Kennisgeving

Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Noordenveld meldt door deze kennisgeving dat zij voornemens is, op grond van artikel 3.1 van de Omgevingswet, een omgevingsvisie vast te stellen. Het plangebied omvat het hele grondgebied van de gemeente Noordenveld.

Wat is de aanleiding?

De Omgevingswet bepaalt dat elke gemeente uiterlijk in 2027 een omgevingsvisie moet vaststellen. De gemeente Noordenveld heeft een omgevingsvisie vastgesteld in 2017. Deze omgevingsvisie voldoet niet aan de eisen van de Omgevingswet die per 1 januari 2024 is ingevoerd. In de omgevingsvisie is geen nulmeting/leefomgevingsfoto opgenomen en gaat niet in op de huidige kwaliteit van de leefomgeving. Ook geeft de visie geen inzicht in eventuele knelpunten waar actie op nodig is, of juist waarden die beschermd moeten worden. Daardoor is niet helder ‘hoe de gemeente ervoor staat’. Ook worden de bestaande waarden op hoofdlijnen beschreven. Hierdoor zijn de ambities die in de visie worden genoemd niet direct herleidbaar naar een bepaalde waarde of knelpunt.

In de afgelopen jaren zijn grote vraagstukken opgekomen zoals duurzaamheid, klimaatadaptatie, stikstof, de toekomst van het landelijk gebied, de energietransitie en het principe dat water en bodem sturend zijn bij ontwikkelingen. In de omgevingsvisie zijn deze grote, vaak integrale thema’s niet in samenhang besproken en/of worden niet vertaald naar de Noordenveldse situatie. Dit is ook de reden waarom de omgevingsvisie niet optimaal bruikbaar is bij het afwegen van buitenplanse omgevingsvergunningen.

De gemeente Noordenveld gaat daarom de omgevingsvisie actualiseren. Deze geactualiseerde omgevingsvisie voldoet aan alle (digitale) wettelijke eisen, maar is bovenal ambitieus én realistisch, met een duidelijke koers en keuzes, uitnodigend, leesbaar en toegankelijk en breed gedragen door alle betrokken partijen. De geactualiseerde omgevingsvisie moet aansluiten op vastgesteld strategisch beleid en op het sociaal domein. In de visie geven we voor de (middel)lange termijn (tot 2050):

 

  • 1.

    een beschrijving van de hoofdlijnen van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving,

  • 2.

    de hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkeling, het gebruik, het beheer, de bescherming en het behoud van het grondgebied,

  • 3.

    de hoofdzaken van het voor de fysieke leefomgeving te voeren integrale beleid.

Omgevingseffectrapportage

Op grond van artikel 16.34, eerste lid en 16.36 van de Omgevingswet moet de gemeente een de procedure rondom de milieueffectrapportage (mer) doorlopen en een milieueffectrapport (MER) opstellen voor de omgevingsvisie. De gemeente Noordenveld heeft ervoor gekozen om de MER te verbreden tot een omgevingseffectrapport (OER). Bij een OER worden, net als bij een MER, de milieueffecten in beeld gebracht. In het OER is dit aangevuld met sociale, gezondheids- en economische aspecten. De gemeente kiest er voor om zowel de omgevingsvisie als het OER parallel te maken zodat op basis van de omgevingseffecten de omgevingsvisie kan worden aangescherpt en effecten van keuzes goed inzichtelijk te maken.  

Proces actualisatie omgevingsvisie in drie fases

Het totale proces van de actualisatie tot en met de vaststelling door de gemeenteraad van de omgevingsvisie 2050 duurt ruim anderhalf jaar en ziet er op hoofdlijnen als volgt uit:

