Gelet op
artikel 18, lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994) ingevolge verkeersbesluiten worden genomen door burgemeester en wethouders voor zover zij betreffen het verkeer op wegen, welke niet in beheer zijn bij het Rijk, de Provincie of een waterschap;
artikel 15, lid 1 van de WVW 1994 ingevolge de plaatsing van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens en onderborden, voor zover daardoor een gebod of verbod wordt gewijzigd, geschiedt krachtens een verkeersbesluit;
artikel 12, aanhef en onder a en b van het BABW, ingevolge het plaatsen van borden B4, B5 en B6 en het aanbrengen van haaientanden geschiedt krachtens een verkeersbesluit;
artikel 24 van het BABW ingevolge verkeersbesluiten worden genomen na overleg met een gemachtigde van de korpschef van de politie.
Aanleiding
De kruising tussen de Hoofdstraat, Johan Mathijssenweg en Kerkstraat te Herveld is in de huidige situatie een gelijkwaardig kruispunt. Op dit kruispunt is het voor weggebruikers niet duidelijk welke richting voorrang heeft, waardoor gevaarlijke situaties ontstaan.
Overwegende dat:
de Hoofdstraat, Johan Mathijssenweg en Kerkstraat in Herveld liggen en zijn in eigendom, beheer en onderhoud is bij de gemeente Overbetuwe;
de kruising tussen deze wegen ligt in een 60- zone buiten de bebouwde kom;
hier sprake is van een gelijkwaardige kruising en er geen voorrang geregeld is;
de hoofdroute op deze kruising de route tussen de Johan Mathijssenweg en het westen van de Hoofdstraat is;
ter hoogte van de kruising bebouwing en groen aanwezig is die het zicht op de toeleidende wegen beperkt;
voor veel weggebruikers de voorrangssituatie onduidelijk is;
dit leidt tot gevaarlijke situaties;
het daarom gewenst is om een voorrangsregeling in te stellen op deze kruising;
er een voorrangsregeling wordt ingesteld waarbij verkeer vanaf de Kerkstraat en het oosten van de Hoofdstraat voorrang moet verlenen aan verkeer tussen de Johan Mathijssenweg en het westen van de Hoofdstraat;
het treffen van een verkeersmaatregel een normale maatschappelijke ontwikkeling is waarmee een ieder kan worden geconfronteerd en waarvan de nadelige gevolgen in beginsel voor rekening van betrokkenen behoren te blijven;
de bovenvermelde maatregel wordt genomen op basis van artikel 2 van de WVW 1994 voor het verzekeren van de veiligheid op de weg en het beschermen van weggebruikers en passagiers;
overeenkomstig artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met een gemachtigde van de korpschef van de politie en dat positief is geadviseerd;
Burgemeester en wethouders nemen, gelet op het voorgaande, de volgende