GEMEENTE NOORDOOSTPOLDER

Instellen diverse verkeersmaatregelen (onverplichte fietspaden, verplichte fiets-/bromfietspaden, ruiterpaden, wandelpaden, verplicht fietspad en geslotenverklaring motorvoertuigen) in/rondom Emmelerbos te Emmeloord

Zaaknummer: 20250814192353

Datum: 28 augustus 2025

Steller: N. van der Tak

Burgemeester en wethouders van de gemeente Noordoostpolder,

Gelet op:

• de bepalingen van artikelen 2, 9, 14, 15, 16, 18 en 20 van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna te noemen: Wvw 1994);

• de bepalingen van artikelen 4, 12, 14, 18, 21, 24 en 26 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (hierna te noemen: BABW);

• de bepalingen van artikel 2 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (hierna te noemen: RVV 1990);

• het besluit van burgemeester en wethouders (hierna te noemen: het college) d.d. 31 juli 2007 met no. 15064, jo. het besluit van de directeur d.d. 14 april 2008;

Overwegende dat:

• zich in het noordnoordoosten van de gemeente Noordoostpolder het Emmelerbos bevindt;

• het Emmelerbos primair een recreatiegebied is waar bezoekers vooral kunnen recreëren in de vorm van fietsen, paardrijden en wandelen;

• het Emmelerbos vanuit het noorden ontsloten wordt via het onverplichte fietspad komende vanaf Het Hooiveld en het verplichte fiets-/

  bromfietsfietspad van de Muntweg in twee richtingen;

• het Emmelerbos vanuit het oosten ontsloten wordt via het onverplichte fietspad komende vanaf de Minister Lelysingel;

• het Emmelerbos vanuit het zuiden ontsloten wordt via zowel de Hendric Stevinlaan, Sportlaan als De Blocq van Kuffelerlaan, welke binnen de wegencategorisering van de gemeente Noordoostpolder gecategoriseerd zijn als erftoegangswegen binnen de bebouwde kom met een maximumsnelheid van 30 km/uur (ETW-30 bibeko);

• het Emmelerbos vanuit het westen ontsloten wordt via het verplichte fiets-/bromfietspad in twee richtingen van de Banterweg;

• het Emmelerbos zelf bestaat uit diverse fiets-, ruiter- en wandelpaden zonder dat deze paden een eigen naam hebben;

• de Muntweg in beheer is bij de provincie Flevoland en een weg is bedoeld in artikel 18, lid 1, onder b van de Wvw 1994;

• gelet op bovengenoemd artikel de Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland bevoegd is een verkeersbesluit te nemen voor deze weg;

• alle andere genoemde wegen gelegen zijn binnen de bebouwde kom van en in beheer zijn bij de gemeente Noordoostpolder;

• alle andere genoemde wegen zijn als bedoeld in artikel 18, lid 1, onder d van de Wvw 1994;

• gelet op bovengenoemd artikel het college van burgemeester en wethouders van Noordoostpolder bevoegd is een verkeersbesluit te nemen voor deze wegen;

• het besluit van het college d.d. 31 juli 2007 met no. 15064 de directeur heeft gemachtigd tot het nemen van een verkeersbesluit als bedoeld in artikel 18, lid 1 onder d van de Wvw 1994;

• het besluit van de directeur d.d. 14 april 2008 de manager van team Realisatie en Beheer heeft gemachtigd tot het nemen van verkeersbesluiten als bedoeld in bovenstaand artikel van de Wvw 1994;

• de manager het nemen en publiceren van verkeersbesluiten, als bedoeld in bovenstaand artikel, heeft ondergemandateerd aan de verkeerskundige medewerkers van het team Realisatie en Beheer;

Overwegende voorts dat:

• het doorgaande (brom)fietsverkeer gebruik kan blijven maken van de bestaande verplichte fiets-/bromfietspaden rondom het Emmelerbos;

• het Emmelerbos primair uit onverplichte fietspaden bestaat;

• onverplichte fietspaden aansluiten bij het recreatieve karakter van het Emmelerbos, doordat bestuurders van bromfietsen uitgerust met een verbrandingsmotor geen gebruik mogen maken van deze paden;

• bovenstaand gebruik van onverplichte fietspaden geregeld is in artikel 5, lid 3 van de Wvw 1994;

