Gemeenteblad van Beuningen
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Beuningen | Gemeenteblad 2025, 295083 | overige overheidsinformatie |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Beuningen | Gemeenteblad 2025, 295083 | overige overheidsinformatie |
Delegatie- en mandaatregister 2025
Het college van burgemeesters en wethouders van de gemeente Beuningen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 mei 2025;
gelet op de artikel 10:6 van de Algemene wet bestuursrecht;
B E S L U I T om vast te stellen het: Delegatie- en mandaatregister 2025
2. HET WETTELIJK KADER VOOR DELEGATIE, VOLMACHT EN MANDAAT
2.5 Delegatie-, volmacht- en mandaatregister
3.2 Richtlijn mandaat, volmacht en machtiging gemeente Beuningen 2025
6.3 Afdeling Belastingen en Buitenruimte
6.4 Afdeling Beleid en Ontwikkeling
6.5 Afdeling Informatie en Bedrijfsvoering
6.6 Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ)
In Nederland is het legaliteitsbeginsel één van de grondslagen van het Nederlandserecht.
Het legaliteitsbeginsel houdt in dat de overheid geen inbreuk mag maken op de vrijheid of eigendom van particulieren als daarvoor niet een wettelijke grondslag bestaat.
Bevoegdheden worden in een wettelijk voorschrift (zoals wetten, ministeriële regelingen, gemeentelijke verordening) aan bestuursorganen binnen een overheidsorganisatie toegekend. Daarvoor zijn twee mogelijkheden:
a. De bevoegdheid wordt rechtstreeks toegekend in een wettelijke richtlijn aan een bestuursorgaan. Dit noemen we attributie. Zo wordt in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aan het college van burgemeester en wethouders de bevoegd gegeven om een omgevingsvergunning te verlenen.
b. De bestaande bevoegdheid wordt overgedragen aan een ander bestuursorgaan. Dit noemen we delegatie. Zo kan de gemeenteraad zijn bevoegdheid om de grenzen van de bebouwde kom vast te leggen, overdragen aan het college van burgemeester en wethouders.
Er is een derde figuur waarbij de bevoegdheid niet over gaat, maar in naam van en onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan wordt uitgeoefend. Dit heet mandaat. Onder mandaat verstaat artikel 10.1. van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb): de bevoegdheid om namens het bestuursorgaan een besluit te nemen. Er zijn andere vormen van mandaat, namelijk de volmacht en de machtiging.
Bij een volmacht oefent de gevolmachtigde namens het bestuursorgaan privaatrechtelijke rechtshandelingen uit, bijvoorbeeld het sluiten van een overeenkomst.
Een machtiging heeft betrekking op de bevoegdheid om namens het bestuursorgaan feitelijke handelingen te verrichten. Een feitelijke handeling is een handeling die niet als privaatrechtelijk of publiekrechtelijk is aan te merken, bijvoorbeeld het aanleggen van een rioolleiding.
2 HET WETTELIJK KADER VOOR DELEGATIE, VOLMACHT EN MANDAAT
De Awb bepaalt op welke wijze delegatie en mandaat tot stand komt en onder welke voorwaarden dat is toegestaan.
In afdeling 10.1.2 van de Awb staan de bepalingen over delegatie. Voor delegatie is een specifieke wettelijke grondslag vereist. Zoals hierboven al is aangegeven, is delegatie slechts aan een ander bestuursorgaan mogelijk. Daarmee is delegatie aan ambtenaren (ondergeschikten) dus niet toegestaan.
Bij delegatie gaat de hele bevoegdheid over. De gemeenteraad kan niet in incidentele gevallen alsnog besluiten. Wel wordt de gemeenteraad geïnformeerd als er een besluit krachtens een gedelegeerde bevoegdheid wordt genomen.
Op gemeentelijk niveau kennen we momenteel alleen delegatie van bevoegdheden van de gemeenteraad aan het college van burgemeester en wethouders. Het is van belang dat iedere medewerker in de organisatie nagaat welke bevoegdheid bij wie ligt, omdat onbevoegd genomen besluiten door de rechter kunnen worden vernietigd.
Ga altijd na wie bevoegd is: de gemeenteraad, het college of de burgemeester.
De wettelijke voorwaarden waaronder mandaat is toegestaan, is opgenomen in afdeling 10.1.1 van de Awb. Op volmachten en machtigingen gelden dezelfde regels als voor mandaat. Dit is vastgelegd via de schakelbepaling van artikel 10:12 Awb.
