Aanpassing verordening Jeugdhulp en Wmo

De raad van de gemeente Smallingerland,

 

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 12-11-2024;

 

gelet op artikel 108, tweede lid en artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet, de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

 

Besluit:

 

  • 1.

    De Verordening Jeugdhulp 2024 gemeente Smallingerland als volgt te wijzigen:

Artikel I  

A

Aan artikel 15 wordt een nieuw lid 2 toegevoegd:

 

Draagkracht en draaglast

  • a.

    Een gezonde draagkracht betekent dat ouders of andere huisgenoten onderling zorg kunnen dragen voor normale, dagelijkse hulp. Ouder(s) zijn verplicht de tot hun gezin behorende minderjarige kinderen te verzorgen, op te voeden en toezicht op hen te houden. Dit geldt ook als sprake is van een minderjarig kind met een ziekte, aandoening of beperking. Voor zover het van toepassing is en tot de mogelijkheden behoort dat ouders hun kinderen zelf hulp op het gebied van persoonlijke verzorging, begeleiding en verblijf bieden, kent het college geen individuele voorziening jeugdhulp toe.

  • b.

    Als de noodzakelijke hulp op het gebied van persoonlijke verzorging, begeleiding en verblijf van ouders voor hun kinderen voor wat betreft de aard, frequentie en benodigde tijd voor deze handelingen zwaarder is dan de zorg die kinderen van dezelfde leeftijd redelijkerwijs nodig hebben, neemt het college in haar onderzoek de balans tussen draaglast en draagkracht mee. Het college bepaalt of de draagkracht van het gezin om zelf de nodige ondersteuning, hulp en zorg te kunnen bieden in overeenstemming is met de draaglast, op basis van de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van de ouders, samen met de personen die tot hun sociale omgeving behoren en beschikbare voorliggende voorzieningen.

  • c.

    Het college maakt voor wat betreft het vaststellen van de balans tussen draagkracht als bedoeld in het eerste lid en draaglast als bedoeld in het tweede lid een onderscheid in kortdurende en langdurende situaties:

    • i.

      Kortdurend: er is uitzicht op herstel van het (gezondheids)probleem en de daarmee samenhangende zelfredzaamheid van de jeugdige. Het gaat hierbij over een aaneengesloten éénmalige periode van maximaal drie maanden, binnen een tijdvak van 12 maanden.

    • ii.

      Langdurend: het gaat om chronische situaties waarbij naar verwachting de jeugdhulp langer dan drie maanden nodig zal zijn of meerdere periodes van drie maanden, binnen een tijdvak van 12 maanden.

  • d.

    In kortdurende situaties neemt het college aan dat draagkracht en draaglast in balans zijn en bieden ouder(s) of huisgenoten alle vormen van hulp op het gebied van persoonlijke verzorging, begeleiding en verblijf zelf, tenzij dit gezien de aard van de benodigde hulp (geheel of gedeeltelijk) niet van ouder(s) of huisgenoten mag worden verwacht. In langdurende situaties bieden ouder(s) of huisgenoten alle vormen van hulp op het gebied van persoonlijke verzorging, begeleiding en verblijf zelf als het college op basis van algemeen aanvaarde maatstaven vaststelt dat draaglast en draagkracht in balans zijn, tenzij dit gezien de aard van de benodigde hulp (geheel of gedeeltelijk) niet van ouder(s) of huisgenoten mag worden verwacht.

  • e.

    Het bieden van een beschermende woonomgeving van ouder(s) aan kinderen is tot en met de leeftijd van 17 jaar in principe gebruikelijke zorg, zowel in kortdurende als langdurende situaties.

  • f.

    Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van het onderzoek naar de balans tussen draagkracht en draaglast en de uitwerking daarvan.

B

Artikel 15 lid 3 tot en met 9 worden hernummerd tot artikel 15 lid 4 tot en met 10.

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het gemeenteblad waarin dit besluit wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 november 2024.

 

  • 2.

    De Verordening Wmo 2024 gemeente Smallingerland als volgt te wijzigen:

Artikel I  

A

Aan artikel 3 wordt een nieuw lid 3 toegevoegd:

 

Het college volgt bij het onderzoek naar de behoefte aan maatschappelijke ondersteuning, met inachtneming van het eventuele persoonlijk plan, het stappenplan van de Centrale Raad van Beroep:

  • 1.

    Stel vast wat de precieze hulpvraag is.

  • 2.

    Breng de beperkingen in de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie of bij het zich kunnen handhaven in de samenleving gedetailleerd in kaart.

  • 3.

    Stel vast welke ondersteuning in aard en omvang nodig is, zodat cliënt in voldoende mate zelfredzaam is en kan participeren en cliënt zich weer (zelfstandig) staande kan houden in de samenleving.

  • 4.

    Breng in kaart of en in welke mate eigen kracht, gebruikelijke hulp, mantelzorg, hulp uit het sociale netwerk of een algemene voorziening een oplossing biedt.

  • 5.

    Concludeer of er nog iets overblijft om te compenseren via een maatwerkvoorziening.

B

Aan artikel 3 wordt een nieuw lid 4 toegevoegd:

 

Draagkracht en draaglast

  • a.

