Verkeersbesluit instellen tijdelijke geslotenverklaring voor voertuigen zwaarder dan 40 ton op Californiëbrug in Haarlem

Nr. 2025/0551080

Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem,

gelet op de Wegenwet, de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994), het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990), het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) en de Uitvoeringsvoorschriften van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: Uitvoeringsvoorschriften BABW).

Overwegende:

dat de Californiëbrug gelegen is binnen de bebouwde kom van Haarlem;

dat de Californiëbrug in beheer is bij de gemeente Haarlem;

dat de Californiëbrug een weg is als bedoeld in artikel 18, lid 1 onder d van de WVW 1994;

dat gelet op bovengenoemd artikel het college van burgemeester en wethouders van Haarlem bevoegd is verkeersbesluiten te nemen voor deze wegen;

dat de bevoegdheid voor het nemen van verkeersbesluiten door het college van burgemeester en wethouders van Haarlem is gemandateerd aan het afdelingshoofd Beheer en Beleid Openbare Ruimte;

dat de Californiëbrug onderdeel uitmaakt van de voetgangerszone rondom het winkelcentrum Schalkwijk;

dat de Californiëbrug het zuidelijke deel van het winkelcentrum Schalkwijk, vanaf de rotonde in de Briandlaan en de Stresemannlaan, ontsluit;

dat iedere dinsdag een markt plaatsvindt op het Californiëplein ten westen van de Californiëbrug, zoals aangegeven in het marktinrichtingsplan van 2014;

dat de Californiëbrug daarmee als toegangsweg tot de markt wordt gebruikt;

dat rondom het winkelcentrum nieuwe woningbouwontwikkelingen worden gerealiseerd;

dat het bouwverkeer richting deze woningbouwontwikkelingen gebruik maakt van de Californiëbrug;

dat de Californiëbrug daarmee onderdeel uitmaakt van de bouwweg richting het Californiëplein

dat de bouwweg is afgescheiden van de rest van de brug door middel van een fysieke afscheiding (barrière)

dat fietsers en voetgangers ten noorden van de afscheiding fietsen en wandelen;

dat voertuigen richting de markt in het voetgangersgebied op het Californiëplein ook gebruik maken van de Californiëbrug;

dat voertuigen richting de markt daarmee ook over het noordelijke gedeelte van de brug rijden;

dat bij de brugrailingen van de Californiëbrug de draagkracht van de brug beperkt is ten opzichte van het middengedeelte van de brug;

dat de maximale belasting van voertuigen op de brug 40 ton bedraagt, op minimaal 2,1 meter afstand van de railing van de brug;

dat de voertuigen ten behoeve van de markt over het zwakke gedeelte van de brug rijden;

dat het gelet op het waarborgen van de veiligheid op en nabij de brug, er daarom een geslotenverklaring in te stellen voor voertuigen en samenstellen van voertuigen, waarvan de totaalmassa of de som van de aslasten hoger is dan 40 ton, op de Californiëbrug;

dat hiermee constructieve schade aan de brug voorkomen wordt;

dat het vermijden van de rand van de brug voornamelijk geldt voor het (bouw)verkeer dat inrijdt vanaf de Briandlaan;

dat (bouw)verkeer vanaf het Californiëplein richting de Briandlaan al over het midden van de brug rijdt;

dat daarmee alleen aan de noordzijde van de brug de bebording C21 van bijlage 1 van het RVV 1990 met de opdruk ‘4,0 t’ met onderbord ‘uitgezonderd bouwweg’ wordt geplaatst, in combinatie met de plaatsing van een plantenbak waarbij de buitenrand van de plantenbak op maximaal 2,1 meter vanaf de railing van de brug wordt geplaatst;

dat er zodoende voldoende ruimte beschikbaar blijft voor het (bouw)verkeer om de Californiëbrug te passeren;

dat de maatregelen alleen noodzakelijk zijn zolang de bouwweg in gebruik is;

dat de maatregelen daarom gelden tot 1 januari 2029 of zoveel korter als mogelijk of langer indien noodzakelijk is;

dat gelet op artikel 12 van het BABW voor het plaatsen van het bord C21 van bijlage 1 van het RVV 1990 een verkeersbesluit is vereist;

dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 de hiervoor benoemde verkeersmaatregelen strekken tot het verzekeren van de veiligheid op de weg en het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer in het geding komt met uitvoeren van de hiervoor benoemde verkeersmaatregelen;

dat gelet op alle voorgaande overwegingen het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer ondergeschikt is aan het verzekeren van de veiligheid op de weg en het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

dat gelet op artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met de gemandateerde van de politie,

dat de politie heeft ingestemd met de hierna genoemde verkeersmaatregelen, met dien verstande dat de politie het opmerkelijk vindt om een geslotenverklaring C21 voor 40ton te plaatsen op een voetgangerszone, waar alleen fietsers en voetgangers zijn toegelaten;

dat daarbij de verkeerstekens geldig zijn voor de weg en de weg loopt hier van brugleuning tot brugleuning. De bouwweg maakt daardoor onderdeel uit van deze maatregel;

dat het dus correct is om dit wegdeel uit te zonderen van deze geslotenverklaring. Het is verder van belang dat de locatie van de weekmarkt juist vermeldt staat in het marktreglement. Vanuit politie oogpunt zijn daar twijfels over.

Het besluit:

Het college van burgemeester en wethouders van Haarlem besluit:

- door middel van het tijdelijk plaatsen van twee borden C21 van bijlage 1 van het RVV 1990 met opdruk ’4,0 t’ en met onderbord ‘uitgezonderd bouwweg’ aan de west- en oostzijde van de brug de Californiëbrug af te sluiten voor voertuigen en samenstellen van voertuigen, waarvan de totaalmassa of de som van de aslasten hoger is dan 40 ton;

- dat bovenstaande verkeersmaatregel geldt tot 1 januari 2029 of zoveel korter als mogelijk of langer indien noodzakelijk is;

- een en ander overeenkomstig onderstaande situatieschets.

Situatieschets:

Aldus vastgesteld op 4 augustus 2025 te Haarlem

Namens het college van burgemeester en wethouders van Haarlem,

Drs. M. Vos MRE

Afdelingsmanager Vastgoed

Namens:

Ing. Dilshad Jabar

Afdelingsmanager Beheer en Beleid Openbare Ruimte

Dit besluit treedt in werking na bekendmaking in het Gemeenteblad. Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na publicatie van dit besluit in het Gemeenteblad bezwaar maken bij burgemeester en wethouders van Haarlem, Postbus 511, 2003 PB te Haarlem. Het bezwaarschrift moet de naam en het adres vermelden van degene die bezwaar maakt, zijn ondertekend en de datum vermelden waarop het is opgesteld. Daarnaast verzoeken wij u om ook uw telefoonnummer en/of e-mailadres te vermelden. Dit maakt het makkelijker om contact met u op te nemen over uw bezwaarschrift. In het bezwaarschrift moet ook worden aangegeven tegen welk besluit bezwaar wordt gemaakt en waarom het bezwaar wordt gemaakt. Door het indienen van het bezwaarschrift wordt dit besluit niet opgeschort. Bij een spoedeisend belang kan degene die een bezwaarschrift heeft ingediend een voorlopige voorziening vragen aan de voorzieningenrechter van de rechtbank, sector bestuursrecht, postbus 1621, 2003 BR te Haarlem. Bij het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening moeten griffierechten worden betaald.