Gemeenteblad van Huizen
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Huizen | Gemeenteblad 2025, 337304 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Huizen | Gemeenteblad 2025, 337304 | beleidsregel |
Uitvoerings- & Handhavingsstrategie 2025-2028
Deze Uitvoerings- en Handhavingsstrategie (U&H-strategie) gaat over hoe de gemeente Huizen van 2025 tot en met 2028 omgaat met vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) in de fysieke leefomgeving. Dit omvat alle elementen uit de Omgevingswet.
Door nieuwe wetten en maatschappelijke veranderingen is het nodig om deze strategie op te stellen.
De gemeente wil een veilige, schone en gezonde omgeving voor inwoners en bedrijven. Dit wordt bereikt door goede vergunningverlening, toezicht en handhaving. Hiervoor hebben we een missie en een visie opgesteld binnen de door de gemeente en het fysieke domein gestelde kaders.
Huizen is een aantrekkelijk en duurzaam dorp om te wonen, te werken en te recreëren. Het is een veerkrachtige, bloeiende gemeenschap met daarin een gewaardeerde rol van onze ambtelijke organisatie.
“We werken samen aan een gemeente die leefbaar, veilig, gezond en duurzaam is. We zijn duidelijk en open in hoe we werken en richten ons op belangrijke zaken en gegevens. Hierbij helpen en ondersteunen we waar nodig. Op deze manier moedigen we inwoners en bedrijven aan om zich aan de regels te houden en verantwoordelijkheid te nemen. Voor iedereen gelden dezelfde regels. We gebruiken onze VTH-taken om risico’s te voorkomen en te verminderen, en we treden op als dat nodig is.”
Als organisatie voeren we betrouwbaar onze publieke verantwoordelijkheden uit. We werken op een eigen wijze en samen met de lokale gemeenschap aan onze maatschappelijke opgaven.
“Door een adequate uitvoering van de wettelijke taken bijdragen aan de leefbaarheid en daarmee de veiligheid van de gemeente Huizen. Wij werken daarbij mensgericht, vanuit de bedoeling, integraal, mèt de samenleving, planmatig en data gestuurd. Wij staan voor vakmanschap en eigenaarschap, en maken duidelijke keuzes.”
Onze missie en visie vormen de basis voor alles wat we doen bij VTH. Daarom hebben we de missie en visie omgezet in ambities, VTH-doelen en uitgangspunten voor hoe we werken.
Deze ambities worden ondersteund door duidelijke doelstellingen en uitgangspunten.
Bij het uitvoeren van onze werkzaamheden laten wij ons leiden door onze waarden:
Huizen is een mooie plek om te wonen en werken, maar net als in andere gemeenten zijn er aandachtspunten en problemen. Deze verschillen per gebied. Op bedrijventerreinen gaat het vaak om veiligheid en gezondheid, in woonwijken om hinder, zoals hinder van bouwverkeer en geluidshinder, en buiten de bebouwde kom vooral om milieugerelateerde problemen zoals stankoverlast en watervervuiling. De gemeente stemt haar toezicht af op de specifieke problemen van elk gebied of project.
De gemeente is verantwoordelijk voor veel toezicht- en handhavingstaken, maar kan niet alles controleren of aanpakken door beperkte capaciteit. Daarom worden bij het team VTH keuzes gemaakt en prioriteiten gesteld.
De komende jaren ligt de focus op:
We willen een doelmatige vergunningverlening, (bouw)toezicht en handhaving. Om de juiste keuzes te maken en de gewenste resultaten te bereiken, moeten we bepalen welke strategieën we willen gebruiken. Onze strategieën gaan over hoe we als gemeente ervoor willen zorgen dat inwoners en bedrijven zich beter aan de regels houden en hoe we de leefomgeving kunnen verbeteren. Dit zijn de strategieën die we gebruiken:
De gemeente Huizen wil dat iedereen veilig, schoon en gezond kan wonen, werken en leven. Om dit te bereiken, wil de gemeente zorgen dat het veilig en prettig is in de omgeving. Dit doen we door goed te letten op regels en wetten en door controles uit te voeren.
De gemeente moet op veel verschillende dingen letten en veel regels controleren. Dit is veel werk en met de huidige formatie kunnen we niet alles controleren of elke fout aanpakken.
Daarom moeten we keuzes maken en bepalen wat het belangrijkst is. Dit doen we in een zgn. beleidsplan.
De afgelopen jaren is er veel veranderd in de wereld van vergunningverlening, toezicht en handhaving.
De gemeente had al een VTH-beleidsplan, maar die is door alle veranderingen niet helemaal passend meer. Daarom dit nieuwe plan.
Een andere reden om het beleid aan te passen is de inwerkingtreding van de Omgevingswet sinds 1 januari 2024. In de Omgevingswet wordt een VTH-beleidsplan een Uitvoerings- en Handhavingsstrategie (U&H-strategie) genoemd. Dit beleid voldoet aan de eisen van het nieuwe systeem van de Omgevingswet.
Deze U&H-strategie gaat over de taken van de gemeente die te maken hebben met de fysieke leefomgeving, zoals bedoeld in de Omgevingswet. Het gaat over de bebouwde omgeving, de natuur en het landschap, maar ook over dingen zoals lucht, water en bodem. Een deel van deze gemeentelijke taken wordt, onder verantwoordelijkheid van de gemeente, uitgevoerd door de Omgevingsdienst Flevoland, Gooi- en Vechtstreek (OFGV). Het gaat dan om de zgn. basistaken en een paar aanvullende taken.
De OFGV maakt, in overleg met ons, hun eigen plannen en strategie die passen bij deze U&H-strategie.
Met deze strategie maken we aan inwoners en bedrijven duidelijk welke keuzes we maken op het gebied van vergunningen, toezicht en handhaving in de fysieke leefomgeving. In dit document staat waar we op letten als we een vergunningaanvraag behandelen en hoe we omgaan met overtredingen van de regels.
Zo weten inwoners en bedrijven wat ze kunnen verwachten als ze iets willen bouwen of een bedrijf willen starten.
Deze strategie is ook bedoeld voor onze eigen organisatie. De keuzes die wij maken, beïnvloeden hoe we ons werk doen, hoeveel mensen we nodig hebben en hoeveel geld dat kost. Daarnaast maakt dit document duidelijk aan welke onderwerpen we de komende jaren extra aandacht moeten geven. Dit helpt ons om onze taken goed uit te voeren.
Met dit beleid legt de gemeente Huizen de basis voor goede uitvoering en handhaving van de bij het team VTH belegde taken in de komende vier jaar (2025-2028).
Door nieuwe wetgeving, zoals de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen, verandert er, de komende jaren, nog veel in hoe de gemeente de VTH- taken uitvoert, vooral bij het onderwerp 'Bouwen'. Daarom is deze strategie een dynamisch document dat kan worden aangepast als de wet- en regelgeving verandert. Ook zal de komende jaren het toezicht op groen en bomen beter in de organisatie ingebed worden.
1.2 Van de wet en het beleid naar de uitvoering
De belangrijkste wet voor de fysieke leefomgeving is de Omgevingswet. Deze wet is op 1 januari 2024 in werking getreden. In deze wet zijn veel wetten en regels over ruimte, wonen, wegen, milieu, natuur en water samengevoegd. Het doel van deze nieuwe wet is om minder regels te hebben en de procedures eenvoudiger te maken. De Omgevingswet wil het makkelijker maken om projecten in de omgeving uit te voeren en om beter maatwerk te leveren. Volgens deze wet hebben overheden, bedrijven en burgers de plicht om te zorgen voor een veilige en gezonde omgeving. Het gaat hierbij om een goede balans tussen het gebruiken en het beschermen van de omgeving.
Het uitvoeren van de taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving helpt om de doelen van de Omgevingswet te bereiken.
De Omgevingswet is uitgewerkt in vier zgn. Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB’s): het Omgevingsbesluit, het Besluit kwaliteit leefomgeving, het Besluit activiteiten leefomgeving en het Besluit bouwwerken leefomgeving. In deze AMvB's staan regels voor het praktisch uitvoeren van de wet.
De Omgevingswet verplicht het opstellen van een U&H strategie. Met dit document voldoen we aan deze verplichting.
Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb)
Tegelijk met de Omgevingswet is ook de Wkb in werking getreden. Het doel van deze wet is om de bouwkwaliteit te verbeteren en de positie van de bouwconsument te versterken.
Private kwaliteitsborgers zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van het bouwwerk dat moet voldoen aan de eisen uit het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Dit betekent dat de bouwtechnische toets en het toezicht tijdens de bouw door private partijen wordt uitgevoerd. Maar de bouw- en sloopveiligheid en het risico van een bouwactiviteit voor de omgeving, is en blijft een taak van de gemeente. De Wkb is van toepassing op een deel van de gevolgklasse 1. Hieronder vallen eenvoudige bouwwerken, denk hierbij aan grondgebonden woonfuncties en vakantiehuisjes, bedrijfshallen met nevenfunctie, kleine fiets- en voetgangersbruggen en bouwwerken geen gebouw zijnde (uitgezonderd monumenten). Later worden de gevolgklassen nog uitgebreid met grotere bouwwerken (gevolgklassen 2 en 3).
Wij hebben op 14 mei 2024 het ‘Beleid uitvoering Wet kwaliteitsborging Gemeente Huizen’ vastgesteld, waarin wij aangeven wat onze uitgangspunten bij de uitvoering van de Wkb zijn.
Aandachtspunten bij de Omgevingswet en de Wkb
De twee hiervoor genoemde nieuwe wetten zorgen voor een aantal aandachtspunten voor de gemeente:
De vergunning van rechtswege, de zgn. lex silencio positivo, is vervallen. De reden hiervoor is dat de reguliere procedure onder de Omgevingswet voor veel meer soorten vergunningen geldt. Voor sommige van die vergunningen is inwerkingtreding van rechtswege niet geschikt. De Algemene wet bestuursrecht geeft in paragraaf 4.1.3.2 regels over een dwangsom bij niet tijdig beslissing. Deze regels zijn, net als op andere besluiten van de gemeente, ook van toepassing op vergunningaanvragen.
