Gemeenteblad van Haarlemmermeer
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Haarlemmermeer | Gemeenteblad 2025, 231339 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Haarlemmermeer | Gemeenteblad 2025, 231339 | beleidsregel |
Beleidsregel nadeelcompensatie gemeente Haarlemmermeer 2025
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer en de burgemeester van de gemeente Haarlemmermeer,
Gelet op artikel 4: 81 e.v en artikel 4:126 e.v., van de Algemene wet bestuursrecht en de Verordening nadeelcompensatie gemeente Haarlemmermeer 2024;
Overwegende dat het wenselijk is nadere regels te bepalen met betrekking tot de afhandeling van de verzoeken tot nadeelcompensatie;
vast te stellen de ‘Beleidsregel nadeelcompensatie gemeente Haarlemmermeer 2025’;
In het bepaalde bij of krachtens deze beleidsregel wordt verstaan onder het bestuursorgaan: het orgaan dat het schadeveroorzakende besluit heeft genomen of onder wiens verantwoordelijkheid de schadeveroorzakende handeling is verricht, zijnde: de raad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester van Haarlemmermeer.
Artikel 4 Normaal matschappelijk risico
Bij vaststelling van het normaal maatschappelijk risico worden de drempels onder het tweede lid, sub a. en b. toegepast op de gemiddelde omzet en kosten op jaarbasis, zoals vermeld in de jaarrekeningen van de drie jaren voorafgaand aan het schadejaar van de economische en/of juridische eenheid (de moedermaatschappij) waar de onderneming die de schade lijdt deel van uit maakt.
Artikel 5 Kortingspercentage normaal maatschappelijk (ondernemers)risico
Als de schade de omzetdrempel bedoeld in artikel 4, tweede lid overstijgt, wordt ter bepaling van het normaal maatschappelijk risico of het normaal ondernemersrisico een kortingspercentage gehanteerd ten aanzien van de schade op jaarbasis waarbij het kortingspercentage voor de eerste schadeperiode van 12 aaneengesloten maanden 25% bedraagt en voor de tweede schadeperiode van 12 aaneengesloten maanden 12,5% bedraagt.
Aldus vastgesteld op 20 mei 2025
Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer,
de secretaris,
Cees Vermeer
de burgemeester,
Marianne Schuurmans-Wijdeven
Burgemeester van de gemeente Haarlemmermeer,
Marianne Schuurmans-Wijdeven
Het toepassingsbereik van deze beleidsregel volgt uit artikelen 4:126 Algemene Wet Bestuursrecht, 15.1 en 15.4 Omgevingswet. De regeling nadeelcompensatie uit de Omgevingswet is een aanvulling op de regels in de Awb (lex specialis). De Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Haarlemmermeer heeft een ander schaderegime en is al uitputtend genoeg.
In dit artikel zijn twee expliciete bedragen opgenomen die worden aangemerkt als bagateldrempel schade en derhalve hoe dan ook voor rekening van de benadeelde blijft: schade van een ondernemer die onder een bedrag van € 1.000 blijft en van een particulier onder de €500 komt nooit voor nadeelcompensatie in aanmerking, ongeacht de relatie met de omzet of het inkomen. Dit sluit aan op jurisprudentie waarin zeer lage schades hoe dan ook niet abnormaal zijn.
Het opnemen van een bagateldrempel kan ook voorkomen dat de kosten van behandeling van het verzoek om nadeelcompensatie niet meer in een redelijke verhouding staan tot het te vergoeden bedrag.
Artikel 4 Normaal maatschappelijk risico
Burgers en ondernemers dienen de ‘normale lasten' van het rechtmatig functioneren van de overheid voor eigen rekening te nemen. De rechtvaardiging voor het stellen van deze eis is gelegen in de gedachte dat burgers als lid van de gemeenschap ook profiteren van de overheidsdienst. Zo goed als zij de voordelen accepteren, moeten zij in beginsel ook de nadelen daarvan accepteren. Ontstaat er een wanverhouding tussen lusten en lasten, dan is geen sprake meer van ‘normale' en dus te dulden maatschappelijke risico's.
