Gemeenteblad van Terschelling
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Terschelling | Gemeenteblad 2025, 242554 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Terschelling | Gemeenteblad 2025, 242554 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Algemene subsidieverordening Terschelling 2025
De raad van de gemeente Terschelling;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terschelling (hierna: het college);
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 4:21 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);
besluit vast te stellen de Algemene subsidieverordening Terschelling 2025.
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
verleningsbeschikking: de beschikking die voorafgaand aan de subsidiabele activiteit wordt gegeven. De verleningsbeschikking houdt in dat de aanvrager het in de beschikking omschreven subsidiebedrag zal ontvangen, indien hij de in de beschikking omschreven activiteiten verricht en de subsidieverplichtingen nakomt.
de-minimissteun: steun die wordt verstrekt op basis van Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L 352/1); Verordening (EU) nr. 2019/316 van de Commissie tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun in de landbouwproductiesector (PbEU L 51 I/1); Verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector (PbEU L 190/45), of Verordening (EU) 2018/1923 van de Commissie van 7 december 2018 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun verleend aan diensten van algemeen economisch belang verrichtende ondernemingen (PbEU L 313/2);
Europees steunkader: een mededeling, richtsnoer, kaderregeling, besluit of vrijstellingsverordening op het gebied van staatssteun die de Europese Commissie of de Raad van de Europese Unie, gelet op de artikelen 106, derde lid, 107, 108 of 109 van het Verdrag heeft vastgesteld, waaronder de Algemene groepsvrijstellingsverordening: Verordening (EU) nr. 2017/1084 van de Commissie tot wijziging van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L 156/1); de Landbouw vrijstellingsverordening: Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L 193/1); en de Visserij vrijstellingsverordening: Verordening (EU) nr. 1388/2014 van de Commissie van 16 december 2014 waarbij bepaalde categorieën steun voor ondernemingen die actief zijn in de productie, de verwerking en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten, op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L 369/37);
Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college, met uitzondering van:
Wanneer subsidiebedragen worden geïndexeerd, gebeurt dit op basis van de nationale consumentenprijsindex (cpi) van het Centraal Planbureau, waarbij wordt uitgegaan van de voorspelling voor het komende jaar in het Centraal economisch plan (CEP) en de nacalculatie van de twee jaren daaraan voorafgaand.
Hoofdstuk 2. Subsidieverlening
Bij de aanvraag om subsidie legt de subsidie-aanvrager in ieder geval de volgende gegevens over:
een begroting van de aan de activiteiten verbonden inkomsten en benodigde uitgaven, voorzien van een toelichting. Als de subsidie-aanvrager voor dezelfde begrote uitgaven tevens subsidie heeft aangevraagd bij een of meer andere bestuursorganen, doet hij daarvan mededeling, onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvraag/aanvragen.
Artikel 13. De subsidieverlening
Wanneer van de in het tweede lid bedoelde bevoegdheid gebruik wordt gemaakt, wordt in de verleningsbeschikking aangegeven op welk bedrag de subsidieaanvrager voor elk jaar of gedurende de subsidieperiode aanspraak kan maken. Wanneer geen bedrag kan worden genoemd, wordt in de verleningsbeschikking de wijze aangegeven waarop het bedrag wordt bepaald.
Artikel 16. Meldingsplicht subsidieontvanger
Een subsidieontvanger informeert het college onverwijld schriftelijk:
De subsidieontvanger van een boekjaarsubsidie heeft toestemming nodig voor:
het aangaan en beëindigen van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen of tot huur, verhuur of pacht daarvan, indien deze goederen geheel of gedeeltelijk zijn verworven door middel van de subsidie dan wel de uitgaven daarvoor mede zijn bekostigd uit de subsidie.
Artikel 18. Aan een subsidie te verbinden bijzondere verplichtingen
Bij subsidieregeling of verleningsbeschikking kan worden bepaald dat de subsidieontvanger, voor zover het verstrekken van de subsidie heeft geleid tot vermogensvorming, daarvoor aan het college een vergoeding verschuldigd is als zich een gebeurtenis voordoet als bedoeld in artikel 4:41, lid 2, van de wet. Daarbij wordt tevens aangegeven hoe de hoogte van de vergoeding wordt bepaald.
Hoofdstuk 4. Vaststelling en verantwoording
Artikel 20. Vaststelling subsidies tot en met €10.000
Als bij verleningsbeschikking de subsidie-aanvrager wordt verplicht op de daarbij aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen, vindt de vaststelling plaats binnen 13 weken nadat de gevraagde inlichtingen zijn verstrekt.
Artikel 22. Vaststelling subsidies van meer dan € 50.000
Bij een subsidie hoger dan € 50.000, verleend voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan de verplichting worden opgelegd tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording over de tot dan verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. Deze verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar verlangd.
Artikel 23. Beslistermijn vaststelling subsidies van meer dan € 10.000
Als een aanvraag tot een subsidievaststelling niet voor het tijdstip, bedoeld in de artikelen 21 en 22 van deze verordening, is ingediend, kan het college de subsidieontvanger schriftelijk een nieuwe termijn stellen. Als de aanvraag niet binnen deze nieuwe termijn wordt ingediend, kan het college overgaan tot ambtshalve vaststelling.
Hoofdstuk 5. Bijzondere bepalingen
Artikel 25. Bijzondere afwijkingsbevoegdheid
Het college kan naast de in de voorgaande artikelen van deze verordening genoemde mogelijkheden ook afwijken van de bepalingen gesteld bij of krachtens deze verordening:
Het college kan de bepalingen gesteld bij of krachtens deze verordening of krachtens nadere regels als bedoeld in artikel 3, tweede lid, buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing, gelet op het belang van een doelgerichte of evenwichtige subsidieverstrekking, naar hun oordeel leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-242554.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.