Verkeersmaatregel Scharnerweg

Ruimte / Mobiliteit / 2025-1660210

 

Het college van burgemeester en wethouders van Maastricht neemt een verkeersbesluit voor diverse maatregelen in verband met het vergroenen van de busbaan op de Scharnerweg.

 

Overwegingen

De hoofdrijbaan van de Scharnerweg is een gebiedsontsluitingsweg en de parallelwegen van de Scharnerweg zijn erftoegangswegen in de gemeente Maastricht.

De Omgevingsvisie Maastricht 2040 legt de nadruk op het vergroenen van de openbare ruimte als antwoord op klimaatverandering. Daarbij wordt ingezet op meer ruimte voor voetgangers en fietsers, zodat de stad duurzamer, gezonder en aantrekkelijker wordt.

Het Coalitieakkoord 2022-2026 stelt dat vergroening, klimaatadaptatie, leefbaarheid, verkeersveiligheid en recreatie steeds in samenhang aangepakt moeten worden. Er wordt actief gezocht naar koppelkansen om maatregelen op meerdere thema’s tegelijk te laten bijdragen. Daarnaast wordt ingezet op het vergroenen van de gehele stad, met speciale aandacht voor het centrumstedelijke gebied en biodiversiteit. Dit helpt hittestress tegengaan, wateropname bevorderen, het bomenbestand uitbreiden en een aantrekkelijke, gezonde leefomgeving creëren die beweging stimuleert.

Bewoners van de Scharnerweg hebben in de warme maanden van het jaar last van hittestress en van wateroverlast bij hevige regenbuien. Ze willen graag een groenere en veiligere straat.

In 2011 is op de Scharnerweg een busbaan gerealiseerd maar nadat de A2-tunnel is gerealiseerd is de busbaan overbodig geworden. De busbaan is sinds 2016 al niet meer in gebruik. In afwachting van groot onderhoud zijn er in 2023 boombakken geplaatst op de busbaan.

Vanuit het europese project Interreg Klimaatrobuust Stadsgroen doet de gelegenheid zich voor om de busbaan om te zetten in een groenstrook. Dit vooruitlopend op een toekomstige reconstructie.

Gevolg van het omzetten van de busbaan in een groenstrook is het opheffen van de linksafstrook op de Scharnerweg naar de Eburonenweg. En het opheffen van het linksafslaan vanaf de Heerdergroenweg de Scharnerweg op.

In verband met verkeersveiligheid en leefbaarheid wordt er voor de Eburonenweg een geslotenverklaring ingesteld voor vrachtwagens die langer zijn dan 13,4 meter.

Ten gunste van de oversteekbaarheid van de Scharnerweg worden er ter hoogte van de kruispunten met de Eburonenweg/Heerdergroenweg en Hunnenweg voetgangersoversteekplaatsen gerealiseerd.

Deze maatregelen worden genomen om de veiligheid op de weg te verzekeren en het beschermen van weggebruikers en passagiers. Ook worden deze maatregelen genomen om de weg in stand te houden en de bruikbaarheid daarvan te waarborgen.

 

Belangenafweging

De middenberm omzetten in een groenstrook biedt een belangrijke meerwaarde in verband met klimaatadaptatie en het verbeteren van de biodiversiteit in de stad.

Gezocht is naar de maximalisatie van de hoeveelheid groen. Dit kan door het opheffen van de linksafslaande bewegingen voor gemotoriseerd verkeer richting Eburonenweg en vanuit de Heerdergroenweg. Door de nabijheid van de rotondes op de kruispunten met de Koning Clovisstraat en Groene Loper kan gemotoriseerd verkeer met een beperkte omrijdafstand alsnog zijn/haar route in de gewenste richting volgen.

