aan de subsidiebeschikking voorschriften verbinden, die bepalend zijn voor het verkrijgen van de subsidie.

Artikel 5  

Subsidie op grond van deze regeling kan uitsluitend worden toegekend aan de eigenaar van een monument.

Artikel 6  

Burgemeester en wethouders kennen slechts subsidie toe voor zover de op grond van artikel 2 vastgestelde financiële middelen toereikend zijn.

Artikel 7  

Alle aanvragen om subsidie, die voldoen aan artikel 15 en 16 van deze regeling, worden in volgorde van het volledig voldoen aan artikel 15 en 16 afgehandeld.

Artikel 8  

  • 1.

    Indien in verband met het bepaalde in artikel 6 een subsidie niet of slechts gedeeltelijk kan worden toegekend, wordt daarvan onder opgave van de reden aan de aanvrager door burgemeester en wethouders kennis gegeven.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders delen de aanvrager mede dat indien de werkzaamheden opgeschort kunnen worden, deze aanvraag in het daaropvolgende jaar op de gebruikelijke wijze opnieuw wordt behandeld.

Artikel 9  

De aanvrager van subsidie dient de door burgemeester en wethouders met controle belaste ambtenaren op de door die personen te bepalen tijdstippen de gelegenheid te bieden het monument en/of de wijze waarop de gesubsidieerde onderhoudswerkzaamheden worden of zijn uitgevoerd te inspecteren, alsmede inzage te geven van de daarop betrekking hebbende bescheiden en tekeningen.

Artikel 10  

De eigenaar aan wie ingevolge deze regeling subsidie is toegekend, dient het monument in redelijke staat van onderhoud te houden en dient deze voldoende te verzekeren en verzekerd te houden tegen brand-, storm- en bliksemschade.

Hoofdstuk 2 De subsidiabele werkzaamheden en kosten

Artikel 11  

  • 1.

    Aan de eigenaar van een monument kan subsidie worden toegekend voor de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden, die de instandhouding van het monument bevorderen. De subsidiabele kosten worden door burgemeester en wethouders vastgesteld.

  • 2.

    Het verlenen van subsidie voor de uitvoering van restauratiewerkzaamheden aan monumenten wordt door burgemeester en wethouders afzonderlijk vastgesteld.

Artikel 12  

  • 1.

    Aan de eigenaar van een monument kan één keer per 5 jaar en gelijktijdig met de toekenning van een subsidieverzoek op grond van artikel 11 een vergoeding worden toegekend voor de kosten van het abonnement en de inspectie van de Monumentenwacht.

  • 2.

    Aan de eigenaar van een monument kan gelijktijdig met de toekenning van een subsidieverzoek op grond van artikel 11 een vergoeding worden toegekend voor de kosten van de leges voor een omgevingsvergunning gemeentelijk monument.

Artikel 13  

Onder de in artikel 11 bedoelde subsidiabele kosten worden uitsluitend begrepen de geraamde en door of namens burgemeester en wethouders goedgekeurde bedragen van:

  • a.

    de aanneemsom, dan wel de materiaalkosten indien het werk volledig in zelfwerkzaamheid wordt uitgevoerd, voor zover deze betrekking hebben op de kosten van onderhoud of restauratie aan monumentale onderdelen zoals deze tot uitdrukking komen in de redengevende omschrijving van het monument;

  • b.

    de kosten voor het opstellen van een gespecificeerde werkomschrijving c.q. bestek;

  • c.

    de verschuldigde omzetbelasting;

  • d.

    de kosten van het wind- en waterdicht houden van het "casco" van het monument;

  • e.

    de kosten van het abonnement en de inspectie van de Monumentenwacht;

  • f.

    de kosten voor bouwhistorisch onderzoek indien dit vereist is voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning gemeentelijke monument én indien uitgevoerd en vastgelegd door een onafhankelijk onderzoeksbureau;

  • g.

    de leges voor een omgevingsvergunning gemeentelijk monument.

Artikel 14  

  • 1.

    Geen subsidie kan worden toegekend in de kosten van werkzaamheden voor zover:

    • a.

      in gevallen van brand- en/of stormschade, de herstelkosten door een verzekeringsuitkering worden gedekt;

    • b.

      burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat met het uitvoeren van de werkzaamheden het belang van de monumentenzorg niet of in onvoldoende mate wordt gediend;

    • c.

      burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat de kosten van de werkzaamheden niet geacht kunnen worden in een redelijke verhouding te staan tot het te verkrijgen resultaat;

    • d.

      het onderhoud en/of restauratie zonder voorafgaand overleg en instemming van burgemeester en wethouder is uitgevoerd of gegund;

    • e.

      het onderhoud en/of de restauratie is uitgevoerd in afwijking van de door burgemeester en wethouders gestelde of akkoord bevonden voorwaarden;

    • f.

      in geval de gemeente op voet van een andere regeling subsidie heeft verleend.

  • 2.

