Gemeenteblad van De Fryske Marren
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| De Fryske Marren | Gemeenteblad 2025, 340256 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| De Fryske Marren | Gemeenteblad 2025, 340256 | beleidsregel |
Uitvoeringskader collectieve warmteversneller
Het Rijk heeft in het klimaatakkoord afgesproken dat de transitie van aardgas naar duurzame warmte gerealiseerd moet worden met betrokkenheid van bewoners, gebouweigenaren en andere partijen waar de overstap aan de orde is. Gemeenten hebben een regierol gekregen in deze opgave. Dit geldt ook voor gemeente De Fryske Marren. In de Warmtevisie, De Fryske Marren Aardgasvrij, (17 september 2021) is daarom vastgelegd dat alle bestaande gebouwen in de gemeente uiterlijk in 2050 aardgasvrij moeten zijn.
Deze overstap naar een aardgasvrije manier van verwarmen noemen we de warmtetransitie.
Voor het slagen van de warmtetransitie is draagvlak onder inwoners essentieel. De Warmtevisie, De Fryske Marren Aardgasvrij, (17 september 2021) schrijft hierover:
“Aansluiten bij bewonersinitiatieven: eigen initiatieven worden vanuit de gemeente aangemoedigd en onder-steund . Door samen op te trekken creëren we draagvlak en doen we recht aan de kennis en kunde van onze inwoners. Bewonersgroepen kunnen een centrale rol spelen in de warmtetransitie.“
Met dit Uitvoeringskader willen wij voor alle initiatiefnemers, particulier en zakelijk, inzichtelijk maken op wel-ke wijze initiatieven worden ondersteund en welk proces doorlopen wordt. Dit Uitvoeringskader beschrijft hiertoe regels en de te volgen procedure en wordt gebruikt als toetsingskader om vast te stellen of wij mee-werken aan een initiatief en de uitwerking van het plan. Dit Uitvoeringskader is relevant voor collectieve ini-tiatieven die bijdragen aan het aardgasvrij maken van de bebouwde omgeving.
Uitgangspunt hierbij is het raadsbesluit van 27 november 2024 om te kiezen voor de rolopvatting van 'recht-matige overheid' op basis van het model van de NSOB (Nederlandse School Openbaar Bestuur) met betrekking tot de warmtetransitie.
Met de voorwaarden en uitgangspunten voor collectieve initiatieven in de warmtetransitie bouwt De
Fryske Marren voort op haar eigen beleid, zoals beschreven in de Warmtevisie, en sluit aan op het landelijk en provinciaal beleid. De volgende beleidsuitgangspunten zijn van belang:
Actieprogramma Missy Wetterwaarmte 2022-2025 - Dit programma, opgesteld in samenwerking met de gemeenten Terschelling, Leeuwarden, De Fryske Marren, Súdwest-Fryslân en Wetterskip Fryslân, heeft als ambitie de warmtetransitie te versnellen door brede toepassing van collectieve warmtenet-ten en aquathermie in de gebouwde omgeving.
3.1 Wat zijn collectieve initiatieven in de warmtetransitie?
Collectieve initiatieven in de warmtetransitie zijn concrete plannen van twee of meer bewoners uit verschil-lende huishoudens, bestuurders of bedrijven met als doel het realiseren van een aardgasvrije bebouwde om-geving met gebruikmaking van een duurzame warmtebron en zonder eigen winstoogmerk, hierna ook wel aangeduid als ‘warmtecollectief’.
Een ‘idee’ is nog geen ‘initiatief’. Ter verduidelijking een voorbeeld van een idee en een voorbeeld van een initiatief:
Initiatieven kunnen van verschillende omvang zijn, met daarbij andere gevolgen of invloed op de omgeving en bewoners. We onderscheiden in dit Uitvoeringskader drie typen initiatieven. De eisen die gesteld worden, variëren per type initiatief. Hieronder staan de criteria beschreven wanneer wij spreken van een bepaald type initiatief:
Een woning, ongeacht de grootte, wordt gezien als één woningequivalent (weq). Voor het rekenen met utili-teitsbouw wordt een weq gelijkgesteld aan 130 m2 oppervlakte. Het omrekenen van het totaaloppervlak utili-teitsbouw naar woningequivalenten gaat dus als volgt: Totaaloppervlak utiliteitsbouw/130 = het aantal wo-ningequivalenten.
