Gemeenteblad van Waalre
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waalre | Gemeenteblad 2025, 29326 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waalre | Gemeenteblad 2025, 29326 | beleidsregel |
Beleidsregel betere benutting bestaande woningvoorraad gemeente Waalre
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waalre tot vaststelling van beleidsregel voor de uitvoering van de Actualisering Woonnotitie (2023) en de Woonzorgvisie (2024)
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waalre;
er een landelijk en lokaal een tekort is aan woonruimten. In Waalre is er sprake van een kwalitatieve mismatch: er zijn veel eengezinswoningen en te weinig ‘kleine’ woningen voor een- of tweepersoonshuishoudens. De gemeente Waalre wil daarom het splitsen en verkameren van woningen onder bepaalde voorwaarden toestaan. We gaan uit van het ‘ja, mits’ principe: de gemeente Waalre staat positief tegenover de ontwikkeling, maar er moet wel sprake zijn van een goede sturing.
het gewenst is om een beleidsregel vast te stellen omtrent betere benutting van de woningvoorraad en het eerder toestaan van mantelzorgwoningen
woningsplitsing en verkamering via een [BOPA of OPA?] mogelijk gemaakt, waarbij wordt getoetst op een aantal criteria. In deze beleidsregels wordt een nadere invulling gegeven aan een deel van de toetsingscriteria.
gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht;
De beleidsregel heeft ter inzage gelegen van dag maand 2024 tot dag maand 2024
besluit vast te stellen de volgende beleidsregel, inclusief bijbehorende toelichting welke onlosmakelijk met de beleidsregel is verbonden:
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
Splitsen: Het transformeren van één zelfstandige woonruimte naar twee zelfstandige woonruimten in de vorm van meerdere woningen en/of appartementen en/of studio(‘s). Deze zijn van elkaar gesplitst: elke woonruimte heeft een eigen adres. Ze hebben ieder hun eigen voorzieningen: het sanitair en de keuken worden niet met elkaar gedeeld.
Artikel 2. Beoordelingscriteria
Een aanvraag voor verkameren of splitsing wordt getoetst aan de volgende beoordelingscriteria:
De leefbaarheid kan negatief beïnvloed worden bij een té hoge concentratie van gesplitste en/of verkamerde woningen.
Het college mag onderbouwd afwijken van bovenstaande beoordelingscriteria.
Artikel 2.2 Voldoende woonoppervlak
De gemeente Waalre wil een minimale gebruiksoppervlakte bij verkamering en woningsplitsing hanteren, zodat voldoende woonkwaliteit wordt geboden. We maximeren het aantal kamers per woning bij verkamering, om zo te voorkomen dat er teveel mensen in één woning wonen. Als niet aan de minimale gebruiksoppervlakte kan worden voldaan, wordt geen medewerking verleend aan verkamering of woningsplitsing.
De splitsing of verkamering van een woning kan leiden tot meer verkeersbewegingen. Dit kan een negatieve invloed hebben op de verkeersintensiteit en op de parkeerbalans in de omgeving van de te splitsen of verkameren woning. Om dit te voorkomen moet er worden voldaan aan de regels opgenomen in de nota parkeernormen en de regels in het Omgevingsplan en de beheersverordening.
Artikel 2.4 Voldoende bergruimte
Een mogelijk negatief effect van verkamering of woningsplitsing is een rommelige of zelfs verloederde openbare ruimte. Bewoners moeten de mogelijkheid hebben om spullen (zoals een fiets en afvalzakken) op te bergen op eigen terrein, zodat dit niet in de openbare ruimte komt te staan. Is deze mogelijkheid er niet, dan zal er niet worden meegewerkt aan verkamering of splitsing.
Er is bij splitsing sprake van voldoende bergruimte als:
Bij een nieuw gebruiksoppervlakte van minder dan 50m2 per woonruimte er een gemeenschappelijke bergruimte aanwezig is, mits de vloeroppervlakte minimaal 5m2 maal het aantal splitseenheden bedraagt. Er mag bij een nieuw gebruiksoppervlakte van minder dan 50m2 per woonruimte ook gekozen worden voor eigen bergruimten. De aanvrager kan hier zelf over beslissen.
Het college mag onderbouwd afwijken van bovenstaande beoordelingscriteria.
Artikel 2.5 Goed verhuurderschap bij verkamering
Bij het verkameren van een woning worden voorwaarden gesteld, zodat op een correcte wijze invulling wordt gegeven aan het verhuurderschap. Er wordt dan voldaan aan de volgende voorwaarden:
Artikel 2.6 Voorkoming van geluidsoverlast
Geluidsoverlast is een afwegingscriterium bij aanvragen voor zowel verkamering als woningsplitsing. De kans op geluidshinder is groter bij bewoning van meerdere (doorgaans eenpersoons) huishoudens in één woning. De aanvrager dient aanpassingen uit te voeren om geluidsoverlast tot een minimum te beperken. Tevens worden bij verkamering leefregels opgesteld door de aanvrager om geluidsoverlast te beperken.
Uit de vergunningaanvraag moet blijken dat wordt voldaan aan de geluidsvoorschriften vanuit het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL) (NEN 5077). De aanvrager toont dit aan.
Bij zowel verkamering als splitsing van een zelfstandige woonruimte, is het mogelijk dat de leefbaarheid onder druk komt te staan. Om dit zoveel als mogelijk te voorkomen, is het verplicht om participatie uit te voeren. Bovendien kan participatie leiden tot goede ideeën die een meerwaarde blijken voor de ontwikkeling.
Bij de vergunningsaanvraag is een verslag van de participatie toegevoegd. Hieruit blijkt dat minimaal de directe buren van de om te zetten of verkameren woning zijn benaderd en bevraagd over de voorgenomen ontwikkeling. De deelnemers van de participatie ondertekenen hun deel van het verslag.
Artikel 2.8 Locatie van splitsing
Splitsing van een zelfstandige woonruimte kan alleen plaatsvinden binnen het stedelijk gebied van de gemeente Waalre. Voor het buitengebied gelden de regels van de provincie Noord-Brabant.
Artikel 3. Preventieve mantelzorgwoning
Vanuit de ontwikkeling om mensen met een (toekomstige) zorgbehoefte langer zelfstandig te laten wonen, is het splitsen van woningen of het laten bouwen van een bijgebouw interessant. Het gesplitste deel van de woning of het bijgebouw kan gebruikt worden als (tijdelijke) mantelzorgwoning. In het Omgevingsplan is een algemene uitzondering gemaakt voor mantelzorgwoningen. Een mantelzorgwoning mag als tijdelijke voorziening vergunningsvrij worden gebouwd als een zelfstandige eenheid bij een al bestaande woning. Dit dient binnen de regels van de bijgebouwenregeling uitgevoerd te worden. Er moet, voor een reguliere mantelzorgwoning, echter wel sprake zijn van een aantoonbare zorgbehoefte. De gemeente Waalre wil dit ook mogelijk maken in preventieve vorm, oftewel: mensen die 65 jaar of ouder zijn kunnen zonder directe medische noodzaak ‘voorsorteren’ op een eventuele toekomstige zorgbehoefte, waarbij ze in hun eigen omgeving (met bijvoorbeeld hun eigen kinderen) kunnen blijven wonen. Hiervoor wordt in deze beleidsregel ruimte gemaakt.
De preventieve mantelzorgwoning hoeft niet te voldoen aan de leefbaarheidscriteria uit artikel 2.1 (Leefbaarheid) van deze beleidsregel. Wel geldt er een leeftijdsgrens vanaf waar een aanvraag kan worden gedaan. Deze leeftijdsgrens ligt op 65 jaar. Het college mag onderbouwd afwijken van deze leeftijdsgrens. Er wordt een tijdelijke vergunning verleend voor het afwijkend gebruik van een bijgebouw bij een hoofdwoning. Op deze tijdelijke vergunning wordt geen termijn van instandhouding vastgelegd. Er dient te allen tijde aan de voorwaarden worden voldaan. Gebeurt dat niet dan wordt de vergunning ingetrokken.