    In afwijking van artikel 14 lid 1 onder f is combinatie met een subsidie in het kader van duurzaamheid toegestaan, mits er niet meer dan 90% wordt gesubsidieerd van de kosten waarover subsidie wordt verleend.

Hoofdstuk 3 De aanvraagprocedure

Artikel 15  

De aanvraag om subsidie op grond van deze regeling dient te worden ingediend via het digitale aanvraagformulier, dat hiervoor beschikbaar is gesteld op de website van de gemeente Mook en Middelaar.

Artikel 16  

  • 1.

    Bij de aanvraag om subsidie dienen, samen met het volledig ingevulde en door de aanvrager ondertekende formulier, te worden overlegd:

    • a.

      een gespecificeerde begroting van de kosten, inclusief afschriften van gemaakte offertes;

    • b.

      een gespecificeerde werkomschrijving c.q. een gespecificeerd bestek;

    • c.

      een inspectie van de Monumentenwacht van maximaal 2 jaar oud;

    • d.

      een tekening en foto's van het object, waaruit de gebreken blijken;

    • e.

      een kopie van een verzekeringsovereenkomst waaruit blijkt dat het monument afdoende tegen brand-, storm- en bliksemschade is verzekerd.

  • 2.

    De begroting, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, omvat alle kosten van de werkzaamheden en materialen, is niet ouder dan twee jaar en is gespecificeerd in manuren, materialen, onderaannemers (indien aanwezig) en stelposten. De uurprijzen voor arbeid worden berekend volgens de normen die de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed hiervoor hanteert.

  • 3.

    Een aanvraag die niet voldoet aan alle hiervoor gestelde vereisten is onvolledig. Een onvolledige aanvraag geldt niet als aanvraag als bedoeld in artikel 7.

  • 4.

    Indien ook een omgevingsvergunning gemeentelijk monument (kortweg: monumentenvergunning) vereist is, kan de subsidieverlening niet eerder worden toegekend dan nadat de monumentenvergunning onherroepelijk is geworden. De subsidieaanvraag wordt geacht onvolledig te zijn tot aan het moment dat de monumentenvergunning wordt verleend.

Artikel 17  

Indien de aanvrager volledig heeft voldaan aan de vereisten en voorwaarden gesteld in artikel 15 en 16, krijgt hij door of namens burgemeester en wethouders een bewijs van ontvankelijkheid uitgereikt, waarin de datum is aangegeven zoals bedoeld in artikel 7.

Artikel 18  

  • 1.

    Indien de aanvrager de gegevens als bedoeld in artikel 16 niet heeft overgelegd, stellen burgemeester en wethouders aanvrager binnen vijf weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen in de gelegenheid de ontbrekende gegevens binnen twee weken alsnog te overleggen.

  • 2.

    Ingeval toepassing is gegeven aan het eerste lid en de aanvrager de ontbrekende gegevens niet of in onvoldoende mate heeft overlegd, delen burgemeester en wethouders de aanvrager binnen vier weken nadat de aanvraag is aangevuld of nadat de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken mee, dat het verzoek om subsidie niet in behandeling wordt genomen.

Hoofdstuk 4 Beslissing op een aanvraag

Artikel 19  

Bij hun beslissingen op aanvragen om subsidie voor een monument houden burgemeester en wethouders in ieder geval rekening met:

  • a.

    De bouwtechnische toestand van het monument vóór het treffen van de voorzieningen.

  • b.

    De architectonische waarde van het monument vóór en na het treffen van de voorzieningen.

  • c.

    De stedenbouwkundige waarde van het monument vóór en na het treffen van de voorzieningen.

  • d.

    De cultuurhistorische waarde van het monument vóór en na het treffen van de voorzieningen.

  • e.

    De gaafheid/herkenbaarheid/zeldzaamheid van het monument vóór en na het treffen van de voorzieningen.

  • f.

    Het gebruik van het monument vóór en na het treffen van de voorzieningen.

Artikel 20  

  • 1.

    Burgemeester en wethouders beslissen omtrent een aanvraag als bedoeld in artikel 15 binnen acht weken na ontvangst van alle bij de aanvraag te overleggen bescheiden.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde termijn kan met ten hoogste acht weken worden verlengd. De aanvrager ontvangt hieromtrent schriftelijk bericht vóór de in het eerste lid bedoelde datum, onder vermelding van de termijn waarbinnen de beschikking door burgemeester en wethouders zal worden afgegeven.

  • 3.

    Aanvragen worden op volgorde van het volledig voldoen aan artikel 15 en 16 behandeld.

Artikel 21  

  • 1.

    De eigenaar is gehouden zo spoedig mogelijk na de in artikel 20 bedoelde subsidietoezegging de werkzaamheden te doen aanvangen.

  • 2.

    Aan het begin en het einde van de werkzaamheden zendt de eigenaar onmiddellijk een kennisgeving aan burgemeester en wethouders.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders zien toe op een correcte uitvoering van de werkzaamheden.

  • 4.

    De werkzaamheden moeten zijn uitgevoerd binnen 12 maanden nadat de beslissing als bedoeld in artikel 20 is genomen, tenzij hiervan in de desbetreffende beschikking is afgeweken.

