Overwegingen ten aanzien van het besluit
Dat ten behoeve van het stimuleren van elektrisch vervoer een netwerk van oplaadpunten noodzakelijk is;
Dat de gemeente Edam-Volendam in het kader van de uitbreiding van de openbare laadinfrastructuur oplaadpunten voor elektrische voertuigen aanwijst;
Dat de gemeente een valide verzoek heeft ontvangen van een werknemer in de gemeente Edam-Volendam voor het plaatsen van openbare oplaadpaal;
Dat daarmee voldoende is aangetoond dat er ter plaatse behoefte bestaat aan een oplaadpaal voor het opladen van elektrische voertuigen;
Dat in deze behoefte niet kan worden voorzien door reeds aanwezige oplaadpalen in de nabije omgeving of door parkeer- en oplaadmogelijkheden op eigen terrein;
Dat het verzoek op basis daarvan voldoet aan de in de Beleidsregels elektrisch laden Edam-Volendam vastgestelde criteria;
Dat door de beheerder de locatie op het parkeerterrein aan de Omdraai in Volendam is goedgekeurd;
Dat om een optimale benutting van een openbare oplaadpunt te waarborgen het wenselijk is om bij het oplaadpunt een tweetal parkeerplaatsen te reserveren ten behoeve van het opladen van elektrische voertuigen;
Dat dit gerealiseerd kan worden door middel van het plaatsen van het verkeersbord E8c als bedoeld in bijlage 1 van het RVV 1990 en een onderbord dat aanduidt dat het verkeersbord erboven van toepassing is op twee parkeervakken;
Dat gelet op artikel 12 van het BABW voor het plaatsen van het verkeersbord E8c – met het betreffende onderbord – van bijlage 1 van het RVV 1990 een verkeersbesluit is vereist;
Dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 de verkeersmaatregel strekt tot het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;
Dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 de verkeersmaatregel voorts strekt tot het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer;
Dat het parkeerterrein aan de Omdraai in Volendam in het beheer is van de gemeente Edam-Volendam; en
Dat gelet op artikel 24 van het BABW overleg heeft plaatsgevonden met de gemandateerde van de korpschef van de politie, waarbij te kennen is gegeven dat met het voorgestelde verkeersbesluit wordt ingestemd met de opmerking dat er ten behoeve van de duidelijke bebording twee borden nodig zijn voor het reserveren van de twee parkeervakken.