Het door initiatiefnemers aangeleverde projectplan dient als input voor het WUP. “De concrete uitwerking van het duurzame warmte-alternatief op wijk/buurt/gebiedsniveau vindt plaats in het wijkuitvoeringsplan (WUP). Hierin trekt de gemeente samen op met actieve bewoners en partijen in de wijk, zoals bewonersinitiatieven dorpsbelangen, lokale energiecoöperaties, ondernemersverenigingen en de woningbouwcorporaties.” (Warm-tevisie, De Fryske Marren Aardgasvrij, 17 september 2021).
Een wijkuitvoeringsplan geeft aan hoe de gemeente de wijkgerichte aanpak in een specifieke wijk of buurt wil (laten) realiseren of coördineren. Dit plan is een programma zoals bedoeld in de Omgevingswet. In het wijk-uitvoeringsplan wordt verder beschreven welke warmteoplossing(en) worden toegepast, vanaf wanneer, en welke maatregelen noodzakelijk zijn om de gewenste situatie te bereiken. Het plan bevat de stappen die on-dernomen moeten worden en wie daarvoor verantwoordelijk is.
De betrokkenheid van belanghebbenden bij een initiatief hangt af van het type initiatief. Bij een kleinschalig wijk- of buurtinitiatief zijn belanghebbenden doorgaans de bewoners en eigenaren van gebouwen in de desbe-treffende wijk of buurt.
Bij een middelgroot of groot initiatief of bij een initiatief dat gebruikmaakt van een grootschalige warmte-bron, zijn niet alleen de potentiële afnemers, maar ook andere partijen in de omgeving van de warmtebron belanghebbenden. Deze partijen kunnen zich zowel binnen als buiten de gemeente bevinden. Verder zijn ook netbeheerders en toezichthoudende instanties, zoals het Waterschap, belanghebbenden.
Onder duurzame warmtebronnen verstaan we warmtebronnen die substantieel minder broeikasgassen uitsto-ten, berekend over de gehele keten, in vergelijking met het gebruik van fossiele brandstof. Hieronder kunnen vallen lokale (rest)warmte zoals warmte uit de bodem, omgevingswater of bedrijfsactiviteiten.
Andere mogelijke bronnen zijn (vaste) biomassa en groengas. De Warmtevisie, De Fryske Marren Aardgasvrij zegt het volgende over duurzame warmtebronnen:
“Duurzame warmtebronnen worden onderverdeeld in hoog-temperatuur-, midden-temperatuur en laagtem-peratuur bronnen. Van de verschillende hoog-temperatuur bronnen hebben groengas, (vaste) biomassa, hoge temperatuur restwarmte en zonthermie de meeste potentie in De Fryske Marren.”
“Naast de HT-warmtebronnen is er een grote capaciteit aan laagtemperatuurbronnen in De Fryske Marren aanwezig. Er is veel potentie voor aquathermie , bodemwarmte en natuurlijk warmte uit de lucht. Bij deze warmtebronnen wordt elektriciteit gebruikt om de warmte uit de omgeving op te waarderen naar een hogere temperatuur.”
“De diepe aarde in De Fryske Marren is in principe geschikt voor diepe- en ondiepe geothermie (Regionale Structuur Warmte Fryslân, 2020). Geothermie is het winnen van midden- en hoog-temperatuur-warmte uit diepe aardlagen (kilometers diep) die gebruikt kan worden voor de verwarming van water in een warmtenet. Voor geothermie is echter een minimum van een paar duizend woningen nodig om voldoende afzet van warm-te te realiseren. Een dergelijke hoeveelheid woningen die dicht bij elkaar staan komt niet in de gemeente voor. Zelfs in Joure en Lemmer is de bouwdichtheid te laag voor een warmtenet op geothermie.”
Initiatieven moeten gericht zijn op het aardgasvrij maken van de bebouwde omgeving. Er wordt daarbij ge-bruikgemaakt van een duurzame warmtebron. Het systeem wordt efficiënt ontworpen en beheerd om ener-gieverlies te minimaliseren en beschikbare warmtebronnen optimaal te benutten. De totale energievoorzie-ning is gericht op een zo laag mogelijke milieubelasting en draagt bij aan verduurzaming van gebouwen.
De ontwikkeling en exploitatie vinden plaats binnen, op basis van een globale haalbaarheidsscan, financieel en juridisch haalbare kaders. Er is aandacht voor stabiliteit en eerlijke verdeling van kosten voor gebruikers. Sub-sidiemogelijkheden worden maximaal meegenomen. Initiatiefnemers hebben geen eigen winstoogmerk.
Er is sprake van een vastgelegde organisatie of samenwerking tussen meerdere inwoners en/of bestuurders en van een maatschappelijk belang. Initiatiefnemers kunnen naar het oordeel van gemeente De Fryske Marren aannemelijk maken dat de samenwerking kans van slagen heeft.