Door het realiseren van de middenberm kunnen voertuigen die langer zijn dan 13,4m niet meer de Eburonenweg inrijden. Voorheen kwamen zij uit westelijke richting aan en konden linksaf indraaien. De bocht rechtsaf is niet haalbaar voor voertuigen die langer zijn. Omwille van de verkeersveiligheid en leefbaarheid is het in de woon- en winkelomgeving met smalle straten zeer onwenselijk dat voertuigen van 13,4m en langer zich door de straten verplaatsen. Een zogenaamde Citytrailer heeft een lengte van 13,4m, dit type voertuigen is speciaal ontwikkeld om in steeds krappere binnensteden te kunnen manoeuvreren. Met voertuigen van maximaal 13,4m kan in voldoende mate worden voorzien in de laad- en losbehoefte van bedrijven die zich op een dergelijke locatie vestigen.

Voor voetgangers en fietsers blijven alle richtingen op de weg begaanbaar. Dit doen we omwille van het stimuleren van meer lopen en fietsen.

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW zijn de te nemen verkeersmaatregelen besproken met de Districtchef van politiedistrict Maastricht.

 

BESLUITEN:

  • 1.

    in te trekken het bepaalde ten aanzien van de Scharnerweg in hun besluit van 5 februari 2020, Ruimte / Mobiliteit / 2020-01234;

  • 2.

    een geslotenverklaring in te stellen voor voertuigen die, met inbegrip van de lading, langer zijn dan 13,4 meter voor de Eburonenweg door het plaatsen van het bord C17 van Bijlage I van het RVV 1990;

  • 3.

    bestuurders op de Scharnerweg te gebieden de groenstrook voorbij te gaan aan de zijde die de pijl op het bord aangeeft door het plaatsen van het bord D2 van Bijlage I van het RVV 1990;

  • 4.

    een verplichte rijrichting in te stellen voor de Heerdergroenweg dusdanig dat verkeer komend vanaf de Heerdergroenweg alleen rechtsaf de Scharnerweg op mag rijden door het plaatsen van het bord D5 van Bijlage I van het RVV 1990;

  • 5.

    een voetgangersoversteekplaats te realiseren op de Scharnerweg ter hoogte van de Hunnenweg en ter hoogte van de Eburonenweg door het aanbrengen van zebramarkering zoals bedoeld in artikel 49.2 van het RVV 1990 en het plaatsen van de borden L2 van Bijlage I van het RVV 1990;

  • 6.

    de verkeerstekens te plaatsen zoals aangegeven is in tekening “IOOR.658V2(1v2)-2025.GGK.CA240105-SO-SIT-T01”;

 

Bestaande maatregelen die in stand worden gehouden

 

Hoofdrijbaan

 

  • 7.

    het bord B6 van Bijlage I van het RVV 1990 om aan te geven dat bestuurders vanaf het parkeerterrein van de Albert Heijn supermarkt voorrang moeten verlenen aan bestuurders op de Scharnerweg;

  • 8.

    het bord C15 van Bijlage I van het RVV 1990 om de tunnel bij de aansluiting met de Akerstraat, gesloten te verklaren voor fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen;

  • 9.

    het bord C19 van Bijlage I van het RVV 1990 om de tunnel bij de aansluiting met de Akerstraat, gesloten te verklaren voor alle voertuigen die, met inbegrip van de lading, hoger zijn dan 3,50 meter;

  • 10.

    de borden D1 en B6 van Bijlage I van het RVV 1990 en haaientanden om aan te wijzen als rotonde met dien verstande dat het verkeer op de rotonde voorrang heeft:

    • a.

      het plein gelegen aan de Scharnerweg ter hoogte van de koning Clovisstraat;

    • b.

      het plein gelegen aan de Scharnerweg ter hoogte van de Bergerstraat/Wethouder van Caldenborhlaan;

    • c.

      plein gelegen aan de Scharnerweg ter hoogte van De Groene Loper;

  • 11.

    de borden D2 van Bijlage I van het RVV 1990 op de middengeleiders van de Scharnerweg om de bestuurders te gebieden de middengeleider te passeren aan de zijde die de pijl aangeeft;

  • 12.

