Gelet op
artikel 18, lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994) ingevolge verkeersbesluiten worden genomen door burgemeester en wethouders voor zover zij betreffen het verkeer op wegen, welke niet in beheer zijn bij het Rijk, de Provincie of een waterschap;
artikel 15, lid 1 van de WVW 1994 ingevolge de plaatsing van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens en onderborden, voor zover daardoor een gebod of verbod wordt gewijzigd, geschiedt krachtens een verkeersbesluit;
artikel 12, lid b van het BABW, ingevolge het plaatsen van bord E6 geschiedt krachtens een verkeersbesluit;
artikel 24 van het BABW ingevolge verkeersbesluiten worden genomen na overleg met een gemachtigde van de korpschef van de politie.
Aanleiding
De desbetreffende individuele gehandicaptenparkeerplaats in de Sadatstraat ter hoogte van nummer 5 te Zetten wordt niet meer in gebruik genomen en daarom is er een verzoek ingediend om deze gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats op kenteken in te trekken.
Overwegende dat:
de Sadatstraat een weg binnen de bebouwde kom betreft in de kern Zetten en in eigendom, beheer en onderhoud is bij de gemeente Overbetuwe;
een bewoner in de Sadatstraat te Zetten geen gebruik meer maakt van de voor hem/haar gereserveerde individuele gehandicaptenparkeerplaats, en daarmee de noodzaak voor het in stand houden van deze voorziening is komen te vervallen;
daarmee de oorspronkelijke noodzaak voor het instellen van de individuele gehandicaptenparkeerplaats is komen te vervallen;
daarom de individuele gehandicaptenparkeerplaats in de Sadatstraat ter hoogte van nummer 5 te Zetten wordt ingetrokken;
het treffen dan wel intrekken van een verkeersmaatregel een normale maatschappelijke ontwikkeling is waarmee een ieder kan worden geconfronteerd en waarvan de nadelige gevolgen in beginsel voor rekening van betrokkenen behoren te blijven;
de maatregel tot intrekking wordt genomen op basis van artikel 2 van de WVW 1994 om de bruikbaarheid van de weg te waarborgen en in het bijzonder te vergroten voor algemeen gebruik;
Burgemeester en wethouders nemen, gelet op het voorgaande, de volgende