Burgemeester en wethouders der gemeente Edam-Volendam
Gelet op het bepaalde in artikel 18, eerste lid onder d, van de Wegenverkeerswet 1994 dat het college van burgemeester en wethouders bevoegd is tot het nemen van verkeersbesluiten.
Dat op grond van de Mandaatregeling Edam-Volendam d.d. 17-03-2020 het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid tot het nemen van verkeersbesluiten heeft gemandateerd aan het hoofd van de afdeling Openbare Werken.
Overwegingen ten aanzien van het besluit
Dat de paden in het landschapspark De Broeckgouw voor zowel fietsers als voetgangers toegankelijk zijn;
Dat gezien de verkeersveiligheid de aanwezigheid van brom- en snorfietsen onwenselijk is in het landschapspark De Broeckgouw;
Dat brom- en snorfietsen niet zijn toegestaan op voetpaden en onverplichte fietspaden;
Dat het Noordzeepad alreeds een onverplicht fietspad betreft;
Dat aan dit verkeersbesluit de volgende belangen, als bedoeld in artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994 ten grondslag liggen, namelijk: het verzekeren van de veiligheid op de weg, het beschermen van weggebruikers en passagiers, het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan en het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;
Dat overleg heeft plaatsgevonden met de gemandateerde van de korpschef van politie, waarbij te kennen is gegeven dat met het voorgestelde verkeersbesluit wordt ingestemd;
Dat de gewenste functie van de paden van het landschapspark De Broeckgouw wordt verduidelijkt door het plaatsen van de borden G7 (voetpad) en G13 (onverplicht fietspad) uit bijlage 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeertekens 1990 (RVV 1990).