Veel veranderingen hebben invloed op de werkprocessen, zoals de introductie van het vooroverleg om de kwaliteit van de vergunningaanvraag te verbeteren. Ook de toevoeging van participatie als vereiste bij het indienen van omgevingsvergunningen en het verplichte participatietraject bij bepaalde categorieën vergunningen buiten het omgevingsplan, hebben invloed op de werkprocessen.
Wet Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (Wet VTH)
Inwoners verwachten dat VTH-taken professioneel worden uitgevoerd. Om al deze taken goed te kunnen doen, is het belangrijk dat de kwaliteit van de organisatie goed is. Dit geldt voor de eigen organisatie en voor uitvoeringsorganisaties, zoals omgevingsdiensten.
De Wet VTH verplicht gemeenten om een verordening te hebben die de kwaliteit van de door en in opdracht van het college van burgemeester en wethouders uitgevoerde vergunningverlening, toezicht en handhaving van het omgevingsrecht regelt.
Wij hebben in 2022 de ‘Verordening uitvoering en handhaving (omgevingsrecht) gemeente Huizen 2022’ vastgesteld. Wij hebben er toen voor gekozen de landelijk opgestelde criteria van toepassing te verklaren op álle zgn. Omgevingstaken die door of in opdracht van de gemeente Huizen (in ons geval door de OFGV en de Brandweer Gooi & Vechtstreek) worden uitgevoerd.
Voor het bepalen van de kwaliteit gebruiken wij de meest recente set landelijk opgestelde kwaliteitscriteria.
De kwaliteitscriteria gaan over de kwaliteit van de organisatie (hoe goed de taken worden uitgevoerd) en de kwaliteit van de medewerkers (kennis en ervaring).
Voor de organisatie betekent dit dat er een duidelijke beleidscyclus is, een minimale inhoudelijke standaard en dat de taken worden uitgevoerd door organisaties die continuïteit kunnen garanderen.
Voor medewerkers betekent dit onder andere dat er voldoende deskundigheid en ervaring (door het regelmatig uitvoeren van taken) nodig zijn om de taken goed uit te kunnen voeren. Kwaliteitscriteria zijn één van de middelen om de kwaliteit te waarborgen en te verbeteren.
Hiermee kunnen we beoordelen of we in staat zijn om de taken en activiteiten uit te voeren met de vereiste deskundigheid en continuïteit. De kwaliteit van de uitvoering is mede afhankelijk van competenties zoals advies- en procesvaardigheden en politiek-bestuurlijke sensitiviteit.
Hiervoor zijn competentieprofielen opgesteld. De kwaliteitscriteria moeten jaarlijks worden nagelopen en dan moet beoordeeld worden of wij voldoen aan de voorwaarden. De uitkomst van deze beoordeling wordt weergegeven in het Jaarverslag.
Overige belangrijke beleidsstukken en regels
In deze strategie proberen we ook zoveel mogelijk aan te sluiten bij andere beleidsstukken en regels van de gemeente, die te maken hebben met de leefomgeving.
In 2022 is het nieuwe coalitieprogramma 2022-2026 voor de gemeente Huizen vastgesteld. Het uitgangpunt van dit programma is verder bouwen op het stevige fundament dat er al is in de gemeente Huizen. We willen een krachtige, vitale en veerkrachtige samenleving, waarin omzien naar elkaar vanzelfsprekend is en waarin inwoners, verenigingen, organisaties, ondernemers en bezoekers samen met de professionals en de gemeente werk maken van én verantwoordelijkheid dragen voor een veilige en leefbare gemeente. Daarbij speelt vertrouwen in de overheid, maar ook eigen regie en verantwoordelijkheid een belangrijke rol.
De belangrijkste onderwerpen uit het coalitieprogramma voor de taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving zijn:
Een ander belangrijk beleidsstuk voor de fysieke leefomgeving, en dus ook voor de uitvoerings- en handhavingstaken op dit gebied, is de Omgevingsvisie.
In de Omgevingsvisie leggen we vast hoe Huizen er over 20 of 30 jaar uit moet komen te zien. Veel onderwerpen zijn hierbij belangrijk. Denk aan wonen, werken, spelen, leren en ontspannen in Huizen. Maar ook aan de bereikbaarheid, de natuur, het water, het groen en aan mogelijkheden om hernieuwbare energie te winnen. Omdat het ene onderwerp niet los gezien kan worden van het andere, kiest de gemeente Huizen voor een brede integrale omgevingsvisie. De basis van de omgevingsvisie is bestaand gemeentelijk en regionaal beleid. Voor nieuw beleid vormt de omgevingsvisie het kader.
De omgevingsvisie is op 26 september 2024 door de raad vastgesteld.
Hierboven zijn de uitgangspunten van de Omgevingsvisie ‘Voel je thuis in Huizen’ opgenomen.
De omgevingsvisie helpt ons bij het maken van keuzes voor onze leefomgeving. Welke plannen of ontwikkelingen vinden we wenselijk en welke niet? Dat toetsen we aan de doelen die we met elkaar hebben voor de leefomgeving. Komt er een initiatiefnemer bij ons met een plan? Dan kunnen we aan de hand van de omgevingsvisie snel bepalen of dit plan haalbaar lijkt. Hetzelfde geldt voor onze eigen plannen. De omgevingsvisie wordt uitgewerkt in programma’s (uitwerkingen van de hoofdlijnen van de omgevingsvisie, zoals in een programma wonen) en het omgevingsplan.
Integraal Veiligheidsplan 2023-2026
De gemeente stelt, iedere 4 jaar, samen met onze veiligheidspartners, de prioriteiten voor veiligheid vast en maken afspraken voor de komende vier jaar (2023-2026). De belangrijkste prioriteiten zijn: ondermijning, digitale veiligheid, veerkrachtige wijken, zorg & veiligheid en verkeersveiligheid. Het team VTH draagt bij aan de bestuurlijke aanpak in het ‘project ondermijning’.
Deze strategie sluit ook aan bij de bovenste (strategische) cyclus van de zogenaamde BIG 8-cyclus.
Deze cyclus is de landelijke norm om de kwaliteit van de VTH-taken te waarborgen. De onderste (operationele) cyclus van de BIG 8 komt terug in de jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s en jaarverslagen. Daarin staat wat we precies gaan doen om onze doelen te halen en waar we nog moeten bijsturen.
Onder de Omgevingswet is er naast de Big-8 ook een beleidscyclus. Deze werkt op een vergelijkbare manier (Plan, Do, Check, Act). Het verschil is dat deze cyclus gaat over de doelen voor het gebruiken en beschermen van de fysieke leefomgeving. Deze doelen staan in documenten zoals de omgevingsvisie en het omgevingsplan van de gemeente. De VTH-taken kunnen in deze cyclus gezien worden als één van de mogelijke instrumenten die gebruikt kunnen worden.
Versterking van het VTH-stelsel
De commissie Van Aartsen en het Interbestuurlijk Programma Versterking VTH stelsel hebben het functioneren van het VTH-stelsel onder de loep genomen en een aantal aanbevelingen gedaan om het functioneren ervan te verbeteren. Met die aanbevelingen wordt in deze beleidscyclus aan de slag gegaan. Eén van de aandachtspunten is om de afstemming met de strafrechtketen te verbeteren. In dit proces zullen wij, waar mogelijk, samen met de OFGV optrekken. Dit om de communicatie met de strafrechtketen efficiënt te benutten.
Al met al worden er veel eisen gesteld waaraan de gemeente gevolg moet geven. De provincie Noord-Holland houdt toezicht op de kwaliteit van de vergunningverlening, toezicht en handhaving bij gemeenten. Het totaaloordeel van provincie op het gebied van het Omgevingsrecht over het jaar 2023 was “Goed”.
Bij het opstellen van dit document was het oordeel over 2024 helaas nog niet bekend.
In 2019 is het VTH-beleid Omgevingsrecht 2020-2024 opgesteld. Eind 2024 is de officiële geldigheidsduur van dit beleidsplan afgelopen. De Big 8-cyclus schrijft voor dat we, voordat we een nieuw beleidsplan gaan opstellen, eerst het oude moeten evalueren. Hierbij moeten we vooral kijken naar onze doelstellingen. De belangrijkste vragen daarbij zijn: hebben we onze doelstellingen gehaald en vinden we deze doelstellingen nog steeds relevant? Omdat wij in onze jaarverslagen altijd naar de doelstellingen en het wel of niet behalen ervan kijken, is het VTH-beleid Omgevingsrecht 2020-2024 alleen op hoofdlijnen geëvalueerd.
Het college vindt dat de missie, ambities, doelen en uitgangspunten voor vergunningverlening, toezicht en handhaving, zoals beschreven in het beleidsplan, voor het grootste deel, nog steeds geldig zijn. In de afgelopen jaren is met de uitvoering van deze taken gewerkt aan de ambities van het college op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. De afgelopen jaren hebben we veel stappen gezet en mooie resultaten behaald. Dat blijkt ook uit het feit dat de provincie ons de afgelopen jaren als ‘adequaat’/’goed’ beoordeeld heeft. Daar mogen we als gemeente best trots op zijn.
De Omgevingswet is nu ongeveer een jaar in werking. We doen ons best en zijn op de goede weg om volledig volgens de uitgangspunten van deze wet te (gaan) werken, maar het kost ons veel tijd en energie. Daarbij hebben we nog vragen over de precieze uitvoering van de wettelijke regels, ook op het punt van uitvoering en handhaving. Het college kiest in deze strategie, voor bepaalde onderdelen, dan ook voor bijstelling en vereenvoudiging van de ambities, doelen en uitgangspunten.
Zoals we in de inleiding al vertelden, willen we met deze strategie duidelijk maken welke keuzes we maken op het gebied van vergunningen, toezicht en handhaving in de fysieke leefomgeving. Hiervoor hebben we een missie en een visie gemaakt.
Een missie legt uit wat een organisatie doet en waarom het bestaat. Het vertelt wat de belangrijkste doelen zijn en voor wie de organisatie werkt. Het is vaak gericht op het heden, dus op wat de organisatie nu doet.