Het begrip normaal maatschappelijk risico moet worden ingevuld aan de hand van abstracte en concrete omstandigheden. Omstandigheden die van belang zijn, zijn omvang van het in concreto geleden nadeel en de (on)voorzienbaarheid van het nadeel, mede gelet op de wijze van uitvoering van het rechtmatig handelen of het tijdstip waarop dit handelen plaatsvond.
Voorbeelden van in beginsel normale overheidshandelingen zijn (onderhouds)werkzaamheden aan wegen, bruggen en het verlenen van vergunningen voor evenementen. Met deze nadelen moet men in zijn algemeenheid rekening houden ook al bestaat er geen zicht op de omvang waarin, de plaats waar en het moment waarop deze zich zal concretiseren en de omvang van de nadelen die daaruit eventueel zullen voortvloeien.
Daarnaast is van belang op welke wijze een "normale" maatregel in een concreet geval is geëffectueerd en welke concrete gevolgen dit heeft gehad. Zo kan een normale maatregel zoals rioleringsherstel als gevolg van bijzondere omstandigheden onevenredige schade veroorzaken.
Aan bedrijven wordt normaal bedrijfs- of ondernemersrisico tegengeworpen. Uitgangspunt is dat elke zelfstandige ondernemer zijn onderneming drijft voor zijn eigen risico en ook zelf verantwoordelijk is voor zijn beslissingen. Tot het normale ondernemersrisico behoren nadelen die direct samenhangen met de keuze voor een bepaald type bedrijfsvoering of een bepaalde inrichting van het bedrijf inclusief de keuze voor een bepaalde locatie. Ondernemers hebben te maken met een uitgebreidere risicotoerekening. Alleen als de maatregel sterk afwijkt van het normale verwachtingspatroon, waarop elke ondernemer bedacht dient te zijn, kan een aanspraak op nadeelcompensatie bestaan.
De benadeelde moet aannemelijk maken dat een rechtmatige overheidsmaatregel desondanks naar tijd, plaats, ontstaanswijze en begeleidende omstandigheden en/of aard, ernst, duur en/of omvang van de daardoor veroorzaakte schade, een dermate uitzonderlijk en ongebruikelijk karakter heeft, dat een redelijk denkende en handelende ondernemer een dergelijke gedraging niet van de overheid had behoeven te verwachten.
In de beleidsregel is gekozen voor een omzetdrempel van 8% op jaarbasis van de gemiddelde jaaromzet om een concreet criterium te geven voor de praktijk, dat aangeeft welk gedeelte van schade in elk geval niet voor vergoeding in aanmerking komt. Dat wil niet zeggen dat een schadebedrag dat boven de drempelwaarde uitkomt per definitie voor vergoeding in aanmerking komt.
Het toepassen van een vast drempelpercentage biedt rechtszekerheid en sluit goed aan bij de gedachte dat burgers de lasten die voortvloeien uit rechtmatig overheidshandelen in beginsel zelf dienen te dragen.
Feitelijk geven de drempelpercentages in de beleidsregel uitdrukking aan de gedachte dat schade van een bepaalde omvang voor rekening van de burger zelf blijft, in het licht van de onvermijdelijke nadelen die men soms zal moeten dulden in een samenleving op een beperkt grondgebied. De drempelwaarde is een ondergrens in de vorm van een normaal maatschappelijk risico, die vooraf gaat aan het berekenen van de schade en aan een mogelijke korting die uit hoofde van maatschappelijk risico (alsnog) op de geleden schade in mindering wordt gebracht. De gedachte is dat bij schade van een bepaalde omvang nog geen sprake is van een wanverhouding tussen lusten en lasten.
Wanneer een bedrijf een omzetdaling van 2% op jaarbasis ondervindt ten gevolge van rioleringswerkzaamheden dan kan dat mede worden verklaard door het uitgangspunt dat een dergelijk, geringe daling niet uitzonderlijk is en behoort tot de nadelen waarmee een bedrijf in abstracto rekening dient te houden en die niet uitstijgen boven de normale, eens in de zoveel tijd te verwachten nadelen, waarmee elk bedrijf rekening dient te houden.
