Gemeenteblad van Almelo
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Almelo | Gemeenteblad 2025, 257709 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Almelo | Gemeenteblad 2025, 257709 | ander besluit van algemene strekking |
Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Almelo 2025
Hoofdstuk 1 Tarieven Zorg in Natura
Tarieven maatschappelijke ondersteuning
1 Hoofdcategorie van de productcode
2 Gebaseerd op OVA-index - Prijsindexcijfers Nederlandse Zorgautoriteit
1 Hoofdcategorie van de productcode
2 Gebaseerd op OVA-index - Prijsindexcijfers Nederlandse Zorgautoriteit
1 Hoofdcategorie van de productcode
1 Hoofdcategorie van de productcode
2 Tarieven exclusief BTW; indexering op basis van NEA-index taxivervoer, per 1 januari 2025: 1,5%
1 Hoofdcategorie van de productcode
2 Gebaseerd op OVA-index - Prijsindexcijfers Nederlandse Zorgautoriteit
Hoofdstuk 2 Tarieven Persoonsgebonden budget (Pgb)
De hoogte van een Pgb maatschappelijke ondersteuning:
De hoogte van een Pgb bedraagt niet meer dan de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate in de gemeente beschikbare maatwerkvoorziening in natura. Onder de goedkoopste adequate maatwerkvoorziening wordt ook verstaan (gebruikte) hulpmiddelen die op het moment van de melding beschikbaar zijn bij de daartoe gecontracteerde aanbieder. Het betreft daarbij de maximale kostprijs.
Het Pgb wordt berekend op basis van een prijs of tarief waarmee redelijkerwijs is verzekerd dat het Pgb toereikend is om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, van derden te betrekken, en wordt indien nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en verzekering.
De hoogte van het Pgb, bij dienstverlening, wordt voor de professionele aanbieder bepaald op basis van 80% van het tarief voor de goedkoopst compenserende voorziening in natura door een daartoe opgeleide beroepskracht werkzaam bij een door de gemeente gecontracteerde aanbieder. Het betreft een all-in tarief.
Bij de maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning: het uurloon van de hoogste periodiek behorende bij de hulp bij het huishouden van de voor de betreffende periode geldende CAO VVT (Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg), te vermeerderen met vakantietoeslag en de tegenwaarde van de verlofuren;
Als het op basis van lid 1 vastgestelde Pgb in een individueel geval onvoldoende is om de aangewezen jeugdhulp te kunnen inkopen en deze ondersteuning niet wordt aangeboden door het gecontracteerde aanbod van jeugdhulp, wordt het tarief zodanig aangepast dat de hulp hiermee bij tenminste één aanbieder kan worden ingekocht.
De hoogte van het Pgb voor informele hulp is gelijk aan het minimum uurloon, inclusief vakantiebijslag, zoals bedoeld in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag voor een persoon van 22 jaar of ouder met een 36-urige werkweek. Dit tarief geldt ongeacht de diploma’s en werkervaring van de informele hulp.
Artikel 2.2 Hoogte Pgb vervoersvoorzieningen
Vervoersvoorzieningen verstrekt in de vorm van een Pgb kunnen worden teruggevraagd bij overlijden van de cliënt, het niet adequaat zijn van de voorziening of indien er geen gebruik meer wordt gemaakt van de voorziening. De restwaarde van de vervoersvoorziening kan worden teruggevraagd en wordt als volgt bepaald:
Artikel 2.3 Hoogte Pgb voor woonvoorzieningen
Indien het college een woningaanpassing heeft verstrekt en de cliënt verhuist binnen 10 jaar, nadat de woningaanpassing is verstrekt, dan dient de meerwaarde van de woning door de woningaanpassing – onder verrekening van de voldane eigen bijdrage als bedoeld in artikel 8.2 - te worden terugbetaald aan het college tot maximaal de kostprijs van de woningaanpassing.
Artikel 2.4 Hoogte verhuis– en herinrichtingskosten en financiële tegemoetkoming woningsanering 2.4.1 Hoogte verhuis– en herinrichtingskosten
2.4.2 Financiële tegemoetkoming voor woningsanering
Inwoners kunnen in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming voor woningsanering die als gevolg van allergie, astma of chronische bronchitis (CARA) noodzakelijk zijn. Sanering is slechts mogelijk als een duidelijke diagnose is gesteld door de huisarts of de longarts. De noodzaak voor het verstrekken van een vergoeding, wordt mede in relatie tot het levenspatroon en leefregels, de gehele woninginrichting en ventilatiemogelijkheden en -gedrag bepaald. Het college kan hierover advies vragen eventueel met inschakeling van een gespecialiseerde CARA-verpleegkundige. Verwacht wordt dat de betrokkene zich in het vervolg bij de aanschaf van nieuwe materialen aan het programma van eisen voor de woninginrichting zal houden. Ook mag verwacht worden dat betrokkenen zelf maatregelen treft ter voorkoming van CARA-klachten.
2.4.2.2 Geen vergoeding wordt verstrekt indien:
Geen vergoeding wordt verstrekt indien:
De woningsanering betreft in de regel het vervangen van tapijt in het slaapvertrek. De woonkamer kan ook worden gesaneerd indien de aanvrager jonger is dan vier jaar.
