Gemeenteblad van Huizen
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Huizen | Gemeenteblad 2025, 236606 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Huizen | Gemeenteblad 2025, 236606 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
De raad van de gemeente Huizen;
in vergadering bijeen op 22 mei 2025;
gelezen het voorstel van de griffier d.d. 11 maart 2025 en het advies van de commissie Algemeen, Bestuur en Middelen d.d. 3 april 2025;
gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;
HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Bij aanvang van de raadsperiode doet de fractievoorzitter opgave aan de griffier van de samenstelling van de fractievertegenwoordiging voor elk van de raadscommissies. De griffier draagt er zorg voor dat dit wordt verwerkt in de informatie op de website van de gemeenteraad, als genoemd in artikel 1.2, lid 2, over de raadscommissies.
Artikel 1.8 Zittingsduur commissieleden en vervulling vacatures
Commissieleden kunnen op eigen initiatief ontslag nemen. Zij delen dat schriftelijk mee aan de griffier. Het ontslag gaat in met ingang van de dag dat het commissielid heeft aangegeven ontslag te willen nemen. Het ontslag als commissielid betekent niet dat betrokkene ook ophoudt lijstopvolger te zijn, tenzij betrokkene zelf aangeeft ook te stoppen als lijstopvolger op grond van artikel 1.6, lid 2 onder d..
Een raadscommissie wordt ambtelijk ondersteund door een commissiegriffier. De functie van commissiegriffier wordt vervuld door bij de raadsgriffie werkzame personen. In overleg van de raadsgriffier met de secretaris en de betrokken voorzitter kan de functie ook, tijdelijk, door een niet bij de raadsgriffie werkzaam persoon worden vervuld.
HOOFDSTUK 2: DE VOORBEREIDING VAN VERGADERINGEN
Artikel 2.2 Locatie; begin- en eindtijd; uitloopavond
De uitloopavond voor een vergadering is op de eerstvolgende maandagavond. Als door omstandigheden de eerstvolgende maandagavond niet benut kan worden als uitloopavond, dan wordt uitgeweken naar de eerstvolgende vrijdagavond. De raadscommissie kan besluiten de vergadering voort te zetten op een andere uitloopavond. De uitloopavonden voor de raadscommissies worden vermeld in het vergaderschema.
Artikel 2.3 Aanmelding agendapunten door commissieleden
De aanmelding van een ander onderwerp gebeurt ten minste 2 werkdagen voor verzending van de oproep met agenda voor een vergadering.
Het aangemelde bespreekpunt wordt door de voorzitter opgenomen op de voorlopige agenda, zoals die met de oproep voor de vergadering verzonden zal worden.
Als de aanmelding van een onderwerp gebeurt na de verzending van de oproep met voorlopige agenda, dan is het ter beoordeling aan de voorzitter, na het commissielid te hebben gehoord, of het andere onderwerp aanvullend wordt geagendeerd of dat het wordt geagendeerd voor een volgende vergadering.
Artikel 2.4 Oproep, agenda en aanvulling agenda
Als van de stukken bij een voorlopige agenda geheime stukken deel uit maken, dan draagt de griffier er zorg voor dat die via het raadsinformatiesysteem alleen zijn in te zien door alle raadsleden en lijstopvolgers en, voor zover de geheime informatie van hen afkomstig is dan wel hen aangaat, het college.
HOOFDSTUK 3: DE OPENBARE VERGADERINGEN
Artikel 3.1 Rol voorzitter; handhaving orde
In een vergadering heeft de voorzitter de volgende rollen.
De voorzitter kan de raadscommissie voorstellen aan een commissielid, dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het commissielid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig laat de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het commissielid ook voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.
Artikel 3.3 Voorstellen van orde
Commissieleden kunnen op elk moment tijdens een vergadering een voorstel van orde doen die betrekking heeft op de gang van zaken in vergadering. De raadscommissie beslist hier terstond over door middel van een stemming.
Artikel 3.4 Opening vergadering
De voorzitter opent een vergadering als ten minste meer dan de helft van de zitting hebbende commissieleden aanwezig is. Het aantal commissieleden waaruit een raadscommissie bestaat is gelijk aan het aantal commissieleden dat door de raad overeenkomstig artikel 1.5, lid 3 voor de betreffende commissie is benoemd.
In een vergadering als bedoeld in het tweede lid kunnen ook over andere onderwerpen, dan die waren geagendeerd voor de in het eerste lid vermelde vergadering, worden beraadslaagd en/of een besluit worden genomen, onder de voorwaarde dat daarbij dan wel weer ten minste meer dan de helft van de zitting hebbende commissieleden aanwezig is.
Artikel 3.5 Vaststellen agenda
De raadscommissie stelt bij aanvang van de vergadering de agenda voor de vergadering definitief vast. Daarbij, maar ook tijdens de vergadering, kan de raadscommissie onder meer besluiten:
De commissiegriffier draagt er vervolgens zorg voor dat de voorzitter, alle raadsleden en lijstopvolgers en het college via een e-mailbericht worden geïnformeerd:
De commissiegriffier draagt er tevens zorg voor dat de onder b. genoemde informatie, voor zover openbaar, ook door derden via het raadsinformatiesysteem kunnen worden ingezien.
