Overwegingen ten aanzien van het besluit
Parkeerverbod Messchenveld
Op 12 oktober 2012 heeft het college van burgemeester en wethouders een verkeersbesluit genomen om een parkeerverbodszone in te stellen op een deel van het bedrijventerrein Messchenveld. De maatregelen vanuit dit besluit zijn echter niet uitgevoerd.
Op 4 maart 2025 heeft het college van burgemeester en wethouders een nieuw verkeersbesluit genomen om een parkeerverbodszone in te stellen op het gehele bedrijventerrein Messchenveld. Deze maatregel is genomen in het belang van het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan, het verzekeren van de veiligheid op de weg en het beschermen van de weggebruikers en passagiers. Ook was het besluit genomen in het belang van de leefbaarheid van de omgeving.
De aanleiding voor het instellen van een parkeerverbod was een melding over geparkeerde voertuigen op de rijbaan. Hierbij werd verwezen naar het beeldkwaliteitsplan voor dit bedrijventerrein. Hierin staat dat parkeren op de openbare weg niet wordt toegestaan. Alleen is dit nooit uitgewerkt met een parkeerverbod. De wegen op Messchenveld zijn qua wegbreedte gericht op een situatie zonder geparkeerde motorvoertuigen op de rijbaan. Wanneer er wel geparkeerd zou worden op de rijbaan, zou hierdoor het laden en lossen van percelen bemoeilijkt kunnen worden.
Bezwaren
Tegen het besluit van 4 maart 2025 zijn twee bezwaren door belanghebbenden ingediend. Deze bezwaren zijn in een hoorzitting behandeld door de Algemene Commissie Bezwaarschriften (hierna: de commissie). De onafhankelijke commissie heeft hierover advies uitgebracht. Het advies is om de bezwaarschriften gegrond te verklaren. Uit het advies blijkt dat door het instellen van een parkeerverbod er een beperking gelegd wordt op het woongenot en de leefbaarheid van de belanghebbenden. Daarnaast is het onduidelijk hoe de belangenafweging heeft plaatsgevonden. De commissie is niet overtuigd dat het verkeersbesluit tot het instellen van een algeheel parkeerverbod evenredig is met het oog op de belangen van belanghebbenden, omdat de noodzaak van het verkeersbesluit wat de commissie betreft op dit moment onvoldoende is.
Hierop heeft het college van burgemeester en wethouders besloten het advies van de commissie over te nemen en de verkeersbesluiten voor een parkeerverbodszone op het Messchenveld in te trekken.
Wet- en regelgeving
Op basis van artikel 15 en artikel 18 van de Wegenverkeerswet (WVW 1994) en de nadere voorschriften in het Besluit administratieve bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW) moet een verkeersbesluit worden genomen voor het plaatsen/verwijderen van verkeerstekens.
Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.
Burgemeester en wethouders zijn op grond van artikel 18, eerste lid, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994 bevoegd deze verkeersbesluiten in te trekken.
Overeenkomstig artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer is overleg gepleegd met de eenheidschef van de politie Noord Nederland.
Gelet op de bepalingen in de Wegenverkeerswet 1994, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer;