Gemeenteblad van Vijfheerenlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Vijfheerenlanden | Gemeenteblad 2025, 24707 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Vijfheerenlanden | Gemeenteblad 2025, 24707 | beleidsregel |
Aanvulling op het Beleidskader energietransitie
De aanvulling op het Beleidskader energietransitie [BET] voor kleine windturbines (Bijlage 4) en zon op grond (Bijlage 5) vast te stellen.
waarbij alinea “Behoud landbouwgrond:
Een uitgangspunt is (en blijft) om geen zonneparken te realiseren op landbouwgrond. Deze keuze houdt in dat alleen voor kleinschalige zonneparken (maximaal 1.000 m2) een uitzondering gemaakt kan worden. Dit uitgangspunt is dan ook de reden waarom grootschalige zonneparken op landbouwgrond altijd expliciet zijn uitgesloten. Een uitzondering hierop is toegestaan in geval van meervoudige functie naast het agrarisch grondgebruik, bijvoorbeeld zonnepanelen boven een fruitboomgaard. In deze gevallen is maatwerk mogelijk.
Het uitgangspunt blijft dat er geen zonneparken worden gerealiseerd op landbouwgrond. Dit betekent dat alleen voor kleinschalige zonneparken voor eigen gebruik (maximaal 100m2) een uitzondering wordt gemaakt. Grootschalige zonneparken op landbouwgrond zijn expliciet uitgesloten. Een uitzondering is mogelijk in gevallen van meervoudig grondgebruik, bijvoorbeeld bij zonnepanelen boven een fruitboomgaard. In deze situaties kan maatwerk worden toegepast.
waarbij bijlage 5, 2e alinea onder het kopje ‘Algemeen’ wordt aangepast naar: Bij de aanvraag voor een vergunning van zon op grond, zal de gemeente Vijfheerenlanden zal de maximale mogelijkheid benutten om, via de geplande aanpassing door het Rijk van het Besluit bouwwerken leefomgeving [Bbl], eigenaren van bestaande utiliteitsgebouwen met een gebruiksoppervlakte > 250 m2 te verplichten om de (volledige) dakpotentie te benutten voor de opwek van zonne-energie t.b.v. het eigen gebruik, alsmede voor alle bouwwerken. Dit alvorens een vergunning te verlenen voor zon op grond.”
De raad een jaarlijkse evaluatie ter bespreking aan te bieden, met daarin opgenomen – niet uitputtend – kwalitatieve en kwantitatieve parameters zoals aantal plaatsingen, aantal afwijzingen, plaatsingsdichtheid, beeldimpressies van het veranderende landschap en de effecten op de natuurwaarde inclusief de eventuele noodzaak tot aanpassing van het vastgestelde beleid.
Aldus besloten door de raad van Vijfheerenlanden in zijn openbare vergadering van 14 november 2024
de raadsgriffier
K.I. (Krista) Goossens
de voorzitter
S. (Sjors) Fröhlich
Bijlage 4 BET Specifiek beoordelingskader kleine windturbines (≤20m as)
Bijlage 4 dient als een uitwerking en specificering van generieke en specifieke beoordelingskaders in hoofdstukken 4, 5 en 6 van het Beleidskader Energietransitie. De opgenomen beleidsregels dienen als richtinggevend kader bij aanvraagbeoordelingen. In geval van tegenstrijdigheid tussen de bepalingen van het algemene BET en die van deze bijlage, prevaleren de bepalingen van deze bijlage.
Ter invulling van het onderdeel kleine windturbines in het Beleidskader Energietransitie [BET], vastgesteld op 9 februari 2023, is hieronder dit beleidsonderdeel weergegeven.
Dit onderdeel is tot stand gekomen in samenspraak met het Gebiedsplatform Alblasserwaard-Vijfheerenlanden en de gemeente Vijfheerenlanden.
Doel van dit onderdeel van het beleidskader is het bieden van inzicht aan initiatiefnemers en omwonenden onder welke voorwaarden binnen de gemeente Vijfheerenlanden kleine windturbines aanvaardbaar en wenselijk worden geacht.
