Gemeenteblad van Someren
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Someren | Gemeenteblad 2025, 31931 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Someren | Gemeenteblad 2025, 31931 | beleidsregel |
Beleidsregel Wet Bibob 2024 gemeente Someren
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Someren en de burgemeester van Someren ieder voor zover bevoegd;
gelet op het bepaalde in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, de artikelen 5.1, eerste lid, onder a, artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder a en b, artikel 4.19b, artikel 5.31 en artikel 5.40 van de Omgevingswet.
vast te stellen de Beleidsregel Wet Bibob 2024 gemeente Someren.
Gemeenten krijgen steeds meer te maken met ondermijnende criminaliteit. Ondermijnende criminaliteit bestaat uit alle vormen van criminaliteit die een bedreiging zijn voor de integriteit van het bestuur. Kenmerkend voor ondermijning is de verwevenheid tussen de boven- en onderwereld. Criminelen maken gebruik van legale structuren – zoals vergunningen, subsidies en overheidsopdrachten – om criminele activiteiten uit te voeren. Dit heeft tot gevolg dat de integriteit van de overheid wordt aangetast.
De Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) geeft de overheid een instrument in handen om zich tegen het risico van aantasting van de integriteit te beschermen. Als er een ernstig gevaar dreigt dat bijvoorbeeld een vergunning wordt misbruikt, kan het bevoegde bestuursorgaan de aanvraag weigeren of de afgegeven vergunning intrekken. Om de mate van gevaar te bepalen voert het bevoegde bestuursorgaan een eigen onderzoek uit. Ook kan het bestuursorgaan een advies aanvragen bij het Landelijk Bureau Bibob.
Het doel van de Wet Bibob is het waarborgen van de integriteit van het bestuursorgaan en het voorkomen van onbewust faciliteren van criminele activiteiten. Uitgaande van dat doel zijn in deze beleidsregel beleidsuitgangspunten geformuleerd wanneer de aanvraag voor een vergunning of een reeds verleende vergunning aan een Bibob-onderzoek wordt onderworpen.
Deze beleidsregel is in overleg met verschillende gemeenten in de regio Zuidoost-Brabant, de werkgroep Brabantse Norm Weerbare Overheid en het Taskforce RIEC Zeeland-Brabant opgesteld.
De Wet Bibob en het daarbij behorende Besluit Bibob zijn van toepassing op diverse gemeentelijke beschikkingen, overheidsopdrachten, vastgoedtransacties en subsidies, waaronder:
Het van toepassing verklaren van de Wet Bibob op bovengenoemde beschikkingen, overheidsopdrachten, vastgoedtransacties en subsidies betekent dat de gemeente steeds zal onderzoeken of er sprake is van gevaar dat de beschikking, regeling of transactie mede zal worden gebruikt om:
geldende Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Someren;
de Algemene Wet bestuursrecht;
de wijze waarop de gemeente Someren in beginsel toepassing geeft aan artikel 7a van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, waarbij onderzoek wordt gedaan naar feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 3, eerste tot en met zesde lid, en artikel 9, tweede en derde lid van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;
een formulier gebaseerd op de regeling als bedoeld in artikel 7a vijfde lid van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;
een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, onder a, van de Omgevingswet;
Landelijk Bureau Bibob (hierna LBB):
Landelijk Bureau Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur zoals bedoeld in artikel 8 van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;
een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, onder b, van de Omgevingswet;
een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, onder a, van de Omgevingswet;
rechtspersonen die krachtens publiekrecht zijn ingesteld;
RIEC (Regionaal Informatie- en Expertisecentrum):
het regionaal samenwerkingsverband zoals bedoeld in artikel 28, tweede lid, onder d van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;
woningcorporatie die is toegelaten door de minister van Volkshuisvesting conform artikel 19 van de Woningwet middels een daartoe verleende vergunning.
Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.
