Overwegingen ten aanzien van het besluit
Wettelijke grondslag
Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.
Op grond van de WVW 1994, hoofdstuk 2, de bevoegdheid bestaat om maatregelen te treffen omtrent het wijzigen van de inrichting van de weg of tot het verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer;
Ingevolge het Mandaatbesluit Beekdaelen d.d. 19 december 2023 onder artikel 4 en 5 het nemen van verkeersbesluiten is gemandateerd aan de ambtenaar die in het kader van een goede uitoefening van zijn taken en bevoegdheden nodig zijn en overeenstemmen met de taken en verantwoordelijkheden van de organisatie-eenheid Ruimte c.q. taakveld Verkeer waarbinnen de ambtenaar werkzaam is;
Doelstelling en motivering
Doelstelling
Uit oogpunt van het verzekeren van de veiligheid op de weg, het beschermen van weggebruikers en passagiers en het in stand houden van de weg, het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan (artikel 2 Wegenverkeerswet 1994 lid 1) en het verbeteren van de leefbaarheid, is het gewenst om een voorrangsregeling in te stellen op diverse locaties bij de bebouwde komgrenzen. Het betreft de volgende locaties:
Merkelbeek:
Belenweg 33
Schinnen:
Hegge 143
Sweikhuizen:
Bergstraat 2 en Bergstraat 110
Puth:
Panoramaweg 23
Doenrade: Klein Doenraderweg 72
Motivering
Hierbij is het volgende overwogen:
Dat het beleid van de gemeente Beekdaelen is het voorkomen van ongevallen, het weren van sluipverkeer door de kernen en leefbaarheid gaat voor bereikbaarheid;
Dat de komplateaus de verandering van de maximale wettelijke snelheid aangeven;
Dat het gemotoriseerde verkeer komende van buiten de bebouwde kom voorrang moet verlenen aan het verkeer dat de bebouwde kom uitrijdt;
Dat ten gevolge van de voorrangsregeling de snelheid van het gemotoriseerd verkeer binnen de bebouwde kom afneemt;
Dat de direct omwonenden hierdoor geen hinder of overlast van ondervinden;
Dat het landbouwverkeer en openbaar vervoer hierdoor geen hinder van ondervinden;
Dat de voorrangsregeling bijdraagt aan een vloeiende verkeersafwikkeling bij de komplateaus;
Dat de verkeersmaatregel bijdraagt aan het verbeteren van de verkeersveiligheid en leefbaarheid;
Dat het gemotoriseerde verkeer hier geen hinder van ondervindt.
Overleg
Onderhavige verkeersmaatregel is voorgelegd aan de Taakaccenthouder Verkeer Brunssum/Landgraaf van de Politie Limburg en met deze is besproken. Hiermee is voldaan aan het bepaalde in artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer.
Belangenafweging
Niet is gebleken dat belanghebbenden onevenredig zullen worden benadeeld door de genoemde verkeersmaatregel, dan wel dat door de te treffen verkeersmaatregel een onduidelijke verkeerssituatie zal ontstaan.Verder is niet gebleken dat de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van de weg of weggedeelte gebruik kan maken.