Iedere persoon die wil inspreken krijgt daarvoor 5 minuten. Als meerdere personen gezamenlijk willen inspreken over hetzelfde onderwerp, dan kan in overleg met hen de inspreektijd voor hen gezamenlijk bepaald worden op 5 minuten. De voorzitter kan in het belang van de vergaderorde de inspreektijd inkorten.
Inspreken over een niet-geagendeerd onderwerp gebeurt bij het agendapunt “Spreekrecht voor burgers”.
Inspreken over een geagendeerd onderwerp gebeurt voorafgaand aan de commissiebehandeling van het betreffende agendapunt.
Nadat een inspreker heeft ingesproken wordt deze door de voorzitter, namens de gehele raadscommissie, bedankt voor zijn inbreng.
Elke fractievertegenwoordiging kan, nadat de inspreker zijn betoog heeft afgerond, aan de inspreker één verhelderende vraag stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en een commissielid. Als een commissielid meer informatie van een inspreker wil dan het via de te stellen vraag kan verkrijgen, dan neemt het commissielid buiten de vergadering om contact op met de inspreker.
Informatie die via het inspreken wordt verkregen over een niet-geagendeerd onderwerp strekt ter kennisgeving aan de raadscommissie, tenzij de raadscommissie anders besluit. Informatie die via het inspreken wordt verkregen over een geagendeerd onderwerp kan door de fractievertegenwoordigingen worden betrokken bij hun beeld- en oordeelsvorming over het betreffende agendapunt.
Artikel 3.7 De beraadslagingen; spreektermijnen
Vragen die een voorsteller in de vergadering niet kan beantwoorden worden uiterlijk in de week na de vergadering door de voorsteller schriftelijk beantwoord. Het schriftelijk antwoord wordt geadresseerd aan de raadscommissie die het aangaat. De commissiegriffier draagt er zorg voor dat de schriftelijke beantwoording:
Als de commissiebehandeling van een voorstel naar het oordeel van een raadscommissie nog onvoldoende informatie heeft opgeleverd, waardoor het voorstel nog niet rijp is voor raadsbehandeling, dan kan een raadscommissie besluiten de behandeling voort te zetten in een volgende vergadering, mits tijdige raadsbesluitvorming over het voorstel mogelijk blijft. Hierover overlegt de raadscommissie met de voorsteller.
Artikel 3.8 Het commissieadvies
Indien de in een vergadering aanwezige fractievertegenwoordigingen unaniem zijn in het advies aan de raad om in te stemmen met een voorstel, dan wordt dat voorstel voor de raadsvergadering geagendeerd als een hamerstuk. Daarmee wordt bij dit agendapunt op de raadsagenda tot uitdrukking gebracht, dat de raad op basis van de commissiebehandeling wordt geadviseerd zonder beraadslagingen in te stemmen met het voorstel.
Als het om een ongevraagd commissieadvies gaat, dus anders dan over een voorstel, dan doet de voorzitter na afsluiting van de beraadslagingen een voorstel voor de inhoud ervan, waarna de voorzitter vervolgens aan de in de vergadering aanwezige fractievertegenwoordigingen om hun standpunt daarover vraagt.
Alleen als de vragen niet zijn gedeeld zoals hiervoor genoemd in lid 5 onder b., wordt per onderwerp aan een vragensteller het woord verleend om zijn vragen aan het college en/of de burgemeester te stellen, en die zo nodig kort in te leiden om context aan de vragen te geven. Zijn de vragen vooraf wel gedeeld overeenkomstig lid 5 onder b., dan wordt direct met beantwoording door de portefeuillehouder begonnen.
De behandeling van vragen per vragensteller gebeurt in twee termijnen. De eerste termijn omvat het stellen van de ingediende vragen, tenzij dit op grond van lid 7 achterwege kan blijven, en de beantwoording daarvan door het college of de burgemeester. In de tweede termijn kan de vragensteller desgewenst aanvullende vragen stellen en/of kunnen de andere commissieleden desgewenst aanvullende vragen aan de vragensteller en/of het college of de burgemeester stellen. De voorzitter kan, na afstemming met de raadscommissie, het aantal termijnen voor de behandeling van vragen uitbreiden.
Artikel 3.10 De livestream; audiovisuele verslaglegging
De commissiegriffier draagt er zorg voor dat:
een openbare vergadering via een online livestream, die beschikbaar is via de website van de gemeenteraad, door iedere belangstellende direct gevolgd kan worden;
Het resumé vermeldt in ieder geval:
de namen van de voorzitter, de commissieleden (met de vermelding van de raadsfractie die zij vertegenwoordigen), de commissiegriffier, de griffier en/of raadsadviseur, de burgemeester, de wethouders, en de insprekers (met vermelding van het agendapunt waarbij ze hebben ingesproken), en de personen die van de voorzitter toestemming kregen om aan de beraadslagingen deel te nemen (met vermelding van het agendapunt waarbij dat het geval was);
Een resumé wordt in de eerstvolgende vergadering door een raadscommissie vastgesteld, tenzij in overleg met de raadscommissie daarvoor een andere procedure wordt afgesproken. De commissieleden en collegeleden die aanwezig waren in de vergadering waar het resumé betrekking op heeft, kunnen voorafgaand aan de vaststelling van het resumé wijzigingen voorstellen.
