Nummer: 2025-009-WAN
Wettelijke grondslag
Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.
Ingevolge artikel 2, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 kunnen de krachtens deze wet vastgestelde regels strekken tot:
a. het verzekeren van de veiligheid op de weg;
b. het beschermen van weggebruikers en passagiers;
c. het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;
d. het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;
Ingevolge het tweede lid van artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994 kunnen de krachtens deze wet vastgestelde regels voorts strekken tot:
a. het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de wet milieubeheer;
b. het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten of gebieden.
Doelstelling en motivering
Doelstelling
Uit het oogpunt van het waarborgen van de bruikbaarheid van de weg is het gewenst op de Kooy vanaf de laatste inrit naar het parkeerterrein richting de botenhelling een geslotenverklaring voor voertuigen vast te stellen.
Motivering
Hierbij is het volgende overwogen:
- •
Dat aan het einde van De Kooy waar deze overgaat in de Maas een botenhelling aanwezig is;
- •
Dat de botenhelling bij De Kooy voor de brandweer van essentieel belang is omdat de botenhelling in de haven van Wanssum ongeschikt is door de drukte én de langere vaartijd naar de meeste bestemmingen;
- •
Dat op botenhelling op De Kooy ongewenst (particuliere) boten e.d. te water worden gelaten;
- •
Dat voor particulier gebruik in de haven van Wanssum een openbare botenhelling aanwezig is;
- •
Dat in het verleden geprobeerd is om de toegang naar de botenhelling met fysieke maatregelen af te sluiten maar dat deze telkens vernield werden;
- •
Dat de nood- en hulpdiensten vooral overlast ondervinden van geparkeerde voertuigen die de toegankelijkheid van de botenhelling belemmeren;
- •
Dat verondersteld wordt dat de meeste gebruikers niet het besef hebben welke functie de botenhelling op de Kooy heeft;
- •
Dat door het plaatsen van verkeersborden aan beide zijden van de weg en het toepassen van onderborden met tekstopschriften “uitgezonderd hulpdiensten” en “voortdurend vrijhouden i.v.m. te water laten hulpdienst vaartuig” extra benadrukt wordt waarom dit gedeelte van de Kooy is afgesloten voor voertuigen.
Overleg
Onderhavige verkeersmaatregel is besproken met de Politie Eenheid Limburg. De politie heeft ingestemd met bovengenoemde verkeersmaatregel. Hiermee is voldaan aan het bepaalde in artikel 24 van het BABW.
Belangenafweging
Door dit verkeersbesluit worden belanghebbenden niet onevenredig benadeeld. Door de geslotenverklaring van De Kooy wordt de bereikbaarheid en toegankelijkheid van de botenhelling voor de hulpdiensten gewaarborgd. Particulieren kunnen gebruik maken van de openbare botenhelling in de haven van Wanssum.
Besluiten
Op grond van vorenstaande overwegingen besluiten burgemeester en wethouders:
- 1.
Door het plaatsen van verkeersborden C1 van Bijlage I van het RVV 1990 met onderbord met tekstopschrift “uitgezonderd hulpdiensten”, De Kooy vanaf de laatste inrit naar het parkeerterrein gesloten te verklaren voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee uitgezonderd hulpdiensten;
- 2.
Genoemde verkeersmaatregel uit te voeren zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende situatietekening;
- 3.
Dit verkeersbesluit treedt in werking daags na bekendmaking en wordt geëffectueerd op het moment dat de verkeersborden geplaatst zijn.