• binnen het Emmelerbos eveneens wordt paardgereden en hiervoor ruiterpaden zijn aangelegd om zo de drukte op de onverplichte fietspaden te verlichten, ter waarborging van de verkeersveiligheid voor fietsers en ruiters;

• bovenstaand gebruik van ruiterpaden geregeld is in artikel 8 van de Wvw 1994;

• binnen het Emmelerbos verder ook ruimte wordt geboden aan voetgangers en hiervoor wandelpaden zijn aangelegd om zo de drukte op de onverplichte fietspaden te verlichten, ter waarborging van de verkeersveiligheid voor fietsers en voetgangers;

• bovenstaand gebruik van wandelpaden geregeld is in artikel 4 van de Wvw 1994;

• in het verleden alle wegen en paden in en rondom het Emmelerbos zijn aangewezen als onverplichte fietspaden, verplichte fiets-/bromfietspaden in twee richtingen, ruiterpaden, wandelpaden en (in een enkel geval) verplicht fietspad;

• alle paden al jaren als zodanig worden gebruikt en ook als zodanig met verkeersborden zijn aangegeven;

• in het verleden meerdere verkeersborden zijn verdwenen (gecontroleerd tijdens schouwen door het gebied), en hierdoor de verkeersjuridische statussen verloren lijken te zijn in en rondom het Emmelerbos;

• voor alle verkeersborden welke in het verleden zijn verdwenen nooit verkeersbesluiten zijn genomen, en hierdoor deze paden nooit formeel zijn aangewezen als achtereenvolgens als onverplichte fietspaden, verplichte fiets-/bromfietspaden in twee richtingen, ruiterpaden, wandelpaden en (in een enkel geval) verplicht fietspad;

• in het verleden ook een aantal boetes is uitgedeeld aan weggebruikers terwijl de verkeersborden verdwenen waren, en alle bezwaarmakers deze boetes gegrond hebben aangevochten;

• het daarom wenselijk is om alle wegen en paden in en rondom het Emmelerbos met ontbrekende bebording formeel aan te wijzen als onverplichte fietspaden, verplichte fiets-/bromfietspaden in twee richtingen, ruiterpaden, wandelpaden en (in een enkel geval) verplicht fietspad;

Verkeersjuridisch overwegende dat :

• de te nemen verkeersmaatregelen strekken tot het verzekeren van de veiligheid op de weg, het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan, het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer en het beschermen van weggebruikers en passagiers;

• bovenstaande belangenafwegingen geregeld zijn in artikel 2, lid 1, onder a tot en met d van de Wvw 1994;

• het treffen van verkeersmaatregelen een normale maatschappelijke ontwikkeling is waarmee eenieder kan worden geconfronteerd, en waarvan de nadelige gevolgen in beginsel voor rekening van de betrokkenen behoren te blijven;

• zonder het nemen van aanvullende verkeersmaatregelen het formeel aanwijzen van de wegen en paden in kwestie niet geregeld kan worden;

• het aanwijzen van onverplichte fietspaden – zowel begin als einde – bereikt kan worden door het ophangen van verkeersborden G13 en G14, aangevuld met onderborden OB502 als het in twee richtingen betreft;

• het aanwijzen van verplichte fiets-/bromfietspaden – zowel begin als einde – bereikt kan worden door het ophangen van verkeersborden G12a en G12b, aangevuld met onderborden OB502 als het in twee richtingen betreft;

• het aanwijzen van ruiterpaden – zowel begin als einde – bereikt kan worden door het ophangen van verkeersborden G09 en G10;

• het aanwijzen van wandelpaden – zowel begin als einde – bereikt kan worden door het ophangen van verkeersborden G07 en G08;

• het aanwijzen van een verplicht fietspad – zowel begin als einde – bereikt kan worden door het ophangen van verkeersborden G11 en G12;

• het aanwijzen van een doodlopende weg voor gemotoriseerd verkeer uitgezonderd voor fietsers bereikt kan worden door het ophangen van verkeersbord L08 met onderbord OB52;

• het aanwijzen van een geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen, uitgezonderd één specifieke doelgroep, bereikt kan worden door het ophangen van verkeersbord C12 met onderbord;

• alle bovengenoemde verkeersborden uit Bijlage 1 van het RVV 1990 komen;