Fase 1 Verkenning en Verdieping

Deze fase legt de basis voor de inhoudelijke uitwerking en het ontwikkelproces van de geactualiseerde omgevingsvisie. We brengen trends en ontwikkelingen, kansen en opgaven en de huidige kwaliteiten en karakteristieken van de gemeente Noordenveld in beeld. Het resultaat wordt verwerkt in de Nota van Uitgangspunten: een document dat een duiding geeft van de belangrijkste (integrale) opgaven voor de gemeente Noordenveld waarop de geactualiseerde omgevingsvisie een antwoord op moet geven. De Nota van Uitgangspunten gaat ook over hoe we onze inwoners, bedrijven en professionele stakeholders willen betrekken bij de actualisatie. De Nota van Uitgangspunten wordt vastgesteld door de gemeenteraad. Ook wordt een spreekwoordelijke foto van de leefomgeving opgesteld in het kader van het OER. Dit geeft weer hoe de leefomgeving er in Noordenveld nu (huidige situatie) en in toekomst als het huidige beleid uitgevoerd wordt (autonome ontwikkeling) uitziet.   

Fase 2 Koers bepalen

In deze fase verkennen we langs drie scenario’s de bandbreedte en consequenties van ruimtelijke keuzes en brengen deze in beeld. Dit doen we op het schaalniveau van de gehele gemeente. Deze scenario’s stellen het denken over mogelijke en wenselijke ‘toekomsten’ op scherp en borgen dat de diversiteit aan opgaven in samenhang wordt bekeken. Gevoed door de uitkomsten van de gesprekken over de scenario’s stellen we een hoofdlijnennotitie op, bestaande uit een toekomstverhaal en strategische keuzes. Dit is het resultaat van de tweede fase. De hoofdlijnennotitie wordt vastgesteld door de gemeenteraad. De scenario’s worden in het OER op effecten beoordeeld.

Fase 3 Opstellen geactualiseerde omgevingsvisie

In de derde fase werken we toe naar de ontwerp-omgevingsvisie. Deze fase richt zich op de doorvertaling van de strategische keuzes naar gebiedsgerichte keuzes per deelgebied. Per gebied maken we opgaven, ruimtelijke ambities en keuzes inzichtelijk. Dit vormt een basis voor een gebiedseigen afwegingskader met programmatische uitgangspunten. Naast de inhoudelijke keuzes is de uitvoering van de omgevingsvisie een wezenlijk onderdeel. In de uitvoeringsparagraaf geven we aan op welke manier de geschetste ontwikkelingen tot stand kunnen komen en welke rol en verantwoordelijkheid de gemeente daarbij heeft. De ontwerp-omgevingsvisie wordt ook in het OER op effecten beoordeeld om te zien wat de gevolgen van het nieuwe beleid op de leefomgeving zijn en waar we als gemeente op bij kunnen sturen.   

Participatie

De actualisatie van de omgevingsvisie is een intensief en complex proces. Voor het betrekken van onze inwoners, bedrijven en stakeholders werken wij volgens ons participatiebeleid. Het betrekken van de interne organisatie, politiek, samenleving en andere belanghebbenden is onlosmakelijk onderdeel van het proces om te komen tot een gedragen visie op de gemeente Noordenveld in de toekomst. Vanwege de omvang van de omgevingsvisie en de bijbehorende impact op de leefomgeving beschouwen we dit project als een project waarin inzet op uitgebreide participatie van toepassing is. De 10 spelregels voor participatie uit ons participatiebeleid vormen het uitgangspunt bij de aanpak en de uitvoering. We zetten ons als gemeente in om de spelregels na te streven, en moedigen participanten aan om dit ook te doen.

Doelen en werkwijzeWe onderscheiden verschillende doelen waarop de aanpak gericht is:

  • 1.

    De ontwikkeling van een integrale en gedragen geactualiseerde omgevingsvisie;

  • 2.

    Het actief, participatief optrekken met inwoners, bedrijven, partners en de interne organisatie en politiek gedurende het proces;

  • 3.

    Het bieden van toegankelijke informatievoorziening en diverse fysieke en online mogelijkheden om verschillende doelgroepen te bereiken om het gesprek aan te gaan.

Meedenken of betrokken worden bij projecten van de gemeente kan op verschillende manieren en niveaus. Als gemeente vinden we het van belang om transparant te zijn over de mate van betrokkenheid die wij vinden passen bij de verschillende doelgroepen. Om hier duidelijk over te communiceren, hanteren we de participatieladder.