    Een gezonde draagkracht betekent onder meer dat huisgenoten onderling zorg kunnen dragen voor gebruikelijke hulp. Voor zover het van toepassing is en tot de mogelijkheden behoort dat huisgenoten zelf hulp op het gebied van persoonlijke verzorging, begeleiding, vervoer en hulp bij het huishouden bieden, kent het college geen maatwerkvoorziening toe.

  • b.

    Als de noodzakelijke hulp op het gebied van hulp bij het huishouden van kinderen voor hun ouder(s) voor wat betreft de aard, frequentie en benodigde tijd voor deze handelingen zwaarder is dan de hulp die kinderen van dezelfde leeftijd redelijkerwijs bieden, neemt het college in haar onderzoek de balans tussen draaglast en draagkracht mee. Het college bepaalt of de draagkracht van het gezin om zelf de nodige ondersteuning, hulp en zorg te kunnen bieden in overeenstemming is met de draaglast, op basis van de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van de kinderen, samen met de personen die tot hun sociale omgeving behoren en beschikbare algemene, algemeen gebruikelijke en/ of andere voorzieningen.

  • c.

    Als de noodzakelijke hulp op het gebied van hulp bij het huishouden , persoonlijke verzorging, begeleiding en vervoer van volwassen huisgenoten voor wat betreft de aard, frequentie en benodigde tijd voor deze handelingen zwaarder is dan de hulp die zij redelijkerwijs bieden, neemt het college in haar onderzoek de balans tussen draaglast en draagkracht mee. Het college bepaalt of de draagkracht van het huishouden om zelf de nodige ondersteuning, hulp en zorg te kunnen bieden in overeenstemming is met de draaglast, op basis van de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van de kinderen, samen met de personen die tot hun sociale omgeving behoren en beschikbare algemene, algemeen gebruikelijke en/ of andere voorzieningen.

  • d.

    Het college maakt voor wat betreft het vaststellen van de balans tussen draagkracht als bedoeld in het eerste lid en draaglast als bedoeld in het tweede en derde lid een onderscheid in kortdurende en langdurende situaties:

    • i.

      Kortdurend: er is uitzicht op herstel van het (gezondheids)probleem en de daarmee samenhangende zelfredzaamheid van de volwassene. Het gaat hierbij over een aaneengesloten éénmalige periode van maximaal drie maanden, binnen een tijdvak van 12 maanden.

    • ii.

      Langdurend: het gaat om chronische situaties waarbij naar verwachting de maatschappelijke ondersteuning langer dan drie maanden nodig zal zijn of meerdere periodes van maximaal drie maanden, binnen een tijdvak van 12 maanden.

  • e.

    In kortdurende situaties neemt het college aan dat draagkracht en draaglast in balans zijn en bieden huisgenoten elkaar alle vormen van hulp op het gebied van persoonlijke verzorging, begeleiding, vervoer en hulp bij het huishouden zelf, tenzij dit gezien de aard van de benodigde hulp (geheel of gedeeltelijk) niet van huisgenoten mag worden verwacht. In langdurende situaties bieden huisgenoten alle vormen van hulp op het gebied van persoonlijke verzorging, begeleiding, vervoer en hulp bij het huishouden zelf als het college op basis van algemeen aanvaarde maatstaven vaststelt dat draaglast en draagkracht in balans zijn, tenzij dit gezien de aard van de benodigde hulp (geheel of gedeeltelijk) niet van huisgenoten mag worden verwacht.

  • f.

    Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van het onderzoek naar de balans tussen draagkracht en draaglast en de uitwerking daarvan.

C

Artikel 3 lid 3 tot en met 8 worden hernummerd tot artikel 15 lid 5 tot en met 10.

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het gemeenteblad waarin dit besluit wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 november 2024.

 

  • 3.

    De Verordening Wmo 2024 gemeente Smallingerland als volgt te wijzigen:

Artikel I  

A

Artikel 7 lid 6 wordt gewijzigd in:

 

In aanvulling op lid 2 onder d kan er alleen een Pgb worden toegekend voor formele ondersteuning indien de aanbieder voldoet aan de kwaliteitseisen zoals beschreven in artikel 12.4. Voldoet de beoogd aanbieder niet aan de kwaliteitseisen dan wordt het Pgb niet verstrekt. De cliënt kan dan kiezen voor een andere Pgb aanbieder of voor zorg in natura.

 

B

Aan artikel 12 wordt een nieuw lid 4 toegevoegd:

 

Formele ondersteuning op basis van een persoonsgebonden budget dient te voldoen aan de kwaliteitseisen van deze verordening en de kwaliteitseisen zoals die in het "registratieformulier zorgaanbieder PGB formele ondersteuning" zijn vastgelegd.

 

C

Aan artikel 12 wordt een nieuw lid 5 toegevoegd:

 

Register

  • a.

    Het college onderhoudt een register waarin het de kwaliteit van aanbieders van formele ondersteuning op basis van een persoonsgebonden budget bijhoudt.

  • b.

    Het college toetst vooraf de kwaliteit van de aanbieder van formele ondersteuning op basis van een persoonsgebonden budget. In het register wordt de uitkomst van dit onderzoek opgenomen.

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2025.

Aldus vastgesteld door de raad voornoemd in zijn vergadering van: 17 december 2024

griffier,

voorzitter,

Naar boven