Subsidieregeling voorschoolse educatie en peuteropvang Haarlemmermeer 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer;

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Haarlemmermeer 2024;

overwegende dat het gemeentebestuur wil dat alle kinderen gelijke onderwijskansen hebben en zoveel mogelijk zonder achterstand in de Nederlandse taal starten in het primair onderwijs;

overwegende dat er voor peuters met een indicatie voor voorschoolse educatie voldoende aanbod aan voorschoolse educatie moet zijn;

overwegende dat peuters van ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag ook gebruik moeten kunnen maken van peuteropvang bij een kinderopvangorganisatie met een aanbod van voorschoolse educatie;

overwegende dat het aanbieden van voorschoolse educatie een wettelijke taak van de gemeente is;

overwegende dat het verstrekken van subsidies voor voorschoolse educatie en peuteropvang aan het voorgaande bijdraagt;

besluit vast te stellen de Subsidieregeling voorschoolse educatie en peuteropvang Haarlemmermeer 2024.

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

• a. Asv: Algemene subsidieverordening gemeente Haarlemmermeer 2024;

• b. doelgroeppeuter: een kind van 2½ tot 4 jaar dat ingeschreven is in de gemeente Haarlemmermeer en een indicatie heeft voor voorschoolse educatie, vastgesteld door de Jeugdgezondheidszorg van GGD Kennemerland;

• c. inkomensafhankelijke ouderbijdrage: ouderbijdrage volgens de VNG Adviestabel ouderbijdrage peuteropvang voor het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

• d. kinderopvangtoeslag: toeslag van het Rijk die ouders kunnen ontvangen als tegemoetkoming in de kosten van geregistreerde kinderopvang volgens de tabel van de belastingdienst op basis van het toetsingsinkomen;

• e. Landelijk Register Kinderopvang (LRK): register ex. artikel 1.47b van de Wet Kinderopvang, waarin kinderopvangvoorzieningen geregistreerd zijn die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen;

• f. peuter: een kind van 2 tot 4 jaar dat ingeschreven is in de gemeente Haarlemmermeer;

• g. peuteropvang: opvang van een peuter bij een VE-kinderopvangorganisatie;

• h. toetsingsinkomen: inkomen of gezamenlijk inkomen van een of meer ouders, zoals door de belastingdienst wordt gebruikt om het recht op kinderopvangtoeslag te berekenen;

• i. voorschoolse educatie (VE): aanbod voor doelgroeppeuters van 2½ tot 4 jaar waarbij gewerkt wordt met een VE-programma, dat vooral is gericht op het voorkomen of verkleinen van achterstanden in de Nederlandse taal;

• j. VE-kinderopvangorganisatie: kinderopvangorganisatie die voorschoolse educatie aanbiedt in de gemeente Haarlemmermeer en die als zodanig is ingeschreven in het Landelijk Register Kinderopvang;

• k. VE-monitor: digitale monitor die wordt gebruikt door GGD Kennemerland en de VE-kinderopvangorganisaties voor de toeleiding en plaatsing van doelgroeppeuters;

• l. VE-peuteropvang: opvang van een doelgroeppeuter door een VE-kinderopvangorganisatie;

• m. VE-programma: een erkend voorschools programma, dat is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut, waarin op een gestructureerde wijze de ontwikkeling van peuters wordt gestimuleerd en waarbij veel aandacht is voor de taalontwikkeling;

• n. volledig bezette plaats: een volledig bezette plaats betreft per jaar 640 uren opvang bij dagdelen van 4 uren en 650 uren bij dagdelen van 3,25 uren;

• o. wettelijk maximum uurtarief kinderdagopvang: maximale uurprijs voor kinderdagopvang die door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor het jaar waarvoor de subsidieaanvraag wordt gedaan, wordt vastgesteld in het Besluit kinderopvangtoeslag en door de belastingdienst wordt gehanteerd voor het berekenen van de hoogte van de kinderopvangtoeslag.

Artikel 2. Doel

Deze subsidieregeling heeft als doel het aanbieden van peuteropvang en voorschoolse educatie waardoor kinderen zoveel mogelijk zonder achterstand in de Nederlandse taal starten in het primair onderwijs.

Artikel 3. Aanvrager

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een VE-kinderopvangorganisatie.

Artikel 4. Subsidievorm

Subsidie wordt per kalenderjaar verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.

Artikel 5. Subsidiabele activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor:

• a. peuteropvang;

• b. VE-peuteropvang.

Artikel 6. Subsidiecriteria

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 5 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

• a. de opvang van een peuter duurt maximaal 2 jaar;

• b. de opvang van een doelgroeppeuter duurt maximaal 1,5 jaar.

Artikel 7. Weigeringsgronden

• 1. In aanvulling op artikel 12 van de Asv wordt een subsidie geweigerd als de aanvrager niet voldoet aan het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.

