Gemeenteblad van Tiel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Tiel | Gemeenteblad 2025, 36502 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Tiel | Gemeenteblad 2025, 36502 | beleidsregel |
Uitvoerings- en handhavingsbeleidsplan Omgevingsrecht 2025 – 2028 gemeente Tiel
Voor u ligt het uitvoerings- en handhavingsbeleidsplan Omgevingsrecht 2025 - 2028 (hierna: VTH-beleidsplan) van de gemeente Tiel. In dit VTH-beleidsplan staat hoe de gemeente Tiel haar taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving (hierna: VTH) binnen het Omgevingsrecht uitvoert. Voorliggend plan is exclusief de milieutaken en sloopvergunningen. De gemeente Tiel is wel het bevoegd gezag voor deze werkzaamheden, echter zijn deze taken uitbesteed aan de Omgevingsdienst Rivierenland.
De VTH-taken zijn binnen de gemeente Tiel belegd bij de afdeling leefomgeving en de afdeling vitale stad. Hierbij vallen de meeste VTH-taken onder het team vergunningen (hierna: wij). Daarnaast is er veel samenwerking met de teams beleid en regie, en ruimtelijke procedures. Verder is er een raakvlak met het team veiligheid en handhaving van de afdeling inwoners. Dit team houdt zich bezig met de APV en bijzondere wetten. Dit VTH-beleidsplan is tot stand gekomen in afstemming met deze teams. Het beleid is vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders en ter kennisname verstuurd naar de gemeenteraad en de provincie Gelderland.
Het VTH-beleidsplan heeft als doelstelling om te komen tot een uniforme werkwijze en een integrale afweging van de beschikbare middelen. Op basis van dit VTH-beleidsplan stellen we jaarlijks voor de VTH-taken een uitvoeringsprogramma en jaarverslag op (zie hoofdstuk 5). Met dit VTH-beleidsplan voldoen we aan de wettelijke eisen uit het Omgevingsbesluit. Daarnaast willen we met dit plan transparant zijn over wat we doen, waarom we het doen, welke keuzes we maken en hoe we dit hebben georganiseerd.
Dit beleid volgt de systematiek van de BIG-8 cyclus uit het Omgevingsrecht. De verschillende stappen in de cyclus vormen samen het VTH-beleidsplan en het uitvoeringsprogramma. Ook geven de stappen richting aan de systematiek van doorwerking en evaluatie. Om te laten zien dat beleid en uitvoering elkaar aanvullen zonder dat er sprake is van een hiërarchische relatie, hebben we de BIG-8 gekanteld. Op deze manier staan beleid en uitvoering naast elkaar. Deze gelijkwaardige, continu doorwerkende relatie is precies wat een correcte inrichting van de cyclus nodig heeft.
De omgevingsanalyse beschrijft welke invloed interne en externe factoren hebben op ons werk. Het gaat over de relevante trends en ontwikkelingen die ons werk de komende beleidsperiode kunnen beïnvloeden. De omgevingsanalyse begint met een terugblik op de eerdere VTH-taakuitvoering. Daarna volgt een gebiedsanalyse en de bestuurlijke ambities van de gemeente Tiel. Vervolgens bespreken we de impact van de juridische, maatschappelijke en organisatorische ontwikkelingen op de VTH-werkzaamheden.
Wij hebben recent gewerkt aan een sluitende beleidscyclus. Dit document is hier een onderdeel van. In de vorige beleidsperiode was de beleidscyclus nog niet compleet. Met dit vernieuwde VTH-beleidsplan gaan we de BIG-8 cyclus volledig borgen. Zo kunnen we systematisch de voortgang monitoren en waar nodig bijsturen.
In dit VTH-beleidsplan zijn meetbare doelen opgenomen. Deze worden jaarlijks verder uitgewerkt in het uitvoeringsprogramma, in lijn met de procescriteria van het Omgevingsbesluit. Het doel van het VTH-beleidsplan is om ons team voldoende houvast te bieden, terwijl we ook flexibel in kunnen blijven spelen op de behoeften van onze inwoners.
De gemeente Tiel is een eigentijdse kleurrijke Hanzestad in het centrum van de Betuwe. Als een van de tien oudste steden in Nederland heeft Tiel een rijke historie. De gemeente Tiel is onderdeel van de regio Rivierenland. Tiel heeft een mooie ligging in de natuur, direct aan de Waal (inclusief Natura-2000 gebied Uiterwaarden Waal) en het Amsterdam-Rijnkanaal. Buiten de stad omvat de gemeente Tiel ook een prachtig buitengebied met de dorpen Wadenoijen, Kapel-Avezaath, Zennewijnen en een klein deel van Kerk-Avezaath.
In vergelijking met de rest van de regio Rivierenland heeft Tiel een duidelijk stedelijk karakter. Zo heeft Tiel een hoge bevolkingsdichtheid, meer (sociale) huurwoningen, kleinere woningen en relatief korte afstanden tot voorzieningen. Met ruim 42.000 inwoners is Tiel een van de grootste gemeenten uit de regio. Daarnaast heeft Tiel de bestuurlijke wens om te groeien en zo bij te dragen aan de landelijke woningbouwopgave. De centrale ligging en goede verbinding met het Nederlandse wegennetwerk via de A15 en A2 biedt Tiel veel economische kansen. Zo is Tiel aantrekkelijk voor de vestiging van bedrijven. Met ongeveer 3000 ondernemingen verspreid over de bedrijventerreinen Medel, Kellen en Latenstein heeft de gemeente Tiel momenteel het grootste areaal aan bedrijventerreinen in Midden-Nederland. Daarnaast draagt het gunstig gelegen kantorenpark Westroijen ook bij aan de hoge werkgelegenheid.
De kracht van Tiel als centrumgemeente van de Betuwe is helder. Veel bewoners uit omliggende gemeenten komen hierheen om te werken en gebruik te maken van onze voorzieningen. Er woont een grote groep internationale medewerkers in Tiel die werken bij de verscheidene bedrijven en in de landbouw. Daarnaast heeft Tiel veel voorzieningen die een regionale functie hebben. Denk hierbij aan het ziekenhuis Rivierenland en het bijzonder en voortgezet onderwijs. Maar ook culturele voorzieningen zoals de schouwburg en filmtheater Agnietenhof, cultuurgebouw Zinder en het winkelgebied.
In het Coalitieakkoord ‘’Samen door… Een krachtige toekomst voor Tiel’’ staan de belangrijkste doelen voor de bestuursperiode 2022 – 2026 beschreven. Overkoepelend wordt er ingezet op het realiseren van een schone, aantrekkelijke en zorgzame gemeente. Het akkoord bestaat uit vijf hoofdthema’s: Leefomgeving, Vitale Stad, Mens & Samenleving, Inwoners en Financiën & Bedrijfsvoering. Het is belangrijk dat we rekening houden met de uitgesproken ambities en doelen uit dit coalitieakkoord, evenals het coalitieakkoord dat na de volgende gemeenteraadsverkiezingen zal worden opgesteld.
De Omgevingswet is op 1 januari 2024 in werking getreden. Deze wet bundelt en moderniseert de wet- en regelgeving op het gebied van bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur. De implementatie van de Omgevingswet is maar net begonnen en zal nog jaren duren. De omgevingsvisie en het omgevingsplan worden nu ontwikkeld. Wij blijven hierbij betrokken om te zorgen dat een goede uitvoerbaarheid gewaarborgd blijft.
Met de Omgevingswet ligt er meer nadruk op participatie en betrokkenheid van burgers. Dit betekent dat we belanghebbenden actief betrekken bij besluitvorming en hen informeren over projecten en vergunningen. De veranderingen onder de Omgevingswet hebben een grote impact op ons werk. Door flexibel in te spelen op de nieuwe eisen en uitdagingen, willen we onze dienstverlening aan inwoners en bedrijven blijven optimaliseren en waarborgen.
Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb)
De Wkb is eveneens op 1 januari 2024 in werking getreden. De technische beoordeling van bouwwerken wordt nu uitgevoerd door private partijen en niet meer door de gemeente. Voorlopig geldt dit alleen voor nieuwbouwwerken met een laag risicoprofiel (gevolgklasse 1), zoals eenvoudige bouwwerken en grondgebonden woningen. Wij ontvangen voor deze activiteiten wel meldingen. De gemeente blijft binnen het stelsel van private kwaliteitsborging namelijk bevoegd gezag voor de handhaving.
Vanaf 1 juli 2025 geldt de Wkb ook voor verbouwingen uit gevolgklasse 1. Na een meerjarige evaluatieperiode volgt later mogelijk gevolgklasse 2 en 3. Hoe wij omgaan met de Wkb staat in bijlage 2 en 3.
