Gemeenteblad van Haarlem
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Haarlem | Gemeenteblad 2025, 31203 | verkeersbesluit of -mededeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Haarlem | Gemeenteblad 2025, 31203 | verkeersbesluit of -mededeling |
Verkeersbesluit instellen diverse verkeersmaatregelen Nijverheidsweg en Oudeweg in Haarlem
Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem,
gelet op de Wegenwet, de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994), het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990), het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) en de Uitvoeringsvoorschriften van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: Uitvoeringsvoorschriften BABW).
dat de Nijverheidsweg, Oudeweg en Conradweg gelegen zijn binnen de bebouwde kom van Haarlem;
dat de Nijverheidsweg, Oudeweg en Conradweg in beheer zijn bij de gemeente Haarlem;
dat de Nijverheidsweg, Oudeweg en Conradweg wegen zijn als bedoeld in artikel 18, lid 1 onder d van de WVW 1994;
dat gelet op bovengenoemd artikel het college van burgemeester en wethouders van Haarlem bevoegd is verkeersbesluiten te nemen voor deze wegen;
dat de bevoegdheid voor het nemen van verkeersbesluiten door het college van burgemeester en wethouders van Haarlem is gemandateerd aan het afdelingshoofd Beheer en Beleid Openbare Ruimte, waarbij ondermandaat is verleend aan de Teammanager beleid openbare ruimte;
dat de gemeentelijke wegencategorisering van Haarlem op 25 april 2024 door de gemeenteraad is vastgesteld in de Beleidsnotitie Afweging 30km/u;
dat deze categorisering aansluit op de categorisering, zoals bedoeld in het landelijke beleid Duurzaam Veilig;
dat de Oudeweg gecategoriseerd is als gebiedsontsluitingsweg binnen de bebouwde kom waarop een maximumsnelheid van 50 km/u geldt;
dat de verkeersfunctie op een gebiedsontsluitingsweg prevaleert boven de verblijfsfunctie;
dat de Nijverheidsweg, Fustweg en Conradweg gecategoriseerd zijn als erftoegangswegen binnen de bebouwde kom waarop een gedragingssnelheid van 50 km/u geldt;
dat de verblijfsfunctie op een erftoegangsweg prevaleert boven de verkeersfunctie;
dat gelet op de Structuurvisie Openbare Ruimte (SOR) 2040 de Oudeweg, Fustweg en Nijverheidsweg opgenomen zijn in het bestaande fietsnetwerk;
dat de kruising Oudeweg-Nijverheidsweg-Fustweg in de huidige situatie een verkeersonveilig kruispunt betreft tussen één gebiedsontsluitingsweg en twee erftoegangswegen binnen de bebouwde kom met wisselende toegestane en gereden snelheden;
dat de verkeersonveiligheid zowel bestaat uit objectieve (geregistreerde verkeersongevallen) en subjectieve (klachten over verkeersonveiligheid) aantallen;
dat blijkt dat er veel geregistreerde ongevallen plaatsvinden op de kruising Oudeweg-Nijverheidsweg-Fustweg;
dat er verschillende varianten zijn onderzocht om de verkeersveiligheid op dit kruispunt te verbeteren;
dat naar aanleiding van deze studie besloten is om de Nijverheidsweg ter hoogte van de kruising met de Oudeweg vanaf begin 2025 voor een proefperiode van minimaal één jaar af te sluiten voor alle bestuurders, uitgezonderd fietsers en voetgangers;
dat met deze maatregelen er conflictpunten worden weggenomen en er een verkeersveiligere situatie ontstaat voor met name de fietsers;
dat de maatregelen gemonitord worden en na minimaal één jaar vanaf de uitvoering van de maatregel een evaluatie zal plaatsvinden;
dat op basis van die evaluatie een besluit wordt genomen over de definitieve situatie;
dat dit voorstel past binnen de beleidskaders van de gemeente Haarlem;
dat de fietsers en voetgangers op de Oudeweg, ondanks deze afsluiting, hun weg kunnen blijven vervolgen over de Nijverheidsweg en andersom;
dat de fysieke afsluiting zal worden gerealiseerd door het plaatsen van plantenbakken en schrikhekken ter hoogte van de kruising van de Oudeweg met de Nijverheidsweg;
dat de linksaf uitvoegstrook op de Oudeweg richting de Nijverheidsweg zal worden vormgegeven als verdrijvingsvlak;
dat het gebruik van een verdrijvingsvlak, waaronder begrepen het rijden, parkeren en stilstaan, strafbaar gesteld is zoals omschreven in artikel 77 lid 1 van het RVV 1990;
dat door het vormgeven van een verdrijvingsvlak er een breed middeneiland ontstaat dat geschikt is voor fietsers en voetgangers om in twee richtingen veilig over te steken;
dat fietsers en voetgangers hiermee voldoende ruimte hebben om zich verkeersveilig te kunnen opstellen;
dat de Nijverheidsweg in de huidige situatie een voorrangsweg betreft waar bestuurders vanaf de Conradkade en Conradweg voorrang moeten verlenen aan bestuurders op de Nijverheidsweg;
dat door het plaatsen van de maatregelen uit dit besluit de Nijverheidsweg, tussen de Conradweg en de Oudeweg, een doodlopende weg wordt vanaf de kruising van de Nijverheidsweg met de Conradkade richting de kruising Oudeweg-Nijverheidsweg-Fustweg, met uitzondering van fietsers;
dat de doodlopende weg zal worden voorzien van verkeersborden model L8 met fluorescerend achtergrond “doodlopende weg” met het onderbord OB52 "uitgezonderd fietsers";
dat het verkeer wordt verlegd via de Nijverheidsweg en Conradweg, wat het noodzakelijk maakt om de voorrangsregeling op de kruising Nijverheidsweg-Conradweg-Conradkade te wijzigen;
dat er gecommuniceerd is met belanghebbenden, waaronder het IKH, de ondernemers binnen de Waarderpolder en de politie;
dat de politie voorstander is van deze maatregelen vanwege de voordelen voor de verkeersveiligheid die op korte termijn hiermee te realiseren zijn;