De volgende voorwaarden worden gesteld:
Deze regels zijn aanvullend op de al bestaande regeling met betrekking tot de reguliere mantelzorgwoning. Raadpleeg de website van de gemeente Waalre voor deze informatie. Nadat de ‘woonbehoefte’ is verdwenen, wordt de verleende vergunning voor het tijdelijk afwijkend gebruik van een bijgebouw bij de hoofdwoning ingetrokken. Dit betekent dat minimaal de woonvoorzieningen verwijderd dienen te worden. Dit dient uiterlijk drie maanden na het verdwijnen van de woonbehoefte te zijn gebeurd.
Het college mag onderbouwd afwijken van bovenstaande voorwaarden.
Artikel 4. Nadeelcompensatieregeling
Het college van burgemeester en wethouders mag afwijken van het omgevingsplan en heeft de vrijheid om binnen de wettelijke kaders een eigen belangenafweging te maken of de woningsplitsing of verkamering leidt tot een ‘evenwichtige toedeling van functies aan locaties’. Het is denkbaar dat omwonenden van verkamerde en gesplitste woningen van mening zijn schade te lijden in de vorm van verminderde waarde van hun woning. Mocht de schade het gevolg zijn van een wijziging of afwijking van het omgevingsplan, dan kan er sprake zijn van zogenoemde ‘nadeelcompensatie’. De gemeente Waalre gaat een nadeelcompensatieregeling aan met de aanvrager.
Bij de splitsing van een woning wordt een overeenkomst tussen de aanvrager en de gemeente Waalre aangegaan. De aanvrager dient deze overeenkomst te ondertekenen. Doet de aanvrager dit niet, dan verleent het college van B&W geen medewerking de splitsing of verkamering.
Artikel 5. Inwerkingtreding en citeertitel
Bijlage 1: toelichting bij beleidsregel betere benutting bestaande woningvoorraad
De ontwikkelingen op de woningmarkt zorgen voor een stijgende vraag naar kleine (betaalbare) woningen. In het hele land is er een woningnood, en dat speelt ook in de gemeente Waalre. Waalre telt relatief veel ‘traditionele’ eengezinswoningen. Het bijbouwen van nieuwe, kleine, betaalbare woningen kost veel tijd en veel geld. Bovendien speelt er een stikstofcrisis, wat het snel bijbouwen van passende woningen in de weg kan staan.
Door het hoge aantal eengezinswoningen en de stijgende vraag naar kleine (betaalbare) woningen, is er een ‘mismatch’ op de woningmarkt. Een (deel)oplossing hiervoor is om bestaande woningen te splitsen of te verkameren (definities staan in artikel 1 van de beleidsregel). Deze optie van huisvesting werd aangedragen in de actualisatie van de Woonnotitie (2023):
‘In het Uitvoeringsprogramma is opgenomen dat de Visie op Goed Wonen en de Woonnotitie worden geëvalueerd en zo nodig aangepast om aan te sluiten bij de actuele stand van zaken op de woningmarkt, inclusief een herijking van de eerder vastgestelde woningbouwdifferentiatie en de doorvertaling van de voorziene aanpassing van de Huisvestingswet. In dit programma is ook aangegeven dat het gewenste ‘stimulerend woonbeleid’ voor de bestaande woningvoorraad (zoals woningsplitsing, kamerverhuur) in 2024 zal worden opgesteld.’
Er wordt bij splitsing en verkamering gebruik gemaakt van het ‘huidige steen’: binnen de bestaande woningvoorraad wordt het aantal woningen binnen de gemeentegrenzen verhoogd. We maken slim gebruik van de huidige woningvoorraad, waardoor er geen ‘nieuw steen’ nodig is voor extra woningen. Dit kan het proces naar een passend aanbod versnellen.