Mandaat is in beginsel toegestaan, tenzij een wettelijk voorschrift anders bepaalt of de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet (artikel 10:3 Awb). Zo komt het voor dat mandaat uitdrukkelijk wordt uitgesloten. Ook komt het voor dat specifiek is aangegeven aan wie mandaat kan worden verleend. Daarmee is dan mandaat aan een ander uitgesloten.
De juridische term ‘volmacht’ betekent: de bevoegdheid om namens een rechtspersoon of natuurlijke persoon privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten (zie ook: BW artikel 3:60). Een rechtspersoon is bijvoorbeeld: de staat, een gemeente, provincie of een waterschap. Dit zijn voorbeelden van zogenaamde publiekrechtelijke rechtspersonen (zie ook: BW artikel 2:1). Maar ook een stichting en een vennootschap (B.V. of N.V.) zijn (privaatrechtelijke) rechtspersonen.
2.5 Delegatie-, volmacht- en mandaatregister
In dit register zijn de geldende delegaties, volmachten en mandaten opgenomen. Waar nodig zijn per afdeling de mandaten naar werkveld onderverdeeld. Als er sprake is van een volmacht of machtiging, wordt dat in het register aangegeven.
Voor alle mandaten geldt de ‘Richtlijn mandaat, volmacht en machtiging gemeente Beuningen 201253’ (hierna: richtlijn), voor het eerst vastgesteld op 20 juli 2010. Daarin is opgenomen hoe de gemeentelijke organisatie omgaat met het verlenen van mandaat en de wijze waarop de medewerkers met een gemandateerde bevoegdheid dienen om te gaan. Het algemene uitgangspunt in de richtlijn is dat bevoegdheden zo laag mogelijk in de organisatie worden gelegd. Tegelijk biedt de richtlijn een organisatorisch kader om medewerkers bewuster te maken van situaties waarin het wenselijk is af te zien van een gemandateerde bevoegdheid. Vooral in bestuurlijk of maatschappelijk gevoelige zaken, is het van belang dat een besluit politiek draagvlak heeft. Om die reden worden in de richtlijn standaard algemene clausules en instructies verbonden die voor alle mandaten en ondermandaten gelden. Daarmee wordt de legitimiteit van besluiten die krachtens mandaat en ondermandaat worden genomen, gewaarborgd. De richtlijn wordt hieronder weergegeven.
In deze Richtlijn mandaat, volmacht en machtiging gemeente Beuningen wordt verstaan onder:
a. besluit: een besluit zoals bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht;
b. machtiging: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan feitelijke handelingen te verrichten;
c. mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen;
d. mandaatgever: het bestuursorgaan die de mandaat heeft verleend;
e. gemandateerde: de functionaris aan wie mandaat of ondermandaat is verleend;
f.ondermandaat : een door de gemandateerde verleende mandaat;
g. volmacht: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan privaatrechtelijke handelingen te verrichten.
Artikel 2 Wijze van mandaat en ondermandaat (ook wel submandaat).
Mandaat en ondermandaat van bevoegdheden wordt in hiërarchische lijn verleend aan functionarissen, tenzij uitdrukkelijk anders is vermeld.
1. De verlening van mandaat houdt tevens toestemming in voor ondermandaat , tenzij uitdrukkelijk anders is vermeld.
2. Ondermandaat houdt slechts ondertekeningsmandaat in tenzij:
a. ondermandaat aan een manager verleend, waarbij een andere functionaris de voorbereiding van het in ondermandaat te nemen besluit verricht;
b. het een bevoegdheid betreft die aan de hand van een protocol, beleidsregel of werkproces wordt verricht waarbinnen voldoende functiescheiding is opgenomen;
c. het ondermandaat aan een medewerker van de afdeling Sociale Zaken of van de afdeling Dienstverlening is verleend en de bevoegdheid aan de hand van een protocol, beleidsregel of werkproces wordt verricht waarbinnen voldoende functiescheiding is opgenomen als bedoeld in sub b of waarbij toetsing achteraf plaatsvindt door middel van representatieve steekproeven;
d. de spoedeisendheid ondermandaat rechtvaardigt;
3. De gemandateerde kan in aanvulling op artikel 7 en artikel 8 van de richtlijn, nadere clausules en/of instructies aan ondermandaat verbinden.
1. De gemeentesecretaris, een directielid en een manager worden bij afwezigheid vervangen door de functionaris genoemd in het vervangingsschema, opgenomen in het delegatie- en mandaatregister.