dat door de afbuigende voorrang bestuurders vanaf het doodlopende wegvak van de Nijverheidsweg en vanaf de Conradkade, voorrang moeten verlenen aan bestuurders vanuit zuidelijke richting op de Nijverheidsweg naar de Conradweg en andersom;
dat de genoemde route Nijverheidsweg-Conradweg zal worden aangegeven met voorrangsborden model B1 van bijlage 1 van het RVV 1990 en markering waaronder haaientanden zoals bedoeld in artikel 80 van het RVV 1990;
deze aanpassing nodig is om een verkeersveilige en overzichtelijke verkeerssituatie te waarborgen gedurende de proefperiode;
dat gelet op artikel 12 van het BABW voor het plaatsen of verwijderen van de borden B1, B6 en G11 van bijlage 1 van het RVV 1990 alsmede de verkeerstekens ‘haaientanden’ zoals bedoeld in artikel 80 van het RVV 1990 een verkeersbesluit is vereist;
dat gelet op artikel 15 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 de plaatsing of verwijdering van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens, en onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd, geschiedt krachtens een verkeersbesluit;
dat gelet op artikel 15 lid 2 van de Wegenverkeerswet 1994 maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer geschieden krachtens een verkeersbesluit, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken;
dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 de hiervoor benoemde verkeersmaatregelen strekken tot het verzekeren van de veiligheid op de weg en het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;
dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer in het geding komt met uitvoeren van de hiervoor benoemde verkeersmaatregelen;
dat gelet op alle voorgaande overwegingen het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer ondergeschikt is aan het verzekeren van de veiligheid op de weg en het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;
dat gelet op artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met de gemandateerde van de politie;
dat de politie heeft ingestemd met de hierna genoemde verkeersmaatregelen.
Het college van burgemeester en wethouders van Haarlem besluit:
- door middel van het verwijderen van bord D2 van bijlage 1 van het RVV 1990, het gebod voor alle bestuurders het bord voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft, in te trekken op de Conradweg ter hoogte van de kruising met de Waarderweg;
- door middel van het fysiek afsluiten van de rijbaan van de Nijverheidsweg, met behulp van plantenbakken en schrikhekken, het gemotoriseerd verkeer geen doorgang meer heeft op het betreffende gedeelte ter hoogte van de kruising van de Nijverheidsweg met de Oudeweg zoals bedoeld in artikel 15 lid 2 van de Wegenverkeerswet 1994;
- door middel van het verwijderen en plaatsen van de borden B1 van bijlage 1 van het RVV 1990 voorzien van de onderborden OB701 “verloop doorgaande voorrangsweg bij kruispunt” een afbuigende voorrangsweg in te stellen op het noordelijke van de kruising gelegen wegvak van de Nijverheidsweg en de Conradweg en andersom;
- door middel van het plaatsen van de borden B6 van bijlage 1 van het RVV 1990, in combinatie met haaientanden zoals bedoeld in artikel 80 van het RVV 1990, een voorrangsregeling in te stellen, waarbij voorrang verleent dient te worden verleend aan bestuurders op de Conradkade en op het doodlopende wegvak van de Nijverheidsweg;
- door middel van het plaatsen van het bord B6 van bijlage 1 van het RVV 1990 een voorrangsregeling in te stellen, waarbij voorrang verleent dient te worden aan bestuurders op de kruisende weg, door bestuurders op de fietsoversteek over de Oudeweg, ten westen van de kruising Nijverheidsweg-Oudeweg voor fietsers in noordelijke richting;
- door middel van het plaatsen van de borden G11 van bijlage 1 van het RVV 1990 een verplicht fietspad in te stellen op het fietspad van de Nijverheidsweg, in de richting van het fietspad van de Oudeweg;
- dat de maatregelen en verkeerstekens uit dit verkeersbesluit in werking treden met ingang van de dag, nadat een termijn van zes weken na de dag waarop het besluit bekend is gemaakt is verstreken (gelet op artikel 27 van het BABW), gedurende 1 kalenderjaar, of zoveel korter indien noodzakelijk, of zoveel langer indien noodzakelijk;
Namens het college van burgemeester en wethouders van Haarlem,
Melvin Werkhoven
Teammanager bereikbaarheid
Dit besluit treedt in werking na bekendmaking in het Gemeenteblad. Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na publicatie van dit besluit in het Gemeenteblad bezwaar maken bij burgemeester en wethouders van Haarlem, Postbus 511, 2003 PB te Haarlem. Het bezwaarschrift moet de naam en het adres vermelden van degene die bezwaar maakt, zijn ondertekend en de datum vermelden waarop het is opgesteld. Daarnaast verzoeken wij u om ook uw telefoonnummer en/of e-mailadres te vermelden. Dit maakt het makkelijker om contact met u op te nemen over uw bezwaarschrift. In het bezwaarschrift moet ook worden aangegeven tegen welk besluit bezwaar wordt gemaakt en waarom het bezwaar wordt gemaakt. Door het indienen van het bezwaarschrift wordt dit besluit niet opgeschort. Bij een spoedeisend belang kan degene die een bezwaarschrift heeft ingediend een voorlopige voorziening vragen aan de voorzieningenrechter van de rechtbank, sector bestuursrecht, postbus 1621, 2003 BR te Haarlem. Bij het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening moeten griffierechten worden betaald.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-31203.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.