Gemeenteblad van Best
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Best | Gemeenteblad 2025, 285415 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Best | Gemeenteblad 2025, 285415 | beleidsregel |
Beleidsregels bijzondere bijstand alleenverdienersproblematiek Best 2023-2024
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
Lijst van het Inlichtingenbureau: een lijst, gepubliceerd door het Inlichtingenbureau in januari 2025, met burgerservicenummers van potentiële alleenverdienende huishoudens zoals bekend bij de Belastingdienst voor toeslagenjaar 2023. Begin 2026 verschijnt een vergelijkbare lijst voor het toeslagenjaar 2024.
Artikel 2. Voorwaarden voor bijzondere bijstand
Bijzondere bijstand kan worden verstrekt aan een huishouden dat voldoet aan de volgende voorwaarden:
Artikel 5. Indiening op aanvraag
Als een huishouden of belangenbehartiger denkt aanspraak te kunnen maken op de compensatie, dient eerst telefonisch contact opgenomen te worden met de Afdeling Sociale Zaken / Regisseurs Inkomen van de gemeente Best. In dit gesprek wordt verkend of de situatie van het huishouden binnen de reikwijdte van de regeling valt en of het zinvol is een aanvraag in te dienen. Dit betreft nog geen formele beoordeling.
Voor de vaststelling of de aanvrager voldoet aan de voorwaarden van deze regeling, kan het college verzoeken om het overleggen van bewijs inzake inkomen, toeslagen en/of andere relevante documenten. Deze documenten moeten, indien opgevraagd, worden verstrekt om het recht op bijstand vast te stellen.
Artikel 6. Relatie tot andere regelingen
De ‘Beleidsregels Bijzondere bijstand Best 2023’ en eventuele opvolgende regelingen zijn niet van toepassing op aanvragen op grond van deze specifieke regeling inzake de alleenverdienersproblematiek.
Door of namens het college kan met toepassing van artikel 4:84 van de Awb in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende worden afgeweken van deze beleidsregels, indien toepassing hiervan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft op 27 september 2022 (ECLI:NL:CRVB:2022:1952) geoordeeld dat gemeenten gehouden zijn compensatie te bieden aan alleenverdienersgezinnen die als gevolg van asynchroniteit in wet- en regelgeving minder toeslagen ontvangen dan vergelijkbare bijstandsgezinnen. In de praktijk gaat het vaak om huishoudens waarin één partner een inkomen uit loondienst of uitkering ontvangt en de andere partner geen of nauwelijks inkomen heeft. Als gevolg van de afbouw van de algemene heffingskorting en het beperkte recht op huur- en zorgtoeslag, ligt het besteedbare inkomen van deze huishoudens onder het sociaal minimumniveau. Dit staat bekend als de alleenverdienersproblematiek.
Tot en met het toeslagenjaar 2024 is er geen landelijke regeling voor deze doelgroep. Gemeenten kunnen hen echter tegemoetkomen via de bijzondere bijstand op grond van artikel 35 van de Participatiewet. Het Gemeentenieuws SZW 2023-1 biedt hiervoor een beleidsmatig en juridisch handelingskader. Met deze beleidsregels geeft de gemeente Best uitvoering aan haar bevoegdheid om compensatie te bieden in de vorm van een forfaitaire bijzondere bijstand van € 675,- per toeslagenjaar, voor de jaren 2023 en 2024.
Vanaf 1 januari 2025 treedt de Wet tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek (Wtrap) in werking. Deze tijdelijke wet voorziet in een landelijke regeling voor alleenverdieners en geldt voor de toeslagenjaren 2025 tot en met 2027. De Wtrap voorziet in een wettelijke tegemoetkoming van € 1.000,- per jaar voor huishoudens die aan de criteria voldoen. Voor de uitvoering van de Wtrap zal de gemeente Best afzonderlijke beleidsregels vaststellen, die betrekking hebben op de uitvoering van de compensatie op grond van deze tijdelijke wet.
De onderhavige beleidsregels hebben uitsluitend betrekking op de jaren 2023 en 2024. Voor deze periode is gemeentelijk beleid noodzakelijk omdat landelijke compensatie ontbreekt. Door het vaststellen van deze beleidsregels wordt voorkomen dat huishoudens die door de alleenverdienersproblematiek financieel zijn benadeeld, tussen wal en schip vallen in de periode voorafgaand aan de Wtrap.
In dit artikel zijn de kernbegrippen gedefinieerd die nodig zijn voor een eenduidige uitleg en toepassing van de regeling. De omschrijving van ‘huishouden’ is afgestemd op de fiscale en toeslagdefinities. Ook wordt het begrip ‘alleenverdienersproblematiek’ toegelicht, als gevolg van het afbouwtempo van de algemene heffingskorting.
Artikel 2 – Voorwaarden voor bijzondere bijstand
Hier worden de voorwaarden gespecificeerd waaraan een huishouden moet voldoen om in aanmerking te komen. De kern is de inkomensongelijkheid tussen alleenverdieners en bijstandshuishoudens, veroorzaakt door het verschil in toeslagen. Daarnaast zijn voorwaarden opgenomen met betrekking tot woonplaats, uitsluiting bij briefadressen, het buiten beschouwing laten van vermogen en het uitsluiten van dubbele compensatie.