  • 5.

    Na voltooiing van de werkzaamheden is de eigenaar verplicht het monument te houden in de staat waarin het door de onderhoudswerkzaamheden/restauratie is gebracht.

Hoofdstuk 5 De subsidie

Artikel 22  

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 14 mag, om in aanmerking te komen voor subsidie, niet met de uitvoering van de werkzaamheden zijn begonnen voordat burgemeester en wethouders hebben beslist op de subsidieaanvraag.

  • 2.

    De werkzaamheden ten behoeve waarvan de subsidie is toegekend dienen binnen één jaar na verzenddatum van de beschikking tot subsidietoekenning te zijn voltooid en gereed gemeld.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen uitstel verlenen van het bepaalde in lid 2 voor maximaal één jaar.

Artikel 23  

  • 1.

    De werkzaamheden ten behoeve waarvan de subsidie is toegekend, mogen niet in afwijking van de in de subsidiebeschikking gestelde uitvoeringsvoorwaarden worden uitgevoerd dan na schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Door of namens burgemeester en wethouders kunnen naast de in de subsidiebeschikking gestelde uitvoeringsvoorwaarden, aanwijzingen worden gegeven met betrekking tot de uitvoering van de werkzaamheden ten behoeve waarvan subsidie is toegekend.

Artikel 24  

De subsidie wordt uitsluitend toegekend indien:

  • a.

    de door burgemeester en wethouders subsidiabel geachte kosten per aanvraag ten minste € 500,-- bedragen, met dien verstande dat indien de werkzaamheden geheel door zelfwerkzaamheid wordt uitgevoerd, de subsidie kan worden toegekend in de materiaalkosten voor zover deze ten minste € 250,- bedragen;

  • b.

    in de afgelopen vijf jaar geen subsidie op basis van deze regeling ten behoeve van het betreffende monument is toegekend.

Artikel 25  

De subsidie in de onderhouds-/restauratiekosten van een monument bedraagt 50% van het totaal van de door burgemeester en wethouders subsidiabel geachte kosten, tot een bedrag van maximaal € 5.000,- per aanvraag.

Hoofdstuk 6 Uitbetaling en bevoorschotting

Artikel 26  

  • 1.

    Uitbetaling van de toegekende subsidie geschiedt binnen vier weken nadat is voldaan aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      de uitvoering van de werkzaamheden is schriftelijk gereed gemeld onder indiening van documentatie en foto’s, waarmee wordt aangetoond dat de werkzaamheden zijn uitgevoerd overeenkomstig de beschikking;

    • b.

      de onder a bedoelde werkzaamheden zijn door of namens burgemeester en wethouders gecontroleerd en akkoord bevonden;

    • c.

      de rekeningen en betaalbewijzen inzake de uitgevoerde werkzaamheden alsmede de totale kostenopstelling zijn door of namens burgemeester en wethouders gecontroleerd en akkoord bevonden.

  • 2.

    De eigenaar kan verzoeken om een voorschot op de subsidie tot een maximum van 80% van het bij de toekenning vastgestelde subsidiebedrag. Uitbetaling van een voorschot vindt niet eerder plaats dan dat de eigenaar bij burgemeester en wethouders heeft gemeld dat een begin is gemaakt met de gesubsidieerde werkzaamheden en door of namens burgemeester en wethouders is geconstateerd dat er een begin is gemaakt met deze werkzaamheden.

  • 3.

    Uitbetaling geschiedt uitsluitend op het door de aanvrager bij de aanvraag opgegeven giro- of bankrekeningnummer.

Artikel 27  

Indien de aanvrager naar het oordeel van burgemeester en wethouders onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt of de in deze regeling vastgelegde voorschriften dan wel de in de subsidiebeschikking gestelde voorwaarden niet nakomt, dan kunnen burgemeester en wethouders:

  • a.

    de krachtens deze regeling gegeven beschikking wijzigen of intrekken;

  • b.

    het uitbetaalde voorschot of de uitbetaalde subsidie terugvorderen en

  • c.

    nieuwe verzoeken om subsidie krachtens deze regeling van de betreffende aanvrager afwijzen.

Artikel 28  

  • 1.

    In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders, gehoord de adviescommissie Omgevingskwaliteit, in het belang van de monumentenzorg afwijken van de bepalingen van deze regeling.

  • 2.

    Alle subsidiebeschikkingen krachtens deze regeling worden ter kennisname aangeboden aan de adviescommissie Omgevingskwaliteit.

Artikel 29  

  • 1.

    Deze regeling wordt aangehaald als "Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Mook en Middelaar 2025".

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking op de dag na publicatie in het Gemeenteblad en wordt na 5 jaar geëvalueerd.

 

Aldus besloten d.d. 19 augustus 2025

 

Het college van burgemeester en wethouders van Mook en Middelaar,

 

De secretaris,

drs. W. Mariman.

 

De burgemeester,

I.M. van Dijk.

Naar boven