Amsterdam stadsdeel Oost, verkeersbesluit voor het opheffen en instellen van een verplicht bromfietspad op het deel van de Ooster Ringdijk tussen de Molukkenstraat en de Polderweg

 

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

 

g elet op:

 

  • de Wegenverkeerswet (WVW 1994);

  • het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990);

  • de bepalingen en de uitvoeringsvoorschriften van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW);

  • de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

  • de Verordening stadsdelen en stadsgebied Amsterdam 2022;

  • de ondermandaatbesluiten van de stadsdelen en stadsgebied.

  •  

 

Overwegende dat:

 

  • op het deel van de Ooster Ringdijk tussen de Molukkenstraat en de Polderweg groot onderhoud gaat plaatsvinden waarbij de bestaande rijloper waarop een verplicht (brom)fietspad van kracht is verbreed wordt van 3,5 naar 4 meter met toepassing van een vergevingsgezinde band en het bestaande trottoir wordt opgeknapt;

  • de gemeente Amsterdam geconstateerd heeft dat autoverkeer, naast het verkeer dat juridisch gebruik mag maken van het verplichte (brom)fietspad de Praxis en de percelen Ooster Ringdijk 2 en 3 moet kunnen bereiken en daarom overgaat tot:

    • 1.

      het opheffen van het verplichte (brom)fietspad op het deel van de Ooster Ringdijk tussen de Molukkenstraat en de Polderweg;

    • 2.

      het instellen van een verplicht (brom)fietspad op het deel van de Ooster Ringdijk tussen de Polderweg en perceel Ooster Ringdijk 2 en 3;

  • de hierboven genoemde maatregel meer juridische duidelijkheid geeft, beter aansluit op het gedrag en verwachtingspatroon van de weggebruikers en bij de inrichting van de Ooster Ringdijk;

  • de hierboven genoemde verkeersmaatregel in het algemeen verkeersbelang c.q. noodzakelijk worden geacht;

  • de verkeersmaatregelen geëffectueerd wordt door het verwijderen en aanbrengen van de benodigde bebording, zoals aangegeven is op de bij dit verkeersbesluit behorende situatietekening;

  • het treffen van een verkeersmaatregel een normale maatschappelijke ontwikkeling is waarmee een ieder kan worden geconfronteerd en waarvan de nadelige gevolgen in beginsel voor rekening van betrokkenen behoren te blijven;

  • de bovenvermelde maatregel op basis van artikel 2 van de WVW 1994 strekt tot het verzekeren van de veiligheid op de weg, het beschermen van de weggebruikers en passagiers, het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan, alsmede het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

  • met betrekking tot de in dit besluit genoemde maatregelen conform artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met de politie en dat deze positief heeft geadviseerd;

  • de in dit verkeersbesluit genoemde wegen of weggedeelten gelegen en onder beheer zijn van de gemeente Amsterdam.

 

Besluit:

  •  

  • 1.

    Door het verwijderen van verkeersborden conform model G12A van Bijlage I van het RVV 1990 op te heffen: het verplichte (brom)fietspad op het deel van de Ooster Ringdijk tussen de Molukkenstraat en de Polderweg.

  • 2.

    Door het aanbrengen van verkeersborden conform model G12-A en G12-B van Bijlage I van het RVV 1990 in te stellen: een verplicht (brom)fietspad op het deel van de Ooster Ringdijk tussen de Polderweg en perceel Ooster Ringdijk 2 en 3.

 

Inclusief bijbehorende onderborden conform model OB505.

 

Zoals aangegeven op onderstaande tekening.

 

 

Amsterdam,

 

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, namens hen,

 

Alieke Hordijk

Teammanager Expertisecentrum

Markten Gebied en Gebruik, Stadswerken

Oneens met dit besluit?

Hier leest u hoe u bezwaar kunt maken.

Let op: u kunt binnen zes weken na de dag waarop het besluit is verzonden bezwaar maken.

 

Het beste en het snelste kunt u via de website bezwaar maken:

• Kijk op www.amsterdam.nl/bezwaar/JB

• Vul het formulier in. U hebt hiervoor DigiD of E-herkenning nodig.

• Stuur het formulier op via de website.

 

Als u niet in Nederland woont of u geen DigiD/E-herkenning kunt gebruiken.

Een brief versturen met daarin:

• De datum

• Uw naam, adres en telefoonnummer en eventueel uw e-mailadres.

• Waarom u het niet eens bent met het besluit

• Uw handtekening

• Maak een kopie van het besluit en stuur deze mee.

De termijn van zes weken is heel belangrijk.

Misschien heeft u meer tijd nodig omdat u nog niet alle informatie heeft verzameld. Of omdat u nog met iemand wilt overleggen. Dan kunt u een voorlopig (pro forma) bezwaarschrift indienen.

U zet in het voorlopige bezwaar dat u de redenen waarom u bezwaar maakt zo snel mogelijk opstuurt. Daarna hoort u van ons wanneer u de redenen uiterlijk moet opsturen.

 

Dient iemand anders namens u het bezwaarschrift in? Stuur dan een machtiging mee.

 

U stuurt uw brief naar:

Gemeente Amsterdam

T.a.v. Juridisch Bureau

Postbus 483

1000 AL AMSTERDAM

 

Schorsende werking

Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Dat wil zeggen: het besluit waartegen u bezwaar maakt, blijft geldig totdat over uw bezwaar is beslist.

 

Spoed? Voorlopige voorziening

Bij grote spoed kunt u (tegen kosten) een zogeheten voorlopige voorziening aanvragen. Dat is een spoedprocedure waarmee het genomen besluit tijdelijk kan worden ingetrokken en/of andere maatregelen kunnen worden getroffen. Een voorlopige voorziening vraagt u digitaal aan via:

 

http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor hebt u een DigiD nodig. Op deze site vindt u ook meer informatie.

of per post:

De Voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam

Afdeling Publiekrecht –teams bestuursrecht

Postbus 75850

1070 AW Amsterdam

 

Naar boven