    het bord D6 van Bijlage I van het RVV 1990 en onderbord om bestuurders te gebieden een van de richtingen die op het bord is aangegeven te volgen, geldend voor motorvoertuigen;

  • 13.

    het bord E4 van Bijlage I van het RVV 1990, en onderbord met de tekst “opladen elektrische voertuigen” en onderbord OB504 om twee parkeerplaatsen aan te wijzen ter hoogte de Scharnerweg 93, in de zuidelijke parkeermogelijkheid, betreffende de twee langsparkeerplaatsen die het dichtst gelegen zijn bij de Heerder Groenweg, als parkeerplaats uitsluitend voor het opladen van elektrische voertuigen;

  • 14.

    het bord E7 van Bijlage I van het RVV 1990 om aan te wijzen als gelegenheid voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen, de strook gelegen ter hoogte van Scharnerweg 28;

  • 15.

    de borden G11 van Bijlage I van het RVV 1990 om het vrijliggende pad aan de noordzijde van de Scharnerweg, ter hoogte van de Hunnenweg, aan te wijzen als verplicht fietspad;

  • 16.

    het bord G11 van Bijlage I van het RVV 1990 en onderbord OB505 om het verplichte fietspad ten oosten van het parkeerterrein van de Albert Hein supermarkt aan te wijzen als fietspad in twee richtingen;

  • 17.

    de borden G11 van Bijlage I van het RVV 1990 om de vrijliggende paden aan beide zijden van de Scharnerweg ten westen van de rotonde Scharnerweg/De Groene Loper aan te wijzen als verplicht fietspad;

  • 18.

    de borden G12a van Bijlage I van het RVV 1990 om het vrijliggende pad aan de noordzijde van de weg tussen de Hunnenweg en De Groene Loper aan te wijzen als verplicht fiets-/bromfietspad;

  • 19.

    de borden L3 van Bijlage I van het RVV 1990 aan te wijzen als bushaltes:

    • a.

      de haltes op de Scharnerweg, ten oosten van de Paltsstraat;

    • b.

      de haltes aan beide zijden van de weg aan de westzijde van de rotonde Scharnerweg/Groene Loper;

  • 20.

    een onderbroken streep en het fietsvignet op het wegdek om de stroken aan beide zijden van de Scharnerweg, voor het gedeelte gelegen tussen de Hunnenweg en de Bergerstraat, aan te wijzen als fietsstroken als bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990;

  • 21.

    de doorgetrokken streep in de tunnel als bedoeld in artikel 76 lid 1 van het RVV 1990, met dien verstand dat bestuurders de streep niet links mogen overschrijden en zien niet links van de streep mogen bevinden;

  • 22.

    de zebramarkering om aan te wijzen als voetgangersoversteekplaatsen, als bedoeld in artikel 49 van het RVV 1990:

  • 23.

    de oostelijke en westelijke oversteekplaatsen van de rotonde Scharnerweg/De Groene Loper;

  • 24.

    de oversteekplaats ter hoogte van het Koningsplein en Oranjeplein;

  • 25.

    ten westen van de aansluiting met de Paltstraat;

  • 26.

    ten westen en ten oosten van de rotonde ter hoogte van de Koning Clovisstraat;

  • 27.

    ter hoogte van het Aldengondaplantsoen;

 

Noordelijke parallelweg

  • 28.

    borden C2, C3 en C4 van Bijlage I van het RVV 1990 om de noordelijke parallelweg van de Scharnerweg aan te wijzen als eenrichtingsweg, gesloten voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee in de richting van het Koningsplein;

  • 29.

    de borden E4 van Bijlage I van het RVV 1990 en onderborden om het parkeren toe te staan aan de noordzijde van de weg op zon- en feestdagen;

 

Zuidelijke parallelweg

  • 30.

    de borden B3 en B6 van Bijlage I van het RVV om de aansluiting van de zuidelijke fietstunnel bij de aansluiting met de Akerstraat op de noordelijke parallelweg aan te wijzen als voorrangskruising, met dien verstande dat het verkeer uit de fietstunnel voorrang heeft;