Dit betekent duidelijkheid over:
De nieuwe normering heeft effect op het toetsingskader voor vergunningverleners en specialisten. Toetsingskaders voor geluid en trillingen worden met ingang van 1-1-2024 (inwerkingtreding Omgevingswet) opgenomen in het Omgevingsplan en vormt daarin een integraal onderdeel voor toetsing van initiatieven. Vergunningaanvragen zijn straks alleen nog nodig bij vergunningplichtige milieubelastende activiteiten. Windturbines met een rotordiameter van 2 m of meer (Artikel 3.11 van het Bal (Besluit activiteiten leefomgeving)), een windpark met 3 of meer windturbines (artikel 3.13 van het Bal) zijn milieubelastende activiteiten. Hiernaast moeten windturbines voldoen aan voorwaardes gesteld in het omgevingsplan. Buitenplanse omgevingsplanactiviteiten zijn altijd vergunningplichtig. Bovengrondse bouwwerken geen gebouw zijnde van boven de 20 meter hebben een meldingsplicht (artikel 4.427 van het Bal).
Er dient onderzoek te worden aangeleverd waaruit de haalbaarheid van zon-op-dak verkend is. Indien het niet mogelijk is om in de eigen energiebehoefte te voorzien met zonnepanelen of als deze niet toereikend zijn, kan overwogen worden om in beginsel een windturbine te plaatsen1.
De initiatiefnemer heeft met direct belanghebbenden binnen een straal van 250 meter overleg gevoerd over de plannen. Bij de aanvraag dient een verslag van deze participatie gevoegd te worden. De resultaten van dit verslag worden integraal aan de gemeente ter beschikking gesteld. De impact voor omwonenden vertalen naar financiële compensatie voor omwonenden is niet verplicht.
De geplaatste windturbines dienen de marges van § 4.30 van het Bal niet te overschrijden om overlast van omwonenden op basis van geluid en slagschaduw te voorkomen:
Om overlast te voorkomen moet de windturbine in onderstaande gevallen voorzien zijn van een stilstandsvoorziening:
Met het oog op het voorkomen of beperken van slagschaduw is de windturbine voorzien van een automatische stilstandsvoorziening die de windturbine afschakelt als gemiddeld meer dan 17 dagen per jaar gedurende meer dan 20 minuten per dag slagschaduw kan optreden in een verblijfsruimte van een slagschaduwgevoelig gebouw
Plaatsing bij agrarische bedrijven en woningen buiten de bebouwde kom
Voor het plaatsen van een windturbine bij agrarische bedrijven buiten bestaand stads- en dorpsgebied gelden ten opzichte van het hiervoor genoemde de volgende aanvullende voorwaarden:
Het uitgangspunt is het plaatsen van de windturbine binnen het bouwvlak. Indien aantoonbaar dat dit niet tot de mogelijkheid behoort (ook bij het ontbreken van een bouwvlak) en er geen zwaarwegende bezwaren zijn, kan overwogen worden de windturbine buiten het bouwvlak en aansluitend op bestaande bebouwing of erfindeling te plaatsen, mits direct grenzend aan het bouwvlak zonder aantasting van de landschappelijke waarden. Indien buiten het bouwvlak geplaatst, moet de windturbine binnen het bestemmingsvlak geplaatst worden met een afstand tot het ruimtelijk ensemble van maximaal de tiphoogte (zie figuur 1).
Bij meerdere (maximaal 3) kleine windturbines op één erf worden de windturbines bij voorkeur in een lijnopstelling geplaatst, op gelijke afstand van elkaar. De lijnopstelling wordt afgestemd op het verkavelingspatroon, waardoor de landschappelijke (hoofd)structuur c.q. afleesbaarheid van het landschap versterkt wordt.
Plaatsing bij niet-agrarische bedrijven
Voor het plaatsen van een windturbine bij niet-agrarisch bedrijven gelden in aanvulling op hiervoor genoemde voorwaarden en kanttekeningen:
De initiatiefnemer heeft een inspanningsverplichting voor het creëren van draagvlak; dit dient aantoonbaar (en verifieerbaar) gemaakt te worden (zie participatiebeleid).
De raad wordt jaarlijks een evaluatie ter bespreking aangeboden, met daarin opgenomen niet uitputtend: kwalitatieve en kwantitatieve parameters zoals het aantal plaatsingen, aantal afwijzingen, plaatsingsdichtheid, beeldimpressies van het veranderende landschap en de effecten op de natuurwaarde. Daarbij wordt ook gekeken naar de eventuele noodzaak tot aanpassing van het beleid.
Figuur 1 Voorbeelden van inpassing kleine windturbines op erven
Bijlage 5 BET Specifieke beoordelingskader zon op grond (water)
Bijlage 5 dient als een uitwerking en specificering van generieke en specifieke beoordelingskaders in hoofdstukken 4, 5 en 7 van het Beleidskader Energietransitie. In geval van tegenstrijdigheid tussen de bepalingen van het algemene BET en die van deze bijlage, prevaleren de bepalingen van deze bijlage.