Hoe groot de vraag naar kleine woonruimten in de gemeente Waalre exact is, weten we niet. Wat we wel weten is dat er krapte is in de sector sociale huur en er dus behoefte is aan betaalbare woonruimten. Vanuit woningbouwcorporaties komt het signaal dat het splitsen van eengezinswoningen een mogelijkheid is om aan bijvoorbeeld jongeren meer betaalbare woningen aan te kunnen bieden.
De aanbodkant in de gemeente Waalre ziet er heel anders uit dan de vraagkant. Het aanbod bestaat grotendeels uit ruime eengezinswoningen in de koopsector, geschikt voor de ‘traditionele gezinssituatie’. Een (momenteel té) klein deel is gericht op betaalbare woningen voor kleine huishoudens, bedoeld voor 1 of 2 personen. Dit terwijl dat type huishoudens juist groeit. Ook de grotere woningbouwlocaties in onze gemeente voorzien grotendeels in nog meer grondgebonden koopwoningen. Om in de bestaande bouw het aanbod meer op de vraag aan te laten sluiten en de ‘kwalitatieve mismatch’ aan te pakken, is faciliteren in verkameren en splitsen een interessante mogelijkheid.
De gemeente Waalre wil het splitsen en verkameren van woningen, onder bepaalde voorwaarden, beperkt toestaan. We gaan uit van een ‘ja, mits’-principe: de gemeente Waalre staat positief tegenover deze ontwikkeling, maar er moet wel sprake zijn van een goede sturing. In deze beleidsregel wordt uitgelegd onder welke omstandigheden het splitsen en verkameren van woningen wordt toegestaan (met andere woorden: ‘welke sturing is nodig’) en hoe we deze vorm van huisvesting passend maken voor de gemeente Waalre.
De sturing wordt vormgegeven in een aantal beoordelingscriteria. Zo wordt bijvoorbeeld getoetst op de leefbaarheid en het oppervlakte van de gesplitste of verkamerde woningen. Voldoet een potentieel te verkameren of te splitsen woning niet aan de criteria, dan werkt de gemeente Waalre niet mee aan verkamering of splitsing en wordt hiervoor dus geen vergunning verleend.
Ook vanuit de ontwikkeling om mensen met een zorgbehoefte langer zelfstandig te laten wonen, is het splitsen van woningen interessant. Een voorbeeld is het mogelijk maken van (tijdelijke) mantelzorgwoningen. In de Omgevingswet is een algemene uitzondering gemaakt voor mantelzorgwoningen. Een mantelzorgwoning mag als tijdelijke voorziening vergunningsvrij worden gebouwd als een zelfstandige eenheid bij een al bestaande woning. Hiervoor moet echter wel sprake zijn van een aantoonbare zorgbehoefte. De gemeente Waalre wil dit ook mogelijk maken in preventieve vorm, oftewel: mensen die de pensioenleeftijd hebben bereikt en zonder directe medische noodzaak laten ‘voorsorteren’ op een eventuele toekomstige zorgbehoefte, waarbij ze in hun eigen omgeving (met bijvoorbeeld hun eigen kinderen) kunnen blijven wonen. Hiervoor wordt in deze beleidsregel ruimte gemaakt.
Deze toelichting is onlosmakelijk verbonden met de beleidsregel Betere benutting bestaande woningvoorraad.
Positieve grondhouding: ja, mits
Vanuit het volkshuisvestelijk beleid (de Woonvisie) is het faciliteren van dit soort ontwikkelingen door particulieren, marktpartijen en corporaties een goed idee. Wanneer verkamering en woningsplitsing plaatsvindt, kan er sprake zijn van effecten op de leefbaarheid in de omgeving, maar dat hoeft natuurlijk niet. Voor het splitsen van een vrijstaande woning zal het effect doorgaans meevallen. Er wordt dan (waarschijnlijk veelal) verticaal gesplitst. In een rijtjeswoning wordt horizontaal gesplitst en dan kan het effect groter zijn. Voorbeelden van effecten op de leefbaarheid zijn toenemende parkeerdruk, geluidsoverlast, overbewoning, verschillende leefritmes in de buurt en veiligheidsissues. Verder zien we in gesplitste of verkamerde woningen soms een hoge mutatiegraad: het percentage van woningen dat van bewoner(s) is veranderd is hoog. Dit kan effect hebben op de sociale verbanden in de woonomgeving. Het uitgangspunt van de gemeente is een positieve grondhouding ten opzichte van verkamering en woningsplitsing, maar wel met een goede sturing (het ‘ja, mits’-principe).
Deze beleidsregel is het primaire instrument om verkamering en woningsplitsing te sturen binnen onze gemeente. We staan verkamering en woningsplitsing gemeentebreed toe.
Ter aanvulling op de beleidsregel zijn hier een aantal algemene opmerkingen opgenomen. Deze geven toelichting op en/of context aan de artikelen uit de beleidsregel.
In het eerste artikel van de beleidsregel wordt gesproken over het verkameren of splitsen van zelfstandige woonruimten naar onzelfstandige of zelfstandige woonruimten. In de regionale begrippenlijst wonen 2025 wordt ‘woning’ verder toegelicht als een zelfstandig verblijfsobject met een woonfunctie. Indien niet aan de eisen van een zelfstandig verblijfsobject met een woonfunctie wordt voldaan (bijvoorbeeld bij studentenkamers of instellingsplaatsen) dan wordt gesproken over onzelfstandige woonruimten. De Rijksoverheid definieert een zelfstandige woning als een woning met eigen toegang, een eigen keuken, toilet en wasgelegenheid (een bad en/of douche). Als een woning dat niet heeft (lees: de faciliteiten worden gedeeld) dan wordt gesproken van een onzelfstandige woonruimte.
Woningsplitsing, zoals opgenomen in de beleidsregel, is het splitsen van één zelfstandige woonruimte naar maximaal twee zelfstandige woonruimten. Het college mag hiervan onderbouwd afwijken en een splitsing in drie (of zelfs meer) zelfstandige woonruimten toestaan, mits aan de beoordelingscriteria wordt voldaan. Dit kan op het moment dat de te splitsen woning erg groot is.
Woningsplitsing mag, indien de aanvrager dat wil, kadastraal geschieden. In dat geval wordt het perceel opgedeeld in het aantal zelfstandige woonruimten dat bestaat na de splitsing. Kadastraal splitsen is echter niet verplicht. De aanvrager kan er dus ook voor kiezen om niet kadastraal te splitsen en de nieuwe zelfstandige woonruimte te verhuren. Bij verkameren wordt nooit kadastraal gesplitst.
Een van de beoordelingscriteria is ‘Leefbaarheid’. Hierbij wordt een maximum gesteld aan de concentratie van het aantal verkamerde en gesplitste woningen. Om bij te houden wanneer hier sprake van kan zijn, wordt een database opgetuigd. Hierin staan alle adressen van de verkamerde en gesplitste woningen. De aanvragen worden behandeld en de vergunningen worden verleend in volgorde van binnenkomst (wie het eerst komt, wie het eerst maalt). De regels dienen als volgt gelezen te worden:
Gesplitste en verkamerde panden worden bij elkaar opgeteld. Bij evident langere straten (bijvoorbeeld de Burgemeester Mollaan) kan in sommige gevallen worden afgeweken van de leefbaarheidsregels waarin een maximum voor een straat wordt gesteld. Een evident langere straat wordt in dat geval, naar oordeel van de gemeente Waalre, opgedeeld in duidelijke kleinere (en natuurlijke) gehelen, bijvoorbeeld tussen zijstraten. Op het moment dat niet aan de leefbaarheidscriteria kan worden voldaan, is splitsing of verkamering in principe niet mogelijk. Echter, de aanvrager kan dan nog steeds een verzoek indienen waarbij het college (middels een goede motivatie) gevraagd wordt van de leefbaarheidscriteria af te wijken.