2. De functionaris aan wie bevoegdheden zijn gemandateerd, wordt bij afwezigheid vervangen door de managerhet afdelingshoofd, tenzij het gaat om vervanging van een Prestatie Akkoord Verklaarder zoals bedoeld in de actuele budgethoudersregeling. De manager Het afdelingshoofd stelt het college in kennis van de aanwijzing van vaste vervangers van PAV- ers op hun afdeling.
3. Bij vervanging gaan de gemandateerde bevoegdheden over op degene die de betreffende functionaris vervangt, tenzij het gaat om een bevoegdheid die van ondermandaat is uitgesloten.
Afdeling II Toepassing van mandaat en ondermandaat
Artikel 6 Algemene beperkingen
Deze mandaatrichtlijn geldt niet voor de bevoegdheid tot:
1. Het vaststellen van beleidsregels.
1. Een verleende mandaat geldt niet bij besluiten:
a. die buiten het budget vallen, behoudens calamiteiten;
b. die afwijken van een beleidsregel of een gedragslijn;
c. waarbij een medewerker een persoonlijk belang heeft bij het te nemen besluit;
d. die afwijken van een intern of extern advies;
e. die een overeenkomst inhouden boven een bedrag van € 30.000,--, tenzij anders in het delegatie- en mandaatregister is vermeld.
2. Het bepaalde onder artikel 7 lid 1 sub b en d geldt niet bij besluiten van de afdeling sociale zaken die in mandaat worden genomen.
1. Mandaat wordt altijd in vertrouwen verleend. Indien er twijfel bestaat over de integriteit van de functionaris die in (onder)mandaat bevoegd is, dan dient de bevoegdheid uitgevoerd te worden door het bevoegde orgaan.
2. De gemandateerde dient altijd de geldende gedragscode in acht te nemen bij uitoefening van de bevoegdheid.
Binnen de omvang van mandaat en ondermandaat worden de volgende instructies in acht genomen:
1. In zaken die politiek of maatschappelijk gevoelig liggen, dient tevoren met de portefeuillehouder overleg plaats te vinden.
2. In zaken waarin zich financiële consequenties voordoen die niet eerder zijn voorzien, dient overleg plaats te vinden met de manager, het afdelingshoofd.
1. Een krachtens mandaat en ondermandaat genomen besluit wordt als volgt ondertekend:
(naam functionaris), (functie en afdeling)
namens burgemeester en wethouders
(naam functionaris), (functie en afdeling)
2. In het geval het mandaat uitsluitend betrekking heeft op ondertekening ( ondertekeningsmandaat ) worden uitgaande stukken als volgt ondertekend:
Volgens het door het/de (naam bestuursorgaan) genomen besluit d.d.…”
(naam functionaris), (functie en afdeling)
3. In het geval het ondermandaat uitsluitend betrekking heeft op ondertekening ( ondertekeningsmandaat ) worden uitgaande stukken als volgt ondertekend:
Volgens het namens het/de (naam bestuursorgaan) genomen besluit d.d.
naam functionaris, hoofd afdeling …..
Artikel 11 Samenhangende rechtshandelingen of feitelijke handelingen
1. De gemandateerde is eveneens ge(vol) machtigd tot het verrichten van de met de gemandateerde bevoegdheid samenhangende privaatrechtelijke rechtshandelingen of feitelijke handelingen.
2. Op volmacht en machtiging is deze Richtlijn voor zover mogelijk van overeenkomstige toepassing.
Afdeling IV Slot- en overgangsbepalingen
Mandaten en ondermandaten worden geacht te zijn gewijzigd voor zoveel en op het tijdstip dat de hierin genoemde wetten en overige regelgevingen zijn gewijzigd.
Gedelegeerde bevoegdheden van de raad aan het college. De delegatiebesluiten zijn niet aan een raadsperiode verbonden.