Bij de aanvraag voor een vergunning van zon op grond, zal de gemeente Vijfheerenlanden de maximale mogelijkheid benutten om, via de geplande aanpassing door het Rijk van het Besluit bouwwerken leefomgeving [Bbl], eigenaren van bestaande utiliteitsgebouwen met een gebruiksoppervlakte > 250 m2 te verplichten om de (volledige) dakpotentie te benutten voor de opwek van zonne-energie t.b.v. het eigen gebruik, alsmede voor alle bouwwerken. Dit alvorens een vergunning te verlenen voor zon op grond.
Beleid gemeente Vijfheerenlanden
De energietransitie is een belangrijk thema binnen het gemeentelijk beleid. Op verschillende manieren wordt de opwekking van hernieuwbare energie, zowel klein- als grootschalig, gestimuleerd. Zoals in sectie 7 “Kaders bij zonnestroomsystemen” van het BET is benoemd, is er een voorkeurspositie gegeven aan zon op dak. Daarnaast is het mogelijk om op het erf, binnen het bestemmingsvlak van de woning of het bedrijf zonnestroomsystemen op de grond te plaatsen; hiervoor is een omgevingsvergunning voor de omgevingsplanactiviteit nodig.
Zonneladder, voorkeursvolgorde plaatsing zonnestroomsystemen op grond.
Om de landschappelijke impact te beperken en ‘wildgroei’ van grondgebonden zonnestroomsystemen te voorkomen, wordt een voorkeursvolgorde gehanteerd die leidt tot de volgende stappen:
Wanneer zonnepanelen op daken en grondgebonden plaatsing van zonnepanelen binnen het bestemmingsvlak redelijkerwijs niet mogelijk zijn, kunnen grondgebonden initiatieven buiten het bestemmingsvlak overwogen worden. Bijvoorbeeld bij onvoldoende beschikbare ruimte, schaduwvorming, bestaand gebruik van de tuin, etc. Beoordeling hiervan is altijd maatwerk en verwezen wordt naar de algemene regels van pagina’s 18 en 19 van het BET.
Mogelijkheden zon op grond in Vijfheerenlanden
Vijfheerenlanden kent een open en aantrekkelijk landschap. De keuze om alleen kleinschalige zonneparken toe te staan draagt bij aan het behoud van de kwaliteit van het landschap.
Randvoorwaarden voor zon op grond
Zonneparken als onderdeel van bijvoorbeeld een woonkavel of een agrarisch bedrijfsperceel worden als zodanig niet benoemd door de provincie, maar wil Vijfheerenlanden wel toestaan. De gemeente ziet dit als een functioneel onderdeel in de energietransitie en als uitbreiding van bijvoorbeeld het agrarische erf. De erfuitbreiding moet daarom als een integraal onderdeel van het gebouw en/of omgeving/erf worden geplaatst en landschappelijk worden ingepast.
Plaatsing en locatie onder algemene uitgangspunten
Een omgevingsvergunning ten behoeve van de plaatsing en het gebruik van een grondgebonden zonnestroomsysteem inclusief bijbehorende montagematerialen en bekabeling, kan worden verleend met dien verstande dat het zonnestroomsysteem wordt geplaatst ten behoeve van het voorzien in de energiebehoefte van de eigen woning, bedrijf en/of gebouw van een maatschappelijke instelling/organisatie.
Er mag enkel een grondgebonden zonnestroomsysteem binnen of indien redelijkerwijs noodzakelijk buiten het bestemmingsvlak worden geplaatst, indien volgens de voorkeursvolgorde plaatsing op het dak redelijkerwijs niet mogelijk is (ook gelet op het doel bijvoorbeeld bij een gezamenlijke opwek voor een huizenblok, etc.). Voor wat betreft de situering van het zonnestroomsysteem geldt dat:
Het uitgangspunt blijft dat er geen zonneparken worden gerealiseerd op landbouwgrond. Dit betekent dat alleen voor kleinschalige zonneparken vooreigen gebruik (maximaal 100m2) een uitzondering wordt gemaakt. Grootschalige zonneparken op landbouwgrondzijn expliciet uitgesloten. Een uitzondering is mogelijk in gevallen van meervoudig grondgebruik, bijvoorbeeld bij zonnepanelen boven een fruitboomgaard. In deze situaties kan maatwerk worden toegepast.
Behoud de zeer open landschappen
De zeer open landschappen behoren tot de kernkwaliteit voor de gemeente en worden uitgesloten voor het opwekken van zonne-energie. De impact van zonne-energie op het landschap is afhankelijk van de huidige kwaliteit van het landschap en de mate van de aanwezige dynamiek. Voor open, nog gave landschappen is de kwaliteit hoog en dit betekent dat een visuele toevoeging van een zonnepark een grotere aantasting is dan voor landschappen die al intensief worden gebruikt door bijvoorbeeld recreatie, bedrijvigheid en bebouwing.