HOOFDSTUK 4: DE BESLOTEN VERGADERINGEN
Artikel 4.1 Toepassing verordening op besloten vergaderingen
Het bepaalde in deze verordening is ook van toepassing op besloten vergaderingen, tenzij in dit hoofdstuk anders is bepaald.
Artikel 4.2 Procedure om te komen tot een besloten deel van een vergadering
Bij aanvang van de besloten vergadering besluit de raadscommissie, na daarover zo nodig eerst beraadslaagd te hebben, of in beslotenheid wordt verder vergaderd.
Als het besluit wordt genomen om niet in beslotenheid verder te vergaderen, dan wordt de vergadering daarna openbaar voortgezet.
Wordt het besluit genomen in beslotenheid verder te vergaderen, dan duurt het besloten deel van de vergadering tot het moment waarop de voorzitter dat afsluit.
Bij de overgang naar een besloten deel van de vergadering kunnen in ieder geval de aanwezige commissieleden, de voorzitter, de commissiegriffier, de raadsgriffier en de raadsadviseur in de vergaderzaal blijven zitten,
Tenzij de raadscommissie anders besluit, kunnen voorts in de vergaderzaal blijven zitten:
Voor de overgang naar een besloten deel van de vergadering en nadien naar het aansluitende openbare deel van de vergadering, wordt de vergadering kort geschorst, zodat door de commissiegriffier de vereiste maatregelen genomen kunnen worden met het oog op het besloten en nadien openbare karakter van de vergadering.
HOOFDSTUK 5: RECHTEN VAN COMMISSIELEDEN
Artikel 5.1 Het stellen van commissievragen over niet-geagendeerde onderwerpen
Voor de schriftelijke beantwoording van commissievragen geldt het volgende.
Als beantwoording niet binnen de onder a. genoemde termijn kan plaatsvinden, dan wordt de raadscommissie die het aangaat hiervan in kennis gesteld door middel van een tussenbericht van het college of de burgemeester. Daarin wordt ook vermeld wat de termijn is waarbinnen schriftelijke beantwoording alsnog tegemoet gezien kan worden. Alle overige raadsleden en lijstopvolgers ontvangen een kopie van dit tussenbericht.
De schriftelijke beantwoording van de commissievragen, of het eventueel tussenbericht, wordt na het beschikbaar komen ervan (aanvullend) op de agenda voor de eerstvolgende vergadering van de raadscommissie die het aangaat geplaatst, onder het agendapunt waarbij de beantwoording van commissievragen aan de orde is.
De behandeling van de schriftelijke beantwoording van commissievragen gebeurt in twee termijnen. In de eerste termijn kunnen commissieleden naar aanleiding van de schriftelijke beantwoording aanvullende vragen stellen. In de tweede termijn kunnen commissieleden nog eens aanvullende vragen stellen naar aanleiding van de mondelinge beantwoording van de aanvullende vragen in eerste termijn.
Als het college of de burgemeester in de vergadering geen antwoord kan geven op de mondeling gestelde aanvullende vragen, dan kunnen zijn aangeven dat die vragen in de periode na de commissievergadering separaat schriftelijk zullen worden beantwoord. In dat geval geven zij ook aan binnen welke termijn de raadscommissie schriftelijke beantwoording alsnog tegemoet kan zien. Op die schriftelijke beantwoording is het bepaalde in dit lid onder d. en f. van toepassing.
Voor de mondelinge beantwoording van commissievragen in de eerstvolgende vergadering geldt het volgende.
De behandeling gebeurt in drie termijnen.
In de eerste termijn vindt de mondelinge beantwoording van de vragen plaats door het college of de burgemeester, die ook steeds eerst de vraag waarop zij antwoorden vermelden.
In de tweede en derde termijn kan de vragensteller en kunnen de overige commissieleden aanvullende vragen stellen naar aanleiding van de mondelinge beantwoording door het college of de burgemeester. De andere commissieleden kunnen dan ook (aanvullende) vragen stellen aan de vragensteller. In dat geval worden eerst de (aanvullende) vragen door de vragensteller beantwoord, waarna de beantwoording plaatsvindt van de aanvullende vragen door het college of de burgemeester.
Als het college of de burgemeester in de vergadering geen mondeling antwoord kunnen geven op de schriftelijk gestelde vragen of de mondeling gestelde aanvullende vragen, dan kunnen zij aangeven dat die vragen in de periode na de commissievergadering separaat schriftelijk zullen worden beantwoord. In dat geval geven zij ook aan binnen welke termijn de raadscommissie de schriftelijke beantwoording alsnog tegemoet kan zien.
Op de schriftelijke beantwoording is het bepaalde in lid 3 onder d. en f. van toepassing.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-236606.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.