Maatschappelijke en ruimtelijke ontwikkelingen
De gemeente staat voor een aantal belangrijke maatschappelijke en ruimtelijke ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen hebben grote invloed op ons werk. Om goed in te spelen op de veranderingen, is een brede en integrale aanpak nodig. Zo kunnen we beter inspelen op wat er nu en in de toekomst van ons gevraagd wordt.
De verduurzaming van de leefomgeving heeft impact op onze werkzaamheden. Er is vooral aandacht voor het verminderen van hittestress, vergroening, en het gebruik van duurzame energie. De gemeente Tiel wil in 2050 energieneutraal zijn en heeft voor 2030 ook ambities gesteld. Zo werkt Tiel mee aan de Regionale Energiestrategie en houdt het zich aan het Gelders Energie Akkoord.
Om inwoners en bedrijven te ondersteunen bij duurzame initiatieven, heeft de gemeente Tiel in samenwerking met de regio Rivierenland het energieloket opgericht. Hier vindt men informatie over duurzaamheidsmaatregelen, subsidies en leningen. Ons Omgevingsloket helpt inwoners en bedrijven bij aanvragen van een subsidie of lening. Verder biedt de Omgevingswet nieuwe kansen om duurzaamheid en klimaatadaptatie via regelgeving te stimuleren. Dit vraagt om een integrale aanpak binnen VTH en goede afstemming met beleid.
Ambities bruisende binnenstad en haventerrein
De gemeente Tiel wil de aantrekkingskracht van haar binnenstad te vergroten. Het doel is een compact en gezellig centrum met winkels, horeca, de weekmarkt en vele evenementen. Daarnaast werkt de gemeente aan een kwaliteitsslag van haar binnenstad. Er wordt ingezet op vergroening, het opknappen van historische steegjes, het vernieuwen van de riolering en het autoluw maken van enkele straten. De gemeente wil ook meer profiteren van het toerisme over de Waal. Het haventerrein wordt daarom ontwikkeld. Dit omvat een aanmeerlocatie voor cruiseschepen, een nieuw appartementencomplex en een betere wandelroute naar de binnenstad. Deze ambities gaan impact hebben op onze werkzaamheden.
In de binnenstad worden al relatief veel evenementen georganiseerd. Echter zal dit nog verder gaan uitbreiden, vooral bij het horecaplein. Daarnaast vergt het in goede banen leiden van de ontwikkelingen in de binnenstad en bij het haventerrein extra aandacht.
Tiel is een bijzondere stad met een rijke geschiedenis. Echter is dit door het bombardement in 1945 soms moeilijk te herkennen. Daarom is het extra belangrijk om het bestaande erfgoed te beschermen. Om haar historische karakter te behouden heeft de gemeente Tiel in 2019 het beleidsplan ‘Erfgoed in Balans, Tiel is viel, Erfgoedplan 2019 - 2023’ vastgesteld. In 2025 wordt een nieuw erfgoedbeleid opgesteld, waarin handhaving een nadrukkelijke focus krijgt. Bovendien hebben we nu een behoorlijke lijst met nog niet aangewezen gemeentelijke monumenten, beeldbepalende panden en beschermde stadsgezichten. Het heeft een hoge prioriteit om dit spoedig op te pakken.
Verder zijn er landelijke ontwikkelingen op het gebied van erfgoedbeleid waarmee de gemeente Tiel aan de slag gaat. Dit betreft de verduurzaming van monumenten, waardering van jonger erfgoed en het integraal meenemen van erfgoed in herbestemmingsprojecten. Ook wordt industrieel erfgoed steeds belangrijker, wat kansen biedt gezien de rijke industriële geschiedenis van Tiel als Hanzestad.
Het waarborgen van een veilige leefomgeving voor al onze inwoners is voor ons van groot belang. Daarnaast moet de gemeente voldoen aan de wet- en regelgeving voor goede en legale huisvesting. We controleren dit proactief door middel van onaangekondigde huisbezoeken en (avond)controles bij woningen waar zich mogelijk onveilige situaties voordoen. We kijken hierbij naar het gebruik van het pand en de brandveiligheid. Bij overbewoning, illegale bewoning en andere onveilige woonsituaties grijpen we in als er sprake is van directe risico’s. Er is ook een huisvestigingsverordening vastgesteld die zich richt op het voorkomen van onvergunde ‘verkamering’ van woningen.
Het controleren op illegale en onveilige bewoning vraagt de nodige capaciteit van ons. We werken voortdurend aan een structurele aanpak om veilige en legale woonsituaties te garanderen, vooral voor de arbeidsmigranten en kwetsbare groepen. Voor het waarborgen en verbeteren van woonveiligheid hebben we in dit beleid een doelstelling opgenomen, beschreven in hoofdstuk 2, doelstelling 4.
De aanpak van ondermijnende activiteiten is een thema dat steeds belangrijker wordt. De gemeente gebruikt de Wet Bibob om de integriteit en betrouwbaarheid van aanvragers en vergunninghouders te controleren. Het team veiligheid en handhaving voert deze taken voornamelijk uit. Vanuit het bestuur is een integrale aanpak gewenst en daarmee samenwerking tussen team veiligheid en team vergunningen. Hoe deze samenwerking eruitziet, wordt met beide teams opgepakt. Deze samenwerking kan plaatsvinden op bijvoorbeeld de Bibob-toets en het tegen gaan van ondermijning.
Bij ondermijning voorzien we een groeiende inzet tegen ondermijning door middel van integrale controles met ketenpartners, zoals de arbeidsinspectie, de belastingdienst, het RIEC, de Omgevingsdienst Rivierenland, de politie en het OM. Wij nemen hierin geen leidende rol, maar spelen wel een belangrijke ondersteunende rol. Meer informatie over het thema ondermijning staat in het Integraal Veiligheidsplan Tiel 2023 - 2026.
Opvang en huisvesting van vluchtelingen
De opvang en huisvesting van vluchtelingen vraagt vaak extra aandacht. Het is een maatschappelijk en politiek gevoelig thema dat goede communicatie met betrokken partijen vereist. Daarom vraagt dit thema om een integrale aanpak. Aanvullend kan de zoektocht naar geschikte opvanglocaties leiden tot meer vergunningsaanvragen.
Organisatorische ontwikkelingen
We werken aan diverse ontwikkelingen die ons werk beïnvloeden. Een belangrijk doel is om een meer integraal te werken. Dit helpt om ons weloverwogen keuzes te maken en zorgt voor samenhang in het beleid. Hiervoor is een goede afstemming nodig met de andere teams binnen de gemeente en onze ketenpartners. Dit vraagt soms om aanpassingen in onze processen en werkafspraken. We willen de interne samenwerking versterken en de invoering van de Omgevingswet benutten om dit verder te ontwikkelen. Instrumenten zoals de intake- en Omgevingstafel zijn voorbeelden van hoe er meer samengewerkt kan worden.
Het huidige VTH-zaaksysteem is opnieuw ingericht om aan de eisen van de Omgevingswet en de Wkb te voldoen. Vergunningverlening verloopt nu volledig digitaal via dit vernieuwde systeem, en voor toezicht en handhaving wordt dit ook het systeem waarmee gewerkt wordt. De herinrichting vergt nu veel tijd en aandacht, maar zal uiteindelijk leiden tot meer efficiëntie en betere sturingsinformatie. Verder is er al flinke vooruitgang geboekt in het digitaliseren van de processen voor ons team, al blijven er op dit gebied wel nog belangrijke stappen te zetten.
De vorm en inhoud van onze dienstverlening zijn voortdurend in verandering door de wisselende wensen vanuit de maatschappij en de veranderende eisen aan dienstverlening. Daarom is het project ‘excellente dienstverlening’ een doorlopend proces waar wij tijd en inzet aan blijven geven.
Capaciteit en krapte op de arbeidsmarkt
Capaciteit is schaars. Het team bestaat uit vaste medewerkers en wordt ondersteund door inhuur. Een probleem dat zich in deze beleidsperiode kan gaan spelen is het met pensioen gaan van onze ervaren collega’s. Het is een uitdaging om de kennis en kunde te borgen in de vorm van vervanging. Daarnaast is het een uitdaging om aanvullend personeel te vinden. Met name wanneer de huidige capaciteit de werkvoorraad niet aan kan of wanneer er ontwikkelingen spelen die direct moeten worden opgepakt. Dit komt door een landelijke krappe arbeidsmarkt op gebied van VTH. Het wordt steeds uitdagender om gekwalificeerd personeel te vinden, wat de werkdruk op het huidige team verhoogt. Dit heeft een impact op onze werkzaamheden en prioriteiten. Dit maakt het lastig om alle taken op de gewenste manier uit te voeren. Daarom zoeken we naar creatieve oplossingen, zoals het herverdelen van taken en het stellen van prioriteiten en het inzetten van tijdelijk personeel. Onze capaciteit is dus fragiel en er moeten structurele oplossingen komen.