Lid 7 voorziet in een regeling voor gescheiden partners die in het toeslagenjaar nog fiscaal partner waren, maar nu afzonderlijk wonen. Lid 8 voorkomt dubbele compensatie vanuit meerdere regelingen of gemeenten.
Artikel 3 – Hoogte en vorm van de bijstand
De hoogte van de bijzondere bijstand is vastgesteld op € 675,- per toeslagenjaar per huishouden. De bijstand wordt om niet verstrekt, wat betekent dat er geen terugbetalingsverplichting geldt. Toekenning en betaling vinden plaats in één keer per jaar.
Door te kiezen voor een vast bedrag per jaar wordt maatwerkberekening overbodig, met name bij ambtshalve toekenning. Dit zorgt voor duidelijke verwachtingen bij inwoners en een eenvoudige uitvoering voor de gemeente. Het gekozen bedrag van € 675,- is gebaseerd op een analyse van de Belastingdienst en benadert zo goed mogelijk het gemiddelde bedrag aan misgelopen huur- en zorgtoeslag voor alleenverdienende huishoudens.
Daarnaast sluit deze systematiek aan bij de Wet tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek (Wtrap), die op 1 januari 2025 in werking is getreden. In die wet is eveneens gekozen voor een vaste jaarlijkse tegemoetkoming, ter overbrugging tot aan een structurele oplossing in 2028. De toeslagenjaren 2023 en 2024 vallen echter buiten het bereik van de Wtrap. Om voor deze jaren tóch recht te doen aan de inkomensachterstand van alleenverdieners, zijn afzonderlijke gemeentelijke beleidsregels nodig.
Door aan te sluiten bij de werkwijze van de Wtrap — met een vaste forfaitaire compensatie — ontstaat een eenduidige en uitvoerbare regeling die past bij de aard van deze bijzondere bijstandsverlening.
Artikel 4 – Ambtshalve toekenning
De gemeente maakt gebruik van lijsten van het Inlichtingenbureau om huishoudens ambtshalve te kunnen identificeren en de bijzondere bijstand toe te kennen. Omdat deze lijsten pas met enige vertraging beschikbaar komen, vindt de toekenning gespreid plaats over twee momenten: één keer voor toeslagenjaar 2023 en één keer voor 2024.
Voor ambtshalve toekenning is een bekend bankrekeningnummer van het huishouden noodzakelijk. Indien dit ontbreekt, zal het college het rekeningnummer éénmalig opvragen bij het betreffende huishouden. Zonder ontvangst van deze gegevens kan geen ambtshalve uitbetaling plaatsvinden.
Artikel 5 – Indiening op aanvraag
Voor huishoudens die niet op de lijst voorkomen, is een aanvraagmogelijkheid opgenomen. Het college verwacht echter niet dat er veel aanvragen zullen worden ingediend, aangezien de problematiek van de alleenverdieners slechts van toepassing is op een relatief klein aantal huishoudens in Nederland. Naar schatting gaat het om ongeveer 6.000 huishoudens die in aanmerking komen voor de regeling.
De procedure is laagdrempelig en vormvrij. Voorafgaand aan de aanvraag vindt telefonisch contact plaats met de gemeente, waarin wordt verkend of de situatie van het huishouden binnen de reikwijdte van de regeling valt en het zinvol is om een aanvraag in te dienen.
De gemeente kan bewijsstukken opvragen om te verifiëren of de aanvrager voldoet aan de voorwaarden voor compensatie.
Het gaat om de volgende documenten:
De opgevraagde documenten kunnen worden gebruikt om te bepalen of er sprake is van misgelopen toeslagen in de betreffende jaren. De gemeente kan met behulp van de rekentool van de Belastingdienst berekenen of en hoeveel toeslagen er zijn misgelopen in de jaren 2023 en 2024 (te vinden op: https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/nl/Toeslagen/content/hulpmiddel-proefberekening-Toeslagen). Deze berekening dient ter ondersteuning van de beoordeling van het recht op compensatie van € 675,- per toeslagenjaar. De proefberekening wordt uitsluitend gebruikt ter indicatie; het exacte misgelopen bedrag wordt niet individueel vastgesteld en vormt geen bindende grondslag voor de toekenning van de compensatie.
Ook wordt in dit artikel de situatie van gescheiden fiscale partners geregeld. Aanvragen kunnen worden ingediend tot en met 30 juni 2026.
Artikel 6 – Relatie tot andere regelingen
Deze regeling vormt een uitzondering op de reguliere beleidsregels bijzondere bijstand van de gemeente Best. Aanvragen op grond van deze regeling worden dus los daarvan beoordeeld.
De hardheidsclausule maakt het mogelijk om in uitzonderlijke gevallen af te wijken van deze beleidsregels als toepassing zou leiden tot een onbillijke uitkomst. Daarmee blijft ruimte voor maatwerk bestaan.
Artikel 8 – Inwerkingtreding, looptijd en citeertitel
De regeling treedt in werking op de dag na publicatie, werkt terug tot toeslagenjaar 2023 en vervalt met ingang van 1 juli 2026. Aanvragen of bezwaarprocedures die vóór deze datum zijn gestart, worden nog op basis van deze beleidsregels afgehandeld. In het slotlid is de citeertitel vastgelegd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-285415.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.