Behoud gebieden en percelen met bijzondere status
De gebieden met een aparte beschermingsstatus in de gemeente zijn: het Natuurnetwerk Nederland (NNN), Natura 2000 gebieden, weidevogelgebieden, beschermde dorp en stadsgezichten en het Unesco wereld erfgoed: Nieuwe Hollandse waterlinie. Uitgangspunt is dat deze gebieden zijn uitgesloten voor zon op grond. Indien zon op grond op of nabij een Rijks- en gemeentelijk monumenten wordt geplaatst is altijd sprake van maatwerk waarbij vooroverleg met de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed en de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit nodig is.
Zon langs infrastructurele werken
Bij het plaatsen van zonnepanelen langs (grote) infrastructurele werken zoals een snelweg, hanteren wij het uitgangspunt dat dit niet ten koste gaat van agrarische functies. Gezien de grote potentie van energieopwekking en de relatief lage impact op landschappelijke waardes, hanteren wij maatwerk voor het plaatsen van panelen langs (grote) infrastructurele werken.
Een voorwaarde voor de gemeente Vijfheerenlanden is dat zonneparken voortkomen uit een lokaal initiatief. Bijvoorbeeld in de vorm van een lokale coöperatie, (agrarisch) bedrijf, de gemeente, een overheidsinstantie of een samenwerking met één of meerdere lokale partijen, stichtingen of verenigingen. Daarnaast bieden zonneparken de mogelijkheid om de omgeving financieel te laten deelnemen in duurzame opwek van energie waardoor er meer lokaal eigenaarschap ontstaat. Hierbij wordt 50% lokaal eigenaarschap gehanteerd. Een agrarisch ondernemer die een zonnepark als uitbreiding van zijn erf wil, wordt gezien als een lokale eigenaar.
Voor elk initiatief geldt dat de omgeving betrokken wordt bij de planvorming en dat daarbij de mogelijkheden van financiële deelname door de omgeving worden onderzocht. Het ontbreken van draagvlak houdt echter niet automatisch in dat een aanvraag voor een zonnepark geweigerd wordt. Het streven is dat er op een passende wijze inspanningen zijn verricht om een breed gedragen plan te ontwikkelen.
Als zon-op-dak investeringen meer energie opleveren dan voor eigen gebruik afgenomen kan worden, wordt er energie terug geleverd op het net. In dit geval kan energie uit panelen op daken ook opengesteld worden aan omwonenden.
Zonne-energie voor lokale behoefte is er dan ook op gericht om deze zoveel mogelijk samen met bewoners en bedrijven te ontwikkelen. Door deze verandering van de leefomgeving met de gemeenschap af te stemmen, ontstaan kansen:
De gemeente beoordeelt of er draagvlak is voor een zonnepark. Niet iedereen hoeft het met het project eens te zijn, maar de gemeente wil wel dat de omgeving betrokken wordt bij het initiatief. De initiatiefnemer is hiervoor verantwoordelijk. Bij de aanvraag van een zonnepark moet aangetoond worden wat gedaan is om draagvlak onder omwonenden te realiseren. Ook moet de aanvrager bij een grondgebonden zonnestroomsysteem aantoonbaar omwonenden hebben betrokken over ontwerp- en locatiekeuze. Een verslag daarvan dient integraal onderdeel uit te maken van een aanvraag.
Voor zon op waterprojecten wordt de handreiking voor waterschappen gehanteerd (december 2021).
Praktische-handreiking-ZonOpWater.pdf (unievanwaterschappen.nl )
Ad 3. Zon op dak bij monumenten.
Zoals tijdens het VHL-plein bleek uit de ervaringen van de gemeente Amersfoort, is de route van een zonnepanelenkaart omslachtig, duur, tijdrovend en niet goed passend voor de schaal van Vijfheerenlanden.
Gesteld wordt dan ook dat het huidige beleid, opgenomen in het BET, reeds voldoende ‘flexibiliteit’ biedt aan inwoners. Tevens wordt meegedacht vanuit vergunningverlening en is maatwerk mogelijk.
Voor zon op dak bij monumenten worden ‘Zonne-energie op uw monument. Wegwijzer voor eigenaren en huurders’ en ‘Zonne-energieplannen en monumenten. Wegwijzer voor plantoetsers en vergunningverleners’ van de Rijksdienst voor Cultuur en Wetenschap gehanteerd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-24707.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.