2. Missie, visie & doelstellingen
Voor de uitvoering van VTH-taken is het belangrijk om een duidelijke missie te hebben. Deze missie geeft richting aan en helpt ons om samen te werken aan gemeenschappelijke doelen. De visie zorgt er voor dat al onze acties goed op elkaar afgestemd zijn en bijdragen aan wat we willen bereiken. In dit hoofdstuk beschreven we hoe we onze missie en visie in de praktijk brengen. Dit doen we door de missie en visie te vertalen naar meetbare doelstellingen. Deze doelstellingen dragen bij aan het bereiken van onze overkoepelende doelen gedurende de komende periode.
Onze missie, visie en doelstellingen zijn gebaseerd op bestaande strategische documenten zoals de Structuurvisie Tiel 2030, het Coalitieakkoord 2022-2026 ‘’Samen door… Een krachtige toekomst voor Tiel’’ en de startnotitie Omgevingsvisie ‘’Typisch Tiel’’. Bij het opstellen van het VTH-beleidsplan is aansluiting gezocht bij de bestaande kernwaarden en uitgangspunten van de gemeente Tiel die in de hierboven genoemde documenten zijn opgenomen. Daarnaast hebben we informatie opgehaald uit ambtelijke werksessies.
De missie en de visie hebben wij vertaald naar vijf doelstellingen. Allereerst zetten we per doelstelling neer wat we willen bereiken. Vervolgens geven we aan welke hoofdactiviteiten we hiervoor gaan uitvoeren en wat het gewenste resultaat is (wanneer tevreden). De doelstellingen zullen elk jaar in een uitvoeringsprogramma worden uitgewerkt in specifieke activiteiten. Deze activiteiten nemen we op in de monitoringstool, waarbij we een planning vaststellen en benoemen wie de verantwoordelijke(n) zijn voor deze acties. Op deze manier maken wij de doelstellingen concreet en haalbaar.
Doelstelling 1: Zorgen voor een sluitende VTH-beleidscyclus
Doelstelling 2: Werken volgens de geest van de Omgevingswet en Wkb
Doelstelling 3: Versterken interne samenwerking voor geharmoniseerd en uitvoerbaar beleid
Doelstelling 4: Verbeteren van de (woon)veiligheid
3. Risicoanalyse en prioritering
Waarom prioriteren wij onze werkzaamheden?
Vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) zorgen ervoor dat regels in de leefomgeving worden nageleefd. Dit draagt bij aan onze missie van een veilige, gezonde en leefbare omgeving voor onze inwoners. Omdat we niet overal tegelijk kunnen zijn en beperkte middelen hebben, moeten we toezicht en handhaving effectief inzetten. Dit moet gebeuren waar slecht naleefgedrag de grootste impact heeft. Een zorgvuldige risicoanalyse en taakprioritering helpen hierbij. In dit hoofdstuk wordt de uitkomst van de risicoanalyse gepresenteerd en de taakprioritering die daaruit voort komt.
De risicoanalyse en taakprioritering gaan alleen over toezicht en handhaving. Bij vergunningverlening zit een natuurlijke prioritering in de werkvoorraad. Zo worden reguliere aanvragen met lage risico’s globaler en uitgebreide aanvragen diepgaander beoordeeld. Deze werkwijze resulteert in een goed beeld van het aantal uren dat gemiddeld aan een aanvraag wordt besteed. Om deze reden hebben we geen specifieke prioritering uitgevoerd voor de vergunningstaken, maar gerekend met de gemiddelde tijdsbesteding per type aanvraag en procedure.
Bij toezicht en handhaving is dit anders. Het is lastiger om te prioriteren op basis van de werkvoorraad en activiteiten. Bovendien geldt er een beginselplicht tot handhaving. Hierdoor kunnen we alleen in uitzonderlijke situaties afzien van handhaving, bijvoorbeeld wanneer de doelen niet opwegen tegen de kosten. Volgens vaste jurisprudentie biedt prioritering wel ruimte om niet-dringende zaken later op te pakken. Dit proces vormt dus een belangrijk onderdeel van de afweging om direct of op een later moment tot handhaving over te gaan.
Prioritering op toezicht & handhaving Omgevingsrecht
De prioritering voor toezicht en handhaving Omgevingsrecht is met een ambtelijke werkgroep tot stand gekomen. De methodologie hoe de prioritering is berekend, is te vinden in Bijlage 1: Uitleg risicoanalyse en prioritering. De kern is dat de onderstaande categorieën op basis van 4 criteria zijn gescoord. Daarnaast hebben we in de berekening de kans op het voorkomen van de overtreding meegenomen. Hieronder volgt een overzicht van de prioriteiten binnen onze toezichts- en handhavingstaken, gerangschikt van hoge naar lage prioriteit.
Illegale wijziging monument & beschermd stads- en dorpsgezicht |
|
Staat van bestaande gebouwen en bouwwerken – strijdig met Bbl (Wkb) |
|
Gezien onze beperkte capaciteit maken we keuzes in de inzet voor toezicht en handhaving op basis van bovenstaande prioritering. Hieronder is weergegeven welke werkwijze van toezicht en handhaving bij de betreffende prioriteit hoort.
Bij een lage prioriteit handhaven we zoveel mogelijk projectmatig of thematisch. Volgens onze prioritering geldt dit dus bij handhavingssignalen over illegale bouwwerken geen gebouw zijnde, toezicht op gevolgklasse 1 en Wkb-meldingen voor nieuwbouw. Denk hierbij aan schuttingen, schuren en toezicht bij de verbouwing van een huis. De prioritering kent wel de nodige flexibiliteit. Mocht er om een specifieke reden ergens opgetreden moeten worden, dan kan er meer prioriteit aan gegeven worden. Het uitvoeringsprogramma geeft ons de mogelijkheid om gebruik te maken van die flexibiliteit. Hierin geven we jaarlijks aan waar we ons gebiedsgericht (projectmatig) op gaan focussen. Als we niet direct handhavend optreden, dan krijgen de verzoeker en overtreder in de meeste gevallen eerst een waarschuwing. Later wordt de situatie dan alsnog opgepakt.
Bij middelgeprioriteerde categorieën geldt grofweg hetzelfde, al wordt hier wel direct gehandhaafd bij verzoeken om handhaving vanwege speciale omstandigheden.
Bij een hoog geprioriteerde categorie wordt meteen gehandhaafd volgens vaste werkwijzen en regels.
Voor handhaving geldt een beginselplicht tot handhaving. Het bestuursorgaan moet hierdoor altijd eerst beoordelen of handhaving in het specifieke geval wel of niet nodig is. Daarbij kijken we naar het belang van de overtreden regels, het algemene belang en de belangen van de verzoeker. Ook bij onderwerpen met een lage prioriteit in dit beleid moet deze afweging worden gemaakt. Een lage prioriteit is namelijk geen reden om automatisch af te zien van handhaving. Dit mag namelijk alleen in bijzondere omstandigheden.
Op Wkb-meldingen vindt steekproefsgewijs toezicht plaats. Hoe toezicht wordt uitgevoerd (voor zowel de steekproeven als technisch toezicht dat nog bij de gemeente belegd is), is opgenomen in bijlage 7: Beleid constructieve toets aanvraag en toezicht.
4. Uitvoerings- en Handhavingsstrategieën
Om het naleefgedrag van inwoners en bedrijven te verbeteren en de kwaliteit van de leefomgeving te verhogen, hanteren we een aantal uitvoerings- en handhavingsstrategieën. Deze strategieën vormen de basis voor ons werk. Ze geven aan hoe we onze VTH-taken uitvoeren en helpen om onze doelen te bereiken, zoals toegelicht in hoofdstuk 2. De strategieën zijn aangepast aan de Omgevingswet en de Wkb. In de komende beleidsperiode monitoren en evalueren we de uitvoering van deze strategieën en passen ze aan indien nodig. Hoe wij dit doen staat in hoofdstuk 5. In bijlages 2 t/m 4 wordt per strategie verder ingegaan op de achterliggende werkwijzen.