De gemeente zal in beginsel niet overgaan tot het uitvoeren van een Bibob-onderzoek ten aanzien van:
opvolgende omgevingsvergunningen voor bouwactiviteiten, omgevingsplanactiviteiten en milieubelastende activiteiten op dezelfde locatie, verleend binnen een aaneengesloten periode van twaalf maanden, mits de betrokkene dezelfde is gebleven en deze aantoont of genoegzaam aannemelijk maakt, dat sprake is van nagenoeg gelijke omstandigheden met betrekking tot de bedrijfsstructuur, de wijze van financiering, zakelijke partners en dergelijke als bij de verlening van de omgevingsvergunning uit een eerder gevoerd Bibob-onderzoek geen gevaar is gebleken.
vastgoedtransacties van de gemeente met een partij, die in overwegende mate, dat wil zeggen in beginsel voor twee derde of meer, door publiek geld is gefinancierd (het financiële vereiste) en waarbij de inhoudelijke criteria voor het verstrekken van geldelijke uitkeringen of voorzieningen in beslissende mate wordt bepaald door de overheid (het inhoudelijke vereiste);
meerdere vastgoedtransacties die met een derde zijn aangegaan of aan betrokkene zijn verstrekt binnen een aaneengesloten periode van twaalf maanden of binnen één project vallen, mits de betrokkene aantoont of genoegzaam aannemelijk maakt, dat sprake is van nagenoeg gelijke omstandigheden met betrekking tot de bedrijfsstructuur, de wijze van financiering, zakelijke partners en dergelijke als op het moment van de vastgoedtransactie waarbij een Bibob-onderzoek wel heeft plaatsgevonden.
gunning van een overheidsopdracht aan een partij die in overwegende mate, dat wil zeggen in beginsel voor twee derde of meer, door publiek geld is gefinancierd (het financiële vereiste) en waarbij de inhoudelijke criteria voor het verstrekken van geldelijke uitkeringen of voorzieningen in beslissende mate wordt bepaald door de overheid (het inhoudelijke vereiste);
meerdere overheidsopdrachten die met een derde zijn aangegaan of aan betrokkene zijn verstrekt binnen een aaneengesloten periode van twaalf maanden of binnen één project vallen, mits de betrokkene aantoont of genoegzaam aannemelijk maakt, dat sprake is van nagenoeg gelijke omstandigheden met betrekking tot de bedrijfsstructuur, de wijze van financiering, zakelijke partners en dergelijke als op het moment van de vastgoedtransactie waarbij een Bibob-onderzoek wel heeft plaatsgevonden.
6. Weigeren Bibob-vragenformulieren
Bij een weigering om de Bibob-vragenformulieren (inclusief de gevraagde bescheiden) niet of niet volledig ingevuld te retourneren, zullen bij aanvragen om een beschikking de daartoe gestelde regels van de Awb worden toegepast. Bij volharding zal de gevraagde beschikking buiten behandeling worden gesteld ingevolge artikel 4:5 van de Awb.
Bij verleende beschikkingen zal een weigering om de Bibob-vragenformulieren (inclusief de gevraagde bescheiden) niet of niet volledig ingevuld te retourneren op grond van artikel 4, eerste lid, van de Wet Bibob worden beschouwd als een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob. De verstrekte vergunning kan als gevolg daarvan worden ingetrokken.
6.3 Nieuwe vastgoedtransacties en overheidsopdrachten
Indien er sprake is van een vastgoedtransactie of een overheidsopdracht zal de weigering van betrokkene om de formulieren (inclusief de gevraagde bescheiden) als bedoeld in artikel 7a, vijfde lid, van de Wet Bibob niet of niet volledig ingevuld te retourneren dan wel de weigering om ingevolge artikel 12, derde lid, van de Wet Bibob aanvullende gegevens te verstrekken aan het LBB, leiden tot het niet sluiten van de vastgoedovereenkomst of het niet gunnen van de overheidsopdracht.
8. Omgevingswet bouwactiviteit
Een Bibob-onderzoek vindt plaats in geval van een aanvraag voor een omgevingsvergunning bouwactiviteit waarbij de bouwkosten hoger zijn dan € 500.000,- (exclusief btw). De bouwkosten worden door de gemeente berekend op basis van de Legesverordening.