|
Het buiten behandeling laten van een aanvraag o.g.v. art 4:5 Awb |
|||||
|
Afwijzen van een aanvraag met toepassing van art. 4:6 Awb (herhaalde aanvraag) |
|||||
|
Beslissing op verzoek om informatie alsmede verdaging Wet Open Overheid, inclusief zaken die de raad aangaan, art. 4.4 Woo |
Beperking bij ondermandaat: niet bij afwijzing, tenzij de weigering ziet op ontbrekende documenten. In dat geval zijn de managers ook bevoegd. |
||||
|
Beslissen op verzoeken als vermeld in de artikelen 13 tot en met 22 van de AVG betreffende de rechten van betrokkenen, inclusief de daarbij behorende voorbereidingshandelingen |
|||||
|
Aangifte bij de politie in geval van vandalisme, diefstal, vermissing e.d. van gemeentelijke eigendommen en zaken in gemeentelijk beheer |
|||||
|
Het verlenen van beloningen bij bijzondere prestaties buiten de bevorderingsronde |
|||||
|
Vaststellen verschuldigdheid en de hoogte van dwangsommen art. 4:18 Awb, inclusief zaken die de raad aangaan. |
|||||
|
Beslissen tot invordering van lasten onder dwangsom op basis van art. 5:37 Awb |
Manager Informatie en bedrijfsvoering en Team Juridische Zaken. |
||||
|
Verdaging beslistermijn ex art. 4:14 Awb en in specifieke wetten, inclusief zaken die de raad aangaan. |
|||||
|
Ontzegging en ondertekening toegang gemeentehuis op basis van 5:1 BW (eigendomsrecht) |
|||||
|
Het aanmanen tot voldoening van een geldvordering op basis van een publiekrechtelijke richtlijn art. 4:112 en 4:113 Awb |
|||||
|
Het uitvaardigen van een dwangbevel op grond van art. 4:114 en 4:115 van de Awb |
|||||
|
de aanwijzing van toezichthouders op basis van een wettelijk voorschrift afgifte van legitimatiebewijzen aan toezichthouders 5:12 Awb |
|||||
|
Vertegenwoordiging bij zittingen van de rechtbank en de Afdeling bestuursrechtspraak, incl. instemmen met schikking, mede namens de raad in opdracht van het college (doorlopende machtiging). Het mandaat houdt mede in het ondertekenen van processtukken in rechtsgedingen. |
Medewerkers zoals genoemd in besluit De functies juridisch medewerker A, juridisch adviseur A en juridisch adviseur B van de ODRN |
||||
|
Vertegenwoordiging bij zittingen van de rechtbank en de Centrale Raad van Beroep, incl. instemmen met schikking, mede namens de raad in opdracht van het college (doorlopende machtiging) |
|||||
|
Het aangaan en ondertekenen van overeenkomsten, met uitzondering van: convenanten, bestuurs-samenwerkings- uitvoeringsovereenkomsten; verkoop van in bewaring gegeven zaken, art 5:6, 5:8 en 5:11 BW; bruikleenovereenkomsten voor uitleen van rolstoelen; overeenkomsten inzake planschade; omzetten 30-jarige koop/gebruiksovereenkomst naar koopovereenkomst stage-, werkervarings- detacherings-, inhuur- en arbeidsovereenkomsten; 160 lid 1, onder e (volmacht) en 171 lid 1 Gemeentewet (vertegenwoordiging) |
Tot een bedrag van € 50.000,-; bij € 50.000,- of hoger alleen het college c.q. burgemeester bevoegd. Degene die bevoegd was tot het sluiten van de overeenkomst is ook bevoegd tot verlenging van het contract, mits binnen het kader van de overeenkomst en voor zover passend binnen het budget. Bij inkopen boven de € 50.000 wordt een inkoopstartnotitie ingevuld en voorgelegd aan in de inkoopadviseur. Bij inkopen boven de Europese aanbestedingsgrens geldt het 4-ogen principe op manager niveau. Let op: indien je een contract voor meerdere jaren aangaat en/of jaarlijks wil verlengen, hou rekening mee dat je het bedrag over de looptijd optelt (inclusief mogelijke verlengingsjaren). Voorbeeld: drie jarig contract, jaarlijks 20.000 euro, betekent boven de grens van de 50.000 euro en gelden de aanbestedingsregels. Bij inkopen en aanbestedingen van diensten, leveringen en werken boven de € 50.000 stelt de Gemeente opname van social return criteria in de aanbestedingsstukken verplicht. Bij zwaarwegende omstandigheden, wanneer de criteria disproportioneel zijn, of in bepaalde marktsituaties, kan het college gemotiveerd besluiten af te zien van de social return eis bij opdrachten. |
||||
|
Besluiten tot het aangaan van en het ondertekenen van convenanten, bestuurs-samenwerkings- uitvoeringsovereenkomsten, art. 160 lid 1, onder e (volmacht) en 171 lid 1 Gemeentewet (vertegenwoordiging) |