We organiseren de VTH-taken vanuit het idee dat duidelijke communicatie over regels leidt tot beter naleefgedrag. In Tiel zetten we actief in op preventie. De verantwoordelijkheid voor het naleven van regels ligt bij burgers en bedrijven. Maar wij helpen hen door helder uit te leggen en duidelijk te zijn over wat we verwachten. Door goede informatievoorziening aan de voorkant en zichtbare toezicht vergroten wij de bewustwording. Hierdoor zorgen we ervoor dat mensen begrijpen waarom de regels belangrijk zijn. Dit zal dan de naleving van wet- en regelgeving vergroten. Hieronder wordt de hiervoor benoemde strategie om overtredingen te voorkomen verder toegelicht.
Wij zetten sterk in op een proactieve en preventieve aanpak. We maken ons toezicht zichtbaar en communiceren duidelijk over de gevolgen van overtredingen. Wij handhaven consequent. Dit zorgt voor een reële kans op sancties. Dit zal mensen ontmoedigen om de regels te overtreden. Wij doen dit op deze manier omdat sancties op basis van bestuursrecht zich richten op het herstellen van wettelijke normen, niet alleen op het straffen. Daarnaast voorkomen we herhaling van overtredingen door intensieve nazorg. We voeren her-controles en zichtbaar toezicht uit nadat een overtreding is beëindigd. Hierdoor weten overtreders dat nieuwe overtredingen opnieuw bestraft worden.
Inwoners, bedrijven en organisaties zijn zelf verantwoordelijk voor het naleven van de regels. Bewustzijn, betrokkenheid en draagvlak vergroten de kans op spontane naleving. Onze dienstverlening is daarom gericht op het goed informeren van inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Daarnaast vragen we initiatiefnemers om in gesprek te gaan met omwonenden, bedrijven en organisaties die gevolgen kunnen ondervinden van hun nieuwe initiatief. Zo bevorderen we samenwerking en draagvlak.
Duidelijke regelgeving maakt het makkelijker om regels na te leven. Goede informatievoorziening zorgt ervoor dat inwoners en ondernemers beter bekend raken met de geldende wet- en regelgeving. Veel overtredingen ontstaan door een gebrek aan kennis over de regels. De gemeente Tiel zorgt ervoor dat informatie over regels, voorschriften, doelen en lokale richtlijnen eenvoudig toegankelijk is voor iedereen die plannen wil maken of aanvragen wil indienen. Dit doen we onder andere via het Omgevingsloket, waar inwoners en ondernemers terecht kunnen voor zowel algemene vragen als specifieke informatie.
Met vergunningverlening wordt de basis gelegd voor een goede uitvoering. Een duidelijke vergunning stimuleert namelijk goed naleefgedrag en vermindert het aantal noodzakelijke handhavingsacties. Bij vergunningverlening werken we volgens de volgende uitgangspunten:
We denken graag mee met initiatieven uit de samenleving. Samen met de initiatiefnemer kijken we naar de mogelijkheden. Ons uitgangspunt is hierbij altijd de ‘Ja, mits…’ gedachte, in plaats van ‘Nee, tenzij…’. Dit sluit aan bij de principes van de Omgevingswet. Met een integrale benadering werken we toe naar vergunbare aanvragen die voldoen aan de geldende wet- en regelgeving. Samen met inwoners, bedrijven, (keten)partners en collega’s dragen we bij aan een betere Tielse leefomgeving.
We zijn open en duidelijk in ons contact met inwoners en bedrijven. Initiatiefnemers worden aangemoedigd om hun plannen tijdig en zo volledig mogelijk in te dienen. Tijdens het gehele vergunningsproces helpen we door informatie, advies en begeleiding te bieden. Echter is de initiatiefnemer zelf verantwoordelijk voor goede aanvragen en waar nodig belanghebbenden betrekken. Onze rol is duidelijk uitleggen hoe de procedures werken, wat onze verwachtingen zijn, wat initiatiefnemers van ons mogen verwachten en welk resultaat wordt beoogd.
Bij vergunningverlening zit een natuurlijke prioritering in de werkvoorraad. Zo worden reguliere aanvragen met lage risico’s globaler getoetst dan uitgebreide aanvragen met hoge risico’s. Hier vindt waar nodig wel maatwerk plaats. De risicoclassificering die we hanteren is intern afgesproken. Hierdoor kunnen we alle aanvragen op een uniforme manier toetsen. Dit draagt bij aan de objectiviteit en eenduidige werkwijze van onze behandeling van aanvragen.
Wij toetsen vergunningsaanvragen aan de geldende regelgeving. Uit de ingediende gegevens moet voldoende aannemelijk zijn dat aan deze regels wordt voldaan. Als dit niet het geval is, sturen wij een aanvullingsverzoek van ‘redelijke termijn’, zoals beschreven in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Wij hanteren in de meeste gevallen een termijn van 4 weken. Hiervan wordt in principe niet afgeweken, tenzij er zwaarwegende argumenten zijn. Bij de noodzaak van langdurige onderzoeken, zoals een BeSI-onderzoek (Beschermde Diersoorten Indicator) of een bodemonderzoek, adviseren wij om de aanvraag in te trekken. Verder houden wij ons voor het behandelen van vergunningaanvragen aan de wettelijke termijnen.
Vraagstukken uit de leefomgeving effectief aanpakken vraagt om samenwerking. Soms zijn bijvoorbeeld meerdere overheidsorganisaties het bevoegd gezag. We dragen actief bij aan een goede samenwerking met onze partners, om zo de kwaliteit en veiligheid van de leefomgeving te waarborgen. Een integrale afstemming bij vergunningaanvragen bevordert namelijk de kwaliteit van onze adviezen. We maken hierbij gebruik van de intake- en Omgevingstafel. Verder vindt de uitwisseling van informatie plaats via de samenwerkingsfunctionaliteit (SWF).
Met toezicht controleren we in hoeverre initiatiefnemers zich aan de regels houden. Goed en zichtbaar toezicht leidt tot beter naleefgedrag. Voor toezicht hanteren we de volgende uitgangspunten:
Onze toezichthouders zijn dagelijks actief aanwezig in de gemeente. Ze hebben veel contact met inwoners en ondernemers en weten goed wat er speelt. Dankzij de nauwe betrokkenheid zien we problemen vaak al vroeg aankomen. Hierdoor kunnen we tijdig maatregelen nemen en waar nodig de samenwerking met onze partners zoeken. Zo versterken we de leefbaarheid en veiligheid van de gemeente.
Onze toezichthouders werken ook integraal. Dit betekent dat we waar mogelijk verschillende taken combineren, samen met partners op pad gaan, en verder kijken dan alleen de activiteit die wordt gecontroleerd. Verder voeren we soms gericht toezicht uit op een specifiek thema en/of probleem vanuit bestuurlijke wensen of calamiteiten.
Ons toezicht is gebaseerd op informatie en risico’s. We richten ons vooral op activiteiten met hogere prioriteiten. Op basis van de risicoanalyse (hoofdstuk 3) bepalen we deze prioriteiten. Dit geeft richting aan hoe vaak en hoe uitgebreid we controleren. Flexibiliteit is hierbij wel van groot belang. Als er specifieke zorgen of risico’s zijn, komen onze toezichthouders vaker langs, soms ook onaangekondigd.
We vinden het belangrijk dat inwoners en bedrijven hun eigen verantwoordelijkheid nemen. Tijdens controles leggen we de relevante wet- en regelgeving uit en geven we advies over wat er wordt verwacht. Hierbij geldt dat het naleefgedrag invloed heeft op de controlefrequentie. Wie de regels goed naleeft, wordt minder vaak door ons gecontroleerd dan wie dat niet doet.
Handhaving vindt plaats wanneer aan het einde van het proces geen alternatieve oplossing gevonden kan worden. Bij het aanpakken van overtredingen hanteren we de uitgangspunten:
Om uniformiteit in onze handhavingsaanpak te waarborgen, hanteren wij Externe link: de Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht (hierna: LHSO). Deze strategie helpt handhavers om overtredingen te beoordelen met een interventiematrix. Hierin wegen we als belangrijkste factoren de ernst van de overtreding en het gedrag van de overtreder. De matrix bepaalt welke maatregelen passend zijn. Daarnaast zorgt de LHSO voor goede samenwerking tussen handhavingspartners, zoals de politie en het Openbaar Ministerie.
In Nederland geldt een beginselplicht tot handhaving. In Tiel worden alle handhavingsverzoeken opgepakt, maar het tijdstip hangt af van de prioriteit. Bij (zeer) lage prioriteiten pakken we zaken soms pas op als er voldoende soortgelijke gevallen zijn, zodat ze als project worden afgehandeld. Zo voorkomen we dat individuele gevallen met een lage prioriteit ten koste gaan van handhavingsopgaven met een hogere prioriteit.