Een visie beschrijft wat de organisatie in de toekomst wil bereiken. Het gaat over de lange termijn en vertelt wat de organisatie hoopt te worden of welke verandering ze wil zien in de wereld.
Samengevat: de missie gaat over het nu, de visie over de toekomst. Deze missie en visie vormen de basis voor alles wat we doen bij VTH. Daarom hebben we de missie en visie omgezet in VTH-doelen en uitgangspunten voor hoe we werken.
Huizen is een aantrekkelijk en duurzaam dorp om te wonen, te werken en te recreëren. Het is een veerkrachtige, bloeiende gemeenschap met daarin een gewaardeerde rol van onze ambtelijke organisatie.
“We werken samen aan een gemeente die leefbaar, veilig, gezond en duurzaam is. We zijn duidelijk en open in hoe we werken en richten ons op belangrijke zaken en gegevens. Hierbij helpen en ondersteunen we waar nodig. Op deze manier moedigen we inwoners en bedrijven aan om zich aan de regels te houden en verantwoordelijkheid te nemen. Voor iedereen gelden dezelfde regels. We gebruiken onze VTH-taken om risico’s te voorkomen en te verminderen, en we treden op als dat nodig is.”
Als organisatie voeren we betrouwbaar onze publieke verantwoordelijkheden uit. We werken op een eigen wijze en samen met de lokale gemeenschap aan onze maatschappelijke opgaven.
“Door een adequate uitvoering van de wettelijke taken bijdragen aan de leefbaarheid en daarmee de veiligheid van de gemeente Huizen. Wij werken daarbij mensgericht, vanuit de bedoeling, integraal, mèt de samenleving, planmatig en data gestuurd. Wij staan voor vakmanschap en eigenaarschap, en maken duidelijke keuzes.”
Bij het uitvoeren van onze werkzaamheden laten wij ons leiden door onze waarden:
We hebben de missie en visie omgezet in doelen (zie hieronder). Deze doelen gaan over onze dienstverlening en houding naar bewoners en bedrijven en over wat we willen bereiken in de leefomgeving. In onze uitvoeringsprogramma’s werken we de doelen verder uit. Daarin worden ook concrete acties genoemd om aan de doelen te werken. Waar mogelijk koppelen we de doelen aan zgn. prestatie-indicatoren zodat we kunnen meten of we onze doelen behalen.
Ambities, uitgangspunten en doelen bij vergunningverlening
Vergunningverlening is voor de gemeente een manier om activiteiten in de leefomgeving te regelen en de veiligheid te waarborgen. Vergunningen (en ontheffingen) geven zekerheid en duidelijkheid aan alle betrokkenen, omdat het duidelijk maakt aan welke eisen de vergunde activiteiten moeten voldoen.
De gemeente Huizen wil bij vergunningverlening:
Wij gebruiken hierbij de volgende uitgangspunten:
De verantwoordelijkheid wordt gedeeld: de gemeente zorgt voor goede vergunningen, en de aanvragers moeten zelf een complete aanvraag indienen en zorgen voor draagvlak bij belanghebbenden, zoals buren. Inwoners en bedrijven worden aangemoedigd om zelf mee te werken aan oplossingen, liefst door gezamenlijk overleg.
Rechtszekerheid voor inwoners en bedrijven is belangrijk. Vergunningen/ ontheffingen moeten duidelijk en begrijpelijk zijn. Ze moeten voldoen aan landelijke normen en eigen beleid. Ook moeten de vergunningen niet voor meerdere uitleg vatbaar zijn en daardoor de rechterlijke toets kunnen doorstaan. Ze moeten ook goed te handhaven zijn. De gemeente beslist binnen de gestelde wettelijke termijnen. Als dit door omstandigheden niet kan, dan gaan we in overleg met alle betrokken partijen.
De medewerkers van de afdeling vergunningen hebben contact met de inwoners van Huizen en weten wat belangrijk is voor verschillende groepen. Ze letten bij nieuwe activiteiten op de belasting van de omgeving en voorkomen onacceptabele overlast. Het vergunningenstelsel stimuleert innovatie en duurzaamheid waar mogelijk. Het beleid sluit zoveel mogelijk aan op wat de samenleving belangrijk vindt. Vergunningverleners, toezichthouders en handhavers controleren op basis van wet- en regelgeving en passen het beleid aan als het in de praktijk niet goed werkt. Overbodige stappen in het aanvraagproces worden geschrapt om het eenvoudiger te maken.
We koppelen aan onze ambities en uitgangspunten, voor vergunningverlening, de volgende doelen:
Ambities, uitgangspunten en doelen bij toezicht en handhaving
Toezicht en handhaving zorgen ervoor dat regels worden nageleefd om publieke belangen, zoals een schone en veilige omgeving, te beschermen. Het doel is niet de regels zelf, maar wat ze proberen te bereiken. De gemeente gebruikt gezond verstand en is duidelijk over wat wel en niet kan. Inwoners en bedrijven hebben ook een belangrijke rol en er wordt samengewerkt. De gemeente focust op toezicht en handhaving in bepaalde thema's of gebieden voor een structurele aanpak.
De gemeente Huizen wil bij toezicht en handhaving:
Wij gebruiken hierbij de volgende uitgangspunten:
Toezicht en handhaving zorgen ervoor dat regels worden nageleefd om publieke belangen, zoals een veilige en schone omgeving, te beschermen. Het doel is niet de regels zelf, maar wat ze proberen te bereiken, zoals veiligheid en milieubescherming. De gemeente Huizen voert dit professioneel uit, wat leidt tot minder klachten en incidenten.
Duidelijkheid en goede uitleg zijn belangrijk voor betere naleving. De gemeente zoekt oplossingen die passen bij elke situatie, met oog voor samenwerking en maatwerk. Verantwoordelijkheid wordt gedeeld met burgers, die ook correct gedrag moeten tonen. Handhaving gebeurt eerlijk en krachtig, waarbij de gemeente altijd naar oplossingen zoekt zonder onnodige procedures.
De gemeente is verantwoordelijk voor het toezicht op veel wetten en regels, maar kan niet alles even intensief controleren. Daarom richt de gemeente zich op risico’s en gebieden die de meeste invloed hebben op veiligheid, gezondheid, leefbaarheid en duurzaamheid. Er wordt prioriteit gegeven aan de grootste risico’s, maar volledige controle is niet mogelijk. De risico’s worden wel duidelijk in beeld gebracht en gewogen.
Toezicht en handhaving worden integraal aangepakt, waarbij problemen vanuit verschillende invalshoeken worden bekeken en samenwerking wordt gezocht met inwoners, bedrijven en andere instanties zoals de OFGV en/of de politie. Afhankelijk van de problemen in een gebied, kiest de gemeente elk jaar welke onderwerpen extra aandacht krijgen.
Dit gebeurt door voorlichting te geven en goed gedrag te belonen, niet alleen door fout gedrag te straffen. Handhavingscommunicatie wordt als belangrijk middel ingezet om overtredingen te voorkomen, zodat er minder achteraf hoeft te worden gehandhaafd. Acties zoals het van tevoren aankondigen van controles en het delen van (controle)resultaten helpen om mensen positief te beïnvloeden om de regels na te leven.
We koppelen aan onze ambities en uitgangspunten, voor toezicht en handhaving, de volgende doelen:
3. Wat zijn onze aandachtspunten?
Huizen ligt aan het Gooimeer, tussen de snelwegen A1 en A27, en onderscheidt zich door zijn haven en ligging tussen hoog en laag. Met 41.280 inwoners en een oppervlakte van 23,33 km², heeft Huizen een relatief jonge bevolking en zo’n 240 monumenten. Het dorp heeft een rijke geschiedenis, van een vissers- en boerendorp naar een groeiende woonplaats met villawijken en uitbreiding na de oorlog. De ligging aan het water en de nabijheid van natuurgebieden maken Huizen aantrekkelijk, zowel tijdens het watersportseizoen als daarbuiten.
Huizen is een prachtige gemeente om in te wonen en te werken. Maar net als in iedere andere gemeente heeft ook de gemeente Huizen aandachtspunten, dan wel problemen. In de gemeente zijn de aandachtspunten / problemen overal verschillend. Op bedrijventerreinen gaat het vaak om veiligheid en gezondheid, terwijl in woonwijken vooral hinder een rol speelt, zoals hinder van bouwverkeer en geluidshinder (van bijvoorbeeld evenementen). Buiten de bebouwde kom gaat het vaak om milieugerelateerde problemen zoals stankoverlast en vervuiling van water, maar ook hinder van groen (illegale kap, overhangend groen). De gemeente richt zich daarom op toezicht dat is afgestemd op de specifieke problemen in elk gebied of project. Hieronder een schets van de aandachtspunten in de verschillende gebieden:
Privacy vs beschermd stad- en dorpsgezicht/ erfafscheidingen
De gemeente Huizen heeft veel mooie panden, vooral in het Oude Dorp, waar een groot gebied als beschermd stads-en dorpsgezicht is aangewezen. Mensen willen van deze panden genieten, maar bewoners willen ook privacy en plaatsen daarom schuttingen of erfafscheidingen. Dit kan het zicht op de panden belemmeren. Tijdens de evaluatie van de Welstandsnota was er een wens om de regels voor erfafscheidingen te vereenvoudigen, maar dit kan botsen met het behoud van de kwaliteit van de beschermde gebieden. Daarom zijn er in huidige Welstandsnota regels opgesteld. Toch zijn er veel erfafscheidingen die niet aan de regels voldoen.
Huizen heeft veel verschillende woningen uit diverse periodes. Sommige woningen voldoen niet meer aan de huidige eisen en moeten worden verbouwd. Vooral bewoners in beschermde stads- en dorpsgezichten zijn niet altijd op de hoogte van de regels voor verbouwingen, wat problemen kan veroorzaken. In sommige gebieden staan oude gebouwen van vroegere ambachten, die vaak gezien worden als geschikte locaties voor appartementen. Maar dit kan leiden tot ongewenste situaties, zoals slechte verkaveling en parkeerproblemen. In de Welstandsnota is extra aandacht voor het toetsen van nieuwbouw in bestaande wijken en ook in de Omgevingsvisie en het bijbehorende Omgevingsplan zal hierover iets worden opgenomen.
Nevenactiviteiten in woningen/ bijgebouwen
Zoals al eerder aangegeven, is de gemeente Huizen, een aantrekkelijke gemeente om in te verblijven en recreëren, dit samen met de relatief grote woningen in de gemeente, zorgt ervoor dat steeds meer inwoners hun huis of bijgebouw verhuren als vakantieverblijf, via bijv. Airbnb. Gelet op de huidige woningdruk is ook kamerverhuur een aandachtspunt. Dit mag niet zomaar en ook niet iedere locatie is hiervoor geschikt.
Aandachtspunten gemengde gebieden
In de gemengde gebieden worden woningen bewust gecombineerd met winkels en andere voorzieningen om een levendig gebied te creëren. Bewoners kiezen vaak voor deze levendigheid, maar ervaren dit soms als overlast. Daarom is een goede balans nodig tussen soorten winkels en horeca, openingstijden, evenementen en de mogelijke overlast die hierdoor kan ontstaan.
De ervaring leert dat juist in gemengde gebieden voor ondernemers en bewoners het niet altijd even duidelijk is, wat er nu wel en niet mag in de woningen, winkels en andere bedrijfspanden in zo’n gebied. Activiteiten die in strijd zijn met het omgevingsplan zijn in dit soort gebieden dan ook een verhoogd risico.
In de gemeente Huizen zijn diverse branches waarvan het vermoeden bestaat dat ze worden gebruikt als dekmantelbedrijf. De betreffende panden bevinden zich (mogelijk) ook in de winkelcentra. Deze bedrijven worden gebruikt om crimineel geld wit te wassen en mogelijk ook als ontmoetingsplaats voor criminelen.
Aandachtspunten bedrijventerreinen
Waar de traditionele bedrijventerreinen een strikte indeling van bedrijfscategorieën en –activiteiten kenden, zien we in den lande, maar ook in de gemeente Huizen, steeds meer functievermenging. Ook zien we op bedrijventerreinen steeds meer zgn. bedrijfsverzamelgebouwen ontstaan. Dit kan, onder meer, leiden tot parkeerproblemen en in het geval van een sportschool, tot onveiligheidsgevoelens bij de bezoekers omdat er op een bedrijventerrein ’s avonds meestal geen (sociale) controle/toezicht is. Functiemenging kan tevens leiden tot conflicten op het gebied van afval, geluid en milieu. Wij realiseren ons dat wij hiervoor, buiten ons omgevingsplan, geen duidelijk beleid hebben. Dit zal een van de aandachtspunten voor onze nieuwe omgevingsvisie en omgevingsplan zijn.
In de gemeente Huizen zijn diverse branches waarvan het vermoeden bestaat dat ze worden gebruikt als dekmantelbedrijf. De betreffende panden bevinden zich (mogelijk) ook op de bedrijventerreinen. Deze bedrijven worden gebruikt om crimineel geld wit te wassen en mogelijk ook als ontmoetingsplaats voor criminelen.
Aandachtspunten buiten de bebouwde kom
In het buitengebied staan villa’s en kleine landhuizen waarvan potentiële ontwikkelaars/ kopers vrij makkelijk denken dat deze locaties geschikt te maken zijn voor vervangende woningbouw, met name in de vorm van appartementen/ zorgcomplexen. Maar dit kan leiden tot ongewenste verkaveling en problemen, zoals parkeerdruk. Daarnaast roept dit vaak negatieve reacties op vanuit de buurt. Er is nog geen duidelijk beleid voor dit soort ontwikkelingen, maar dit wordt een aandachtspunt in de nieuwe omgevingsvisie en het omgevingsplan.
Zoals al eerder aangegeven, is de gemeente Huizen, een aantrekkelijke gemeente om in te verblijven en recreëren, dit tezamen met de relatief grote woningen in de gemeente, zorgt ervoor dat steeds meer inwoners in het buitengebied hun huis of bijgebouw verhuren als vakantieverblijf, via bijv. Airbnb.
Het buitengebied is groot, stil en soms moeilijk bereikbaar. Criminelen zien hier steeds meer kansen om hun activiteiten uit te voeren, omdat het buiten het zicht van het openbare leven ligt. De aanpak van criminaliteit richt zich nu vooral op woonkernen en bedrijventerreinen, wat de verplaatsing van illegale activiteiten naar het buitengebied kan vergroten. Op dit moment is er nog weinig zicht op de omvang van dit probleem.
Bij bouwplannen en/of herinrichtingsplannen in het buitengebied is vaak een behoefte/wens om bomen te kappen om ruimte te maken omdat in het buitengebied veel bomen staan. Vaak is daar een vergunning voor nodig, die niet altijd zal worden verleend. Handhaven op illegale kap, maar ook controle op herplantplichten, draagt bij aan de bescherming van het groene karakter van de buitengebieden. Met de bescherming hiervan worden ook de ecologische waarden beschermd.
3.2 Maatschappelijke ontwikkelingen
Naast de eerdergenoemde veranderde wet- en regelgeving, zijn er nog meer maatschappelijke ontwikkelingen die relevant zijn voor onze U&H strategie. Het gaat dan om:
De gemeente Huizen werkt aan duurzame energie, zoals opgenomen in de Regionale Energiestrategie.
Dit vraagt om goede planning en aandacht voor nieuwe technologieën en strengere eisen aan energie en isolatie van gebouwen. Ook kunnen nieuwe technologieën in de buurt van woningen mogelijk risico’s opleveren. De veiligheidsregio en de omgevingsdienst adviseren ons hierover. Beide punten vragen aandacht bij het vergunningenproces. Daarnaast moeten gebouwen aan steeds strengere energie- en isolatie-eisen voldoen. Hier moeten we op letten bij de vergunningaanvragen en bij het toezichthouden.
Net als in de rest van Nederland, heeft ook de gemeente Huizen een grote uitdaging om te zorgen voor een passend woningaanbod. Voor de gehele Gooi en Vechtstreek ligt er een grote opgave: 11.500 woningen in de periode tot 2040 (conform de provinciale bevolkingsprognose). Er is sprake van een flink tekort. Dit geldt niet alleen voor de Gooi en Vechtstreek maar ook voor de Metropoolregio Amsterdam. In onze regio is de diversiteit van woningzoekenden erg groot, waarbij iedereen een plekje wil. Om meer woningen te kunnen realiseren, hebben we als regiogemeenten samen met de woningcorporaties en de provincie het Woonakkoord opgesteld. Bij het ontwikkelen van nieuwbouwlocaties moeten we bij de vergunningenverlening voldoende aandacht houden voor de leefbaarheid en kwaliteit van de wijken en de omgeving.
Door veranderingen in regelgeving rond stikstof zijn er uitdagingen bij bouwprojecten en activiteiten in de buurt van natuurgebieden. Goede communicatie en nieuwe regels zijn belangrijk.
Extreem weer veroorzaakt hittestress, wateroverlast en verdroging. Dit kan leiden tot gevaarlijke situaties. Mogelijk heeft het ook gevolgen voor de constructies van gebouwen en de inrichting van het openbaar gebied. Daarnaast heeft dit beperkende gevolgen voor activiteiten in de buurt van natuurgebieden.
Dit thema vraagt daarom om extra aandacht binnen vergunningverlening en toezicht.
Gemeenten en hun andere bestuurlijke partners zien zich steeds meer geconfronteerd met allerlei vormen van ondermijning. Dit is niet goed voor de samenleving. Ondermijnende criminaliteit krijgt daarom extra aandacht. De gemeente zet, onder andere, actief in op handhaving. Het team VTH pakt dit samen met het team OOV op.
Door problemen met bouwconstructies, zoals afbrokkelende balkons en instortende daken van parkeergarages en voetbalstadions, is er landelijk meer aandacht voor toezicht op bestaande gebouwen.
Ook wij hebben hier extra aandacht voor en pakken dit, als dat nodig is, zoveel mogelijk projectmatig op.
Het toezicht op ‘groen’ en in het bijzonder ‘bomen’ is afgelopen jaren onderbelicht geweest terwijl de maatschappelijke aandacht hiervoor is gegroeid door het toegenomen besef van de ecologische waarde van groen en het besef dat bomen bijdragen aan een koelere omgeving in een warmer wordend klimaat. De rol van onze asset managers groen, onze wijkinspecteurs, onze boa’s, en onze bouwinspecteurs in relatie tot het aspect ‘toezicht op groen’ was de afgelopen jaren onduidelijk. Hierdoor werd onvoldoende toezicht gehouden op naleving van kapvergunningen en/of herplantplichten. Gebleken is dat hierdoor te vaak illegale of anderszins ongewenste bomenkap plaatsvond. In 2025 is daarom besloten om voor het aspect ‘toezicht op groen’ te investeren en er is hiervoor vanaf 2026 1 fte beschikbaar gesteld. De komende jaren zal het toezicht op groen en de handhaving hierop beter in de organisatie worden belegd.
Hiervoor hebben we beschreven wat de landelijke en gemeentelijke ontwikkelingen en aandachtspunten zijn. Maar wat gaan we hier vanuit VTH nu mee doen?
3.3 Risicoanalyse en prioriteiten
De gemeente is verantwoordelijk voor veel toezicht- en handhavingstaken door verschillende wetten en regels. Het is niet mogelijk om alles te controleren of elke overtreding aan te pakken, omdat er niet genoeg personeel is. Daarom moeten we keuzes maken en prioriteiten stellen. Om onze medewerkers zo efficiënt mogelijk te laten werken, heeft het VTH-team bepaald welke taken binnen de gemeente de hoogste prioriteit hebben en welke minder belangrijk zijn. We gebruiken hiervoor een risicomodel. Dit model helpt ons om te bepalen waar we onze inspanningen moeten richten op basis van de mate van risico. Deze beoordeling maken we samen. We beoordelen hoe slecht naleefgedrag van invloed is op deze criteria en berekenen op basis daarvan een gemiddeld risico. Voor sommige taken is de kans op slecht naleefgedrag groter, dus nemen we die kans ook mee in onze risicoanalyse. Dit verhoogt het berekende risico van slecht naleefgedrag. Het resultaat noemen we het gemiddelde risico van slecht naleefgedrag. Het gemiddelde risico hangt samen met hoe belangrijk iets is, van minder belangrijk tot heel belangrijk. Dit bepaalt hoeveel aandacht we besteden aan toezicht en handhaving, en we hebben hierbij drie verschillende scenario’s, zie de tabel hieronder.