De leefbaarheidsregels zijn voornamelijk opgesteld voor verkamering in het algemeen en voor splitsen in situaties met een hoge concentratie aan woningen (lees: rijtjeshuizen). Bij een lagere concentratie aan woningen (lees: vrijstaand en half-vrijstaand) is dat anders, aangezien het splitsen van woningen dan minder snel tot een lagere leefbaarheid zal leiden. Er moet altijd een vergunning worden aangevraagd, alleen kan er in gebieden met een lagere concentratie aan woningen wellicht worden afgeweken van de regels omtrent leefbaarheid.
Het verlenen van een tijdelijke vergunning in het kader van verkameren is de norm. De aanvrager krijgt een vergunning voor tien jaar. Na de tien jaar kan de vergunning opnieuw worden verleend. Zo wordt voorkomen dat een verkamerde woning voor altijd verkamerd blijft. Dit in het kader van het criterium ‘Leefbaarheid’. Het is zonde als een vergunning wel is verleend, maar niet meer als dusdanig wordt gebruikt. Dit ontneemt de rest van de inwoners van Waalre mogelijk de kans om een dergelijke vergunning aan te vragen. 9,5 jaar na verlening van de tijdelijke vergunning wordt een gesprek gevoerd met de vergunninghouder over hoe de vergunning wordt gebruikt en of deze opnieuw verleend moet worden.
Er wordt in artikel 2.2 gesproken over voldoende woonoppervlakte. Hierbij wordt de term ‘gebruiksoppervlakte’ gebruikt. Gebruiksoppervlakte (of: GBO) is de oppervlakte van een wooneenheid die nuttig gebruikt kan worden. In het BBL zijn hierover regels opgesteld. De aanvraag dient hieraan te voldoen.
Een vergunning voor verkamering wordt in principe als dusdanig verleend dat in één kamer maximaal één persoon kan wonen. Hier kan van afgeweken worden, waarbij de vuistregel van 12m2 per bewoner wordt aangehouden. Mocht de kamer groter zijn dan 24m2, dan kan een kamer (indien het college onderbouwd afwijkt van de beoordelingscriteria) verhuurd worden aan maximaal twee personen.
Bij verkamering is de zelfbewoningsplicht opgenomen als beoordelingscriterium. De eigenaar woont zelf ook in het (deels) verkamerde pand. Dit criterium is opgenomen om (voornamelijk geluids-)overlast tegen te gaan. Zo lang de eigenaar zelf in het pand woont en staat ingeschreven, is er sprake van toezicht en dat komt de leefbaarheid ten goede. Een tweede reden is het tegengaan van ‘kleine particuliere investeerders’: verhuurders bezitten meerdere panden en proberen met een minimale besteding een zo hoog mogelijke winst te behalen. Dit is een ontwikkeling die we het liefst niet in Waalre zien. Door een zelfbewoningsplicht in te voeren, wordt dit tegengegaan. Hierop wordt een uitzondering gemaakt bij woningbouwcorporaties, waar geen zelfbewoningsplicht geldt.
In artikel 2.4 wordt gesproken over een aanwezige voorziening voor afvalinzameling. Hoe het afval ingezameld wordt, is aan de verhuurder. Een kliko volstaat. Bij woningsplitsing wordt in ditzelfde artikel gesproken over de minimale oppervlakte van de bergruimte. De bergruimte van meerdere gesplitste woonruimten (indien ze kleiner dan 50m2 zijn) mag worden gedeeld. Op het moment dat een woning in twee zelfstandige woonruimten van ieder 45m2 wordt gesplitst, bedraagt de bergruimte 5m2 x 2 = minimaal 10m2.