Voor de gemeente Tiel betekent effectief optreden niet alleen handhaven, maar ook preventief werken. Bij handhavingsverzoeken en klachten zoeken we eerst in overleg naar oplossingen en stimuleren we inwoners om overtredingen zelf op te lossen. Samen zorgen we ervoor dat herstelmaatregelen snel worden uitgevoerd, terwijl we klachten serieus nemen en behandelen.
In dit laatste hoofdstuk bespreken we de uitvoering van onze VTH-taken. In jaarlijkse uitvoeringsprogramma's en jaarverslagen beschrijven we onze samenwerking met VTH-partners, hoe we onze doelen monitoren en de regionale samenwerking vormgeven.
Voor de uitvoering van VTH-taken en het behalen van beleidsdoelen zijn financiële en personele middelen nodig. Het budget is vastgelegd in onze programmabegroting en geborgd via het jaarplan.
De komende beleidsperiode verwachten we een daling in inkomsten uit bouwleges, terwijl de werkdruk gelijk blijft. Dit mogelijke tekort zal moeten worden aangevuld uit de algemene middelen.
Het Omgevingsbesluit stelt eisen aan de kwaliteit van de uitvoering van de VTH-taken. Deze kwaliteitscriteria 3.0 bestaat uit drie inhoudelijke elementen, namelijk de procescriteria (Deel B), de eisen aan de kritieke massa (Deel C) en de competentieprofielen (Deel D). De procescriteria stellen eisen die er zorg voor dragen dat er een sluitende beleids- en uitvoeringscyclus ontstaat, zodat resultaatgericht gestuurd kan worden. Er worden ook eisen gesteld ten aanzien van vakmanschap voor de uitvoering van de VTH-taken. Zij beschrijven de minimale kwaliteitseisen op verschillende indicatoren. Deze indicatoren zijn opleiding, kennis, ervaring, frequentie van uitvoeren (aantal ‘vlieguren’) en menskracht. Er is hierbij onderscheid gemaakt tussen 28 verschillende deskundigheidsgebieden. De competentieprofielen beschrijven de benodigde rollen binnen de organisatie en de eisen voor het vervullen van deze rollen. Ons team moet aan deze kwaliteitseisen voldoen. Er kan wel gemotiveerd worden afgeweken. Het is belangrijk dat deze kwaliteitscriteria in acht worden genomen en middelen worden ingezet om hieraan te blijven voldoen.
Verordening uitvoering en handhaving (omgevingsrecht)
Wij zijn verplicht een verordening te hebben waarin de kwaliteit van VTH-taken wordt geborgd. In deze verordening is opgenomen welke eisen wij stellen aan de uitvoeringsorganisaties en of zij voldoen aan de kwaliteitscriteria en een motivatie wanneer zij daarvan afwijken. Op het moment is de vigerende verordening hiervoor de Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Tiel 2016. Ons doel is om deze in de komende beleidsperiode te actualiseren onder de Omgevingswet.
Afstemming interne en externe partners
Goede samenwerking tussen de gemeente en haar partners is essentieel. Door gedeelde informatie en uitgangspunten leveren we betere adviezen en verbeteren we de klantbeleving. Afstemming zorgt voor een uniforme toetsing en een eenduidig optreden. Dit is vastgelegd in werkprocessen en afspraken, die regelmatig worden aangepast op basis van bestuurlijke keuzes in dit VTH-beleidsplan.
Strafrechtelijke handhaving stemmen we af met de politie en het Openbaar Ministerie. Als multidisciplinaire controles niet mogelijk zijn, werken we met signaaltoezicht: we melden relevante bevindingen aan andere bevoegde gezagen en wisselen informatie uit. Een overzicht van onze samenwerking met ketenpartners staat in bijlage 5.
Jaarlijks wordt het VTH-beleidsplan uitgewerkt in een concreet uitvoeringsprogramma voor vergunningverlening, toezicht en handhaving. Het uitvoeringsprogramma bevat de werkvoorraad, prioriteiten, doelen, activiteiten en methoden op operationeel niveau en fungeert als actieplan voor het komende jaar. In de monitoringstool wordt vastgelegd welke acties dat jaar worden uitgevoerd om de voortgang van de doelen uit het VTH-beleidsplan over meerdere jaren te kunnen monitoren. Het uitvoeringsprogramma geeft ook aan hoe de (financiële en personele) middelen van dat jaar worden ingezet en vergelijkt deze met de beschikbare capaciteit en de werkvoorraad. Eventuele verschillen hierin worden geanalyseerd en kunnen leiden tot aanpassingen in het plan. Het uitvoeringsprogramma wordt naar de provincie (IBT) gestuurd en ter kennisname naar de gemeenteraad.
Evaluatie is nodig om te beoordelen of het gevoerde beleid effectief is en of het beleid uitvoering geeft aan de gestelde prioriteiten en doelen. Jaarlijks rapporteren wij in het jaarverslag over de uitvoering van het vastgestelde uitvoeringsprogramma. Hierbij beoordelen we minimaal of:
Een interne monitoringstool wordt gebruikt om de eerste twee punten te evalueren. De evaluatie wordt vastgelegd in een jaarverslag en gebruikt voor het uitvoeringsprogramma van het volgende jaar.
Periodiek, maar in ieder geval nadat een beleidsperiode is verstreken, wordt het VTH-beleidsplan geëvalueerd om te beoordelen of:
Deze evaluatie kan de basis vormen voor nieuw op te stellen VTH-beleidsplan. Het geeft inzicht in de bijdrage van het uitgevoerde beleid aan de gestelde visie en doelen en het naleefgedrag. De gegevens kunnen aanleiding geven om de risicoanalyse aan te passen en doelen bij te stellen.
Bijlage 1 | Uitleg Risicoanalyse en Prioritering Toezicht & Handhaving
Om de prioritering te bepalen heeft een ambtelijke werkgroep een analyse gemaakt van overtredingen waar toezicht en handhaving het meest nodig zijn. Hierbij zijn risico’s in kaart gebracht volgens een vaste methodiek en aan de hand van vier beoordelingscriteria. De effectscores zijn bepaald door per criterium een inschatting te maken van het effect van slecht naleefgedrag. Bij de analyse zijn de volgende vier beoordelingscriteria in overweging genomen;
De gegevens zijn in een database verwerkt, waarbij elke toezichts- en handhavingsactiviteit een risicoscore heeft gekregen. Deze risicoscore is het gemiddelde van de effectscores (0 t/m 4) van de vier hierboven genoemde beoordelingscriteria. Bovendien is de kans op slecht naleefgedrag (1 t/m 3) bepaald, op basis van de kans dat de overtreding vaker optreedt.
De uiteindelijke prioriteitsscore is in de basis gebaseerd op de vier risico’s zoals hierboven besproken, met een procentuele ophoging voor de kans op slecht naleefgedrag. Hierbij geldt dat hoe hoger de kans op slecht naleefgedrag, hoe hoger de procentuele ophoging van de zogenoemde risicoscore. De prioriteitsscore kan variëren tussen de 0 (geen prioriteit) en de 4 (extreem hoge prioriteit, onmiddellijk handelen).
Prioriteitsscore = risicoscore (gemiddelde 4 gewogen factoren) + ophoging slecht naleefgedrag
Bijlage 2 | Wettelijk kader en werkwijze vergunningenstrategie
Hieronder gaan we in op het wettelijke kader voor vergunningverlening, gevolgd door de werkwijzen en processtappen voor de behandeling van vergunningaanvragen en meldingen binnen het Omgevingsrecht.
In het proces van vergunningaanvragen en meldingen hanteert de gemeente Tiel strikte, objectieve criteria voor de beoordeling en afhandeling. Deze criteria komen zowel uit wettelijke bepalingen, als lokale beleidsregels en verordeningen. Het doel van deze aanpak is om de gelijke behandeling van alle aanvragen te waarborgen. Het gebruik van objectieve criteria bevordert een gestandaardiseerde en eerlijke benadering bij het beoordelen van omgevingsvergunningen en meldingen.
Het proces is gebaseerd op een verscheidenheid van belangrijke wet- en regelgeving. De onderstaande figuur biedt een opsomming van de belangrijkste wet- en regelgeving. Het is belangrijk om te benadrukken dat dit geen uitputtende lijst is, maar eerder een samenvatting van de voornaamste wettelijke kaders die worden gehanteerd.
De bouwtechnische toets betreft vooral een toetsing aan het Besluit bouwwerken leefomgeving (hierna: Bbl). Door de scheiding van de technische en ruimtelijke beoordeling onder de Omgevingswet gaat dit alleen over de technische aspecten van het bouwen van een bouwwerk. Bij het toetsen van een bouwwerk onder de Bbl geldt een ‘aannemelijkheidstoets’. Het is onmogelijk om alle aanvragen voor 100% aan alle kaders te toetsen. Vanuit de gedachte van de aannemelijkheidstoets is dit ook niet nodig.
