Gemeenteblad van Twenterand
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Twenterand | Gemeenteblad 2025, 309392 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Twenterand | Gemeenteblad 2025, 309392 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening op het gebruik en het beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Twenterand 2025
De raad van de gemeente Twenterand, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders, gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en het bepaalde in artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging
vast te stellen de Verordening op het gebruik en het beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Twenterand 2025.
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
HOOFDSTUK 2. INDELING EN ADMINISTRATIE VAN DE BEGRAAFPLAATS
Het college regelt de indeling van de gemeentelijke begraafplaatsen. Het college draagt er zorg voor dat per begraafplaats een actuele plattegrondtekening aanwezig is, waarop de graven, de kindergraven, de natuurgraven, de urnengraven en de urnennissen genummerd zijn aangegeven, als ook eventuele strooivelden.
Op de begraafplaats aan de Striepeweg in Bruinehaar worden graven en urnengraven alleen uitgegeven aan mensen uit Bruinehaar en Langeveen, conform artikel 14 uit de overeenkomst ter vestiging Erfpacht van 7 juni 2011.
Op de begraafplaats aan de Weemestraat in Vriezenveen worden de natuurgraven allleen uitgegeven aan (oud) inwoners van de gemeente Twenterand.
HOOFDSTUK 5. INDELING EN UITGIFTE VAN GRAVEN
Graven, waarvoor een uitsluitend recht is verleend, worden voor een termijn van 10 jaar, 30 jaar of voor onbepaalde tijd uitgegeven. De termijnen kunnen steeds met een termijn van 5, 10 en 20 jaar worden verlengd op verzoek van de rechthebbende, mits een zodanig verzoek vóór het verstrijken van de lopende termijn, doch niet eerder dan twee jaar vóór het verstrijken van die termijn wordt ingediend.
Urnennissen, waarvoor een gebruiksrecht is verleend, worden voor een termijn van 10 jaar uitgegeven en voor onbepaalde tijd. Deze termijn kan telkens met 5 of 10 jaar worden verlengd op verzoek van de gebruiker. Een zodanig verzoek moet vóór het verstrijken van de lopende termijn, doch niet eerder dan twee jaar voor het verstrijken van die termijn, worden ingediend.
HOOFDSTUK 6. VEREISTEN VOOR BEGRAVING, BIJZETTEN OF VERSTROOIING
De rechthebbende of gebruiker die wil (doen) begraven, een urn of asbus wil (doen) bijzetten of de as wil (doen) verstrooien, reserveert minimaal 2 werkdagen voorafgaand aan de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden in de begraafplaatsagenda van de gemeente Twenterand een tijdstip. De beheerder/grafdelvers ontvangen hiervan een kennisgeving.
Indien de begraving of de bezorging van as in een graf, waarvoor een (uitsluitend) recht is verleend, plaatsvindt, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd. De machtiging moet zijn ondertekend door de rechthebbende of, indien deze zelf de overledene is, door degene die in de uitvaart voorziet.
Begravingen of bijzettingen in een graf waarvoor een uitsluitend recht is verleend en waarvan de termijn binnen 10 jaar afloopt, kunnen alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de termijn met tenminste 10 jaar of wanneer de grafrechten voor bepaald tijd worden beëindigd en gelijktijdig een grafrecht voor onbepaalde tijd wordt gevestigd.
Tot de begraving of bijzetting wordt niet overgegaan dan nadat:
bij begraving van een stoffelijk overschot het personeel van de begraafplaats de identiteit van het stoffelijk overschot heeft vastgesteld door vergelijking van het op de kist of een ander lijkomhulsel vermeld registratienummer met het bijgevoegd document dat tevens de naam/namen, overlijdens- en geboortedatum van de overledene dan wel de geslachtsnaam van de levenloos geborene bevat.
Het college kan aan de rechthebbende op een graf vergunning verlenen voor het op eigen rekening (doen) aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door het college te stellen voorwaarden. Dit geldt niet voor natuurgraven.
HOOFDSTUK 7. VERLENGING EN OVERGANG GRAFRECHT
Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn kan het bestuursorgaan het grafrecht alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende ingaande de datum waarop het betreffende recht is verlopen, tenzij dit recht betrekking heeft op een graf dat inmiddels is geruimd onder betaling van de grafrechten in de tussenliggende periode.
HOOFDSTUK 9. GEDENKTEKENS EN GRAFBEPLANTINGEN
Het (doen) plaatsen of aanbrengen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of van heesters of andere beplantingen op graven en urnengraven en urnennissen moet worden gedaan door of namens de rechthebbende of de gebruiker. Met uitzondering van de natuurgraven hier mag uitsluitend eenmalig een eikenhoutenschijf worden geplaatst.
De rechthebbende of gebruiker is verplicht de – door welke omstandigheden ook – daaraan toegebrachte schade op eerste aanschrijven te herstellen, indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt.
Schade als gevolg van brand, vandalisme, vorst, wateroverlast en andere van buiten komende oorzaken en eventuele gevolgschade voor derden, ten aanzien van de op een graf aanwezig monument, grafsteen, zerk of andere gedenktekens, beplanting en voorwerpen is voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker.
Schade als gevolg van het afnemen en herplaatsen van een monument, grafsteen, zerk of een ander gedenkteken respectievelijk afdekplaat of van heesters of andere beplanting ten behoeve van een begraving van een lijk of de bijzetting van een urn in een graf waarvoor een uitsluitend recht is verleend, is voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker.
Een rechthebbende of gebruiker is verplicht te gedogen dat het op een graf aanwezige monument, grafsteen, zerk of andere gedenktekens, beplanting en voorwerpen vanwege de gemeente door en voor haar rekening en risico tijdelijk geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden, zoals groot onderhoud aan het terrein of aan bomen, noodzakelijk is.
HOOFDSTUK 10. RUIMEN/SCHUDDEN VAN (URNEN)GRAVEN
De op de (urnen)graven en bij de urnennissen geplaatste voorwerpen dienen door de rechthebbende en de gebruiker te worden verwijderd bij het aflopen van het grafrecht. Na afloop van het grafrecht vervalt het eigendom op deze voorwerpen aan de gemeente.
HOOFDSTUK 11. OVERIGE BEPALINGEN
Naast het vaststellen van nadere regels over de wijze van het aanvragen van een vergunning, de aard en de afmetingen van de gedenktekens, alsmede het aanbrengen of onderhouden van heesters of beplantingen (conform artikel 17) kan het college nadere voorschriften vaststellen voor het gebruik en het beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen, zoals bijvoorbeeld voor strooivelden, grafkelders en natuurgraven.
Het college beslist in situaties waarin deze verordening niet voorziet of bij verschil van mening over de interpretatie van deze verordening.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-309392.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.