8.2 Bouwkosten en risicocategorie
Een Bibob-onderzoek vindt plaats in geval van een aanvraag voor een omgevingsvergunning bouwactiviteit waarbij de bouwkosten meer bedragen dan € 50.000,- en minder bedragen dan of gelijk zijn aan € 500.000,- (exclusief btw) én waarbij sprake is van een of meerdere risicocategorieën zoals benoemd in bijlage 1.
In het geval dat een aanvrager in het tijdvak van één jaar, gerekend vanaf de eerste aanvraag, vier aanvragen (of meer) indient voor een omgevingsvergunning bouwactiviteit, waarbij de bouwkosten meer dan € 50.000,- maar minder dan € 500.000,- (exclusief btw) bedragen, zal op de vierde aanvraag voor een omgevingsvergunning bouwactiviteit van dezelfde aanvrager een Bibob-onderzoek plaatsvinden.
8.4 Bouwkosten en aangewezen risicogebied
Een aanvraag voor een omgevingsvergunning bouwactiviteit wordt onderworpen aan een Bibob-onderzoek, indien de bouwkosten hoger zijn dan € 50.000,- (exclusief btw) én indien het een locatie betreft die gelegen is in een door het college, bij afzonderlijk besluit, aangewezen risicogebied.
8.5 Bouwkosten en illegale start
Er vindt een Bibob-onderzoek plaats in geval al aanvang is genomen met de realisatie van een vergunningplichtig bouwwerk, zonder dat daarvoor de vereiste vergunning is verleend (illegale start) én de bouwkosten meer bedragen dan € 50.000,- en minder bedragen dan of gelijk zijn aan € 500.000,- (exclusief btw).
Wanneer de omgevingsvergunning bouwactiviteit is overgedragen en op naam van een ander wordt gesteld (artikel 5.37, tweede lid Omgevingswet) wordt de nieuwe rechthebbende van deze vergunning aan een Bibob-onderzoek onderworpen. Indien uit de onderzoeksresultaten blijkt dat er sprake is van een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob, kan het bestuursorgaan besluiten tot het intrekken van de vergunning.
9.1 Milieubelastende activiteit
Een Bibob-onderzoek vindt plaats bij elke aanvraag voor een omgevingsvergunning milieubelastende activiteit.
Artikel 9.2 Wijziging normadressaat
Wanneer de omgevingsvergunning milieubelastende activiteit is overgedragen en op naam van een ander wordt gesteld (artikel 5.37, tweede lid Omgevingswet) wordt de nieuwe rechthebbende van deze vergunning aan een Bibob-onderzoek onderworpen. Indien uit de onderzoeksresultaten blijkt dat er sprake is van een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob, kan het bestuursorgaan besluiten tot het intrekken van de vergunning.
10. Wijziging omgevingsplan op aanvraag
10.1 Aanvraag wijziging omgevingsplan
Een Bibob-onderzoek kan plaatsvinden indien sprake is van één van de signalen genoemd in artikel 5.1. bij een aanvraag voor het wijzigen van het omgevingsplan als bedoeld in artikel 4.19b van de Omgevingswet.
Wanneer de aanvraag voor een wijziging omgevingsplan is overgedragen en op naam van een ander wordt gesteld (artikel 5.37, tweede lid Omgevingswet) wordt de nieuwe rechthebbende van deze vergunning aan een Bibob-onderzoek onderworpen. Indien uit de onderzoeksresultaten blijkt dat er sprake is van een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob, kan het bestuursorgaan besluiten tot het intrekken van de vergunning.
11. Reeds verleende vergunningen
Uitvoering van het Bibob-onderzoek vindt plaats indien sprake is van signalen zoals bedoeld in artikel 5.1.