Door de inwerkingtreding van de Wkb wordt de technische toets bij bouwwerken van gevolgklasse 1 nieuwbouw nu uitgevoerd door een private kwaliteitsborger. Bij dit type bouwwerken hoeft de gemeente dus geen bouwtechnische keuring meer uit te voeren. Per 1 juli 2025 zal dit (naar verwachting) ook gelden voor bouwwerken van gevolgklasse 1 verbouw. Voor gevolgklasse 2 en 3 blijft de gemeente wel verantwoordelijk voor het uitvoeren van de technische toets.
Bij een bouwtechnische beoordeling wordt elke aanvraag op dezelfde wijze getoetst. Hierbij geldt dat de diepgang van deze toets afhangt van het type bouwwerk. Eenvoudige bouwwerken met lage risico’s worden globaal op hoofdlijnen getoetst, terwijl complexe bouwwerken met grote risico’s op alle representatieve onderdelen inhoudelijk getoetst worden.
Een belangrijk onderdeel van de bouwtechnische toets is het beoordelen van de constructieve veiligheid. De kwaliteit van de (draag)constructie bepaalt immers of het gebouw voldoende sterk en stabiel blijft, ook bij intensief gebruik en/of een calamiteit. Buiten de constructie is het beoordelen van de brandveiligheid ook van cruciaal belang. Degene die de constructieve toets doet gebruikt hierbij bijlage 7 van dit VTH-beleidsplan. Door de Wkb zijn een aantal bouwwerktypes die zijn meegenomen in de prioritering in bijlage 7 alleen relevant bij een steekproef op dergelijke bouwtypes. De bijlage zal in deze beleidsperiode worden geüpdatet.
De gemeente toetst elke aanvraag voor een omgevingsvergunning aan de geldende planologische kaders, die voornamelijk zijn vastgelegd in het (tijdelijke) omgevingsplan. Het doel hiervan is om de ruimtelijke kwaliteit van de gemeente te beschermen.
Ontwikkelingen die niet binnen deze planologische kaders van het omgevingsplan passen worden, op kleine afwijkingen na, in beginsel besproken en beoordeeld op haalbaarheid door de intake- en Omgevingstafel van de gemeente Tiel. Ontwikkelingen die niet binnen deze planologische kaders van het omgevingsplan passen worden, op kleine afwijkingen na, in beginsel besproken en beoordeeld op haalbaarheid door de intake- en Omgevingstafel van de gemeente Tiel. De Omgevingstafel bestaat uit ambtelijke specialisten op het gebied van vergunningverlening, ruimtelijke ontwikkeling, milieu, verkeer, wonen en economische zaken. Naast de genoemde specialisten kan de initiatiefnemer en eventueel andere betrokkenen een plek aan tafel krijgen om het voorstel nader toe te lichten. De Omgevingstafel komt eens in de 6 weken samen. In bepaalde gevallen kan besloten worden toch een vergunning te verlenen, ondanks dat de aanvraag niet binnen de geldende planologische kaders valt. Voorbeelden hiervan zijn een wijzigingsbevoegdheid voor binnenplanse wijzigingen of via een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA). Hierbij hanteren wij altijd de ‘ja, mits…’ gedachte en hanteren we de menselijke maat.
Plannen die voldoen aan de regels van het omgevingsplan of waarvoor mogelijk kan worden afgeweken van die regels, worden vervolgens getoetst aan redelijke eisen van welstand, indien deze in een gebied zijn gelegen waar welstandstoetsing van toepassing is. Voor deze toets wordt gebruik gemaakt van de gemeentelijke welstandsnota en vastgestelde beeldkwaliteitsplannen. In deze stukken staan de welstandscriteria beschreven. De welstandsnota wordt in de komende jaren vernieuwd.
Werkwijze en proces vooroverleg
Voordat een inwoner of ondernemer een vergunningaanvraag doet, stimuleren wij om met ons in gesprek te gaan. Het eerste contact verloopt via het Omgevingsloket. Het Omgevingsloket biedt onze inwoners en ondernemers al jaren een vertrouwde ingang voor juiste en gedetailleerde informatie over omgevingsvergunningen en andere zaken (zie kader hieronder). Naar aanleiding van het initiële contact stimuleren we om een vooroverleg te starten.
Het vooroverleg is een informele procedure die bedoeld is om een indicatie te geven over de haalbaarheid van een bouwplan. Dit overleg stelt een potentiële aanvrager in de gelegenheid om de haalbaarheid van een initiatief na te gaan zonder grote kosten te maken en het plan tot in detail uit te werken. Bij formele vergunningaanvragen is er namelijk minder flexibiliteit mogelijk vanwege ‘het primaat van de aanvraag’ (het bevoegd gezag moet beslissen op basis van de ingediende aanvraag) en de beslistermijn. Aan het einde van elk vooroverleg ontvangt de initiatiefnemer een eindmail met een overzicht van de vervolgstappen en de benodigde documenten.
Deze werkwijze sluit goed aan bij de Omgevingswet, omdat het vooroverleg buiten de vastgestelde termijn van maximaal 8 weken voor de afhandeling van een aanvraag valt. Het vooroverleg heeft de afgelopen jaren aan populariteit gewonnen en in de gemeente Tiel willen we dit instrument actief blijven stimuleren voor alle bouwinitiatieven van enige omvang. De juridisch adviseur vergunningen is hierbij verantwoordelijk voor begeleiding tijdens het vooroverleg. In het geval van complexe, grote of gevoelige bouwplannen wordt de dialoog overgedragen aan het team Ruimtelijke Procedure en wordt het voortgezet aan de intake- en Omgevingstafel. Hier sluit dezelfde collega aan om continuïteit te bewaren.
Naast vragen over omgevingsvergunningen kunnen inwoners en ondernemers voor de volgende zaken bij het Omgevingsloket terecht;
|
Wij stimuleren het vooroverleg door duidelijke communicatie over het proces op onze gemeentelijke website. Initiatiefnemers worden ook actief geïnformeerd over de voordelen van het vooroverleg wanneer ze contact met ons leggen. Hierbij begeleidt de gemeente initiatiefnemers in dit proces. Wij gaan naast hen staan en delen onze kennis en ervaring. Bovendien bieden wij een financiële stimulans, waarbij er geen kosten voor vooroverleg in rekening worden gebracht zodra dit binnen zes maanden leidt tot een officiële vergunningaanvraag en tot een 50% vermindering als de vergunningsaanvraag tussen 6 tot 12 maanden na het conceptverzoek wordt ingediend.
Werkwijze en proces vergunningverlening
Na binnenkomst van de aanvraag volgen wij de standaardwerkwijzen op hoofdlijnen, die per type vergunning kunnen verschillen. De processtappen van deze standaardwerkwijzen zijn vastgelegd in het VTH-zaaksysteem, waar ook het verloop van de afhandeling van een vergunningaanvraag of melding wordt bijgehouden. Over het algemeen verloopt de behandeling van een vergunningaanvraag zoals hieronder is beschreven.
Voor meldingen van voormalige vergunningplichten (omgevingsrecht) geldt de grondslag van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Dit betreft onder andere bouwmeldingen, sloopmeldingen, meldingen voor het mobiel breken van bouw- en sloopafval en de gebruiksmelding (brandveilig gebruik). In tegenstelling tot vergunningaanvragen wordt bij meldingen alleen een volledigheidsbeoordeling uitgevoerd. Meldingen kunnen via het DSO bij de gemeente worden ingediend en worden indien nodig uitbesteed aan de Veiligheidsregio of de Omgevingsdienst. Wanneer een melding niet volledig is, wordt deze niet in behandeling genomen. De melder wordt hiervan op de hoogte gebracht. Meldingen worden via het DSO bij de gemeente ingediend of uitbesteed aan de Veiligheidsregio of de Omgevingsdienst. Bij de afhandeling van meldingen wordt een risicogestuurde aanpak gehanteerd, waarbij de prioriteit wordt bepaald op basis van een risicoanalyse. Als er behoefte is aan inhoudelijk advies, vragen wij dit op bij onze ketenpartners.