De taken die de hoogste prioriteit hebben zijn:
Voor het toezicht op nieuwbouw- en verbouwwerkzaamheden werken de medewerkers met het Toezichtsprotocol van de Vereniging BWT. Kenmerkend hiervoor is een heldere keuze voor prioriteiten: aandachtspunten met een hoge prioriteit krijgen meer tijd dan deze met een lage prioriteit. Hierdoor kan op een efficiënte wijze met middelen (tijd/capaciteit) worden omgegaan. Ook hierin werkt de prioritering dus door.
We besteden minder tijd en middelen aan taken met een lage prioriteit dan aan taken met een hoge prioriteit. Dit kan bijvoorbeeld gaan om hoe grondig we een vergunningaanvraag bekijken, hoe vaak we inspecties uitvoeren en hoe we handhavingsverzoeken behandelen (meteen of later).
Het is belangrijk om te benadrukken dat we altijd handhavingsverzoeken moeten behandelen vanwege onze verplichting om handhavend op te treden. Op basis van onze prioritering kan het wel zijn dat sommige verzoeken niet onmiddellijk worden uitgevoerd, maar op een later tijdstip.
3.4 Afhandeling van klachten/ meldingen en handhavingsverzoeken
De samenleving vraagt steeds meer van de handhavingsdiensten van de overheid, door minder tolerantie en meer mondige burgers die gemakkelijker klachten kunnen indienen. Dit heeft geleid tot een toename van meldingen en klachten, vaak door conflicten tussen buren of andere vormen van overlast. Door de drukte moeten meldingen worden geprioriteerd: sommige met lage prioriteit worden pas later opgepakt, tenzij er om handhaving wordt gevraagd.
Een uitspraak van de Raad van State bepaalt namelijk dat de gemeente niet mag weigeren te handhaven op basis van prioriteiten. Als iemand om handhaving vraagt, moet de gemeente actie ondernemen, zelfs bij kleine overtredingen. Daar is in dit beleidsplan rekening mee gehouden in de toezichtstrategie. De gemeente zal altijd contact opnemen met de melder om te vertellen wat er met de klacht of melding gebeurt.
3.5 Doorwerking van de prioritering bij milieutaken
De gemeente heeft een deel van de uit te voeren taken op het gebied van VTH overgedragen aan de OFGV. Het dan om een verplichte overdracht van taken (basistaken). Dit is vooral (voorbereiding van de) milieuvergunningverlening en het toezicht houden op deze vergunningen. Daarnaast hebben we ook een klein aantal andere taken overgedragen. Voor de uitvoering van deze taken zijn afspraken gemaakt met de OFGV. Deze afspraken zijn vastgelegd in een Dienstverleningsovereenkomst (DVO). Ook heeft de OFGV een regionale U&H strategie voor de periode 2024-2027 opgesteld. Dit beleidsplan is daar zoveel mogelijk op afgestemd. Bij (onverhoopte) strijdigheid is de U&H-strategie van de gemeente leidend.
We willen een doelmatige vergunningverlening, toezicht en handhaving. Om de juiste keuzes te maken en de gewenste resultaten te bereiken, moeten we bepalen welke strategieën we willen gebruiken. Voor veel mensen is 'strategie' een vaag woord. Wat betekent strategie eigenlijk en hoe maak je een strategie?
Een strategie is een plan om je doelen te bereiken.
Hoe zorg je ervoor dat je je kansen goed benut en jezelf beschermt tegen risico's? Welke middelen heb je beschikbaar? Bij een strategie maak je keuzes. Het is bedoeld voor de lange termijn. Onze strategieën gaan over hoe we als gemeente ervoor willen zorgen dat inwoners en bedrijven zich beter aan de regels houden en hoe we de leefomgeving kunnen verbeteren. Dit kan met de volgende strategieën:
Deze strategieën werken we in dit hoofdstuk verder uit. De strategieën zijn van toepassing op de taakvelden die we zelf uitvoeren. De Omgevingsdienst en de Veiligheidsregio werken met hun eigen strategieën, die we regionaal afstemmen.
Vergunningverlening is een middel voor de gemeente om beleid duidelijk te maken in regels en voorschriften. Duidelijkheid en zorgvuldige afweging van belangen zijn belangrijk bij het geven van vergunningen. Een goede vergunning verkleint de kans op problemen bij toezicht en handhaving.
Onder de Omgevingswet zijn er twee procedures: de reguliere procedure (8 weken, met de mogelijkheid om 6 weken te verlengen), die de standaardprocedure is, en de uitgebreide procedure (6 maanden, met de mogelijkheid om 6 weken te verlengen). De uitgebreide procedure wordt onder de Omgevingswet minder vaak gebruikt dan onder de Wabo. Het uitgangspunt van de Omgevingswet is dat de reguliere procedure geldt, waardoor een aanvraag voor een omgevingsvergunning binnen 8 weken beoordeeld moet zijn. Dit betekent dat we het proces goed moeten volgen, dat we de beoordeling moeten uitstellen als niet alle informatie wordt aangeleverd en dat we creatief moeten zijn in het meedenken over participatie.
Op dit moment kiezen we ervoor om dit vooral via het initiatiefproces te doen.
Participatie is een belangrijke pijler in de Omgevingswet. Bij omgevingsvergunningen is de aanvrager verantwoordelijk voor het organiseren van een goed participatieproces. Zo is participatie een aanvraagvereiste bij vergunningen, maar géén grond voor weigering. Indien de aanvrager niets invult met betrekking tot participatie zijn de stukken niet compleet en is de aanvraag niet ontvankelijk. De gemeente heeft ervoor gekozen om de participatie vormvrij te laten zijn.
De omgevingstafel is een overleg in de gemeente Huizen om vergunningen snel, efficiënt en binnen de wettelijke termijn van 8 weken af te handelen. Hierbij komt alle relevante expertise samen om initiatieven van inwoners te beoordelen en de benodigde informatie te delen. Casemanagers bepalen of een initiatief wenselijk en passend is. Als dat zo is, kan de initiatiefnemer ervoor kiezen om het proces voort te zetten bij de omgevingstafel. Daar bespreken alle betrokken partijen, zoals overheidsinstanties en belanghebbenden, het initiatief verder. Het doel is om binnen bepaalde voorwaarden een integraal advies te geven, zodat de aanvraag snel kan worden ingediend en binnen acht weken afgehandeld kan worden.
De gemeente Huizen gebruikt een strategie en objectieve criteria om aanvragen voor omgevingsvergunningen te beoordelen, naast de wettelijke eisen. Het proces voor vergunningverlening is vastgelegd in een geautomatiseerd systeem.
Niet alle aanvragen kunnen in detail worden getoetst, door beperkte capaciteit en tijd. Daarom werken we op basis van een risicoanalyse.
De uitkomsten van de risicoanalyse leiden, onder andere, tot een bepaald toetsingsniveau van de te verlenen vergunning. Dit moet bijdragen aan de uniformiteit in het toetsen van vergunningen en het transparanter maken van het proces. Verder schept dit duidelijkheid richting de medewerkers.
Met de Omgevingswet hebben initiatiefnemers niet alleen meer ruimte voor initiatieven, maar ook zelf meer verantwoordelijkheid voor deze initiatieven. Risicogericht vergunnen past hierbij door de beschikbare capaciteit in te zetten daar waar de risico’s het grootst zijn en de deskundigheid van onze vergunningverleners nodig is.
Bij het risicogericht toetsen komt de prioritering van de activiteiten in de risicoanalyse samen met het diepteniveau waarop een aanvraag om een omgevingsvergunning getoetst wordt aan het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)). We onderscheiden hiervoor de volgende vier toets niveaus (waarbij elk volgend toets niveau een aanvulling is op het vorige toets niveau):
Geen bouwtechnische toets gevolgklasse 1
Door de inwerkingtreding van de Wkb is de bouwtechnische toets voor gevolgklasse 1 bouwwerken vervangen door een toets door private kwaliteitsborgers. Voor het bouwen van een bouwwerk gevolgklasse 1 moet minimaal vier weken voor aanvang van de bouwwerkzaamheden een melding worden gedaan. In de melding dient, o.a., een risicobeoordeling en borgingsplan te worden aangeleverd.
In de risicobeoordeling moeten specifieke lokale omstandigheden worden meegenomen. Deze risico’s worden door ons aangegeven tijdens het vooroverleg. De initiatiefnemer moet deze risico’s opnemen in de melding. Bij een onvolledige bouw- of gereedmelding is er géén sprake van een melding. We geven aan de melder aan welke gegevens ontbreken en binnen welke termijn deze moeten worden ingediend. Als alle gegevens tijdig zijn ingediend is de melding gedaan en gaat de termijn van vier weken lopen.
De invloed van zienswijzen, bezwaar, beroep
In die gevallen waar sprake is van zienswijzen, bezwaar of beroep wordt opnieuw getoetst, op het hoogste niveau (niveau 4). Als gevolg van deze toetsing kan het voorkomen dat een aanvraag om een vergunning aanpassing en/of nadere motivatie vereist dan wel dat een mogelijke verlening van een vergunning wordt herzien en de vergunning alsnog moet worden geweigerd.
Uitgangspunten bij beoordeling van meldingen
In de afgelopen jaren zijn vergunningen in veel wetten vervangen door een systeem van meldingen. Dit zie je al langer in de milieuwetgeving. Ook voor brandveiligheid en sloopwerkzaamheden is er een meldingssysteem. Hierbij geeft de wet aan dat voor sommige activiteiten een melding aan de gemeente genoeg is. De gemeente beoordeelt dan of de melding klopt en volledig is. Niet alle meldingen worden inhoudelijk beoordeeld. De taak van de gemeente verschuift hierbij naar toezicht houden. Dit wordt verder uitgelegd in de handhavingsstrategie in paragraaf 4.5.