  • 31.

    de borden C2, C3 en C4 van Bijlage I van het RVV 1990 om de zuidelijke parallelweg van de Scharnerweg aan te wijzen als eenrichtingsweg, gesloten voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee in de richting van de Heerderweg;

  • 32.

    het bord C16 van Bijlage I van het RVV 1990 om de zuidelijke fietstunnel bij de aansluiting met de Akerstraat gesloten te verklaren voor voetgangers;

  • 33.

    de gele doorgetrokken streep als bedoeld in artikel 23 van het RVV 1990 om het stilstaan te verbieden ter hoogte van de nummers 157 t/m 161 van de Scharnerweg;

 

Gelet op:

  • artikel 18, lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994) ingevolge verkeersbesluiten worden genomen door burgemeester en wethouders voor zover zij betreffen het verkeer op wegen, welke niet in beheer zijn bij het Rijk, de provincie of een waterschap dat deze bevoegdheid op grond van “Mandaatregeling Gemeente Maastricht 2023” is gemandateerd aan de teammanager Mobiliteit;

  • artikel 15, lid 1, van de WVW 1994 dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd;

  • artikel 15, lid 2, van de WVW 1994 dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor het aanbrengen of verwijderen van infrastructurele maatregelen die leiden tot een beperking of een uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken;

  • artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) ingevolge het plaatsen en verwijderen van de in dit artikel genoemde verkeerstekens moet geschieden krachtens een verkeersbesluit;

  • artikel 14 van het BABW, wordt de plaatsing van onderborden, zoals bedoeld in artikel 8, lid 2 en lid 3 van het BABW, in het betrokken verkeersbesluit tot uitdrukking gebracht;

  • artikel 24 van het BABW ingevolge verkeerbesluiten worden genomen na overleg met de gemandateerde van de korpschef van het nationale politiekorps.

 

 

 

Namens het college van burgemeester en wethouders van Maastricht,

Wethouder Aarts,

voor deze,

 

E. Westbroek

Teammanager Mobiliteit

 

(Deze brief is digitaal goedgekeurd en daarom niet met de hand ondertekend)

 

Maastricht, 5 september 2025

 

Bezwaar en voorlopige voorziening

Op grond van het bepaalde in de artikelen 8:1 juncto artikel 7:1 juncto artikel 6:4 van de Awb kan, door degenen wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen een termijn van zes weken, ingaande op de dag na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt c.q. is verzonden of uitgereikt, bij ons college een bezwaarschrift worden ingediend.

 

U kunt het bezwaarschrift digitaal of schriftelijk indienen.

 

Als u het bezwaarschrift digitaal wilt indienen, kunt u dit doen via https://www.gemeentemaastricht.nl/bezwaarschrift-indienen. U vindt hier een formulier waarmee u bezwaar kunt maken.

 

U kunt het bezwaarschrift ook per post indienen.

 

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

. de naam en het adres van de indiener;

. de dagtekening;

. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

. de gronden van het bezwaar.

Wij verzoeken u in het bezwaarschrift ook uw telefoonnummer en (zo mogelijk) uw

e-mailadres te vermelden.

 

Het bezwaarschrift moet worden gericht aan het college van Burgemeester en wethouders van Maastricht, Postbus 1992, 6201 BZ Maastricht.

 

Het indienen van bezwaar heeft geen schorsende werking. Om de inwerkingtreding van het besluit en de gevolgen daarvan op te schorten kan om een voorlopige voorziening worden verzocht. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden gericht aan de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, bestuursrecht, postbus 950 te 6040 AZ te Roermond.

Van de verzoeker van een voorlopige voorziening wordt een griffierecht geheven. U wordt door de griffie van de rechtbank geïnformeerd over de hoogte van het griffierecht en de wijze van betaling.

 

U kunt ook digitaal een voorlopige voorziening indienen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

 

Bijlage

 

Naar boven