• 2. In aanvulling op artikel 12 van de Asv kan subsidie worden geweigerd als aan aanvrager in de twee jaar voorafgaand aan de aanvraag door het college een al dan niet herroepelijke sanctie is opgelegd voor een overtreding van de Wet kinderopvang of daarop gebaseerde regelgeving.

Artikel 8. Subsidiehoogte

• 1. De subsidie bedraagt voor de in artikel 5 onder a genoemde activiteit voor een peuter waarvan de ouder geen recht heeft op kinderopvangtoeslag: het verschil tussen het door de kinderopvangorganisatie gehanteerde uurtarief tot maximaal het wettelijk maximum uurtarief kinderdagopvang en de inkomensafhankelijke ouderbijdrage over:

  • maximaal 320 uur bij dagdelen van 4 uur; of

  • maximaal 260 uur bij dagdelen van 3,25 uur.

• 2. De subsidie bedraagt voor de in artikel 5 onder b genoemde activiteit:

  • a. een vast bedrag per volledig bezette jaarplaats dat jaarlijks uiterlijk 1 juni voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft wordt bekendgemaakt; en

  • b. voor een doelgroeppeuter waarvan de ouder recht heeft op kinderopvangtoeslag:

    • i. voor de eerste 320 uren: € 0;

    • ii. het door de kinderopvangorganisatie gehanteerde uurtarief tot maximaal het wettelijk maximum uurtarief kinderdagopvang over de volgende:

      • maximaal 320 uren bij dagdelen van 4 uren; of

      • maximaal 330 uren bij dagdelen van 3,25 uren; en

  • c. voor een doelgroeppeuter waarvan de ouder geen recht heeft op kinderopvangtoeslag:

    • i. voor de eerste 320 uren: het verschil tussen het door de kinderopvangorganisatie gehanteerde uurtarief tot maximaal het wettelijk maximum uurtarief kinderdagopvang en de inkomensafhankelijk ouderbijdrage; en

    • ii. het door de kinderopvangorganisatie gehanteerde uurtarief tot maximaal het wettelijk maximum uurtarief kinderdagopvang over de volgende:

      • maximaal 320 uren bij dagdelen van 4 uren; of

      • maximaal 330 uren bij dagdelen van 3,25 uren.

• 3. Het college kan voor een kalenderjaar bepalen dat de in het vorige lid onder b en c genoemde subsidie, voor zover gebaseerd op het wettelijk maximum uurtarief, wordt verhoogd met een door het college vast te stellen bedrag per uur.

• 4. In aanvulling op de voorgaande leden kan het college voor een kalenderjaar bepalen dat voor bepaalde doelgroepen subsidie wordt verstrekt voor de inkomensafhankelijke bijdrage.

Artikel 9. Indieningsvereisten

In afwijking van artikel 9, tweede lid, van de Asv, wordt een aanvraag voor subsidie gedaan met uitsluitend:

• een door het college vastgesteld aanvraagformulier Subsidieaanvraag voorschoolse educatie en peuteropvang met daarin een reële inschatting van het aantal bezette (VE-)peuterplaatsen waarvoor subsidie wordt gevraagd en de te verwachten ouderbijdragen; en

• een door het college vastgesteld Vragenformulier voorschoolse educatie en peuteropvang. 

Artikel 10. Aanvraagtermijn

In afwijking van artikel 10 van de Asv wordt een aanvraag om een subsidie ingediend in de periode van 1 juni tot en met 15 september voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 11. Bijzondere verplichtingen

In aanvulling op artikel 15 en 16 van de Asv is subsidieontvanger verplicht:

• a. doelgroeppeuters voorrang te geven bij de plaatsing van peuters;

• b. peuters die ingeschreven zijn in de gemeente Haarlemmermeer voorrang te geven bij de plaatsing van peuters;

• c. op alle groepen met gesubsidieerde peuterplaatsen een VE-programma aan te bieden, ongeacht of er doelgroeppeuters in de groep aanwezig zijn;

• d. per doelgroeppeuter extra contracturen voor een tutor/VE-coach in te zetten, waarbij geldt dat hiervan het aantal vastgelegde uren per jaar zoals bedoeld in het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie kan worden ingevuld door de pedagogisch beleidsmedewerker VE/coach VE;

• d. samen te werken met de Jeugdgezondheidszorg van de GGD Kennemerland voor een sluitende aanpak op het gebied van toeleiding en plaatsing via de VE-monitor en daartoe de benodigde informatie te leveren en een verwerkersovereenkomst te sluiten;

• e. op verzoek informatie te leveren aan de gemeente en de Inspectie van het Onderwijs;