• gelet op artikel 12 van het BABW voor het ophangen van verkeersborden G13, G14, G12a, G12b, G09, G10, G07, G08, G11, G12 en C12 – indien van toepassing in combinatie met een onderbord – een verkeersbesluit verplicht is;

• gelet op artikel 15, lid 1 van de Wvw 1994 een verkeersbesluit vereist is op grond waarvan de plaatsing van de in artikel 12 van het BABW opgenomen verkeerstekens en onderbord(en) een gebod of verbod ontstaat, of wordt gewijzigd;

• in dit geval geboden worden ingesteld door de aanwezige wegen en paden een formele functie toe te kennen, waarmee specifieke verkeersregels van kracht worden;

• gelet op artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met de gemandateerde van de politie, eenheid Midden-Nederland;

• de politie heeft ingestemd met de hierna genoemde verkeersmaatregelen;

BESLUITEN :

Op grond van vorenstaande overwegingen om:

1. door het plaatsen van verkeersborden G13 uit Bijlage 1 van het RVV 1990 de volgende locaties aan te wijzen als het begin van een onverplicht fietspad:

- Het Hooiveld ter hoogte van huisnummer 6 (locatie 1/L1);

- Onbenoemd vrijliggend (brom)fietspad tegenover de Muntweg (L2);

- Keerlus Sportlaan/Eikenlaan richting onbenoemd fietspad (L5);

- Sportlaan ter hoogte van huisnummers 46/48 (L8);

- Eikenlaan richting het bestaande onverplichte fietspad (oostkant, L9);

- Eikenlaan richting het bestaande onverplichte fietspad (westkant, L11);

- Eikenlaan richting het bestaande onverplichte fietspad (idem, L14);

- Onbenoemd onverplicht fietspad ter hoogte van Banterweg 2C (L24);

- Peddelpad bij het parkeerterrein van de Banterweg (L25);

- Parkeerterrein Sportlaan ter hoogte van Sportlaan 87A/87B (L26);

- Sportlaan ter hoogte van huisnummer 42C (L33);

- Onbenoemd onverplicht fietspad tussen de percelen Banterweg 1C/Sportlaan 42C, komende vanaf het voetpad langs de Sportlaan (L34);

- Onbenoemd onverplicht fietspad ter hoogte van de Colijnlaan 1 in beide richtingen, aangevuld met onderbord OB502 (L37);

- Onbenoemd trottoir nabij het parkeerterrein van de Boslaan/het Zuyderzee Lyceum (Professor ter Veenstraat, L38);

2. door het plaatsen van verkeersborden G14 uit Bijlage 1 van het RVV 1990 de volgende locaties aan te wijzen als het einde van een onverplicht fietspad:

- Het Hooiveld ter hoogte van huisnummer 6 (L1);

- Onbenoemd fietspad richting de keerlus van de Sportlaan (L5);

- Sportlaan ter hoogte van huisnummers 46/48 (L8);

- Onbenoemd onverplicht fietspad richting het parkeerterrein van de Banterweg (L22);

- Peddelpad richting het parkeerterrein van de Banterweg (L25);

- Parkeerterrein Sportlaan ter hoogte van Sportlaan 87A/87B (L26);

- Onbenoemd onverplicht fietspad richting de Sportlaan ter hoogte van huisnummer 42 (L30);

- Onbenoemd onverplicht fietspad richting de Sportlaan ter hoogte van huisnummer 42C (L33);

- Onbenoemd trottoir nabij het parkeerterrein van de Boslaan/het Zuyderzee Lyceum (Professor ter Veenstraat, L38);

3. door het plaatsen van verkeersborden G12a uit Bijlage 1 van het RVV 1990 de volgende locaties aan te wijzen als het begin van een verplicht fiets-/bromfietspad;

- Bestaand verplicht fiets-/bromfietspad langs de Muntweg in beide richtingen, aangevuld met onderbord OB502 (L2);

- Bestaand verplicht fiets-/bromfietspad langs de Banterweg, vlakbij de kruising met de Eikenlaan (L4);

- Eikenlaan komende vanaf het bestaande onverplichte fietspad (oostkant, L9);

- Eikenlaan komende vanaf het bestaande wandelpad (oostkant, L10);

- Eikenlaan komende vanaf het bestaande onverplichte fietspad (westkant, L11);

- Eikenlaan komende vanaf het bestaande ruiterpad (westkant, L12);

- Eikenlaan komende vanaf het bestaande wandelpad (westkant, L13);

- Eikenlaan komende vanaf het bestaande onverplichte fietspad (westkant, L14);

- Onderbord OB502 ophangen onder bestaand verplicht fiets-/bromfietspad langs de Banterweg in beide richtingen, tegenover de Oude Espelerweg (L15);

- Bestaand verplicht fiets-/bromfietspad langs de Banterweg in beide richtingen, aangevuld met onderbord OB502, ter hoogte van een onbenoemd onverplicht fietspad richting de Banterweg (L16);

- Bestaand verplicht fiets-/bromfietspad langs de Banterweg, vlakbij de kruising met het verplichte fietspad van de Peddelpad (2x, L17);

4. door het plaatsen van verkeersborden G12b uit Bijlage 1 van het RVV 1990 de volgende locaties aan te wijzen als het einde van een verplicht fiets-/bromfietspad:

- Eikenlaan richting het bestaande verplicht fiets-/bromfietspad langs de Banterweg (L3);

- Eikenlaan richting de keerlus van de Sportlaan (L7);

5. door het plaatsen van verkeersborden G09 uit Bijlage 1 van het RVV 1990 de volgende locaties aan te wijzen als het begin van een ruiterpad:

- Eikenlaan richting het bestaande ruiterpad (westkant, L12);

- Bestaand ruiterpad tegenover de Sportlaan 42/42A (L31);

- In het Emmelerbos zelf richting een bestaand ruiterpad nabij de Banterweg 2C (L32);

6. door het plaatsen van verkeersborden G10 uit Bijlage 1 van het RVV 1990 de volgende locaties aan te wijzen als het einde van een ruiterpad:

- Bestaand ruiterpad richting de Sportlaan 42/42A (L31);

- In het Emmelerbos zelf richting een bestaand onverplicht fietspad in de richting van de Banterweg 2C (L32);

7. door het plaatsen van verkeersborden G07 uit Bijlage 1 van het RVV 1990 de volgende locaties aan te wijzen als het begin van een voetpad:

- Keerlus Sportlaan richting het bestaande onbenoemde voetpad (L6);

- Eikenlaan richting het bestaande onbenoemde voetpad (oostkant, L10);

- Eikenlaan richting het bestaande onbenoemde voetpad (westkant, L13);

- Peddelpad richting het bestaande onbenoemde voetpad richting het parkeerterrein van de Boslaan, langs de Banterweg (L19);

- Parkeerterrein Boslaan ter hoogte van huisnummer 30 richting het bestaande onbenoemde voetpad richting het Peddelpad (L20);

- Onbenoemd onverplicht fietspad tussen de percelen Banterweg 1C/Sportlaan 42C, richting het voetpad langs de Sportlaan (L34);

- Onbenoemd voetpad langs de Sportlaan vlak voor het inrijden van het parkeerterrein van de Sportlaan (L27);

- Onbenoemd voetpad langs de Sportlaan vlak voor het inrijden van het parkeerterrein van de Sportlaan (L29);

- Onbenoemd voetpad langs de Sportlaan vlakbij de kruising met De Blocq van Kuffelerlaan (L28);

- Onbenoemd voetpad langs de Sportlaan tegenover Sportlaan 42 (2x, L30);

- Onbenoemd voetpad langs de Sportlaan tegenover Sportlaan 42A (2x, L31);

- Onbenoemd onverplicht fietspad tussen de percelen Banterweg 1C/Sportlaan 42C, richting het voetpad langs de Sportlaan (L34);

- Bestaand voetpad van de Minister Lelysingel richting het bestaande onbenoemde onverplichte fietspad richting de oostkant van het Emmelerbos (L35);

8. door het plaatsen van verkeersborden G08 uit Bijlage 1 van het RVV 1990 de volgende locaties aan te wijzen als het einde van een voetpad:

- Bestaand onbenoemd voetpad richting de keerlus van de Sportlaan (L6);

- Bestaand onbenoemd voetpad richting het parkeerterrein van de Boslaan, ter hoogte van huisnummer 30 (L20);

- Onbenoemd voetpad langs de Sportlaan vlak voor het inrijden van het parkeerterrein van de Sportlaan (L27);

- Onbenoemd voetpad langs de Sportlaan vlak voor het inrijden van het parkeerterrein van de Sportlaan (L29);