Naast de wijze waarop doelgroepen betrokken worden, is ook het onderwerp van de participatie van belang. In het geval van de omgevingsvisie richt de participatie zich op de toekomst van de leefomgeving. Hierbij gaat het over het hele grondgebied van de gemeente Noordenveld. In het participatieproces worden perspectieven en adviezen van verschillende doelgroepen opgehaald. Er is ruimte voor inbreng op verschillende thema’s die de leefomgeving raken, zoals wonen, landschap, verkeer, economie en meer. Tegelijkertijd zijn er ook zaken die niet (meer) ter discussie staan in de omgevingsvisie. Dit betreft bijvoorbeeld vastgesteld lokaal beleid, maar ook wet- en regelgeving vanuit Europa, het Rijk of de provincie.

Doelgroepen

Verschillende doelgroepen vragen om verschillende benaderingswijzen in participatie en communicatie. Factoren zoals de mate van belang, de mate van invloed, maar ook zaken als beschikbare kennis en tijd, vragen om een gepaste aanpak per doelgroep in het informeren en betrekken van partijen. In de aanpak maken we een onderscheid tussen interne participatie (gemeentelijke organisatie en het gemeentebestuur) en externe participatie (bijvoorbeeld inwoners, bedrijven, belangengroepen, ketenpartners en medeoverheden.

Per fase van het proces zijn diverse participatierondes voorzien. Middelen die wij daarvoor onder andere inzetten zijn:

Inwoners / stakeholders / belangenorganisaties:Digitale vragenlijst, foto-oproep, swipocratie, kinderadviesraad, expositie, werksessies stakeholders

Interne organisatie en ketenpartnersInteractieve ateliers/bijeenkomsten en digitale consultatie

GemeenteraadRaadsbijeenkomsten (beeldvormend en besluitvormend), raadswerkgroep ruimte

CollegeCollegebijeenkomsten

Wij informeren onze doelgroepen via onze communicatiekanalen (website, facebook, instagram, informatiepagina, nieuwbrief) over de mogelijkheden te participeren.

Opbrengsten participatie

De opbrengsten van de participatie worden als advies meegenomen bij het opstellen van de (deelproducten van de) omgevingsvisie. Aan het einde van elke fase bundelen we de opbrengsten van de participatiemiddelen in een Nota van Participatie. De Nota van Participatie vormt een naslagwerk dat ervoor zorgt dat alle input uit de participatie herleidbaar is. Dit document biedt een beknopte samenvatting van de participatie-uitkomsten op hoofdlijnen. Daarbij gaat aandacht uit naar zaken die veel overeenstemming kennen, maar ook naar aspecten waar de meningen over verdeeld zijn. De Nota van Participatie is behulpzaam bij de vaststelling van de deelproducten en de omgevingsvisie door het college van B&W en de gemeenteraad.   

U wilt reageren?

U kunt tot en met 18 oktober 2025 uw zienswijze kenbaar maken over het voornemen. Hierin kunt u bijvoorbeeld aangeven wat u belangrijk vindt om mee te nemen in het OER. Dit kunt u schriftelijk doen door een zienswijze te richten aan het college van B&W, Postbus 109, 9300 AC Roden. U kunt dit ook mondeling doen, belt u hiervoor minimaal een week voor het einde van de terinzagelegging om een afspraak te maken (088 – 050 888).  

U wilt meer informatie?

Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met Mevrouw S.E. Driesens of de heer C. Abma via telefoonnummer (088 – 050 888).

U heeft nog vragen?

Als u nog vragen heeft, kunt u de gemeente van maandag t/m donderdag tussen 8:30 en 16:30 uur en op vrijdag tussen 8:30 en 12:00 uur telefonisch bereiken via het nummer 088 -050 88 88. Het e‑mailadres is postbus@noordenveld.nl. Om u beter van dienst te kunnen zijn, verzoeken wij u het kenmerk bovenin deze publicatie te vermelden.

Naar boven