• f. voor zover toepassing wordt gegeven aan artikel 8, vierde lid, wordt de subsidie door de subsidieontvanger in mindering gebracht op de in rekening te brengen inkomensafhankelijke bijdrage;

• g. toestemming te verkrijgen om af te wijken van het reguliere VE-aanbod, waaronder in ieder geval is begrepen:

  • het afwijken van de in artikel 8, tweede lid genoemde aanbod VE-peuteropvang;

  • het verlengen van VE nadat de doelgroeppeuter 4 jaar is geworden ter afwijking van het bepaalde in artikel 1 sub i;

• h. medewerkers VE die niet zijn gecertificeerd voor het VE-programma waarmee wordt gewerkt te trainen in het gehanteerde VE-programma;

• i. voor doelgroeppeuters gebruik te maken van een erkend kindvolgsysteem;

• j. ten behoeve van de doorgaande ontwikkelingslijn doelgroeppeuters mondeling over te dragen aan het primair onderwijs;

• k. samen te werken met organisaties en professionals in de voorschoolse zorgstructuur Haarlemmermeer;

• l. het onverwijld te melden als aan de subsidieontvanger een sanctie is opgelegd met betrekking tot het VE-aanbod binnen de gemeente;

• m. een maand na afloop van het eerste, tweede en derde kwartaal via het formulier Monitor en eindverantwoording voorschoolse educatie en peuteropvang een opgave te doen van de tot dan gerealiseerde aantallen geplaatste peuters en doelgroeppeuters en de berekende ouderbijdragen.

Artikel 13. Verantwoording

• 1. In afwijking van hoofdstuk 4 van de Asv wordt een aanvraag tot subsidievaststelling uiterlijk vier maanden na afloop van het kalenderjaar waarin de gesubsidieerde activiteiten plaatsvinden ingediend.

• 2. In afwijking van hoofdstuk 4 van de Asv bestaat een aanvraag tot subsidievaststelling uit een ingevuld formulier Monitor en eindverantwoording voorschoolse educatie en peuteropvang en een ingevuld Vragenformulier voorschoolse educatie en peuteropvang.

• 3. Bij subsidies waarvoor ingevolge artikel 23 van de Asv een controleverklaring van een accountant is vereist heeft deze verklaring betrekking op de aantallen en bedragen die zijn ingevuld op het in het tweede lid genoemde formulier Monitor en eindverantwoording voorschoolse educatie en peuteropvang.

Artikel 14. Slotbepalingen

• 1. Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 juni 2025.

• 2. Op aanvragen om subsidie die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van deze regeling, is de Uitwerkingsnota Subsidies 2025: Algemene subsidieregeling 2025 Haarlemmermeer van toepassing.

• 3. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling voorschoolse educatie en peuteropvang Haarlemmermeer 2024.

Toelichting

Algemeen

Het gemeentebestuur vindt het belangrijk dat Haarlemmermeerse kinderen zonder taalachterstand naar de het primair onderwijs gaan. Met deze subsidieregeling worden organisaties die voorschoolse educatie aanbieden ondersteund bij het opvangen van peuters, zodat peuters die dat nodig hebben kunnen deelnemen aan het aanbod van voorschoolse educatie (VE), dat vooral is gericht op het voorkomen of verkleinen van achterstanden in de Nederlandse taal.

Deze subsidieregeling is een nadere regeling van de Algemene subsidieverordening Haarlemmermeer 2024. Dat betekent dat de regels daarvan van toepassing zijn, tenzij daarvan in deze subsidieregeling nadrukkelijk wordt afgeweken.

Samenvatting subsidie gemeente:

	Opvang doelgroeppeuter	Opvang niet-doelgroeppeuter
Per volledig bezette kindplaats	een vast bedrag (hoogte wordt jaarlijks bepaald)	geen subsidie
Per (doelgroep)peuter waarvan de ouders recht hebben op kinderopvangtoeslag	voor de eerste 320 uren: geen subsidie voor de volgende 320 of 330 uren1: uurtarief kinderopvangorganisatie2	geen subsidie
Per (doelgroep)peuter waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag	voor de eerste 320 uren: uurtarief kinderopvangorganisatie2 minus ouderbijdrage3 voor de volgende maximaal 320 of 330 uren1: uurtarief kinderopvangorganisatie2	over maximaal 320 of 260 uren4 : uurtarief kinderopvangorganisatie2minus ouderbijdrage3

1 de 320 uren gelden bij dagdelen van 4 uren; voor dagdelen van 3,25 uren is dit 330 uren

2 tot aan maximaal het door de Minister vastgestelde maximum uurtarief kinderdagopvang

3 de inkomensafhankelijke ouderbijdrage per uur volgens de VNG Adviestabel ouderbijdrage peuteropvang

4 de 320 uren gelden bij dagdelen van 4 uren; voor dagdelen van 3,25 uren is dit 260 uren