Middels een begroting wordt lokale grip op service en kostenontwikkeling gewaarborgd voor belanghebben-den. De begroting is onderdeel van het projectplan.
Het initiatief heeft betrekking op woningen of woningequivalenten in gemeente De Fryske Marren en binnen een logisch geografisch afgebakend gebied. Initiatieven die de gemeentegrenzen deels overschrijden, kunnen naar rato ondersteund worden als de gemeente van oordeel is dat aan de andere voorwaarden in dit uitvoe-ringskader voldaan wordt. Het initiatief mag niet conflicteren met andere initiatieven in het betreffende ge-bied.
Aanvragen voor de Subsidie Collectieve Warmteversneller die aan dit Uitvoeringskader gekoppeld is, worden beoordeeld op basis van onderstaand puntensysteem. Bij overschrijding van het subsidieplafond gaan initia-tieven met een hogere totaalscore voor.
Dit Uitvoeringskader beschrijft de stappen tot vaststelling van het wijkuitvoeringsplan, fase 1 en 2 van onder-staand proces. Fase 3, uitvoering van het wijkuitvoeringsplan, gaat conform het opgestelde plan en wordt in dit Uitvoeringskader niet beschreven.
Initiatiefnemer zorgt voor participatie conform de participatieparagraaf. Gemeente kan hierbij aansluiten vanuit haar publiekrechtelijk verplichte participatiekader.
De participatieparagraaf wordt met input van de omgeving uitgewerkt in het projectplan. De participatiepara-graaf heeft als doel om de omgeving aan het begin van het proces te betrekken bij keuzes en beschrijft:
Er is sprake van een voldoende definitieve participatieparagraaf wanneer:
Er is sprake van overheidsparticipatie op trede 1-3 van de participatieladder. De gemeente neemt deel aan het participatieproces, heeft hierbij een toetsende rol en kan bijsturen indien dit naar haar oordeel nodig is.
De gemeente is verantwoordelijk voor de participatie en communicatie met betrekking tot de gemeentebrede warmtetransitie. De initiatiefnemer draagt zorg voor de participatie- en communicatieactiviteiten op project-niveau en verantwoordt dit aan de gemeente.
Het resultaat van fase 2 is een uitgewerkt wijkuitvoeringsplan conform dit Uitvoeringskader. Dit wijkuitvoe-ringsplan heeft voldoende draagvlak van initiatiefnemers en belanghebbenden (conform Wikselwurk!) en wordt door de gemeente opgesteld en voorgelegd aan het college en de raad ter besluitvorming. Als college en gemeenteraad instemmen met het plan wordt gestart met de uitvoer van het plan (fase 3, geen onderdeel van dit Uitvoeringskader).
De gemeente draagt de verantwoordelijkheid voor de ruimtelijke integratie van het initiatief en geeft hier, met het projectplan als input, vorm en inhoud aan in het wijkuitvoeringsplan. De gemeente baseert zich hierbij op dit Uitvoeringskader en zorgt ervoor dat de richtlijnen uit de warmtevisie in het proces worden geïnte-greerd binnen de kaders van het omgevingsplan.
De initiatiefnemer vervult een uitvoerende functie en is verantwoordelijk voor de participatie met betrekking tot het initiatief, conform Wikselwurk! De Fryske Marren-lijn voor inwoners- en overheidsparticipatie. De ge-meente heeft een publiekrechtelijke taak. Als gemeente De Fryske Marren zullen we ons vooral opstellen als procesregisseur.
Collectieve initiatieven die niet voldoen aan alle voorwaarden zoals omschreven in dit Uitvoeringskader, maar die naar het oordeel van de gemeente wel een positieve bijdrage kunnen leveren aan het terugdringen van aardgasverbruik in de bebouwde omgeving, worden in voorkomende gevallen ter beoordeling voorgelegd aan het college.
Hierbij valt te denken aan initiatieven die een deel van de oplossing behelzen en daarmee de totaaloplossing een stap dichterbij brengen, zoals aardgasloos koken en aardgasloos tapwater.
Burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren,
N. L. Agricola, burgemeester
D. Cazemier, gemeentesecretaris
Dit formulier bevat per onderdeel drie invulniveaus afhankelijk van de ontwikkelfase van het initiatief:
3a. Oprichtingsfase (oriënterend), 3b. Voorbereidingsfase (planvorming), 3c. Realisatiefase (uitvoering).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-340256.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.