Met de invoering van de Omgevingswet zijn ook Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB’s) in werking getreden. Een van deze AMvB’s is het Besluit bouwwerken leefomgeving, ofwel: BBL. De regels zoals opgenomen in het BBL zijn leidend. In de beleidsregel zijn een aantal regels overgenomen en een aantal regels aangescherpt. Nieuwe woonruimten dienen te allen tijde te voldoen aan de in het BBL en de beleidsregel opgestelde regels. Een voorbeeld hiervan is de brandveiligheid.
Splitsing wordt, middels deze beleidsregel, alleen toegestaan binnen stedelijk gebied. Voor het buitengebied geldt het beleid van de provincie Noord-Brabant. Verkamering is wel mogelijk, net als het plaatsen van een preventieve mantelzorgwoning.
In artikel 3, over de preventieve mantelzorgwoning, staat dat er een tijdelijke vergunning wordt verleend voor afwijkend gebruik van een bijgebouw bij een hoofdwoning. Er wordt echter geen termijn van instandhouding vastgelegd. Reden hiervoor is dat er geen moment aan te wijzen is waarop de woonbehoefte van de preventieve mantelzorgwoning vervalt: dat kan over één jaar zijn maar ook over twintig jaar of meer. Daarom wordt de tijdelijkheid van de vergunning gekoppeld aan de woonbehoefte. Op het moment dat deze woonbehoefte verdwijnt (de pre-mantelontvanger verhuist, komt te overlijden of verlaat om een andere reden de preventieve mantelzorgwoning), dan wordt de vergunning ingetrokken. De woonvoorzieningen moeten binnen drie maanden na beëindiging van de woonbehoefte worden verwijderd.
Tussen de preventieve mantelverzorger en de preventieve mantelontvanger moet sprake zijn van een relatie. We definiëren de term ‘relatie’ niet verder dan wat deze in de kern betekent: een verband tussen twee of meer personen. De aanvrager moet verklaren dat er een relatie is tussen de preventieve mantelverzorger en de preventieve mantelontvanger. Het college van B&W beoordeelt in hoeverre er sprake is van een relatie.
Er geldt een leeftijdsgrens van 65 jaar of ouder voor de pre-mantelzorgontvanger. Hier kan in sommige gevallen van worden afgeweken. Het college van B&W beoordeelt bij dergelijke aanvragen of er van de leeftijdsgrens afgeweken kan worden of niet.
Bij verkamering en preventieve mantelzorgwoningen wordt geen nadeelcompensatieregeling aangegaan. Dit omdat er sprake is van het verlenen van een tijdelijke vergunning. Nadeelcompensatie is dan niet mogelijk.
Bij de vergunningsaanvraag voor de splitsing of verkamering van een woning, wordt getoetst aan de in de beleidsregel opgenomen beoordelingscriteria. Een vergunning wordt alleen verleend als wordt voldaan aan de criteria. Ook op een later moment dient de verkamerde of gesplitste woning nog aan deze criteria te voldoen. De gemeente Waalre kan toezicht houden op de situatie en, op het moment als blijkt dat er niet aan de criteria wordt voldaan, handhaven. Afhankelijk van de situatie kan handhaving variëren van een waarschuwing tot een bestuurlijke boete of het intrekken van de verleende vergunning.
De beleidsregel is bedoeld om als toetsingskader te fungeren voor het splitsen en verkameren van woningen en voor preventieve mantelzorgwoningen. Twee jaar na vaststelling wordt de beleidsregel geëvalueerd en wordt vastgesteld of deze tot de gewenste resultaten leidt. Indien er aanleiding voor is, kan het college ervoor kiezen om wijzigingen in de beleidsregel aan te brengen. De gemeenteraad wordt via een raadsinformatiebrief geïnformeerd over de resultaten van de evaluatie en de eventuele wijzigingen aan de beleidsregel.
Aandachtspunten aanvragers/verhuurders en huurders
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-29326.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.