Een vergoeding wordt alleen verstrekt in die gevallen dat de betreffende te vervangen stoffering nog niet is afgeschreven. Indien een artikel is afgeschreven (in de regel na 7 jaar) wordt geen financiële tegemoetkoming verleend.
Hierbij wordt voor de hoogte van de vergoeding als volgt rekening gehouden met de reeds verlopen afschrijvingsperiode. De vergoeding bedraagt een percentage van de kosten, afhankelijk van de afschrijvingsperiode: Indien het artikel zeven jaar of ouder is, wordt geen vergoeding verstrekt.
Hetzelfde geldt bij een verhuizing, omdat bij verhuizing de woning opnieuw moet worden ingericht en dan rekening kan worden gehouden met de ondervonden klachten.
Artikel 4.2 Eigen ritbijdrage collectief vervoer
De Regiotaxi is een open collectief vraagafhankelijk vervoerssysteem (CVV) voor vervoer per taxi (personenauto of bus) van deur tot deur tot maximaal 30 kilometer vanaf het huisadres. Er geldt een eigen ritbijdrage welke jaarlijks vastgesteld/geïndexeerd wordt en beschouwd wordt als een besparingsmiddel ten aanzien van de onkosten die anders gemaakt zouden worden vanuit een eigen vervoersmiddel. Vanaf 25 tot 30 kilometer geldt een hoger tarief per kilometer. De inwoner kan vanaf 25 kilometer met Valys reizen.
Artikel 4.4 Eigen bijdrage woningaanpassingen jeugd
Als een woningaanpassing wordt gerealiseerd voor een minderjarige is een eigen bijdrage verschuldigd. In dat geval wordt gekeken naar het inkomen en vermogen van de ouders of degene die samen met de ouder het gezag uitoefent over de minderjarige. De eigen bijdrage is verschuldigd zolang van een voorziening gebruik wordt gemaakt, maar deze mag niet meer bedragen dan de kostprijs van de voorziening.
Artikel 4.5 Bepalen kostprijs voorziening
De kostprijs van een maatwerkvoorziening die in de vorm van een Pgb wordt verstrekt, is gelijk aan het bedrag van het Pgb. De kostprijs van een voorziening die in natura wordt verstrekt is gelijk aan het bedrag dat de gemeente betaalt voor deze voorziening aan de aanbieder die door de gemeente gecontracteerd is. Voor hulpmiddelen (woon- en vervoersvoorzieningen) wordt uitgegaan van de kostenopgave van de door de gemeente gecontracteerde leverancier.
De kostprijs zal vervolgens moeten worden berekend naar een periode van vier weken (in aansluiting op de eigen bijdrage periode die door het CAK wordt gehanteerd). De wijze waarop de toerekening naar een periode van vier weken plaatsvindt, is afhankelijk van de verstrekte voorziening. Er zijn vier situaties mogelijk:
Indien een voorziening wordt toegekend in uren of dagdelen per week wordt de kostprijs als volgt
berekend: uurtarief (of dagdeeltarief) x aantal uren (dagdelen) per week ondersteuning x 4.
Indien een hulpmiddel wordt toegekend waarvoor een bedrag ineens moet worden betaald (hetzij door de gemeente als de voorziening in natura wordt verstrekt hetzij door de ondersteuningsvrager als de voorziening wordt verstrekt in de vorm van een Pgb, wordt de kostprijs als volgt berekend:
aankoopbedrag voorziening/afschrijvingstermijn.
De afschrijvingstermijn in jaren wordt vermenigvuldigd met dertien (per jaar zijn er namelijk dertien perioden van vier weken): dit is het aantal perioden waarover het aankoopbedrag wordt afgeschreven (dit is economische levensduur). Het berekende bedrag is het maximale bedrag van de eigen bijdrage per periode.
Indien op basis van het inkomen en vermogen een lagere eigen bijdrage wordt vastgesteld dan het berekende maximale bedrag per periode van vier weken, wordt de eigen bijdrage voortgezet totdat het aankoopbedrag is bereikt. De eigen bijdrage wordt beëindigd als geen gebruik meer wordt gemaakt van de voorziening.
Financiering huishoudelijke ondersteuning
De kostprijs is gelijk aan het bedrag dat de aanbieder per periode van vier weken voor een ondersteuningsvrager ontvangt voor het leveren van de voorziening. Voor financiële tegemoetkomingen geldt dezelfde berekeningsmethode voor het bepalen van de kostprijs.
Indien de werkelijke kosten van een voorziening bekend zijn en de kosten niet goed toegedeeld kunnen worden naar een uur- of dagdeeltarief, wordt uitgegaan van de werkelijke kosten per periode van 4 weken om te bepalen hoe hoog de eigen bijdrage maximaal mag zijn.
Artikel 6.1 Evaluatie en indexering
Het Financieel Besluit wordt jaarlijks geëvalueerd. De tarieven worden geïndexeerd op basis van de indexeringssystematiek per product. Indien deze evaluatie of indexeringssystematiek daartoe aanleiding geeft wordt het Financieel Besluit aangepast. De indexatie van de tarieven per 1 januari 2025 zijn verwerkt in dit Financieel Besluit.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-257709.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.