Het algemene uitgangspunt voor de behandeling van meldingen is als volgt:
Aanvragen en meldingen activiteiten op basis van de Verordening Fysieke Leefomgeving
Om de aanvragen en meldingen zorgvuldig te kunnen behandelen en de veiligheidsrisico’s te kunnen beoordelen, is het belangrijk dat aanvragen tijdig worden ingediend en volledig zijn. Inwoners en ondernemers zijn hiervoor zelf verantwoordelijk. Dit betekent dat we, in beginsel, één keer de mogelijkheid geven tot het aanvullen van een onvolledige aanvraag. Is de aanvraag daarna niet volledig dan wordt deze niet in behandeling genomen.
Het niet tijdig indienen van een aanvraag voor een vergunning of ontheffing kan leiden tot het niet in behandeling nemen, dan wel een weigering van de aanvraag. We spreken de aanvrager daarop aan en wijzen de aanvrager op de eigen verantwoordelijkheid.
Op grond van de Wet Bibob (Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur) hebben we de mogelijkheid om de achtergrond van een bedrijf of persoon te laten onderzoeken.
Als er ernstig gevaar dreigt dat een vergunning wordt misbruikt voor criminele activiteiten, dan kunnen we de aanvraag weigeren of de verleende vergunning intrekken. We hebben de Bibob-toetsing het afgelopen jaar versterkt en zullen dit ook de komende jaren blijven doen.
Voor een veilige, fijne en duurzame leefomgeving is het belangrijk dat inwoners, bedrijven en instellingen zich aan de regels houden. Daarom wil de gemeente ervoor zorgen dat regels beter worden nageleefd en overtredingen worden voorkomen. Het doel is dat mensen de regels uit zichzelf volgen.
Door goede informatie en hulp vooraf probeert de gemeente het gedrag van mensen op een positieve manier te beïnvloeden. Het is belangrijk dat duidelijk is wat de regels zijn, waarom ze bestaan, en hoe er toezicht op gehouden wordt. Goede communicatie helpt mensen de regels beter te begrijpen en na te leven.
Vaak worden regels overtreden omdat mensen ze niet kennen, maar het is de verantwoordelijkheid van de initiatiefnemer om op de hoogte te zijn van de regels. Vergunningverleners en toezichthouders hebben hierbij een belangrijke rol, omdat zij direct contact hebben met inwoners en bedrijven.
Belangrijke middelen om naleving te bevorderen zijn:
De gemeente communiceert met inwoners en bedrijven over de regels en het toezicht, met aandacht voor:
De gemeente wil dat iedereen de regels kent, problemen herkent en hierover in gesprek gaat. Vergunningen en besluiten zijn daarom zoveel mogelijk digitaal beschikbaar. Bewoners worden goed geïnformeerd over hoe ze overlast kunnen melden. Contactpersonen in wijken, de politie en Boa’s spelen hierbij ook een belangrijke rol.
In sommige gevallen kan bemiddeling problemen oplossen voordat er juridische stappen nodig zijn.
In de toezichtstrategie staat de vraag centraal hoe de gemeente het toezicht uitoefent. Hoe komt de gemeente erachter dat een overtreding plaatsvindt? Hoe actief is de gemeente om een overtreding op te sporen?
Het aantal wetten en regels waar de gemeente toezicht op houdt, is groot en divers; in de toezichtstrategie is vastgelegd welke verschillende vormen van toezicht de gemeente onderscheidt en wat de basiswerkwijze daarbij is.
Toezicht gebeurt op basis van verleende vergunningen en ontheffingen, in projecten of door meldingen.
Door regelmatig toezicht te houden wordt het naleven van de wet- en regelgeving onderzocht. Wanneer dit met regelmaat wordt uitgevoerd, leidt dit tot een betere naleving vanwege de relatief grote ‘pakkans’.
De risicoanalyse is de basis voor hoe het toezicht wordt geregeld. Hoe vaak er toezicht nodig is, wordt bepaald door de prioriteiten uit die risicoanalyse. Dit hebben in paragraaf 3.3 al toegelicht.
Zoals hiervoor al aangegeven, werken de medewerkers voor het toezicht op nieuwbouw- en verbouwwerkzaamheden met het Toezichtsprotocol van de Vereniging BWT.
Het Toezichtprotocol van de Vereniging BWT Nederland is al vele jaren een erkend uitvoeringsinstrument voor het bouwtoezicht op nieuwbouw- en verbouwwerkzaamheden. Het protocol beschrijft op een transparante wijze wat een toezichthouder moet controleren op de bouw. Hiervoor worden objectieve criteria gegeven en de resultaten van de controle worden traceerbaar vastgelegd. Het toezichtprotocol beschrijft op een transparante wijze wat een toezichthouder dient te controleren op de bouw. Hiervoor worden objectieve criteria gegeven en de resultaten van de controle worden traceerbaar vastgelegd. Door het toezicht eenduidig bestuurlijk van te leggen, wordt de algehele kwaliteit van toezicht verbeterd. Door verbetering van het toezicht neemt ook de bouwkwaliteit toe. Met toepassing van het toezichtprotocol kan het bestuur de uitvoering van adequaat toezicht borgen.
We proberen zoveel mogelijk integraal toezicht te houden. Dit is in de werkprocessen vastgelegd.
Tijdens controles geven de toezichthouders uitleg over de regels waaraan moet worden voldaan. De resultaten van de controles worden bijgehouden en centraal opgeslagen.
Als toezichthouders lange tijd in hetzelfde gebied werken of steeds dezelfde bedrijven controleren, kan dat risico’s geven. Daarom worden de toezichthouders regelmatig gewisseld. Ook natuurlijk verloop zorgt voor wisseling.
Wij moeten steeds meer vergunningen op meerdere activiteiten tegelijkertijd controleren.
In het omgevingstoezicht worden de onderstaande fasen gebruikt:
In deze fase vindt toezicht plaats op het gebruik van een object en/of wet-/regelgeving wordt nageleefd door bijvoorbeeld horeca-inrichtingen of kinderopvangcentra. De gemeente houdt toezicht of het bouwwerk in overeenstemming is met de in een vergunning of andere wettelijke kaders omschreven bouw- en gebruiksvoorschriften. Te denken valt aan het controleren op de constructieve staat van funderingen e.d.
Toezicht in de realisatie- en sloopfase
Tijdens de realisatie- en sloopfase kan sprake zijn van een drietal type controles, namelijk:
De intensiteit of zwaarte van de controle wordt afhankelijk gesteld van ingeschatte risico’s.
Binnen deze fase zijn er verschillende vormen van toezicht te onderscheiden. Het controleren van de Algemene Plaatselijke Verordening of de Alcoholwet is bijvoorbeeld heel wat anders dan toezichthouden op de overlast van hondenpoep of het brandveilig gebruiken van een hotel. Verschillende handhavingstaken vragen daarom om verschillende vormen van toezicht.
In deze U&H-strategie wordt er primair onderscheid gemaakt tussen zes toezichtvormen:
De verschillende manieren van toezicht helpen om zo efficiënt mogelijk en goed samenwerkend toezicht te houden. Hierdoor wordt de druk voor de klant minder en kan de beschikbare capaciteit zo gericht mogelijk worden gebruikt. Ook kunnen we, als het nodig is, sneller en krachtiger optreden.
In bijlage1 zijn per toezichtsvorm de belangrijkste doelen geformuleerd.
Voor periode 2025-2029 wordt gewerkt aan extra aandacht, capaciteit en borging voor het toezicht op groen (illegale kap, herplantplicht en overhangend groen), op grond van het raadsbesluit over de bomenverordening van juli 2025. Dit toezicht valt in alle hierboven genoemde fasen.
Rapportage van bevindingen en vervolg
De toezichthouder maakt na elke controle een rapport met de bevindingen en registreert deze controle in het digitale systeem.
Als er een overtreding wordt vastgesteld, wordt er binnen 2 weken na de controle een constateringsbrief gestuurd. De toezichthouders proberen de overtreder binnen 10 weken te laten zorgen dat de overtreding wordt opgelost. Als dat niet lukt, wordt het dossier doorgestuurd naar de handhavingsjurist.
De gemeente kan een vergunning intrekken als er binnen 1 jaar niet met de werkzaamheden is begonnen of als er in die tijd geen werkzaamheden zijn uitgevoerd. Wij hebben, om rechtszekerheid te bieden, het beleid om na drie jaar te beginnen met het intrekken van een vergunning.
Uitvoering van gemeentelijke toezichtstaken door anderen
Niet alle toezichtstaken worden door de gemeente zelf gedaan. Zoals al eerder aangegeven is een deel van toezichtstaken ondergebracht bij de OFGV. De OFGV voert in opdracht van de gemeente de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving voor deze taken uit.
De gemeente heeft een beginselplicht tot handhaving. Dit betekent dat gemeente verplicht is om op te treden bij overtredingen, behalve als er bijzondere redenen zijn om dat niet te doen. De gemeente Huizen neemt deze verplichting serieus.
Bij elke overtreding maken we een goede afweging en stellen we prioriteiten op basis van een risicoanalyse. Dit betekent dat we niet overal tegelijk kunnen zijn, en daarom moeten we ons handhavingsbeleid evenwichtig inrichten. We zetten onze capaciteit in op de zaken die de hoogste prioriteit hebben.
Bij ons handhavend optreden gebruiken we de Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht (LHSO). We gebruiken de LHSO ook als richtlijn voor de samenwerking met de OFGV.
Wij hanteren de volgende uitgangspunten in de handhavingsstrategie:
Klachten zijn signalen uit de samenleving over mogelijke problemen en krijgen hoge prioriteit. De gemeente neemt altijd actie op basis van een klacht. Dit kan bijvoorbeeld een controle zijn om te zien of de klacht terecht is. Als het nodig is, worden er maatregelen genomen, en de klager krijgt altijd feedback. Afhankelijk van de ernst van de overtreding en het gedrag van de overtreder kan er juridische handhaving plaatsvinden, zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk. Hierbij worden alle wettelijke mogelijkheden maximaal benut.
Als de gemeente handhaaft, doet ze dat volgens de interventiematrix uit de Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht (LHSO). De matrix is als bijlage bij deze U&H strategie gevoegd.