11.2 Risicocategorie of aangewezen risicogebied
Uitvoering van het Bibob-onderzoek kan plaatsvinden bij een verleende beschikking in de onderstaande gevallen:
Wanneer een reeds verleende vergunning is overgedragen en op naam van een ander wordt gesteld (artikel 5.37, tweede lid Omgevingswet) wordt de nieuwe rechthebbende van deze vergunning aan een Bibob-onderzoek onderworpen. Indien uit de onderzoeksresultaten blijkt dat er sprake is van een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob, kan het bestuursorgaan besluiten tot het intrekken van de vergunning.
12.2 Pachten van grond voor agrarisch gebruik
Uitvoering van het Bibob-onderzoek kan plaatsvinden indien de vastgoedtransactie betrekking heeft op pachtgronden die uitgegeven worden voor agrarisch gebruik.
Wanneer de vastgoedtransactie is overgedragen en op naam van een ander wordt gesteld (artikel 5.37, tweede lid Omgevingswet) wordt de nieuwe rechthebbende van deze vergunning aan een Bibob-onderzoek onderworpen. Indien uit de onderzoeksresultaten blijkt dat er sprake is van een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob, kan het bestuursorgaan besluiten tot het intrekken van de vergunning.
13. Overheidsopdrachten – aanbestedingen
13.1 Aanwijzing gevallen Bibob-onderzoek mogelijk
Uitvoering van het Bibob-onderzoek kan plaatsvinden bij overheidsopdrachten zoals bedoeld in de Aanbestedingswet 2012, dan wel bij overeenkomsten zorg vanuit de Jeugdwet en/of de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
Wanneer de overheidsopdracht is overgedragen en op naam van een ander wordt gesteld (artikel 5.37, tweede lid Omgevingswet) wordt de nieuwe rechthebbende van deze vergunning aan een Bibob-onderzoek onderworpen. Indien uit de onderzoeksresultaten blijkt dat er sprake is van een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob, kan het bestuursorgaan besluiten tot het intrekken van de vergunning.
14.1 Aanwijzing gevallen Bibob-onderzoek mogelijk
Uitvoering van het Bibob-onderzoek kan plaatsvinden bij elke aanvraag om subsidie dan wel een reeds verleende subsidie zoals bedoeld in de geldende Algemene subsidieverordening van de gemeente Someren in de onderstaande gevallen:
Wanneer de subsidieaanvraag is overgedragen en op naam van een ander wordt gesteld (artikel 5.37, tweede lid Omgevingswet) wordt de nieuwe rechthebbende van deze vergunning aan een Bibob-onderzoek onderworpen. Indien uit de onderzoeksresultaten blijkt dat er sprake is van een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob, kan het bestuursorgaan besluiten tot het intrekken van de vergunning.
15.1 Huisvesting arbeidsmigranten
De gemeente kan besluiten om een BIBOB-toets uit te voeren bij de aanvraag voor een vergunning voor de huisvesting van arbeidsmigranten. Deze toets wordt uitgevoerd om te beoordelen of er risico’s zijn op criminele activiteiten, zoals mensenhandel, uitbuiting of witwassen, die kunnen voortvloeien uit de exploitatie van de huisvesting. Indien de toets negatieve resultaten oplevert, kan de vergunning worden geweigerd. De gemeente kan de vergunning ook herbeoordelen indien er veranderingen optreden in de situatie van de vergunninghouder.
Artikel 17.1 Inwerkingtreding en intrekken beleidsregels
Deze regeling wordt aangehaald als: Deze regeling wordt aangehaald als: Beleidsregel Wet Bibob Someren 2024.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Someren van 7 januari 2025 respectievelijk de burgemeester van de gemeente Someren op 7 januari 2025.
Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Someren,
gemeentesecretaris,
J. Weekers
de burgemeester,
D. Blok
Voor het publiek toegankelijke, besloten ruimten waarin bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet seksuele handelingen worden verricht, seksuele diensten worden aangeboden of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden (waaronder prostitutiebedrijven, darkrooms, seksbioscopen, sekswinkels, erotische massagesalons);
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-31931.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.