Ten aanzien van de koppeling aan de omzet kan worden gezegd dat het werken met omzetdrempels de afgelopen jaren algemeen gebruikelijk is geworden. Het is door de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State in meerdere uitspraken goedgekeurd. De Afdeling heeft in de Cassandraplein-uitspraak van 15 juni 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:1650) bepaald dat een drempelpercentage van 8% aanvaardbaar is bij tijdelijke en normale schadeoorzaken. Voor de drempel van 8% bij schade als gevolg van reguliere infrastructurele werkzaamheden geldt geen verhoogde motiveringsplicht. Hogere percentages zijn niet uitgesloten, maar de keuze daarvoor moet nader worden gemotiveerd. Lagere percentages zijn ook mogelijk, zeker in het geval van bijzondere omstandigheden, al is het aanvaardbaar om altijd een minimum percentage van 2% aan te houden.
In plaats van schade als gevolg van een daling van de omzet, kan schade ook het gevolg zijn van een verhoging van de kosten, bijvoorbeeld indien bedrijven als gevolg van een verkeersmaatregel gedurende lange tijd lang en ver moeten omrijden. De beleidsregel bevat ook voor die gevallen een drempelwaarde, zijnde 6% van de totale kosten op jaarbasis.
Bij het bepalen van de omvang van het normaal ondernemersrisico van een in economische en juridische zin onzelfstandig filiaal dat onderdeel van een keten of concern is wordt de drempel toegepast op de jaaromzet of jaarkosten van het moederbedrijf. De omzetderving en kostenstijging in de individuele vestiging wordt dus gerelateerd aan de drempel van resp. 8% van de gemiddelde jaaromzet en 6% van de kosten op jaarbasis van de moedermaatschappij van het concern. Voor het bepalen van de omzet- of kosten drempel wordt uitgegaan van de winst- en verliesrekeningen van het moederbedrijf.
Dit lid is opgenomen opdat het bestuursorgaan op grond van bijzondere omstandigheden zou kunnen afwijken van de onder artikel 2 lid 2 bepaalde drempelpercentages. Het is niet mogelijk om in alle gevallen de daar genoemde percentages te hanteren, gezien het brede toepassingsbereik van de verordening nadeelcompensatie en deze beleidsregel.
Artikel 5 Kortingspercentage normaal maatschappelijk (ondernemers)risico
Bij toekenning van nadeelcompensatie wordt het normaal maatschappelijk risico van oudsher ingevuld door middel van een korting in de vorm van een percentage van het schadebedrag. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is van mening dat het rechtens niet onaanvaardbaar is dat een bepaald percentage van het nadeel vanwege normaal maatschappelijk risico of normaal ondernemersrisico voor rekening van de benadeelde blijft.
In deze beleidsregel is gekozen voor de combinatie van een (relatief lage) drempelwaarde en een kortingspercentage, in navolging van andere gemeenten waaronder Gemeente Amsterdam. Op de schade die de drempel overstijgt wordt over het algemeen een kortingspercentage toegepast binnen een bandbreedte van 0%-20%. Schade die de drempel niet overstijgt komt in geen geval voor vergoeding in aanmerking (behoudens uitzonderingen als bedoeld in artikel 2.5).
Bij de kortingspercentages gaat het om de vraag in welke mate een eenmaal vastgesteld onevenredig nadeel voor rekening van de getroffene dient te blijven. Met een kortingspercentages wordt verdisconteerd dat de schade, ook al was zij onevenredig, voor een deel moet worden geduld.
In het kader van de rechtszekerheid is ervoor gekozen om met vaste kortingspercentages te werken. Aangezien de schade oploopt naarmate de schadeveroorzakende maatregel voortduurt is ervoor gekozen om na een jaar het kortingspercentage te verminderen en vanaf jaar drie geen kortingspercentage meer toe te passen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-231339.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.