Intrekken publicatie voornemen voortzetting ingebruikgeving grond gelegen Welleweg te Heenvliet

Didam I-arrest en Didam II-arrest

De Hoge Raad heeft op 26 november 2021 het zogenaamde “Didam I”-arrest gewezen. Dit arrest bevestigt dat gemeenten in Nederland bij het aangaan en uitvoeren van privaatrechtelijke overeenkomsten ten aanzien van openbare gronden transparant moeten handelen en mededingingsruimte moeten bieden. Dit zodat iedere gegadigde kenbaar kan maken dat ook zij in aanmerking komt voor de betreffende ingebruikgeving. Op 15 november 2024 heeft de Hoge Raad het zogenaamde Didam II-arrest gewezen. De Hoge Raad concludeert met betrekking tot overtreding van de Didam-regels in relatie tot het bepaalde in artikel 3:40 BW dat een dergelijke overtreding, ongeacht of deze voor of na het eerste Didam-arrest heeft plaatsgevonden, de rechtsgeldigheid van gesloten overeenkomsten niet aantast.

Met deze publicatie geeft de gemeente uitvoering aan het arrest van de Hoge Raad van 26 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1778) alsmede het arrest van 15 november 2024 (ECLI:NL:HR:2024:1661).

Publicatie voornemen voortzetting ingebruikgeving van 4 juni 2025

De gemeente heeft op 4 juni 2025 het voornemen gepubliceerd tot voortzetting en geringe uitbreiding qua oppervlakte van de ingebruikgeving c.q. bruikleenovereenkomst van een perceel grond, kadastraal bekend gemeente Bernisse, sectie E, nummer 245 gedeeltelijk, totaal groot circa 8.670 vierkante meter, gelegen Welleweg te Heenvliet.

Bij gebreke van een daadwerkelijke verandering in het huidige gebruik en van de huidige oppervlakte wordt de publicatie ingetrokken.

Motivering intrekking publicatie voornemen voortzetting ingebruikgeving van 4 juni 2025

  • a.

    dat bij besluit van het college van burgemeester en wethouders van 15 september 2015 een bruikleenovereenkomst tot stand is gekomen tussen gemeente en bruiklener inzake het gebruik van een perceel grond kadastraal bekend gemeente Bernisse, sectie E, nummer 245 gedeeltelijk;

  • b.

    dat deze bruikleenovereenkomst een oppervlakte van 6.759 vierkante meter aangeeft;

  • c.

    dat bruiklener nadien op informele wijze en met instemming van de gemeente een extra oppervlakte van 1.911 vierkante meter in gebruik heeft genomen;

  • d.

    dat deze vergroting van het geleende op een onbekend moment tussen 15 september 2015 en heden nimmer is geformaliseerd;

  • e.

    dat bruiklener een zakelijk belang heeft bij formalisering ten aanzien van de bedrijfsvoering;

  • f.

    dat bruiklener op 22 april 2025 om die reden aan gemeente heeft verzocht de oppervlakte van het geleende in voornoemde overeenkomst aan te passen;

  • g.

    dat partijen een correctie in de oppervlakte van het geleende ten opzichte van de werkelijke situatie wensen vast te leggen middels een addendum op de bruikleenovereenkomst;

  • h.

    dat een bruikleenovereenkomst ook mondeling overeengekomen kan worden en dat het geleende om die reden reeds 8.670 vierkante meter omvat met ingang van de feitelijke ingebruikname;

  • i.

    dat zich geen wijziging in het feitelijke gebruik voordoet en dat de correctie naar 8.670 vierkante meter voor derden geen mededingingsruimte biedt en dat een publicatie in het kader van de Didam arresten om die reden geen betekenis zou hebben.

Naar boven