Met deze matrix wordt de handhavingsstrategie bepaald. Deze strategie zorgt ervoor dat bestuursrechtelijke en strafrechtelijke middelen goed op elkaar worden afgestemd, omdat:
De gemeente gebruikt hierbij het volgende stappenplan:
Stap 0 Casemanagement handhaving
Bij overtredingen kijken we of er gedeelde belangen zijn met andere organisaties of overheidsinstanties. Als dat zo is, delen we informatie met elkaar en werken we samen als meerdere instanties of afdelingen betrokken zijn. We gebruiken de LHSO en wisselen informatie uit over hoe we de overtreding aanpakken en oplossen. Als het efficiënt en handig is, doen we samen (her)controles. De LHSO en de sanctiematrix worden in 5 stappen toegepast.
Stap 1 Plaats de overtreding in de handhavingsmatrix
De handhaver schaalt de overtreding in op basis van constateringen, zie sanctiematrix.
Prioriteiten en de LHSO: We kunnen, zoals eerder gesteld, niet alles controleren. Dit betekent dat we keuzes maken in wat we direct of uitgebreid moeten controleren. We werken risico- en prioriteitsgericht. Overtredingen van de gecontroleerde prioriteiten uit de risicoanalyse scoren niveau 3 "van belang" in de sanctiematrix.
Legalisatietoets: Als er een overtreding geconstateerd wordt dan wordt allereerst gekeken of deze alsnog gelegaliseerd kan worden. Vaak betekent dit dat nagegaan wordt of er voor de activiteit alsnog vergunning (toestemming) verleend kan worden. Zo ja, dan krijgt de overtreder eerst de gelegenheid om de toestemming aan te vragen.
Dat betekent het indienen van een ontvankelijke aanvraag om vergunning binnen de door "handhaving" gestelde termijn. Als legalisatie mogelijk is, dan wordt van handhaving afgezien.
In de periode tussen de vergunningaanvraag en de legalisatietoets kan de activiteit (tijdelijk) worden stilgelegd. Een ontvankelijke aanvraag kan inhouden dat niet gehandhaafd wordt. Als de overtreder verzuimt aanvraag te doen, dan is er geen concreet zicht op legalisatie en wordt de strategie om de overtreding te stoppen. Dit doen we ook als uit het legalisatieonderzoek komt dat de overtreding niet kan worden gelegaliseerd. Als uitzondering kan de gemeente tegelijk met legalisatie handhaven, bijvoorbeeld als de gemeente, met goede redenen, vreest dat de (ex-) overtreder de overtreding in herhaling valt.
Stap 2 Bepaal of sprake is van verzwarende of verzachtende aspecten
In deze stap beoordeelt de handhaver of er sprake is van verzwarende- of verzachtende aspecten die betrokken dienen te worden bij de afweging om het bestuurs- en/of strafrecht toe te passen.
Verzwarende factoren staan in de LHSO, zoals herhaalde overtredingen, bedreiging van toezichthouders, of overtredingen gepleegd in georganiseerd verband.
Verzachtende factoren kunnen onder andere zijn:
Stap 3 Bepaal of overleg tussen bestuur, politie en OM nodig is
In deze stap wordt besloten of bestuursrecht, strafrecht of beide worden ingezet. De handhaver beslist of er overleg nodig is over het gebruik van bestuursrecht en/of strafrecht.
Voor een betere en juiste uitwisseling van informatie tussen bestuursrecht en strafrecht zijn omgevingsdiensten aangesloten bij het landelijke Convenant Gegevensuitwisseling. Dit convenant regelt de informatie-uitwisseling per regio via een casusoverleg (operationeel overleg) en een Periodiek Overleg Gegevensuitwisseling (operationeel-tactisch overleg).
Het Openbaar Ministerie, de politie en de omgevingsdienst nemen hieraan deel. Ze maken afspraken over hoe bestuursrecht en strafrecht worden toegepast, vooral bij overtredingen in het middensegment.
Stap 4 Optreden met de handhavingsmatrix
Bij het optreden met de interventiematrix kiest de gemeente eerst het minst zware middel, gericht op het herstellen van de overtreding. Zwaardere maatregelen worden ingezet als de overtreding doorgaat. Het maximaal aantal correctiestappen is 3. Dit betekent dat de gemeente na het eerste bericht aan de overtreder maximaal 2 keer een hercontrole doet. Als de overtreding daarna nog niet is opgelost, volgt de sanctie. In dringende gevallen kan de gemeente direct handhaven, bijvoorbeeld met spoedbestuursdwang.
De stappen die worden genomen en de beslissingen die worden gemaakt, worden geregistreerd. Hierdoor zijn de stappen duidelijk en kunnen ze gecontroleerd worden.
Voor sommige onderdelen is specifiek handhavingsbeleid opgesteld. Dit geldt voor de onderdelen Alcoholwet en het Sanctiebeleid Markten. Het beleid hiervoor is wel zoveel mogelijk op het algemene handhavingsbeleid afgestemd.
De gemeente moet bij het kiezen van een strafmiddel afwegen of ze een overtreding wil aanpakken via bestuursrecht, strafrecht of privaatrecht. Elk systeem heeft zijn eigen manieren om de overtreder te dwingen te stoppen. In het fysieke domein gebruikt de gemeente Huizen vooral bestuursrecht en strafrecht. Bestuursrechtelijke sancties zijn gericht op herstel van de situatie, terwijl strafrechtelijke sancties bedoeld zijn om te straffen. Soms worden beide sancties tegelijk opgelegd.
Het doel is om de overtreding te stoppen en te voorkomen dat het opnieuw gebeurt. Daarom worden bestuursrechtelijke herstellende sanctiemiddelen, als dat mogelijk is, als eerste gebruikt.
De gemeente kent drie vormen van bestuursrechtelijke herstelsancties:
De gemeente kan hier zelf een keuze in maken. Als besloten wordt om bestuursrechtelijk te handhaven, bestaat de keuze tussen een last onder dwangsom en last onder bestuursdwang.
Een last onder dwangsom heeft de voorkeur. Het opleggen van een last onder dwangsom heeft namelijk een aantal voordelen. De financiële risico's zijn beperkt. De lasten en de verantwoordelijkheid worden direct bij de overtreder neergelegd, wat past in het principe 'de overtreder betaalt'. Bovendien hoeft de gemeente in zo'n geval zelf niet fysiek in te grijpen wat de kans op een schadeclaim verkleint. Dit is alleen mogelijk wanneer het belang van de betrokken regelgeving zich niet tegen wat langere duur van aanpak verzet.
Bij een (dreigende) onomkeerbare schade of aantasting van de openbare orde, gevaar voor de volksgezondheid, de (verkeers)veiligheid en/of leefomgeving is het van belang de overtreding zo snel mogelijk te stoppen. Omdat bestuursdwang vaak directer verloopt en sneller effect heeft dan een last onder dwangsom, valt de keuze in zo'n geval op bestuursdwang, ook omdat dan spoedeisende bestuursdwang ingezet kan worden.
Algemene uitgangspunten bij het opleggen van een last
Bij bestuursdwang maakt de gemeente een overtreding ongedaan op kosten van de overtreder. Als een dwangsom niet effectief is, kiest de gemeente voor bestuursdwang.
Er kunnen zich ook situaties voordoen waarin de gemeente, nadat er aan opgelegde last onder dwangsom geen gehoor is gegeven, er toch nog een keer kiest voor het opleggen van een tweede last onder dwangsom met een hoger bedrag.
In dat soort gevallen wordt het bedrag uit de eerste last verdubbeld, omdat de hoogte van de 1e opgelegde dwangsom klaarblijkelijk een niet voldoende prikkel was om de overtreding ongedaan te maken.
Een dwangsom en bestuursdwang mogen meestal niet tegelijkertijd worden opgelegd, tenzij ze verschillende doelen of overtredingen betreffen. De sanctie moet passend zijn, en een dwangsom is vaak minder belastend dan bestuursdwang.
De gemeente kan een begunstigingstermijn geven om de overtreding te herstellen, maar bij spoed is dit niet nodig. De termijn moet lang genoeg zijn om de overtreding te stoppen, maar een te lange termijn kan leiden tot gedogen. Dit is maatwerk.
De gemeente gebruikt voor het uitvoeren van de handhavingsacties en de op te leggen sancties, daar waar mogelijk, zoveel mogelijk de ‘Leidraad handhavingsacties en begunstigingstermijnen’ en de ‘Leidraad-dwangsombedragen-en-begunstigingstermijnen’ vanuit het Interbestuurlijk programma Verbetering VTH-stelsel.
Inzet buitengewone opsporingsambtenaren (Boa's)
Buitengewone opsporingsambtenaren mogen sancties uit het bestuursrecht (Awb) en strafrecht (Wet Economische Delicten) gebruiken om regels te handhaven. Hiervoor worden afspraken gemaakt met het Openbaar Ministerie. Het Openbaar Ministerie kan zelf beslissen om strafrechtelijk op te treden, naast of in plaats van bestuursrechtelijke handhaving.
Buitengewone opsporingsambtenaren werken onder leiding van de Officier van Justitie. Ze vallen hiërarchisch onder de verantwoordelijkheid van de gemeente of de directeur van de OFGV.
Overtredingen binnen de eigen organisatie of andere overheden
De gemeente Huizen is verantwoordelijk voor toezicht en handhaving op een groot aantal regels, waarvan sommige door de gemeente zelf zijn opgesteld. Om geloofwaardig te blijven, is het belangrijk dat de gemeente deze regels ook zelf naleeft en daarmee als voorbeeld dient.
Daarom zet de gemeente zich in om overtredingen te voorkomen. Handhaving op overtredingen door de eigen afdelingen of andere overheden is vergelijkbaar met de handhaving bij andere overtreders.