- Onbenoemd voetpad langs de Sportlaan vlakbij de kruising met De Blocq van Kuffelerlaan (L28);

- Bestaand voetpad van de Minister Lelysingel richting De Blocq van Kuffelerlaan (L36);

9. door het plaatsen van verkeersbord G11 uit Bijlage 1 van het RVV 1990 het Peddelpad, vanuit de richting van het bestaande onbenoemde voetpad langs de Banterweg, aan te wijzen als het begin van een verplicht fietspad (L19);

10. door het plaatsen van verkeersborden G12 uit Bijlage 1 van het RVV 1990 zowel het Peddelpad richting de Banterweg als het Peddelpad richting het parkeerterrein van de Banterweg, aan te wijzen als het einde van een verplicht fietspad (L18 en L21);

11. door het plaatsen van verkeersbord L08 uit Bijlage 1 van het RVV 1990 met onderbord OB52 tussen het parkeerterrein van de Banterweg en de Banterweg 2C, aan te wijzen als doodlopende weg voor gemotoriseerd verkeer uitgezonderd voor fietsers (L23);

12. door het plaatsen van verkeersbord C12 uit Bijlage 1 van het RVV 1990 met onderbord “uitgezonderd medewerkers kinderboerderij” de weg vanaf het parkeerterrein van de Banterweg richting 2C (Kinderboerderij Emmelerbos) alleen medewerkers van de lokale kinderboerderij toegang te geven gebruik te maken van het pad (L22);

13. alle verkeersmaatregelen uit te voeren conform de bij dit verkeersbesluit behorende situatietekeningen;

14. toestemming te verlenen aan het plaatsen van de verkeersborden op alle locaties in kwestie, wanneer het verkeersbesluit onherroepelijk is.

Emmeloord, 28 augustus 2025

Burgemeester en wethouders van Noordoostpolder,

namens dezen,

de heer B. Fidder

manager Ingenieursbureau

Bezwaar maken

Bent u het niet eens met dit verkeersbesluit? Dan kunt u een bezwaarschrift indienen bij de gemeente Noordoostpolder. Zorg ervoor dat u het bezwaarschrift indient binnen zes (6) weken na publicatie van dit verkeersbesluit. Daarmee voorkomt u dat uw bezwaar niet meer behandeld kan worden.

Zet in uw bezwaarschrift tenminste:

- uw naam, woonadres, telefoonnummer en e-mailadres;

- de datum van uw bezwaarschrift;

- een omschrijving of het zaaknummer van het besluit waar u bezwaar tegen maakt;

- waarom u het niet eens bent met dit besluit;

- uw handtekening.

Indien u zich door een derde laat vertegenwoordigen, verzoeken wij u tevens de naam, het volledige adres en het telefoonnummer van deze persoon te vermelden.

Het bezwaarschrift dient ingediend te worden bij de postbus van de gemeente Noordoostpolder. Dit adres is: Postbus 155, 8300 AD te Emmeloord.

Wilt u meer informatie over de behandeling van bezwaarschriften? Bel dan met de gemeente Noordoostpolder via het algemene telefoonnummer: 0527 633 911.

Het verkeersbesluit geldt ook tijdens de bezwaarprocedure. Aan het indienen van een bezwaarschrift zijn geen kosten verbonden. Van het besluit wordt een openbare bekendmaking geplaatst in het Gemeenteblad. Het besluit ligt eveneens ter inzage bij het Klantcontactcentrum (KCC) op het gemeentehuis van Noordoostpolder, bij de receptie.

U kunt direct nadat u een bezwaarschrift heeft ingediend een voorlopige voorziening aanvragen. Een bezwaarschrift indienen heeft geen schorsende werking. Een voorlopige voorziening aanvragen kan alleen als u een spoedeisend belang heeft. Dat is het geval wanneer de uitvoering van het besluit gevolgen heeft die niet ongedaan gemaakt kunnen worden.

Een voorlopige voorziening vraagt u aan bij de Voorzieningenrechter van Rechtbank Midden-Nederland, Sector Bestuursrecht, Postbus 16006, 3500 DA te Utrecht. Een dergelijk verzoek dient vergezeld te gaan met een kopie van het bezwaarschrift. Voor het indienen van een voorlopige voorzieningen, zijn wel kosten verbonden (griffierecht).