|||||
|
Vertegenwoordiging alsmede (besluiten tot) en het verrichten van handelingen (stemming) tijdens aandeelhoudersvergaderingen, art. 160 lid 1, onder e, 168 en 171 lid 1 Gemw (vertegenwoordiging) |
Bij de uitvoering van de volmacht dienen eventuele aanwijzingen van het college in acht te worden genomen. |
||||
|
Aanbesteding en het aangaan van de daaruit voortvloeiende overeenkomsten art. 160 lid 1, onder e (volmacht) en de ondertekening daarvan, 171 lid 1 Gemw (vertegenwoordiging) |
Binnen het kader van het aanbestedingsbeleid, conform de lijst op de volgende pagina. Degene die bevoegd is tot het sluiten van de overeenkomst is ook bevoegd tot verlenging van het contract, mits binnen het kader van de overeenkomst en voor zover passend binnen het budget. De budgethouder/manager1 is bevoegd meerwerk aan te gaan, tot maximaal 10% van de totale opdracht, de handelingen en voorwaarden binnen de overeenkomst vallen en voor zover passend binnen het budget. |
||||
|
Leveringen en diensten onder € 50.000 |
Inkoop Startnotitie2 verplicht vanaf: Let op: indien je een contract voor meerdere jaren aangaat en/of jaarlijks wil verlengen, hou rekening mee dat je het bedrag over de looptijd inclusief mogelijke verlengingen optelt. Voorbeeld: drie jarig contract, jaarlijks 20.000 euro, betekent boven de grens van de 50.000 euro en gelden de aanbestedingsregels. |
|||
|
Minimaal drie, (waarvan minstens 2 lokaal/regionaal) en maximaal 5 (waarvan 3 lokaal/regionaal). Elke offerteaanvraag dient naar een partij buiten de regio gestuurd te worden. |
Werken van € 150.000 tot € 1.500.000 Leveringen en diensten van € 50.000 tot de EU-drempel Tot € 750.000 voor ‘sociale en andere specifieke diensten’ |
Inkoop Startnotitie verplicht. Toetsing door inkoopadviseur en goedkeuring door manager. |
Manager3 |
|
|
Werken van € 1.500.000 tot EU-drempel |
||||
|
Werken vanaf wettelijk drempelbedrag Leveringen en diensten vanaf wettelijk drempelbedrag Vanaf € 750.000 voor ‘sociale en andere specifieke diensten’ |
Inkoop Startnotitie verplicht. Toetsing door inkoopadviseur. Goedkeuring door Manager. |
Afwijken voorgeschreven procedure
Indien de Gemeente voor een andere procedure kiest dan in bovenstaande tabel (Met uitzondering van Europees aanbesteden) is voorgeschreven, moet dit gemotiveerd worden met in achtneming van onderstaande aspecten.
- transactiekosten voor de aanbestedende dienst en de inschrijvers;
- aantal potentiële inschrijvers;
- complexiteit van de opdracht;
- type van de opdracht en het karakter van de markt.
Afwijken van dit Inkoop- en aanbestedingsbeleid is slechts mogelijk en toegestaan op basis van een deugdelijk gemotiveerd besluit van het college van burgemeester en wethouders en voor zover dit binnen de geldende wet- en regelgeving mogelijk is.
Waar staat ‘Manager’ wordt bedoeld de manager van de desbetreffende afdeling.
6.3 Afdeling Belastingen en Buitenruimte
Waar staat ‘Manager’ wordt bedoeld de manager van de desbetreffende afdeling.
6.4 Afdeling Beleid en Ontwikkeling
Waar staat ‘Manager’ wordt bedoeld de manager van de desbetreffende afdeling.
6.5 Afdeling Informatie en Bedrijfsvoering
Waar staat ‘Manager’ wordt bedoeld de manager van de desbetreffende afdeling.
6.6 Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ)
Extern mandaat, besluit van 15-1-2013, in werking getreden 1-1-2013 (BW13.00012)
Extern mandaat aan het dagelijks bestuur van het Werkbedrijf van de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Rijk van Nijmegen (MGR), met toestemming voor ondermandaat, besluit van 25 augustus 2015 (BW15.00530 en BW18…)
Extern mandaat van het college aan Burgemeester en wethouders van Nijmegen, met toestemming voor ondermandaat, besluit van 10-2-2015, in werking getreden op 1-1-2015 (BW14.00976); aangevuld bij besluit van 11 juli 2017 (BW17.00377).
6.9 Mandaten in verband met de doorkomst van de Vierdaagse
Extern mandaat met toestemming voor ondermandaat, besluit van 4 juli 2017, in werking getreden op 20 juni 2017 (BW17.00325) en besluit van 10 juli 2018 (BW18.00371)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-295083.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.