Landelijke Richtlijn Bouw- en Sloopveiligheid
Onder de Omgevingswet is bouw- en sloopveiligheid een aparte activiteit, genoemd in de informatieplicht. De vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland (VBWTN) heeft een landelijke richtlijn bouw- en sloopveiligheid opgesteld. Deze richtlijn tracht de veiligheid en het beschermen van de gezondheid in de directe omgeving van bouw- en sloopwerkzaamheden te waarborgen, zoals bedoeld in artikel 7.2a van het Bbl. In 7.15, lid 2 Bbl wordt verder specifiek verwezen naar de landelijke richtlijn m.b.t. de veiligheidsafstand.
Het niet door het Bbl aangestuurde deel van het beleid kan door de gemeente als lokaal beleid vastgesteld worden als onderdeel van het omgevingsplan. Door de richtlijn als beleid vast te stellen staat de gemeente voor een landelijke uniforme borging van de veiligheid rondom de bouw- en sloopplaats.
Bijlage 3 | Toezicht Omgevingsrecht
Bij de gemeente Tiel hanteren we de volgende vormen van toezicht:
Dit omvat het toezicht op verleende omgevingsvergunningen tijdens de uitvoeringsfase. Qua diepgang van de beoordeling hanteren we voor bouwactiviteiten de risicomatrix van de vereniging Bouw- en Woningtoezicht (BWT). Deze matrix bevat een risicoanalyse en prioritering, op basis waarvan is bepaald of toezicht noodzakelijk is en op welke momenten in het bouwproces dit plaatsvindt. Voor toezicht waar nog een constructieve toets plaats moet vinden (Gevolgklasse 1 verbouw1 en Gevolgklasse 2 en 32) wordt gebruik gemaakt van het beleid in Bijlage 6.
Schriftelijke verzoeken om handhaving die voldoen aan het bepaalde in de Algemene Wet bestuursrecht handelen we in principe conform de hiervoor geldende regels af. Bij de afhandeling van de verzoeken om handhaving en klachten zijn de in dit VTH-beleidsplan genoemde prioriteiten in de handhaving leidend. Een belangrijk uitgangspunt bij de afweging van de beslissing op de klacht of het verzoek is dat de verantwoordelijkheid in veel grotere mate bij de burgers en bedrijven zelf ligt. Dit betekent dat de gemeente zich niet bij elke klacht/verzoek geroepen zal voelen om op te treden maar de verantwoordelijkheid voor het oplossen hiervan bij de burger en het bedrijf zal leggen. Waar mogelijk moedigen wij een traject via pre-mediation of buurtbemiddeling aan. Op anonieme meldingen wordt in beginsel niet gereageerd.
Ambtshalve constateringen zijn momenten waarbij een toezichthouder een signaal zelfstandig doorgeeft zonder voorliggende aanleiding. De geconstateerde overtreding kan binnen of buiten zijn expertise vallen. Doordat de werkzaamheden toezicht en handhaving van de bouw gescheiden zijn, zorgen onze toezichthouders ervoor dat ze alles wat ze tegenkomen registreren als ambtshalve constatering.
Naar aanleiding van de melding start bouwactiviteit controleren onze toezichthouders eerst of alle benodigde documenten zijn aangeleverd. Indien documenten ontbreken worden deze eerst opgevraagd. Vervolgens gaan we in gesprek met de initiatiefnemer en aannemer tijdens een startgesprek. Hier bespreken we de planningen en worden er afspraken gemaakt over de momenten waarop toezicht wordt gehouden. Hierbij richten wij ons op de belangrijkste constructieve bouwmomenten, waarbij de diepgang en frequentie van het toezicht afhankelijk is van het type bouwwerk en de observaties van de toezichthouder gedurende het vergunningen en controleproces.
Voordat een toezichtcontrole plaatsvindt, worden eerst alle relevante documenten die bij de casus horen zorgvuldig beoordeeld. Wanneer het toezicht betrekking heeft op een omgevingsvergunning, zijn deze documenten samengevoegd in een dossier dat is terug te vinden in het archief. Bij nieuwe toezichtzaken stelt de toezichthouder dit dossier samen door alle revelante documenten te verzamelen.
Gedurende de uitvoering van een verleende vergunning komen onze toezichthouders op belangrijke constructieve bouwmomenten volgens een vooraf vastgestelde planning langs. Mochten er zorgen en/of risico’s blijken te zijn dan wordt de frequentie verhoogd en gaan onze toezichthouders eventueel onaangekondigd langs. Verder komt de toezichthouder altijd langs bij de eindcontrole. Buiten het controleren geven onze toezichthouders ook advies aan de brandweer over de noodzakelijkheid van het uitvoeren van een brandveiligheidscontrole.
Aan geplande toezichtcontroles koppelen onze toezichthouders regelmatig een proactieve controle, waarbij ze een rondje maken in de buurt van de afspraak om op de hoogte te blijven van alles dat speelt in het gebied en in te zetten op ambtshalve constateringen.
Wkb -meldingen (bouw- en gereedmelding )
Met de inwerkingtreding van de Wkb is het toezicht op bouwactiviteiten veranderd. Gemeenten blijven verantwoordelijk voor het toezicht op de bestaande bouw en de bouw- en sloopveiligheid, en blijven het bevoegd gezag voor het bouwdomein. Het bouwtoezicht voor gevolgklasse 1 nieuwbouwwerken is echter primair belegd bij een private kwaliteitsborger. Naar verwachting zal dit vanaf 1 juli 2025 ook gelden voor gevolgklasse 1 verbouw, waarbij de gevolgklassen 2 en 3 na een evaluatieperiode in de toekomst mogelijk ook volgen.
Onze preventieve bouwtechnische toetsing voorafgaand aan de bouw en het constructieve toezicht tijdens de bouw wordt vervangen door toetsing en toezicht door een private kwaliteitsborger. Er zijn wel vaste momenten in het proces ingebouwd waarin de initiatiefnemer verantwoording moet afleggen aan de gemeente over de naleving van de bouwtechnische voorschriften, in de vorm van meldingen zoals de bouwactiviteit- en de gereedmelding. Deze meldingen dragen bij aan de rol van de gemeente als bevoegd gezag voor de handhaving. In de basis gaan wij hiermee hetzelfde om als met de overige meldingen, door deze risico-gestuurd op te pakken. Als er lokaal gebonden risico’s zijn, dan worden deze gecontroleerd in het borgingsplan.
Hoewel het constructieve toezicht bij de private kwaliteitsborger belegd is, worden alle bouwwerken die onder de Wkb vallen in beginsel wel op de omgevingsplanactiviteit gecontroleerd. Naar aanleiding van de ervaringen kan dit in de toekomst meer steekproefsgewijs worden opgepakt. Daarnaast controleert de gemeente Tiel in het begin een gedeelte van de Wkb-meldingen steekproefsgewijs, wat ook op basis van ervaringen aangepast kan worden. In de situatie dat er signalen of klachten bij het gemeentelijke bouwtoezicht binnenkomen over de bouwkwaliteit, het functioneren van de kwaliteitsborger of bij bijzondere lokale omstandigheden, dan kan de gemeente de bouw stilleggen en/of een controle op de bouwplaats uitvoeren.
Om de objectiviteit van onze werkzaamheden te waarborgen, hanteren we binnen de gemeente Tiel een strikte scheiding tussen vergunningverlening, toezicht en handhaving. Dit betekent dat de medewerker die een vergunningaanvraag behandelt niet verantwoordelijk is voor het toezicht op de uitvoering daarvan. Een soortgelijke functiescheiding wordt toegepast binnen toezicht en handhaving. Wanneer een overtreding wordt geconstateerd, zoekt onze toezichthouder altijd eerst actief het gesprek op met de overtreder. Het doel hiervan is om de overtreding, waar mogelijk, op een informele wijze af te handelen. Hierbij wordt altijd rekening gehouden met de specifieke omstandigheden en de persoon achter de overtreding. Indien deze menselijke benadering geen passende uitkomst weet te bieden, wordt het dossier overgedragen aan een jurist voor het opleggen van sancties. Hoewel we dus met een duidelijke functiescheiding werken, stimuleren we wel de samenwerking tussen de verschillende rollen. Dit zorgt ervoor dat kennis effectief wordt gedeeld en de kwaliteit van de gehele VTH-keten gewaarborgd blijft.
De doorlopen stappen en genomen beslissingen worden door de toezichthouders verifieerbaar en transparant opgeslagen in ons zaaksysteem. De mate en de inhoud van de rapportage is afhankelijk van het toetsingsniveau dat hierbij wordt gehanteerd. Het controlerapport wordt niet actief gedeeld met betrokkenen en wordt alleen openbaar gemaakt op verzoek van belanghebbenden of in het kader van juridische procedures.