Er zijn wel een paar extra aandachtspunten:
Het proces is gericht op snel en effectief herstel van overtredingen, in lijn met de voorbeeldfunctie van de gemeente. Als herstel stagneert, worden alsnog sancties opgelegd. Bij overtredingen maakt de toezichthouder mondeling afspraken met de betreffende contactpersoon van het organisatieonderdeel om de overtredingen te herstellen. Deze afspraken worden via een e-mail bevestigd. Een schriftelijke aankondiging van eventuele sancties gaat naar het afdelingshoofd. Verder is de handhaving van overtredingen door de gemeente of andere overheden hetzelfde als bij burgers. De bevindingen van toezicht op de eigen organisatie of andere overheden worden altijd schriftelijk gemeld aan de verantwoordelijke directie. Bij overtredingen wordt dezelfde sanctiestrategie toegepast als bij inwoners, bedrijven of instellingen.
Het college van Burgemeester en Wethouders of het bestuur van een andere overheid wordt geïnformeerd. Hierbij wordt gestreefd naar een duidelijke scheiding tussen ambtelijke en bestuurlijke rollen.
Gedogen betekent dat een instantie die de wettelijke bevoegdheid heeft om op te treden tegen een overtreding, er toch voor kiest om niet op te treden.
De gemeente heeft een beginselplicht tot handhaven. Dit betekent dat op iedere overtreding die geconstateerd wordt, moet worden gereageerd met een passende interventie volgens de sanctiestrategie. De gemeente handelt hierbij vanuit rechtsbescherming. Handhaven is namelijk geen straf, maar het herstellen van een onwettelijke situatie ter bescherming van de rechtstaat en burgers. Huizen is dan ook zeer terughoudend in het gedogen van geconstateerde overtredingen. Wij willen een betrouwbare overheid zijn en wij zijn van mening dat gedogen niet bij een betrouwbare overheid hoort. Wij gedogen alleen in de volgende situaties:
De gemeente wil het gedogen dus zo veel mogelijk te beperken. Dit betekent dat er altijd een zorgvuldige afweging moet worden gemaakt tussen het belang van handhaving en het belang van gedogen. Als er toch wordt besloten om te gedogen, dan moet dit goed worden gemotiveerd en moet er gecontroleerd worden om te voorkomen dat er misbruik wordt gemaakt van deze uitzondering.
Het is belangrijk om te benadrukken dat prioritering in toezichtstaken (op basis van de risicoanalyse) niet onder gedogen valt. Het is onmogelijk om alles te handhaven, dus het evenwichtige handhavingsbeleid leidt tot de inzet van onze handhavingscapaciteit op zaken met de hoogste prioriteit.
In gevallen waarin wij ervoor kiezen om bepaalde overtredingen niet actief te handhaven, betekent dit niet dat wij deze overtredingen gedogen. Handhaving blijft mogelijk in gevallen waarin er bijvoorbeeld een klacht wordt ingediend of als de resultaten van een steekproef aanleiding geven tot controle van de gehele branche.
Voor de uitvoering van de handhavingsactiviteiten zijn middelen nodig. De activiteiten vragen inzet van personeel en er zijn financiële middelen nodig.
Het team VTH voert diverse werkzaamheden uit op het gebied van het vergunnen van aanvragen van inwoners en bedrijven, het toezicht houden hierop en het in voorkomende gevallen handhaven (juridische zaken). Het team wordt aangestuurd door een teamleider en is organisatorisch verdeeld in:
Bestuurlijke en ambtelijke verantwoordelijkheid
In de gemeente is één bestuurder aangewezen als portefeuillehouder voor ruimtelijke ordening en één als portefeuillehouder voor toezicht en handhaving. Omdat zowel vergunningverlening als toezicht en handhaving vaak raakvlakken hebben met andere beleidsvelden zijn er afspraken gemaakt over hoe en wanneer de andere collegeleden op de hoogte worden gesteld van lopende gevoelige zaken.
Bij (politiek)gevoelige zaken worden niet alleen de portefeuillehouders geïnformeerd, maar ook andere betrokken bestuurders.
Het team VTH bestaat op dit moment uit 20 medewerkers (16,28 fte).
De formatie van het onderdeel vergunningen is als volgt is opgebouwd: 1 fte coördinator, 1,67 fte omgevingsvergunningverlening, 2 fte vergunningverlening op grond van de VFL/APV/bijzondere wetten en 1,67 fte welstand en monumenten. Voor de frontoffice geldt een bezetting van 1,92 fte. 0,11 fte is voor beleid en afwijkingsprocedures.
Bij het onderdeel toezicht is het aantal fte’s als volgt opgebouwd 1 fte senior BWT-inspecteur en 2,42 fte BWT-inspecteurs.
Het onderdeel handhaving bestaat uit 1,78 fte senior beleidsadviseurs en 1,77 fte beleidsadviseurs.
In het jaarlijkse uitvoeringsprogramma VTH wordt voor het betreffende jaar een overzicht gemaakt van zowel de beschikbare als de benodigde capaciteit.
In het BMC-rapport "Organisatiescan gemeente Huizen - Een spade dieper" (d.d. 21 januari 2022) is aangegeven dat de formatie in totaliteit van kleinere omvang is dan gemiddeld bij de referentiegemeenten. Volgens dit rapport kan het team VTH daardoor niet alle taken adequaat uitvoeren. Naar aanleiding hiervan is de formatieruimte afgelopen jaren uitgebreid. Vergunningen zit qua bezetting nu aan de ondergrens en Toezicht en Handhaving is gemiddeld bezet. Komende tijd zal de benodigde capaciteit worden gemonitord.
Verder is besloten om per 2026 in elk geval voor een periode van drie jaar 1 fte aan capaciteit toe te voegen voor toezicht (en handhaving) op groen, zie paragraaf 3.2. De komende tijd zal intern worden afgestemd waar deze capaciteit wordt ondergebracht.
Binnen het team VTH is een functiescheiding aangebracht tussen vergunningverlening enerzijds en toezicht en handhaving anderzijds. Ook wordt er binnen het team gewerkt met een zgn. wijkindeling waarin het personeel periodiek rouleert.
Het team VTH werkt met het systeem’ Engage procesmodeller’. Dit systeem is een tool om werkprocessen op te stellen en op te slaan.
Voor zowel vergunningverlening als voor toezicht en handhaving zijn middelen in de begroting opgenomen.
Voor de uitvoering van de taken van team VTH is een aantal budgetten beschikbaar om jaarlijks terugkomende uitgaven te kunnen dekken.
Voor het team VTH is een aantal budgetten beschikbaar met een financiële omvang van ongeveer
€ 200.000,00. Deze worden o.a. besteed aan subsidies voor monumenten, controles op de Alcoholwet, implementatie Wkb, bouwkundige toetsing, controles op uitgevoerde constructieve toetsingen. Ook is er een rijksbijdrage voor verbetering van het welstandstoezicht (t/m 2026).
5.3 Calamiteiten en incidenten
Voor incidenten en calamiteiten buiten de reguliere bedrijfstijden kan er contact opgenomen worden met de politie of de brandweer. Bij dringende milieuklachten en/of calamiteiten is OFGV 24 uur per dag bereikbaar, via de milieuklachtentelefoon (0320) 26 54 00. VTH is telefonisch bereikbaar via de teamleider.
De gemeente werkt, op dit moment, aan een nieuwe bereikbaarheidsdienst voor de VTH-taken.
5.4 Samenwerking en afstemming
Voor het uitvoeren van de VTH-taken (uitvoerings- en handhavingstaken) zijn in de loop der tijd verschillende samenwerkingen ontstaan met andere partijen. Hieronder wordt op de verschillende samenwerkingspartijen ingegaan.
Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek (OFGV)
De OFGV is verantwoordelijk voor toezicht op milieuwetgeving, handhaving en milieuvergunningen voor 14 partijen, waaronder Huizen. De gemeente blijft het loket voor milieuklachten en aanvragen. Bij gecombineerde aanvragen (bijv. bouwen en milieu) geeft de gemeente nog steeds vergunningen af.
De OFGV stelt een eigen U&H strategie en uitvoeringsprogramma op voor de taken die zij voor ons uitvoert. Deze documenten zijn op onze U&H strategie en uitvoeringsprogramma’s afgestemd.
Brandweer Gooi en Vechtstreek (BGV)
De brandweer voert toezicht op brandveiligheidseisen uit. De gemeente handelt de handhaving van overtredingen af. Beide werken samen op basis van een dienstverleningsovereenkomst (DVO).
Deze DVO zal op korte termijn worden nagelopen of deze nog voldoet wat betreft producten, werkprocessen en termijnen van advisering, gelet op de inwerkingtreding van de Omgevingswet.
Voor toezicht op de Alcoholwet werkt Huizen samen met Hilversum, gebaseerd op een regionaal preventie- en handhavingsplan alcohol en drugs.
Waterschap Amstel, Gooi en Vecht
Samenwerking op milieugerelateerde onderwerpen vindt plaats tussen de OFGV en het waterschap.
Het team Beheer Openbare Ruimte en Groen onderhoudt van gemeentewege de contacten met het Waterschap. Incidenteel schuift er iemand van het team VTH aan.
In het buitengebied werken boa’s en beleidsmedewerkers van de gemeente samen met het GNR.
Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek
Er is vanuit het team VTH regelmatig overleg over evenementen en andere openbare onderwerpen.
Aanvragers en adviserende instanties
Voor de aanvragen waar aanpassingen nodig zijn om tot een vergunbaar plan te komen, geldt de weg van het overleg met de aanvrager. Soms is dat een particulier, meestal is dat een projectontwikkelaar, een architect of een bouwkundig tekenaar. Hiervoor zijn de zgn. intaketafel en de kleine omgevingstafel in het leven geroepen. Verder wordt in al die gevallen waar de wet het advies van een externe instantie voorschrijft, het advies ook ingewonnen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het waterschap.
Het team VTH levert technisch voorbereidende input voor de bestuurlijke aanpak in het project ‘ondermijning’ van team Openbare Orde en Veiligheid (hierna OOV). In dit project wordt onder leiding van het team OOV van de gemeente samengewerkt met partners zoals politie, de Belastingdienst en het Openbaar Ministerie om ondermijning tegen te gaan, met het RIEC als spil voor informatie-uitwisseling.
De toezichthouder gaat niet mee tijdens de bestuurlijke interventie maar staat stand-by voor beantwoording van vragen.
De gemeente Huizen onderscheidt naast de zes primaire toezichtvormen ook nog andere vormen van toezicht.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-337304.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.