Bijlage 4 | Toelichting Handhavingsstrategie
Toelichting geprioriteerd handhaven
Als bevoegd gezag is het onze taak om bij overtredingen de beginselplicht tot handhaven toe te passen, met als doel om de overtreding te beëindigen en/of herhaling in de toekomst te voorkomen. Voor elke overtreding maken wij een gedegen afweging en hanteren wij een prioritering op basis van de risicoanalyse. Aangezien wij niet overal tegelijkertijd aanwezig kunnen zijn, is het noodzakelijk om een evenwichtig handhavingsbeleid te voeren, waarbij we onze handhavingscapaciteit inzetten op zaken met de hoogste prioriteit.
Het is belangrijk om te benadrukken dat de prioritering in onze toezicht- en handhavingstaken op basis van de risicoanalyse niet onder gedogen valt. Het is simpelweg onmogelijk om alles te handhaven, dus het evenwichtige handhavingsbeleid is vooral bedoeld om de inzet van onze handhavingscapaciteit op zaken met de hoogste prioriteit te focussen. In gevallen waarin wij ervoor kiezen om bepaalde overtredingen niet actief te handhaven, betekent dit echter niet dat wij deze overtredingen gedogen. Handhaving blijft altijd mogelijk in gevallen waarin er bijvoorbeeld een klacht wordt ingediend of als de resultaten van een steekproef aanleiding geven tot controle van de gehele branche. Aangezien de gemeente een voorbeeldfunctie heeft naar haar burgers en bedrijven, geldt deze werkwijze in het bijzonder voor overtredingen die gemaakt zijn door de eigen organisatie of medeoverheden.
Door onze prioritering en uniforme aanpak van handhaving hopen wij een effectief en efficiënt toezicht te kunnen houden en bij te dragen aan een veilige en gezonde leefomgeving voor iedereen.
Dwangsombedragen en begunstigingstermijnen
De gemeente heeft bij het bepalen van de hoogte van de dwangsom en de begunstigingstermijn een ruime mate van beleidsvrijheid. In het licht van rechtszekerheid en het gelijkheidsbeginsel wil de gemeente Tiel op een uniforme wijze optreden tegen overtredingen. Daarom heeft de gemeente gelijktijdig met dit beleid een richtlijn voor dwangsombedragen en begunstigingstermijnen vastgesteld, opgenomen in bijlage 6. Deze richtlijn geeft duidelijkheid en transparantie over de hoogte van de dwangsommen en begunstigingstermijnen in relatie tot de overtredingen.
Het invorderen van de dwangsom vindt plaats overeenkomstig de in de rechtspraak geformuleerde beginselplicht tot invordering en de daarbij behorende uitzonderingen. Kwijtschelding van de verbeurde dwangsom is niet mogelijk. Matiging van de dwangsom wordt niet overwogen voordat de overtreding ongedaan is gemaakt.
Bij het vaststellen van de hoogte van de dwangsommen is bepaald dat deze voldoende stimulerend moeten werken, zodat de opgelegde last wordt nageleefd zonder dat de dwangsom wordt verbeurd. Bij het bepalen van de begunstigingstermijn is het uitgangspunt dat deze niet langer is dan strikt noodzakelijk om de overtreding te beëindigen. De termijn mag namelijk niet zodanig lang zijn dat het in feite neerkomt op gedogen. Opschorting van de handhavingsprocedure is mogelijk indien tijdens het proces alsnog de mogelijkheid ontstaat om tot een oplossing te komen en hierover afspraken kunnen worden gemaakt, waarbij de eigen verantwoordelijkheid steeds leidend is. Het gedogen van de overtreding is geen mogelijkheid.
Bijlage 5 | Samenwerking Ketenpartners
De veiligheidsregio werkt aan de publieke veiligheid en gezondheid. Zij bestaat uit de Brandweer, GGD, GHOR, Ambulancezorg en Veilig Thuis. De veiligheidsregio adviseert en ondersteunt de gemeente bij de vergunningverlening (bouwen, milieu, gebruik) op het gebied van brandveiligheid, bereikbaarheid en bluswatervoorzieningen, brandveiligheid en gezondheidsaspecten bij evenementen, ruimtelijke ordening inclusief externe veiligheid van brandveilig gebruik en gezondheid. Ook voert de VRGZ op deze gebieden toezicht uit. Daarnaast ondersteunt zij de gemeente bij diverse projecten en is zij aangesloten bij de regionale afspraken over de intake- en Omgevingstafel. |
||
De omgevingsdienst voert de wettelijke én enkele aanvullende (milieu)taken uit namens de gemeente. Zo adviseert de omgevingsdienst de gemeente bij vergunningverlening en meldingen op het gebied van milieuaspecten. Ook voert zij toezicht uit op de milieuaspecten. Ook voert zij de taken met betrekking tot sloopmeldingen (controle en toezicht) uit. Tot slot ondersteunt zij de gemeente bij diverse projecten en is zij aangesloten bij de regionale afspraken over de intake- en Omgevingstafel. |
De gemeente en de omgevingsdienst hebben een dienstverleningsovereenkomst (DVO). Hier is eveneens een mandaatbesluit voor genomen. Via de samenwerkingsfunctionaliteit wordt samengewerkt tussen de gemeente, ODR en de VRGZ. Er is contact tussen de ODR en vergunningverleners op vergunningbasis. |
|
Deze commissie is belast met het beoordelen van initiatieven, bouwplannen en aanvragen die gaan over Rijksmonumenten en welstandsaspecten. |
Deze commissie (en haar leden) wordt benoemd door de gemeenteraad via De verordening Gemeentelijke adviescommissie Omgevingskwaliteit Tiel. Tweewekelijks komt de commissie in een openbare vergadering bijeen en behandelt zij de zaken. De commissie behandelt alle relevante aanvragen voor een omgevingsvergunning en ruimtelijke plannen. De commissie geeft haar oordeel in een advies aan het college van burgemeester en wethouders. Het college beslist dan of een omgevingsvergunning wordt afgegeven of niet. |
|
Bij een aantal ruimtelijke afwegingen wordt afgestemd met/advies ingewonnen bij de Provincie. Voor de complexe initiatieven vindt omgevingsoverleg plaats met de ketenpartners, waaronder de Provincie. Hiernaast ziet de provincie Gelderland toe op, of en in hoeverre gemeenten voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen via het Interbestuurlijk Toezicht (IBT). Het IBT richt zich zowel op de taken vergunningenverlening, toezicht en handhaving, als op ruimtelijke ordening, milieu, externe veiligheid en erfgoed/monumenten. In de provinciale verordening Systematische toezichtinformatie is vastgelegd welke informatie de provincie van de gemeenten jaarlijks wil ontvangen op de onderdelen van het omgevingsrecht. Op basis van de aangeleverde informatie vindt de beoordeling plaats. |
||
Bij een aantal ruimtelijke afwegingen (Omgevingsbesluit Hoofdstuk 4) stemmen wij af met het Waterschap. Daarnaast ondersteunt het waterschap de gemeente bij diverse projecten en is zij aangesloten bij de regionale afspraken over de intake- en Omgevingstafel. Bij activiteiten in of nabijheid van het watersysteem en keringen (beschermingszones) en bij onttrekkingen van grondwater verleent het waterschap zelfstandig de omgevingsvergunning water. Hier geeft de gemeente advies. |
Met het Waterschap zijn regionaal werkafspraken gemaakt. Eventuele adviezen vragen wij rechtstreeks op. |
|
Bij een vergunningaanvraag voor herbestemming, verbouwing en/of restauratie met ingrijpende gevolgen voor een rijksmonument wordt er advies ingewonnen bij de Rijksdienst. Daarnaast wordt, indien nodig, aanvullend advies over specialistische onderwerpen zoals natuursteen, wandbekleding en historisch meubilair, uitgevraagd bij de deskundigen van de Rijksdienst. |
De gemeente onderhoudt contact met twee contactpersonen van de Rijksdienst uit de regio Gelderland-West, gespecialiseerd in bouwkunde en architectuurhistorie. |
|
Op ad hoc-basis hebben we contact met incidentele ketenpartners aangaande specialistische kennis of specifieke vergunningaanvragen. Hierbij maken wij specifieke werkafspraken op basis van het betreffende project. |
Bijlage 6 | Richtlijn Dwangsommen en Begunstigingstermijnen Omgevingsrecht
Bijlage 7 | Beleid constructieve toets aanvraag en toezicht
Artikel 1. Uitgangspunten niveau technische toets constructies
Artikel 2. Uitgangspunten controleniveau toezicht
Artikel 3. Verlagen en/of verhogen van het toets- en controleniveau
3.1 algemene tabel bouwwerktype
3.2 Tabellen toetsing constructieve toets
3.3 Tabellen toetsniveau toezicht
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-36502.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.